Prioriteit van de polsslagmeting:
De volgorde van de polsslagmeting is vastgelegd:
1. Borstgordel
2. Oorclip
3. Vaste handsensoren
4. Bewegende handsensoren
Dat wil zeggen dat de meting met de borstgordel altijd voorrang heeft, als een signaal gemeten
wordt.
De IPN fitnesstest en de polsslagprogramma’s zijn alleen met een borstgordel mogelijk. Ont-
breekt het borstgordelsignaal verschijnt er een melding op het display.
Functietoetsen
Deze 5 toetsen starten functies die in het display getoond worden.Hier: “” terug, standaard,
training, programmeringen en [i] info. De functies van de toetsen variëren in de menu’s.
Navigatietoetsen
De 4 navigatietoetsen maken het kiezen van menupunten mogelijk.
Programmeertoetsen Min - / Plus +
Met deze toetsen worden waardes gewijzigd, tijdens de training de belasting gewijzigd of pro-
fielen verschoven.
Aanwijzing:
• “Min” verlaagt de waarde of wijzigt de instelling
• “Plus” verhoogt de waarde of wijzigt de instelling
• “Plus” of “min” langer indrukken > snelle wisseling
• “Plus” of “min” samen indrukken:
Belasting springt op laagste vermogen
Programma’s springen op oorspronkelijk
Waardeprogrammeringen springen op uit (off)
In- en uitschakelen van het apparaat
Met de hoofdschakelaar bij de netaansluiting schakelt u het apparaat IN of UIT. Het inschake-
len tot aan een weergave op de display duurt ca. 30 seconden. In de UIT-positie verbruikt het
apparaat geen stroom. Met de ENTER toets kunt u de display starten, als het apparaat zich in
de standby modus bevindt.
Taal en landinstelling
Bij de eerste keer inschakelen wordt de taalinstelling getoond. Met de navigatietoetsen “om-
hoog” en “omlaag” kunt u de taal wijzigen. “ENTER” slaat de gekozen taal op. Onder instel-
lingen > eenheden > taal en eenheden kan de taal gewijzigd worden.
Trainings- en bedieningshandleiding
4
NL