32
Trainingshandleiding
1. De veiligheidssleutel plaatsen en SPEED (+) resp. (-) indruk-
ken tot het gewenste programma getoond wordt (U1).
2. Op de MODE toets drukken en SPEED (+) resp. (-) indrukken
om te kiezen welke tijd (00-99) gewenst is. De standaardin-
stelling is 24 minuten.
INCLINE (+) resp. (-) indrukken om de gewenste hellingshoek (0-
10) te kiezen.
De standaardinstelling is 0 %.
3. Op de MODE toets drukken.
4. Seg01; SPEED (+) resp. (-) en INCLINE (+) resp. (-) indruk-
ken, zodat elk apart segment aangepast kan worden, bijv.
Seg01 snelheid 4,2 km met hellingshoek 2. Seg02 snelheid
5,6 km met een hellingshoek van 4. Bij andere segmenten
precies zo te werk gaan. (Seg01 – Seg12). Na elk segment
op de MODE toets drukken. Als u klaar bent op de START
toets drukken. De loopband start.
Tijdens de training kunt u het snelheids- en hellingshoekniveau met
(+) resp. (-) wijzigen.
HRC: Hartslagcontroleprogramma
Voor het constante hartslagcontroleprogramma (HRC) is het nood-
zakelijk dat er een hartslag geregistreerd wordt, die de aanstu-
ring van de loopband tijdens de hele training constant probeert te
houden.
De gebruiker heeft de mogelijkheid het programma op basis van
zijn hartslagwaarde (max. doelpolslag) individueel in te stellen.
De loopband stelt automatisch in het programma HRC de hel-
lingshoek/INCLINE of de snelheid/SPEED in om de doelhartslag
van de gebruiker te bereiken en te behouden.
Om het doel-hartslagprogramma in te richten, dient u de trai-
ningtijd, uw leeftijd en uw doelhartslag in te voeren.
1. De veiligheidssleutel plaatsen en SPEED (+) resp. (-) indruk-
ken tot HRC op de display getoond wordt.
2. Op de MODE toets drukken en SPEED (+) resp. (-) gebruiken
om de gewenste trainingstijd instellen. De standaardtijd is
24 minuten.
3. Op de MODE toets drukken en SPEED (+) resp. (-) gebruiken
om uw juiste leeftijd (13-80) in te stellen.
4. Op de MODE toets drukken en SPEED (+) resp. (-) gebruiken
om de doelhartslag (60-180) te kiezen.
5. Op de MODE toets drukken en SPEED (+) resp. (-) gebruiken
om de hoogste snelheid (MAX SPEED) in te stellen.
6. Op de MODE toets drukken en SPEED (+) resp. (-) gebruiken
om de hoogste hellingshoek (MAX INCLINE) in te stellen.
7. Op de START toets drukken en de loopband loopt 3 minuten
met 3 km/h of 2 mph warm en de hellingshoek/INCLINE tot
Level 5 (vast voorgeprogrammeerde waarde, niet wijzig-
baar). Na het opwarmen gedurende 3 minuten wijzigt de
loopband de snelheid en de hellingshoek om uw hartslag op
uw doelhartslag te brengen.
Aanwijzing: als de loopband uw hartslag niet binnen 30 secon-
den na de opwarmperiode herkent, wordt de band uit veiligheid-
soverwegingen gestopt.
Trainingshandleiding
Het lopen is een zeer efficiënte vorm van conditietraining. Met
de loopband kunt u onafhankelijk van het weer een gecontrole-
erde en gedoseerde looptraining thuis uitvoeren. De loopband is
niet alleen geschikt voor joggen, maar ook voor gewoon lopen.
Voordat u begint met trainen, dient u onderstaande aanwijzin-
gen zorgvuldig door te lezen!
Planning en sturing van uw looptraining
De basis voor uw trainingsplanning is uw actuele lichamelijk
conditie. Met een belastingtest kan uw huisarts uw persoonlijke
conditie vaststellen, die als basis voor uw trainingsplanning
dient. Heeft u geen belastingtest gedaan, vermijd dan in elk
geval een hoge trainingsbelasting resp. overbelasting. Let op
onderstaande basisregel voor uw planning: duurtraining wordt
zowel via de belastingomvang als via het belastingniveau / -
intensiteit gestuurd.
Richtwaardes voor een duurtraining
Belastingintensiteit
De belastingintensiteit wordt bij een duurtraining bij voorkeur
via de hartslagfrequentie gecontroleerd.
Maximale polsslag: met een maximale belasting wordt het berei-
ken van een individuele maximale polsslag bedoeld. De maxi-
maal bereikbare polsslag is van de leeftijd afhankelijk. Hier
geldt de vuistregel: de maximale polsslag per minuut is gelijk
aan 220 slagen min de leeftijd.
NL
(65 % van Max. pols)
(75 % van Max. pols)