606711
26
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/81
Next page
© B62-2350-10 (K,E,M2)
09 08 07 06 05 04 03 02 01
RICETRASMETTITORE 144 MHz FM
MANUALE DI ISTRUZIONI
144 MHz FM MOBILFUNKGERÄT
BEDIENUNGSANLEITUNG
144 MHz-FM-ZENDONTVANGER
GEBRUIKSAANWIJZING
TM-281A/ TM-281E
Informatie over het weggooien van elektrische en elektronische apparatuur en batterijen (particulieren)
Dit symbool geeft aan dat gebruikte elektrische, elektronische producten en batterijen niet bij het normale
huishoudelijke afval mogen.
Lever deze producten in bij de aangewezen inzamelingspunten, waar ze gratis worden geaccepteerd en op de
juiste manier worden verwerkt, teruggewonnen en hergebruikt. Voor inleveradressen zie www.nvmp.nl, www.
ictmilieu.nl, www.stibat.nl. Wanneer u dit product op de juiste manier als afval inlevert, spaart u waardevolle
hulpbronnen en voorkomt u potentiële negatieve gevolgen voor de volksgezondheid en het milieu, die anders
kunnen ontstaan door een onjuiste verwerking van afval.
Opgelet: Het teken "Pb" onder het teken van de batterijen geeft aan dat deze batterij lood bevat.
GEBRUIKSAANWIJZING
144 MHz-FM-ZENDONTVANGER
TM-281A
144 MHz-FM-ZENDONTVANGER
TM-281E
NEDERLANDS
KENNISGEVING
Deze apparatuur voldoet aan de vereisten van Richtlijn 1999/5/EG.
Het gebruik van het waarschuwings-symbool
betekent dat dit apparaat in bepaalde landen aan gebruiksbe-perkingen
onderhevig is.
Voor deze apparatuur is een licentie nodig en is bedoeld voor gebruik in onderstaande landen.
AT BE DK FI FR DE GR IS
IE IT LI LU NL NO PT ES
SE CH GB CY CZ EE HU LV
LT MT PL SK SI BG RO
ISO3166
HARTELIJK DANK!
Hartelijk dank voor de aanschaf van deze Kenwood transceiver.
Kenwood brengt voortdurend producten voor radioamateurs op
de markt die door serieuze hobbyisten verrassend en opwindend
gevonden worden. Deze transceiver is daarop geen uitzondering!
Terwijl u leert deze transceiver te bedienen, zal het u duidelijk
worden dat bij Kenwood “gebruikersvriendelijkheid” prioriteit
heeft. Bijvoorbeeld, iedere keer als u het Menunummer verandert
in de Menufunctie, ziet u een tekstbericht op het display dat
aangeeft wat u gaat instellen.
Ondanks zijn gebruikersvriendelijkheid, is deze transceiver
technisch zeer geavanceerd en kunnen bepaalde functies nieuw
voor u zijn. Beschouw deze gebruiksaanwijzing als persoonlijk
onderricht van de ontwikkelaars. Laat deze gebruiksaanwijzing u
eerst leiden door het leerproces, en in de komende jaren dienen
als naslagwerk.
MODELLEN BESCHREVEN IN DEZE GEBRUIKSAANWIJZING
De onderstaande modellen worden in deze gebruiksaanwijzing
beschreven:
TM-281A: 144 MHz FM Zendontvanger
TM-281E: 144 MHz FM Zendontvanger
MARKTCODES
K: Noord-, Midden- en Zuid-Amerika
E: Europa
Mn: Algemeen
(Hierin staat “n” voor een variabel nummer.)
De marktcode staat op het streepjescode-etiket op de kartonnen
doos.
Lees de technische gegevens {pagina’s 71 en 72} voor informatie
over de beschikbare zend-/ontvangstfrequenties voor ieder
model. Kijk op pagina 1 voor de accessoires die bij het model
worden geleverd.
EIGENSCHAPPEN
De Weeralarmfunctie controleert op de weeralarmtoon van
1050 Hz van NOAA (alleen VS en Canada).
Eenvoudig instellen en kiezen van de diverse functies op het
menu.
Maximaal 200 geheugenplaatsen voor het programmeren van
frequenties en diverse andere gegevens. (Maximaal 100
geheugenplaatsen als Geheugenplaatsnamen worden
toegewezen aan de geheugenplaatsen.)
Continu Toon-Code Squelch-Systeem (CTCSS) of Digitale
Code Squelch (DCS) weigert ongewenste oproepen vanaf
andere stations.
Uitgerust met een gemakkelijk af te lezen, groot display
waarop alfanumerieke tekens kunnen worden afgebeeld.
Gratis computersoftware (geheugenbeheerprogramma) is
verkrijgbaar om de frequentie, signalering en andere
instellingen van de transceiver te programmeren. Het
geheugenbeheerprogramma kan worden gedownload vanaf:
http://www.kenwood.com/i/products/info/amateur/
software_download.html
N-i
VOORZORGSMAATREGELEN
Gelieve de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht te
nemen om brand, persoonlijk letsel en/of beschadiging van de
transceiver te voorkomen.
Probeer nooit de transceiver tijdens het rijden te
configureren. Dit is gewoonweg te gevaarlijk!
Stel u op de hoogte van de plaatselijke regelgeving met
betrekking tot het gebruik van hoofdtelefoons (met of
zonder microfoon) tijdens het rijden op de openbare weg.
Indien u twijfelt, gebruikt u de hoofdtelefoon niet.
Zend niet op hoog vermogen gedurende een lange tijd.
Hierdoor kan de transceiver te warm worden.
Breng geen veranderingen aan in de transceiver, behalve
indien deze gebruiksaanwijzing of andere Kenwood-
documentatie u hiertoe opdracht geeft.
Stel de transceiver niet langdurig bloot aan direct zonlicht,
en plaats deze niet in de buurt van verwarmings-
apparatuur.
Zet de transceiver niet op bijzonder stoffige, numid or wet
plaatsen, or op een onstabiele ondergrond.
Als uit de transceiver een abnormale geur of rook wordt
waargenomen, zet u deze onmiddellijk UIT. Neem contact
op met een servicecentrum van Kenwood of met uw
dealer.
Deze transceiver is ontworpen voor een voeding van
13,8 V. Gebruik nooit een 24 V accu om de accu van
stroom te voorzien.
