De aërobe zone wordt met de volgende formule berekend:
Aërobe zone = 180 min leeftijd +/- 10 slagen.
De Hi/Lo weergave wordt geactiveerd als voor het eerst de gewenste
polsslag wordt bereikt. Werd geen grenswaarde ingegeven dan is deze
functie gedeactiveerd.
5.6.4 Recovery
Nadat de toets “recovery” ingedrukt werd, wordt automatisch de herstel-
polsslagmeting gestart. De actuele polsslag wordt rechts onderin geto-
ond. In het hoofdveld begint een terugtellen van 0:60 naar 0;00. Alle
overige velden worden uitgeschakeld.
Weergave tijdens de recoveryfunctie.
Weergave van het conditiewaarderingscijfer.
Het conditiewaarderingscijfer wordt met onderstaande formule berekend:
10 x ( P1 — P2 )
2
Cijfer = 6 —
[]
P1
Er worden 2 polsslagwaardes berekend. Bij aanvang van de meting (P1)
en na 1 minuut (P2). Voor het uitrekenen van het conditiewaarderingscij-
fer moet van het volgende uitgegaan worden:
1. P1 is kleiner dan P2 (P1 – P2 is negatief)
Conditiewaarderingscijfer 6,0 wordt gegeven.
2. De waarde tussen de haakjes is groter dan 5,0
Conditiewaarderingscijfer 1,0 wordt gegeven.
3. P1 is groter dan P2 en de waarde tussen de haakjes ligt tussen 0 en 5,0.
De weergave van het conditiewaarderingscijfer gebeurt in het hoofdveld en
er komt een F voor. (bijv. F3,0; een decimaal). In het veld rechts onderin
wordt het berekende verschil tussen de begin en eind polsslag weergegeven.
Tonen van het conditiewaarderingscijfer
De weergave van het conditiewaarderingscijfer kan tijdens en na het te-
rugtellen door een druk op een willekeurige toets verlaten worden.
Als aan het einde van de meting geen signaal gevonden wordt (bij P2),
verschijnt er een knipperende “E” in het hoofdveld. Als bij het begin van
de meting geen signaal aanwezig is, wordt de meting niet gestart.
6 Training
6.1 Weergave tijdens de training
Tijdens de training worden de gegevens van de onderste velden in de
scan-modus (automatische gegevenswisseling) elk 5 seconden getoond in
het hoofdveld. De gegevens worden in de volgende volgorde getoond:
rpm > kilojoule > time > km > km/h > pulse > rpm > etc. (doorlopend).
Met het indrukken van de toets “set” wordt de weergave “ “gewist en
de gebruiker kan met de toetsen + en – een ander veld in het hoofdveld
kiezen. Dit veld blijft weergegeven tot met indrukken van de toetsen + of
– of met het drukken op “set” een ander veld gekozen wordt of de scan-
modus gereactiveerd wordt. De gegevens die in het middelste hoofdveld
getoond worden kunnen geïdentificeerd worden aan hand van het op-
gelicht woord boven het veld.
Bij aanvang van de training is altijd de scan-modus geactiveerd. Dit is
ook het geval als de training tijdelijk onderbroken wordt en vervolgens
weer gestart, onafhankelijk van eerdere instellingen.
6.2 Trainingsonderbreking / Trainingseinde
Het einde van de training wordt bereikt als niet meer getrapt wordt of als
de toets “recovery” gebruikt wordt. Als 4 minuten geen toets ingedrukt
wordt of niet getrapt wordt, schakelt de display automatisch uit en gaan
alle trainingsgegevens verloren.
7 Trainingsaanwijzingen
Deze hometrainer is speciaal voor de vrijetijds sporter ontwikkeld. Hij is
uitermate geschikt voor een hart- en bloedsomlooptraining.
17
De training dient methodisch als duurtraining opgebouwd te worden.
Daardoor worden voornamelijk veranderingen en aanpassingen van het
hart en bloedsomloopsysteem bereikt. Hiertoe behoren het dalen van de
rustpolsslag en de polsslag onder belasting.
Daardoor krijgt het hart meer tijd om de hartkamers van bloed te voorzi-
en en de hartspieren te doorbloeden (via de hartkransslagaders). Verder
neemt de diepte van de ademhaling en de hoeveelheid lucht die ingea-
demd kan worden toe. Verdere positieve veranderingen vinden plaats in
de stofwisseling. Om deze positieve veranderingen te bereiken, moet
men de training volgens bepaalde richtlijnen opbouwen.
De trainingsintensiteit
De trainingsintensiteit wordt bij de training met de hometrainer via de
trapfrequentie en via de trapweerstand geregeld. De trapweerstand
wordt door de sporter met de 10-traps schakeling bepaald. Er moet
steeds gelet worden dat,wat betreft de intensiteit, overbelasting en te
zware training vermeden worden. Verkeerde of te intensieve training kan
schadelijke gevolgen hebben voor de gezondheid.
Controleer daarom tijdens de training aan de hand van uw polsslag of u
uw trainings-intensiteit goed bepaald heeft. Als vuistregel voor een goe-
de polsslag geldt:
180 – leeftijd
Daaruit volgt, dat bijv. een persoon van 50 jaar zijn training zou moeten
uitvoeren met een polsslag van 130.
Trainingen met deze berekening als grondslag worden door talrijke er-
kende sportartsen aanbevolen. Daarom zou u uw trapfrequentie en trap-
weerstand bij de training zo aan moeten passen, dat u volgens deze vui-
stregel een optimale polsslag bereikt.
Deze aanbevelingen gelden echter alleen voor gezonde per-
sonen en niet voor mensen met hart- of bloedsomloopaan-
doeningen.
Omvang van de belasting.
Voor een beginner dient de belastingsomvang geleidelijke op te lopen.
De eerste trainingen dienen relatief kort te zijn en opgebouwd als inter-
valtraining.
Als werkzame training geven sportartsen volgende belastingsomvangen aan:
Een beginner wordt aanbevolen niet te trainen met een trainingsduur van
30 tot 60 minuten.
De training voor beginners kan in de eerste 4 weken als volgt opgebou-
wd worden:
Voor een persoonlijk overzicht kunt u de bereikte trainingswaarden in de
tabel invullen. Voor en na elke training dient u ca. 5 minuten oefeningen
te doen als warmup en als cooldown. Tussen twee trainingen dient u 1
dag niet te trainen als u later 3 x per week 20-30 minuten wenst te trai-
nen. Anders is er geen bezwaar tegen een dagelijkse training.
Trainingsfrequentie Trainingsduur
dagelijks 10 min
2-3 x per week 20-30 min
1-2 x per week 30-60 min
Trainingsfrequentie Omvang van een trainingseenheid
1. week
3 x per week 2 minuten fietsen
1 minuut onderbreking voor gymnastiek
2 minuten fietsen
1 minuut onderbreking voor gymnastiek
2 minuten fietsen
2. week
3 x per week 3 minuten fietsen
1 minuut onderbreking voor gymnastiek
3 minuten fietsen
1 minuut onderbreking voor gymnastiek
3 minuten fietsen
3. week
3 x per week 4 minuten fietsen
1 minuut onderbreking voor gymnastiek
4 minuten fietsen
1 minuut onderbreking voor gymnastiek
4 minuten fietsen
4. week
3 x per week 5 minuten fietsen
1 minuut onderbreking voor gymnastiek
5 minuten fietsen
1 minuut onderbreking voor gymnastiek
5 minuten fietsen