49
NL
edsomloopvermogen dan voorheen.
2. U houdt een bepaalde duurtraining met gelijk hart- en bloed-
somloopvermogen langer vol.
3. U herstelt na een bepaalde hart- en bloedsomloopvermogen
sneller dan voorheen.
Aanwijzingen voor polsslagmeting met handsensoren
De contractie van het hart wekt een lage spanning op en wordt
door de handsensoren gemeten en door de computer weergege-
ven.
• Pak de contactvlakken altijd met beide handen vast
• Vermijd rukkend vastpakken van de sensoren
• Houd de handen rustig en vermijd contracties en wrijven over
de sensoren.
Bijzondere trainingsaanwijzingen:
De bewegingsafloop van het lopen is iedereen bekend. Toch dient
u te letten op enkele punten bij het lopen:
• Altijd voor de training controleren of het apparaat stevig staat
en géén mankementen vertoond.
• Stijg altijd op of van het apparaat als de loopband volledig stil
staat en houd daarbij de handgrepen vast.
• Bevestig voor het starten van de loopband de kapel van de
bandstop-veiligheidssleutel aan uw kleding.
• Train met geschikte loopschoenen.
• Het lopen op een loopband onderscheidt zich van lopen op
een normale ondergrond. Daarom dient u zich met langzaam
lopen op de loopband voor te bereiden op een looptraining.
• Houd u tijdens de eerste trainingseenheden aan de handgrepen
vast om ongecontroleerde bewegingen, die een val tot gevolg
kunnen hebben, te vermijden. Dit geldt vooral voor de bedie-
ning van de computer tijdens de looptraining.
• Beginners dienen de hellingshoek van het loopvlak niet in een
te hoge positie te verstellen om overbelasting te vermijden.
• Loop indien mogelijk met een gelijkmatig ritme.
• Train uitsluitend in het midden van de loopband.