N-ii
INHOUDSOPGAVE
FREQUENTIE INSTELLEN............................................... 15
VFO-F
UNCTIE ................................................................ 15
MH
Z-FUNCTIE ................................................................ 16
F
REQUENTIE RECHTSTREEKS INVOEREN ................................ 16
CHAPTER 5 MENUFUNCTIES GEBRUIKEN
WAT IS EEN MENU? ........................................................ 18
TOEGANG TOT HET MENU............................................. 18
LIJST VAN MENUFUNCTIES ........................................... 19
CHAPTER 6 GEBRUIK MET BEHULP VAN REPEATERS
WERKWIJZE VOOR HET PROGRAMMEREN
VAN EEN OFFSET ........................................................... 22
OFFSET PROGRAMMEREN............................................ 23
O
FFSET-RICHTING KIEZEN ................................................. 23
O
FFSET-FREQUENTIE KIEZEN ............................................. 23
T
OONFUNCTIE INSCHAKELEN ............................................... 24
T
OONFREQUENTIE KIEZEN .................................................. 24
AUTOMATISCHE REPEATER-OFFSET ........................... 25
TOON VAN 1750 Hz ZENDEN .......................................... 25
OMKEERFUNCTIE ........................................................... 26
AUTOMATISCHE SIMPLEXCONTROLE (ASC) ............... 26
TOONFREQUENTIE-IDENTIFICATIESCANNEN ............. 27
CHAPTER 7 GEHEUGENPLAATSEN
AANTAL GEHEUGENPLAATSEN ..................................... 28
SIMPLEX + REPEATER OF NIET-STANDAARD
GEHEUGENPLAATS? ...................................................... 28
SIMPLEXFREQUENTIES OF STANDAARD-
REPEATERFREQUENTIES OPSLAAN ............................ 29
NIET-STANDAARD REPEATERFREQUENTIES
OPSLAAN ......................................................................... 30
BIJGELEVERDE ACCESSOIRES....................................... 1
NOTATIECONVENTIES GEBRUIKT IN DEZE
GEBRUIKSAANWIJZING ................................................... 1
CHAPTER 1 VOORBEREIDINGEN
MOBIELE OPSTELLING ..................................................... 2
GELIJKSTROOMKABEL AANSLUITEN .............................. 3
B
IJ GEBRUIK ALS MOBIEL STATION ........................................ 3
B
IJ GEBRUIK ALS VAST STATION ........................................... 4
Z
EKERINGEN VERVANGEN .................................................... 5
ANTENNE AANSLUITEN .................................................... 5
ACCESSOIRES AANSLUITEN ........................................... 6
E
XTERNE LUIDSPREKERS ..................................................... 6
M
ICROFOON ...................................................................... 6
C
OMPUTER AANSLUITEN ...................................................... 7
CHAPTER 2 UW EERSTE QSO
CHAPTER 3 EERSTE KENNISMAKING
VOORPANEEL ................................................................... 9
DISPLAY ........................................................................... 10
ACHTERPANEEL ............................................................. 12
MICROFOON ................................................................... 12
R
ECHTSTREEKS INVOEREN MET DE BEDIENINGSTOETSEN OP DE
MICROFOON .................................................................... 13
CHAPTER 4 BASISBEDIENING
TRANSCEIVER AAN/UIT ZETTEN ................................... 14
VOLUME INSTELLEN ...................................................... 14
SQUELCH INSTELLEN .................................................... 14
ZENDEN ........................................................................... 15
U
ITGANGSVERMOGEN KIEZEN ............................................. 15
N-iii
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
SCAN-HERVATTINGSMETHODE .................................... 45
CHAPTER 9 SELECTIEVE OPROEP
CTCSS EN DCS ............................................................... 46
CTCSS ............................................................................. 46
CTCSS-F
REQUENTIE INSTELLEN ........................................ 47
CTCSS-F
REQUENTIE-IDENTIFICATIESCANNEN ........................ 47
DCS .................................................................................. 48
DCS-CODE INSTELLEN ..................................................... 48
DCS-C
ODE-IDENTIFICATIESCANNEN ..................................... 49
CHAPTER 10 DTMF-FUNCTIES (DUAL TONE MULTI-
FREQUENCY)
HANDMATIG KIEZEN ....................................................... 50
DTMF-M
ONITOR ............................................................ 50
DTMF-TX-V
AST ............................................................ 51
AUTOMATISCH KIEZEN .................................................. 51
DTMF-N
UMMER IN HET GEHEUGEN OPSLAAN ....................... 51
O
PGESLAGEN DTMF-NUMMERS CONTROLEREN .................... 52
O
PGESLAGEN DTMF-NUMMER ZENDEN .............................. 52
Z
ENDSNELHEID VAN DE DTMF-TONEN INSTELLEN .................. 52
P
AUZEDUUR INSTELLEN ..................................................... 53
DTMF-VEGRENDELING .................................................. 53
CHAPTER 11 EXTRA FUNCTIES
APO (AUTOMATISCHE UITSCHAKELFUNCTIE) ............. 54
KLOKVERSCHUIVING ..................................................... 54
S-METER SQUELCH........................................................ 54
S
QUELCH-VERTRAGINGSTIJD .............................................. 55
PIEPTOON ....................................................................... 55
KANAAL-BEZET-BLOKKERING ....................................... 56
GEHEUGENPLAATS OPROEPEN ................................... 30
B
EHULP VAN DE AFSTEMKNOP ............................................. 30
B
EDIENINGSTOETSEN OP DE MICROFOON GEBRUIKEN .............. 31
GEHEUGENPLAATS WISSEN ......................................... 31
GEHEUGENPLAATS EEN NAAM GEVEN ....................... 32
GEGEVENS UIT EEN GEHEUGENPLAATS KOPIËREN .... 33
K
OPIËREN VANUIT HET GEHEUGEN NAAR DE VFO ................... 33
K
OPIËREN VANUIT EEN GEHEUGENPLAATS NAAR EEN ANDERE
GEHEUGENPLAATS ............................................................ 33
