38
NL
Trainings- en bedieningshandleiding
Onderbreken of beëindigen van de training
Bij minder dan 10 pedaalomwentelingen/minuut herkent
de elektronica een onderbreking van de training. Het ani-
matiewiel wordt leeg getoond. De bereikte trainingsgege-
vens worden getoond. Omwentelingen, snelheid en pols
worden als gemiddelde waarden met het Ø symbool ver-
meld.
• Door “DISP” te drukken start en stopt het wisselen van
het display.
De trainingsgegevens worden 4 minuten getoond.
Wanneer u tijdens deze periode geen toetsen drukt en
niet traint, schakelt de elektronica het trainingsapparaat
automatisch in de stand-by modus met vermelding van de
tijd.
Het onderbreken van de training wordt met een vertraging
van enkele seconden herkend.
Hervatten van de training
Wordt de training binnen 4 minuten weer hervat, worden
de vorige waarden verder- of afgeteld.
RECOVERY – functie
Polsmeting in de herstelfase
Na het einde van de training “RECOVERY” drukken.
De elektronica meet 60 seconden teruglopend uw pols.
Door de pols in het begin en op het einde te meten wordt
het fitnesscijfer (in het voorbeeld F 1.6) bepaald. Het dis-
play is 20 seconden actief.
“RECOVERY” onderbreekt de polsmeting in de herstelfase
of het tonen van het fitnesscijfer. Wordt in het begin of op
het einde van de teruglopende tijd geen pols gemeten,
wordt de foutmelding “Err” getoond.
Tonen laatste training (MEM) met totaal
aantal kilometers (ODO)
De laatste trainingswaarden worden automatisch opgesla-
gen bij een RESET of het uitschakelen van het display
(stand-by).
Tonen van de laatste trainingswaarden
• Minus – (kort drukken in tijddisplay)
Alle segmenten worden kort getoond.
De laatste trainingstijd wordt getoond.
• DISP drukken
Het display gaat naar de volgende waarde.
Afsluiten van de laatste trainingsgegevens
• Minus – drukken
Opmerking: