58
Korte handleiding
Functiebereik
De zes toetsen worden hieronder kort uitgelegd.
Het precieze gebruik wordt in de afzonderlijke hoofdstuk-
ken uitgelegd. In deze beschrijvingen worden de namen
van de functietoetsen identiek gebruikt.
SET (kort indrukken)
Met deze functietoets worden de programmeringen
opgeroepen. De ingestelde gegevens worden over -
genomen.
SET (langer indrukken)
Wissen van het veld (Reset)
Uitzondering: bij de weergave van alle segmenten:
oproep ”individuele instellingen” met
weergave:
Reset +/-
Display (kort indrukken)
Met deze functietoets schakelt het actuele middelste
veld naar het volgende weergaveveld of schakelt de auto-
matische gegevenwisseling uit.
Display (langer indrukken)
Automatische gegevenswisseling
Weergave:
SCAN
Programm
Met deze functietoets worden de diverse programma’s
gekozen.
Nogmaals indrukken > volgende programma
Langer indrukken > programmadoorloop
Min – / plus + toetsen
Met deze functietoetsen worden voor de training in de di-
verse menu’s waardes gewijzigd en tijdens de training de
belasting gewijzigd.
• verder ”plus”
• of terug ”min”
• langer indrukken > snellere wisseling
• ”plus” en ”min” tegelijk indrukken:
• belasting springt op niveau 1
• programma’s springen op oorspronkelijk
• waardeprogrammering springt op uit (off)
RECOVERY
Met deze functietoets wordt de herstelpolsfunctie gestart.
Andere functies van de toetsen worden op de betreffende
plaatsen in de bedieningshandleiding uitgelegd.
Polsslagmeting
De polsslagmeting gebeurt via de meegeleverde borst -
gordel. Lees hiervoor a.u.b. de bijbehorende handleiding.
Opmerking:
G
G
G