OPROEPKANAAL ............................................................ 35
O
PROEPKANAAL OPROEPEN ............................................... 35
O
PROEPKANAAL PROGRAMMEREN ........................................ 35
WEERALARM (A
LLEEN MODELLEN VOOR DE K-MARKT) ........... 36
W
EERRADIOFREQUENTIE PROGRAMMEREN ............................. 36
W
EERALARM INSCHAKELEN ................................................ 36
GEHEUGENPLAATSWEERGAVE .................................... 37
CHAPTER 8 SCANNEN
NORMAAL SCANNEN ...................................................... 40
BAND-SCANNEN .............................................................. 40
P
ROGRAMMA-SCANNEN ..................................................... 40
MH
Z-SCANNEN ............................................................... 41
GEHEUGENPLAATSEN-SCANNEN ................................. 42
A
LLE-GEHEUGENPLAATSEN-SCANNEN ................................... 42
G
ROEP-SCANNEN ............................................................ 42
OPROEPKANAAL-SCANNEN .......................................... 43
PRIORITEITSKANAAL-SCANNEN ................................... 43
P
RIORITEITSKANAAL PROGRAMMEREN ................................... 43
P
RIORITEITSKANAAL-SCANNEN GEBRUIKEN ............................ 44
GEHEUGENPLAATSVERGRENDELING ......................... 44
N-iv
FREQUENTIESTAPGROOTTE ........................................ 56
ACHTERVERLICHTING VAN HET DISPLAY .................... 57
PERMANENTE ACHTERVERLICHTING ...................................... 57
A
UTOMATISCHE ACHTERVERLICHTING .................................... 57
TOETSVERGRENDELING ............................................... 58
TUNING-GEBRUIKEN ...................................................... 58
PROGRAMMEERBARE FUNCTIETOETSEN (PF)
VAN DE MICROFOON
(A
LLEEN MODELLEN MET BEDIENINGSTOETSEN ) .......................... 59
SMALBAND-FM ................................................................ 60
WELKOMSTBERICHT ...................................................... 60
PROGRAMMEERBARE VFO ........................................... 61
TIME-OUT-TIMER ............................................................ 62
CHAPTER 12 BEDIENING VANAF DE MICROFOON
MICROFOONVERGRENDELING ..................................... 64
CHAPTER 13 LOS VERKRIJGBARE ACCESSOIRES
CHAPTER 14 PROBLEMEN OPLOSSEN
ONDERHOUD .................................................................. 66
A
LGEMENE INFORMATIE ..................................................... 66
R
EPARATIE ..................................................................... 66
V
ERZOEK TOT REPARATIE .................................................. 66
S
CHOONMAKEN ............................................................... 67
TERUGSTELLEN OP DE STANDAARDINSTELLINGEN ... 67
STANDAARDINSTELLINGEN .................................................. 67
V
OLLEDIG TERUGSTELLEN .................................................. 67
VFO T
ERUGSTELLEN ....................................................... 68
PROBLEMEN OPLOSSEN ............................................... 69
TECHNISCHE GEGEVENS
INDEX
N-1
BIJGELEVERDE ACCESSOIRES
Nadat u de transceiver voorzichtig hebt uitgepakt, controleert u
aan de hand van onderstaande tabel of alle items aanwezig zijn.
Wij adviseren u de doos en het verpakkingsmateriaal te bewaren
voor toekomstig transport.
De marktcode (K, E, M2) staat op het etiket op de doos.
eriosseccA latnaA
nooforciM
tkram-2M
)03-CMK(
1
tkram-Ene-K
)ciMFMTD(
)gnirekezdalB(lebak-moortskjileG1
)gnirekezdalB(gnirekeZ1
nuetssgnigitseveB1
tesneveorhcS1
kaahnooforciM1
)tkram-Ene-Kneella(traakeitnaraG1
gnizjiwnaaskiurbeG1
)tkram-Eneella(gnizjiwnaaskiurbeG2
NOTATIECONVENTIES GEBRUIKT IN DEZE
GEBRUIKSAANWIJZING
De onderstaande notatieconventies worden gebruikt om de
instructies te vereenvoudigen en onnodige herhalingen te
voorkomen.
eitcurtsnI gnilednaH
pokurD ]STEOT[ .pokurD STEOT .solezedtaalne
pokurD
)s1(]STEOT[ .
pokurD STEOT ezedduohne
.tkurdegniregnalfoednoces1
pokurD ]1STEOT[ ,
]2STEOT[ .
potrokkurD 1STEOT taal, 1STEOT ,sol
poanraadkurd 2STEOT .solezedtaalne
pokurD +]1STEOT[
]2STEOT[ .
duoH 1STEOT anraadkurd,tkurdegni
po 2STEOT reemeitcurtsniednislA.
uduoh,dmeonegnedrownesteot2nad
tkurdegnisteoteredeisneglovneerethca
tbehsteotetstaaledpoutadtot
.tkurdeg
pokurD
][+]STEOT[ .
,taatsTIUreviecsnartedljiwret,duoH
STEOT sneglovrevteznetkurdegni
poroodNAAreviecsnarted ][
.nekkurdet)tiu/naa(
N-2
1
VOORBEREIDINGEN
MOBIELE OPSTELLING
Monteer de transceiver op een veilige en handige plaats in het
voertuig, met minimaal gevaar voor bestuurder en passagiers
terwijl het voertuig rijdt. Kies de opstellingsplaats voor de
transceiver zodanig dat bij plotseling remmen de knieën en benen
van de inzittenden er niet tegen kunnen komen. Probeer ook een
goed geventileerde plaats uit te kiezen die niet blootstaat aan
direct zonlicht.
1 Monteer de bevestigingssteun in het voertuig met behulp van
de bijgeleverde zelftappende schroeven (4 stuks), platte
ringen (4 stuks), en veerringen (4 stuks).
De bevestigingssteun moet zodanig worden gemonteerd dat
de 3 schroefgaten op de zijkant van de bevestigingssteun,
aan de achterkant zitten.
Zelftappende schroeven
(5 mm x 16 mm)
Platte ring
Veerring
2 Plaats de transceiver in de bevestigingssteun, breng de
bijgeleverde zeskantige SEMS-schroeven (4 stuks) en platte
ringen (4 stuks) aan, en draai de schroeven vast.
Controleer nogmaals dat alle bevestigingsmiddelen goed
vastgezet zijn om te voorkomen dat de bevestigingssteun of
de transceiver door de trillingen van het voertuig losraken.
Bepaal de gewenste opstellingshoek van de transceiver met
behulp van de 3 schroefgaten op de zijkant van de
bevestigingssteun.
SEMS-
schroef
N-3
1
Zekeringhouder
GELIJKSTROOMKABEL AANSLUITEN
Plaats de voedingskabel zo dicht mogelijk bij de transceiver.
BIJ GEBRUIK ALS MOBIEL STATION
De accu van het voertuig moet een nominale spanning van 12 V
hebben. U mag de transceiver nooit aansluiten op een accu van
24 V. Zorg ervoor dat de accu van 12 V voldoende stroom-
capaciteit heeft. Als onvoldoende stroom beschikbaar is voor de
transceiver, kan het display tijdens het zenden donker worden of
kan het zendvermogen sterk dalen.
