Trainingonderbreking of –einde
Bij minder dan 10 omwentelingen/min of indrukken van
“RECOVERY” herkent de computer een trainingsonderbreking.
De berekende trainingsgegevens worden weergegeven. Snel-
heid, vermogen, omwentelingen en polsslag worden als gemid-
delde waardes met het Ø-symbool getoond.
Met “plus” of “min” wisselt u naar de actuele weergave.
De trainingsgegevens worden 10 minuten getoond. Drukt u
gedurende deze tijd niet op een toets of traint u niet, schakelt
de computer naar de standby modus.
Hervatten van de training
Bij voortzetting van de training binnen de 10 minuten worden
de laatste waardes verder op- of teruggeteld.
Recovery – functie
Herstelpolsslagmeting
Bij trainingseinde “RECOVERY” indrukken.
De computer meet 60 seconden terugtellend uw polsslag.
Als u “RECOVERY” indrukt, wordt onder “RPM” de actuele pols-
slag opgeslagen; onder “SPEED” wordt de polsslagwaarde na
60 seconden opgeslagen. Onder “Power” wordt het verschil
van beide waardes getoond. Daaruit wordt een conditiecijfer
(voorbeeld F1.1) berekend. De weergave wordt na 20 secon-
den beëindigd.
“RECOVERY” of “RESET” onderbreekt de functie. Wordt aan het
begin of einde van de teruglopende tijd geen polsslag gemeten,
verschijnt er een foutmelding.
.
13
NL
SI
Overschrijding
Waarde / programmering % MAX
Maximale polsslag 80-210
✔
+1 +1 +1
UIT (Off)
Doelpolsslag
Vetverbranding
65%
of Fitness
75%
✔
+11 –11*
of Manueel
40-90%
Doelpolsslag 40-200 +11 –11*
*Opmerking: verschijnt alleen als de doelpolsslag 1x bereikt werd
}
Weergave bij polsslaggebeurtenissen
Bij onderschrijden van de ingevoerde trai-
ningspolsslag (-11 slagen) wordt het
sym-
bool
“LO” weergegeven.
Bij overschrijding (+11 slagen) wordt het
symbool
“HI” weergegeven.
Bij overschrijding van de maximale pols-
slag knippert de “HI”-pijl en het woord
“MAX” wordt weergeven.
Is bij individuele instellingen het “alarmsig-
naal bij overschrijding van de maximale
polsslag” geactiveerd (pagina 14) zijn
tevens geluiden hoorbaar.