1 Geleid de bijgeleverde gelijkstroomkabel van de transceiver
rechtstreeks via de kortste route naar de accupolen van het
voertuig.
Als u een ruisfilter gebruikt, moet dit in isolatiemiddel worden
gemonteerd om te voorkomen dat deze het metaal van het
voertuig raakt.
Wij adviseren u niet de sigarettenaanstekeraansluiting te
gebruiken omdat sommige sigarettenaanstekeraansluitingen
een onacceptabele spanningsval veroorzaken.
De gelijkstroomkabel moet over de volledige lengte worden
omwikkeld ter bescherming tegen hitte, vocht en het
secundaire (hoogspannings-) ontstekingscircuit/-kabels van
de voertuigmotor.
2 Nadat de gelijkstroomkabel op zijn plaats ligt, omwikkelt u de
zekeringhouder met hittebestendige tape om deze tegen
vocht te beschermen, en zet u de gelijkstroomkabel over de
volledige lengte vast met behulp van kabelriempjes.
3 Om het risico van kortsluiting te voorkomen, koppelt u de
andere kabels los van de negatieve (–) accupool, alvorens de
transceiver aan te sluiten.
4 Controleer de juiste polariteit van de aansluitingen en sluit de
gelijkstroomkabel aan op de accupolen, waarbij de rode draad
moet worden aangesloten op de positieve (+) accupool en de
zwarte draad op de negatieve (–) accupool.
Gebruik de hele lengte van de gelijkstroomkabel en snij niet
eventuele overtollige lengte eraf. Met name mag u nooit de
zekeringhouders van de kabel afhalen.
5 Sluit eventueel losgekoppelde andere kabels weer aan op de
negatieve (–) accupool.
6 Sluit de stekker aan het andere uiteinde van de gelijkstroom-
kabel aan op de stekker van de voedingskabel van de
transceiver.
Druk beide stekkers stevig in elkaar totdat het vergrendelnokje
vastklikt.
Rood
Zwart
Zekeringhouder
N-4
1
Zekeringhouder
BIJ GEBRUIK ALS VAST STATION
Om de transceiver te gebruiken als een vast station, heeft u een
afzonderlijke gelijkstroomvoeding van 13,8 V nodig (niet
bijgeleverd). De aanbevolen stroomcapaciteit voor de voeding is
12 A.
1 Sluit de gelijkstroomkabel aan op de gestabiliseerde
gelijkstroomvoedingseenheid en let daarbij op de juiste
polariteit (Rood is positief, Zwart is negatief).
Sluit de transceiver niet rechtstreeks aan op een stopcontact.
Gebruik de bijgeleverde gelijkstroomkabel om de transceiver
aan te sluiten op een gestabiliseerde gelijkstroomvoedings-
eenheid.
Vervang de kabel niet door draden met een geringere
diameter.
2 Sluit de stekker aan het andere uiteinde van de gelijkstroom-
kabel aan op de stekker van de voedingskabel van de
transceiver.
Druk beide stekkers stevig in elkaar totdat het vergrendelnokje
vastklikt.
Opmerkingen:
Om het volledige prestatievermogen van uw transceiver te
benutten, adviseren wij u de optionele voedingseenheid PS-60
(22,5 A, 25% werkcyclus) te gebruiken.
Alvorens de gelijkstroomvoedingseenheid op de transceiver aan te
sluiten, controleert u dat zowel de transceiver als de gelijkstroom-
voedingseenheid UIT geschakeld zijn.
Steek de stekker van de gelijkstroomvoedingseenheid niet in het
stopcontact voordat alle aansluitingen gemaakt zijn.
Gestabiliseerde
gelijkstroomvoedingseenheid
Zekeringhouder
Rood (+)
Zwart (–)
Naar stopcontact
N-5
1
ZEKERINGEN VERVANGEN
Als de zekering doorbrandt, dient u eerst de oorzaak te
achterhalen en te verhelpen. Nadat het probleem is verholpen,
vervangt u de zekering. Als net geplaatste zekeringen steeds
weer doorbranden, koppelt u de gelijkstroomkabel los en neemt u
contact op met uw erkende Kenwood-dealer of een erkend
Kenwood-servicecentrum voor hulp.
gnirekeZednaveitacoL gnirekeZednavetkretsmoortS
reviecsnarTA51
:eriosseccadrevelegjiB
lebakmoortskjileG
A02
Gebruik uitsluitend zekeringen van het aangegeven type en de
aangegeven sterkte, omdat anders de transceiver kan worden
beschadigd.
Opmerking: Als u de transceiver gedurende een lange tijd gebruikt
terwijl de accu van het voertuig niet volledig is opgeladen of de motor
uit staat, kan de accu ontladen raken en onvoldoende lading hebben
om de motor te starten. Vermijd gebruik van de transceiver onder
dergelijke omstandigheden.
ANTENNE AANSLUITEN
Voordat u de transceiver gebruikt, sluit u eerst een efficiënte,
goed afgestemde antenne aan. De prestaties van uw transceiver
zijn sterk afhankelijk van het type antenne en de juiste aansluiting
ervan. De transceiver kan uitstekende prestaties leveren als
zorgvuldig aandacht wordt besteed aan het antennesysteem en
de installatie ervan.
Gebruik een antenne met een impedantie van 50 Ω en een
coaxiale voedingskabel met gering verlies en een karakteristieke
impedantie van 50 Ω, overeenkomstig de ingangsimpedantie van
de transceiver. Als u de antenne aansluit op de transceiver via
voedingskabels met een impedantie groter dan 50 Ω, wordt de
efficiëntie van het antennesysteem verlaagd en kan interferentie
worden veroorzaakt bij televisieontvangers, radio-ontvangers en
andere elektronische apparatuur in de buurt.
Opmerking: De modellen voor de E-markt maken gebruik van een
N-type antenneaansluiting, terwijl andere modellen een M-type
(SO-239) aansluiting hebben.
Als u begint met zenden zonder eerst een antenne of andere
passende belasting aan te sluiten, kan de transceiver worden
beschadigd. Sluit altijd de antenne aan op de transceiver,
alvorens te zenden.
Alle vaste stations dienen te zijn uitgerust met een bliksemafleider
om het gevaar van brandt, elektrische schokken en beschadiging
van de transceiver te verlagen.
Stekker van steekleiding
Antenneaansluiting
Naar antenne
N-6
1
ACCESSOIRES AANSLUITEN
EXTERNE LUIDSPREKERS
Als u van plan bent een externe luidspreker te gebruiken, dient u
een luidspreker te kiezen met een impedantie van 8 Ω. In de
aansluiting voor een externe luidspreker past een (tweeader-
geleider-) monostekker van 3,5 mm. Wij adviseren u de SP-50B
te gebruiken.
MICROFOON
Voor spraakcommunicatie, dient u een microfoon van 600 Ω met
een modulaire stekker met 8 pennen aan te sluiten op de
modulaire aansluiting op de voorkant van het hoofdapparaat.
Druk de stekker stevig in de aansluiting totdat het
vergrendelnokje vastklikt.
Bevestig de bijgeleverde microfoonhaak op een handige plaats
met behulp van de bijgeleverde schroeven.
Microfoonhaak
Scroef van
microfoonhaak
(3 mm x 10 mm)
N-7
1
COMPUTER AANSLUITEN
Om de optionele software MCP-1A te kunnen gebruiken, moet u
eerst de transceiver aansluiten op uw computer met behulp van
een optionele programmeerkabel (via de microfoonaansluiting).
De gratis software MCP-1A wordt beschikbaar gesteld door
Kenwood en kan worden gedownload vanaf het volgende adres:
http://www.kenwood.com/i/products/info/amateur/
software_download.html
Opmerking: Vraag uw dealer naar de aanschaf van een
Programmeerkabel.
N-13
3
rr
rr
r CALL/A-toets
Deze toets is identiek aan de CALL-toets op het voorpaneel.
Deze toets kan indien gewenst opnieuw worden
geprogrammeerd {pagina 59}. Houd [PTT] op de microfoon
ingedrukt en druk vervolgens op [CALL/A] om A te zenden.
tt
tt
t VFO/B-toets
Deze toets is identiek aan de VFO-toets op het voorpaneel. Deze
toets kan indien gewenst opnieuw worden geprogrammeerd
{pagina 59}. Houd [PTT] op de microfoon ingedrukt en druk
vervolgens op [VFO/B] om B te zenden.
yy
yy
y MR/C-toets
Deze toets is identiek aan de MR-toets op het voorpaneel.
Deze toets kan indien gewenst opnieuw worden
geprogrammeerd {pagina 59}. Houd [PTT] op de microfoon
ingedrukt en druk vervolgens op [MR/C] om C te zenden.
uu
uu
u PF/D-toets
De standaardfunctie van deze toets is de 1 MHz-stap. Deze
toets kan indien gewenst opnieuw worden geprogrammeerd
{pagina 59}. Houd [PTT] op de microfoon ingedrukt en druk
vervolgens op [PF/D] om D te zenden.
ii
ii
i DTMF-toetsen
Deze 16 DTMF-toetsen worden gebruikt voor de DTMF-
functies {pagina 50}, of om rechtstreeks een zend-/
ontvangstfrequentie {pagina 16} of een geheugenplaats-
nummer {pagina 30} in te voeren. Deze toetsen kunnen
ook worden gebruikt om een Geheugenplaatsnaam,
Welkomstbericht of andere tekenreeks {pagina 63} in te
voeren.
RECHTSTREEKS INVOEREN MET DE BEDIENINGSTOETSEN OP DE MICROFOON
De bedieningstoetsen op de microfoon (alleen modellen met
bedieningstoetsen) maken het mogelijk diverse gegevens in te
voeren, afhankelijk van in welke functie de transceiver staat.
In de VFO- of Geheugenoproep-functie kunt u de bedienings-
toetsen op de microfoon gebruiken om een frequentie {pagina 16}
of een Geheugenplaats {pagina 30} te kiezen. Druk eerst op de
programmeerbare functietoets op de microfoon die is toegewezen
aan de ENTER (Invoeren)-functie {pagina 59}.
Om handmatig een DTMF-nummer te zenden, houdt u [PTT] op
de microfoon ingedrukt en drukt u vervolgens op de bedienings-
toetsen op de microfoon {pagina 50} in volgorde.
U kunt de bedieningstoetsen op de microfoon ook gebruiken
om een Geheugenplaatsnaam, Welkomstbericht of andere
tekenreeks {pagina 63} in te voeren.
N-14
4
BASISBEDIENING
TRANSCEIVER AAN/UIT ZETTEN
1 Druk op [ ] (aan/uit) om de transceiver AAN te zetten.
Een hoogtonige dubbele pieptoon klinkt en het Welkomst-
bericht {pagina 60} wordt kort afgebeeld, gevolgd door de
frequentie en andere indicators.
2 Om de transceiver UIT te zetten drukt u op [ ] (aan/uit) (1s).
Wanneer u de transceiver UIT zet, klinkt een laagtonige
dubbele pieptoon.
De transceiver slaat de huidige frequentie en instellingen op
wanneer hij wordt UIT gezet en roept de opgeslagen
frequentie en instellingen automatisch op wanneer u de
transceiver weer AAN zet.
VOLUME INSTELLEN
Draai de Volumeknop rechtsom om het geluidsniveau te
verhogen en linksom om het geluidsniveau te verlagen.
Als u geen signaal ontvangt, drukt u op de programmeerbare
functietoets op de microfoon die is toegewezen aan de MONI
(Monitoren)-functie {pagina 59}, en vervolgens stelt u de
Volumeknop in op een comfortabel geluidsniveau. Druk
nogmaals op de MONI-toets om de Monitorfunctie te annuleren.
SQUELCH INSTELLEN
Het doel van de squelch is de het geluid uit de luidspreker te
onderbreken wanneer geen signalen worden ontvangen. Als de
squelch goed is ingesteld, hoort u alleen geluid wanneer u
daadwerkelijk signalen ontvangt. Hoe hoger het ingestelde
squelchniveau, hoe sterker het signaal moet te zijn om het nog te
kunnen ontvangen.
Het meest toepasselijke squelchniveau hangt af van de RF-ruis in
de omgeving.
1 Druk op [F], [REV].
Het huidig ingestelde squelchniveau wordt afgebeeld.
2 Draai de Afstemknop om het squelchniveau in te stellen.
Stel een squelchniveau in waarbij de achtergrondruis net niet
meer hoorbaar is terwijl geen signaal wordt ontvangen.
Hoe hoger het ingestelde squelchniveau, hoe sterker het
signaal moet te zijn om het nog te kunnen ontvangen.
U kunt het squelchniveau kiezen uit 10 verschillende niveaus.
(0: Minimum t/m 9: Maximum; 1 is het standaardniveau.)
3 Druk op een willekeurige toets, behalve op [ ] (aan/uit) om
het nieuwe squelchniveau op te slaan en de squelchinstelling
te verlaten.
N-15
4
ZENDEN
1 Bij het zenden houdt u de microfoon ongeveer 5 cm van uw
mond, vervolgens houdt u [PTT] op de microfoon ingedrukt
en spreekt u in uw normale stem in de microfoon.
•“ ” en de RF-vermogenmeter worden afgebeeld. De
RF-vermogenmeter geeft het relatieve zendvermogen aan
(
).
Als u op [PTT] op de microfoon drukt terwijl u zich buiten het
zendbereik bevindt, klinkt een hoogtonig fouttoon.
2 Nadat u klaar bent met spreken, laat u [PTT] op de microfoon
los.
Opmerking: Als u ononderbroken zendt gedurende langer dan de
tijdsduur ingesteld bij Menunummer 21 (de standaardinstelling is
10 minuten) {pagina 62}, laat de ingebouwde Time-out-timer een
waarschuwingstoon klinken en stopt de transceiver met zenden. Laat
in dat geval [PTT] op de microfoon los en laat de transceiver enige tijd
afkoelen. Vervolgens drukt u weer op [PTT] op de microfoon om
verder te gaan met zenden.
UITGANGSVERMOGEN KIEZEN
U kunt het uitgangsvermogen voor zenden kiezen uit meerdere
niveaus.
1 Druk op [F], [MENU] en draai de Afstemknop om
Menunummer 6 (TXP) te kiezen.
2 Druk op [MENU] en draai de Afstemknop om “H” (hoog
vermogen, de standaardinstelling) of “L” (laag vermogen) te
kiezen.
3 Druk op [MENU] om de instelling op te slaan of op een
willekeurige andere toets om de instelling te annuleren.
4 Druk op een willekeurige toets, behalve op [MENU], om de
Menufunctie te verlaten.
Zend niet op hoog vermogen gedurende een lange tijd. De
transceiver kan dan te heet worden waardoor een storing optreedt.
Ononderbroken zenden leidt tot oververhitting van het warmtege-
leider. Raak de warmtegeleider nooit aan wanneer deze heet kan
zijn.
Opmerking: Als de transceiver oververhit raakt als gevolg van de
omgevingstemperatuur of ononderbroken zenden, kan de beveiligings-
schakeling in werking treden om het zendvermogen te verlagen.
FREQUENTIE INSTELLEN
VFO-FUNCTIE
Dit is de standaardfunctie voor het instellen van de zend-/ontvangst-
frequentie. Als u de VFO-functie wilt oproepen, drukt u op [VFO].
Draai de Afstemknop rechtsom om de frequentie te verhogen en
linksom om de frequentie te verlagen, of druk op [UP]/[DWN] op
de microfoon.
Houd [UP]/[DWN] op de microfoon ingedrukt om de frequentie
continu te verhogen/verlagen.
N-19
5
LIJST VAN MENUFUNCTIES
tehpO
yalpsiD
-uneM
remmun
eitcnuF negnilletsnIekjilegoM gnilletsnI-draadnatS .zlbeiZ
PTS1 ettoorgpatseitneuqerF zHk001/05/03/52/02/51/5,21/01/52,6/5/5,2
treeiraV
)anigapeitnerefereiz(
65
T2 eitneuqerfnooTzH1,452m/t0,765,8842
TC3
eitneuqerf-SSCTCzH1,452m/t0,765,8874
SCD4edoc-SCD457m/t32032084
TFS5 gnithcirsgniviuhcsreV–/+/FFOFFO32
PXT6
negomrevdneZgaaL/gooHgooH51
OFV.P7 OFVerabreemmargorPzHM371m/t631zHM371m/t63116
QSS8 hcleuqsretem-SFFO/NOFFO45
HQS9
djitsgnigartrev-hcleuqSsm005/052/521/FFOFFO55
TESFFO01eitneuqerf-tesffo-retaepeRzHM59,96m/t0zHk00632
ORA11tesffO-retaepeRehcsitamotuAFFO/NO
treeiraV
)anigapeitnerefereiz(
52
IRP21nennacS-laanakstietiroirPFFO/NOFFO34
NACS31edohtemsgnittavreh-nacSES/OC/OTOT54
TUO.L41gnilednergrevstaalpnegueheGFFO/NOFFO44
HC.M51nestaalpnegueheG002/00100182
EMAN.M61maanstaalpnegueheGsneket6–
23
FDM71
-eitneuqerF/maanstaalpnegueheG
evagreew
QRF/NMNM23
OPA81gnilekahcstiuehcsitamotuA.nim081/021/09/06/03/FFOFFO45
N-20
5
tehpO
yalpsiD
-uneM
remmun
eitcnuF negnilletsnIekjilegoM gnilletsnI-draadnatS anigaP
KC91steot-LLAC0571/LLAC
treeiraV
)anigapeitnerefereiz(
53,52
DLH02tsav-XTnootzH0571FFO/NOFFO52
TOT12remit-tuo-emiT.nim01/5/30126
LCB22gnirekkolb-tezeb-laanaKFFO/NOFFO65
GSM.NO.P32thcirebtsmokleWsneket6–
06
PB42nootpeiPFFO/NONO55
SB52gniviuhcsrevkolKFFO/NOFFO45
NMF62MF-dnablamSFFO/NOFFO06
CNE72gnilednergrev-ponkmetsfAFFO/NOFFO85
RM.FMTD82rezeikehcsitamotuAsneket61laamixaM–
15
DPS92FMTDnavdiehlensdneZLS/AFAF25
H.TD03FMTDnavtsav-XTFFO/NOFFO15
AP13FMTDnavruudezuaPsm0002/0051/0001/057/005/052/00100535
L.TD23FMTDnavgnilednergrevsteoTFFO/NOFFO35
M.TD33rotinom-FMTDFFO/NOFFO05
L.CM43gnilednergrev-nesteotnooforciMFFO/NOFFO46
1FP53
posteoteitcnuferabreemmargorP
nooforcim
/LLAC/RM/OFV/0571/RETNE/INOM
/UNEM/NI.C/NI.M/V--M/LQS/VER/ZHM
PETS/ENOT/KCOL/THGIRB/WOL/TFIHS
ZHM95
N-22
6
GEBRUIK MET BEHULP VAN REPEATERS
Repeaters worden vaak geplaatst en onderhouden door
radioclubs en bevinden zich doorgaans op bergtoppen of andere
hooggelegen locaties. Over het algemeen werken ze met een
hogere ERP (Effective Radiated Power) dan een gemiddeld
station. Deze combinatie van een hoge locatie en een hoge ERP
maakt het mogelijk te communiceren over veel grotere afstanden
dan zonder gebruik van repeaters mogelijk zou zijn.
De meeste repeaters gebruiken voor ontvangen en zenden een
frequentiepaar met een standaard offset of een niet-standaard
(zelf instelbare) offset. Daarnaast moeten sommige repeaters een
toon ontvangen van een transceiver voordat deze toegang krijgt
tot de repeater. Voor verdere informatie raadpleegt u de
plaatselijke repeater-referentie.
Zenden: 144,725 MHz
Zendtoon: 88,5 Hz
Ontvangen: 145,325 MHz
Zenden: 144,725 MHz
Zendtoon: 88,5 Hz
Ontvangen: 145,325 MHz
WERKWIJZE VOOR HET PROGRAMMEREN VAN EEN
OFFSET
q
w
e
r
t
Als u alle bovenstaande gegevens in een geheugenplaats
opslaat, hoeft u de instellingen niet iedere keer opnieuw te
programmeren. Zie “GEHEUGENPLAATSEN” {pagina 28}.
N-26
6
OMKEERFUNCTIE
De omkeerfunctie wisselt afzonderlijke zend- en ontvangst-
frequenties om. Terwijl u een repeater gebruikt, kunt u de sterkte
van het signaal dat u rechtstreeks van het andere station
ontvangt handmatig controleren. Als het rechtstreekse signaal
van het andere station sterk genoeg is, dienen beide stations over
te schakelen op een simplexfrequentie en de repeater vrij te
houden voor andere gebruikers.
Wisselen van de zend- en ontvangstfrequenties:
Druk op [REV] om de Omkeerfunctie Aan (of Uit) te zetten.
Als de Omkeerfunctie AAN staat, wordt “R” afgebeeld.
Opmerkingen:
U kunt de Omkeerfunctie Aan zetten terwijl u de transceiver in de
Simplexfunctie gebruikt. Hierdoor wordt de zend- en ontvangst-
frequenties echter niet omgewisseld.
Als door op [REV] te drukken e ontvangstfrequentie buiten het
toegestane bereik valt, zal een fouttoon klinken en de functie niet
werken.
Als door op [REV] te drukken de zendfrequentie buiten het
toegestane bereik valt, zal door op [PTT] op de microfoon te
drukken een fouttoon klinken en u niet kunnen zenden.
U kunt de Omkeerfunctie niet tijdens het zenden Aan of Uit zetten.
AUTOMATISCHE SIMPLEXCONTROLE (ASC)
Terwijl u gebruikmaakt van een repeater, controleert de ASC-
functie regelmatig de sterkte van het signaal dat u rechtstreeks
van het andere station ontvangt. Als het signaal van het andere
station sterk genoeg is om rechtstreekse communicatie mogelijk
te maken zonder de repeater, knippert de “
” indicator.
Druk op [REV] (1s) om de Omkeerfunctie Aan (of Uit) te zetten.
Als de Automatische Simplex Controle Aan staat, wordt “
afgebeeld.
Als rechtstreekse communicatie mogelijk is, knippert “
”.
OMKEERFUNCTIE
AAN
144,725 MHz
145,325 MHz
144,725 MHz
Zenden: 144,725 MHz Zenden: 144,725 MHz
Ontvangen: 145,325 MHz Ontvangen: 145,325 MHz
Zenden: 144,725 MHz Zenden: 145,325 MHz
Ontvangen: 145,325 MHz Ontvangen: 144,725 MHz
N-27
6
Opmerkingen:
Als u op [PTT] drukt, stopt de “ ” indicator met knipperen.
De ASC-functie kan worden ingeschakeld terwijl u de
transceiver in de Simplexfunctie gebruikt. Hierdoor wordt de
zend- en ontvangstfrequenties echter niet omgewisseld.
De ASC-functie werkt niet tijdens het scannen.
Als u de ASC-functie inschakelt terwijl de Omkeerfunctie Aan
staat, wordt de Omkeerfunctie Uit gezet.
Als u een Geheugenplaats of het Oproepkanaal oproept waarin is
opgeslagen dat de Omkeerfunctie Aan staat, wordt de ASC-
functie Uit gezet.
Door de ASC-functie wordt het ontvangen geluid iedere 3 seconden
kort onderbroken.
TOONFREQUENTIE-IDENTIFICATIESCANNEN
Deze functie scant alle toonfrequenties om de binnenkomende
toonfrequentie van het ontvangen signaal te identificeren. U kunt
deze functie gebruiken om te bepalen welke frequentie vereist is
om toegang te krijgen tot uw plaatselijke repeater.
1 Druk op [F], [MENU] en draai de Afstemknop om
Menunummer 2 (T) te kiezen.
2 Druk op [MENU] (1 s) om het Toonfrequentie-
Identificatiescannen te beginnen.
Nadat de transceiver een signaal ontvangt, begint het
scannen. De decimale punt knippert tijdens het scannen.
Als de transceiver een signaal ontvangt tijdens het
Toonfrequentie-Identificatiescannen, wordt het signaal
uitgevoerd door de luidspreker.
U kunt de scanrichting omkeren door de Afstemknop te
draaien.
Als u de functie wilt uitschakelen, drukt u op een willekeurige
toets.
Nadat de toonfrequentie is geïdentificeerd, klinkt een pieptoon
en knippert de geïdentificeerde toonfrequentie op het display.
3 Druk op [MENU] om de geïdentificeerde toonfrequentie te
programmeren in plaats van de huidige toonfrequentie, of
druk op een willekeurige andere toets om het Toonfrequentie-
Identificatiescannen uit te schakelen.
Draai de Afstemknop terwijl de geïdentificeerde
toonfrequentie knippert om verder te gaan met scannen.
4 Druk op een willekeurige toets, behalve op [MENU], om de
Menufunctie te verlaten.
Opmerkingen:
Bepaalde repeaters zenden de toegangstoon niet opnieuw uit in
het download-signaal. In dat geval controleert u het uplink-signaal
van het andere station om de toegangstoon van de repeater te
identificeren.
De transceiver blijft de Weerradiofrequentie en het Prioriteits-
kanaal controleren tijdens het Toonfrequentie-Identificatie-
scannen.
N-28
7
GEHEUGENPLAATSEN
In de Geheugenplaatsen kunt u frequenties en bijbehorende
gegevens opslaan die u vaak gebruikt zodat u deze gegevens
niet iedere keer opnieuw hoeft te programmeren. U kunt een
geprogrammeerd geheugenplaats snel oproepen door middel van
een eenvoudige bediening. In totaal zijn 200 Geheugenplaatsen
beschikbaar (100 bij gebruik van Geheugenplaatsnamen) voor
het opslaan van frequenties, functies en overige gebruiks-
omstandigheden.
AANTAL GEHEUGENPLAATSEN
De transceiver moet worden ingesteld op 200 Geheugenplaatsen
zonder gebruikmaking van Geheugenplaatsnamen, of op 100
Geheugenplaatsen met gebruikmaking van Geheugenplaats-
namen (standaardinstelling).
U stelt het aantal Geheugenplaatsen als volgt in:
1 Druk op [F], [MENU] en draai de Afstemknop om
Menunummer 15 (M.CH) te kiezen.
2 Druk op [MENU] en draai de Afstemknop om “100”
(standaardinstelling) of “200” te kiezen.
3 Druk op [MENU].
“SURE ?” wordt afgebeeld.
4 Druk op [MENU] om de instelling op te slaan of op een
willekeurige andere toets om de instelling te annuleren.
Opmerkingen:
Als u het aantal Geheugenplaatsen verandert van 200 naar 100
terwijl gegevens zijn opgeslagen in geheugenplaatsnummers 100
t/m 199, worden al deze gegevens gewist.
Als u het aantal Geheugenplaatsen verandert van 100 naar 200 terwijl
geheugenplaatsnamen zijn opgeslagen in deze geheugenplaatsen,
worden alle geheugenplaatsnamen gewist.
SIMPLEX + REPEATER OF NIET-STANDAARD
GEHEUGENPLAATS?
U kunt iedere Geheugenplaats gebruiken als een simplexkanaal
met een repeaterkanaal, of als een niet-standaard geheugen-
plaats. U kunt slechts één frequentie opslaan voor gebruik als
een simplex- en repeaterkanaal, of twee frequenties opslaan voor
gebruik als een niet-standaard geheugenplaats. Kies voor iedere
geheugenplaats één van deze 2 toepassingen, afhankelijk van
hoe u de geheugenplaats denkt te gaan gebruiken.
Met simplex- en repeaterkanalen kunt u:
Een simplexfrequentie gebruiken, en
Een repeater met een standaard offset gebruiken (als een offset-
richting is opgeslagen)
Met niet-standaard geheugenplaatsen kunt u:
Een repeater met een niet-standaard offset gebruiken
Opmerking: U kunt niet alleen gegevens in een Geheugenplaats
opslaan, maar de bestaande gegevens ook overschrijven met nieuwe
gegevens.
N-29
7
De gegevens genoemd in de onderstaande tabel kunnen in
iedere Geheugenplaats worden opgeslagen:
gnilletsnI
nexelpmiS
retaepeR
draadnats-teiN
staalpnegueheG
eitneuqerftsgnavtnO
aJ
aJ
eitneuqerfdneZaJ
eitneuqerfnooTaJaJ
naAnooTaJaJ
eitneuqerf-SSCTCaJaJ
naASSCTCaJaJ
edoc-SCDaJaJ
naASCDaJaJ
gnithcir-tesffOaJ.t.v.N
eitneuqerf-tesffOaJ.t.v.N
naAreekmOaJ.t.v.N
ettoorgpatseitneuqerFaJaJ
MF-dnablamSaJaJ
gniviuhcsrevkolKaJaJ
gnilednergrevstaalpnegueheGaJaJ
maanstaalpnegueheGaJaJ
Ja: Kan in het geheugen worden opgeslagen.
N.v.t.: Kan niet in het geheugen worden opgeslagen.
Opmerkingen:
Geheugenplaatsvergrendeling kan niet worden ingesteld voor de
Geheugenplaatsen van het Programma-Scannen (L0/U0 t/m L2/U2),
het Prioriteitskanaal (Pr) en de Weeralarm-geheugenplaats (AL).
Toon, CTCSS en DCS worden automatisch uitgeschakeld
wanneer u de Weeralarm-geheugenplaats (AL) instelt.
SIMPLEXFREQUENTIES OF STANDAARD-REPEATER-
FREQUENTIES OPSLAAN
1 Druk op [VFO].
2 Draai de Afstemknop en kies de gewenste frequentie.
U kunt ook de gewenste frequentie rechtstreeks invoeren met
behulp van de bedieningstoetsen op de microfoon
{pagina 13}.
3 Als u een standaard-repeaterfrequentie opslaat, kiest u de
volgende gegevens:
Offset-richting {pagina 23}
Toonfunctie, indien noodzakelijk {pagina 24}
CTCSS/ DCS-functie, indien noodzakelijk {pagina’s 46 en 48}
Als u een simplexfrequentie opslaat, kunt u andere
gerelateerde gegevens kiezen (CTCSS- of DCS-instellingen,
enz.).
4 Druk op [F].
Op het display knippert een Geheugenplaatsnummer.
Als de geheugenplaats gegevens bevat, wordt “
” op het
display afgebeeld.
N-30
7
De Geheugenplaatsnummers L0/U0 t/m L2/U2 {pagina 40}, Pr
(Prioriteitskanaal) {pagina 43} en AL (Weeralarm-geheugenplaats)
{pagina 36} (alleen modellen voor de K-markt) zijn gereserveerd
voor andere functies.
5 Draai de Afstemknop of druk op [UP]/[DWN] op de
microfoon om de Geheugenplaats, waarin u de gegevens wilt
opslaan, te kiezen.
6 Druk op [MR] om de gegevens in de geheugenplaats op te
slaan.
NIET-STANDAARD REPEATERFREQUENTIES OPSLAAN
Sommige repeaters gebruiken voor ontvangen en zenden een
frequentiepaar met een niet-standaard offset. Als u 2 afzonderlijke
frequenties in een Geheugenplaats opslaat, kunt u toegang
krijgen tot dergelijke repeaters zonder eerst de offset-frequentie
en -richting te moeten programmeren.
1 Sla de gewenste ontvangstfrequentie en gerelateerde
gegevens op door de stappen 1 t/m 6 te volgen beschreven
onder “Simplexfrequenties of standaard-repeaterfrequenties
opslaan” {pagina 29}.
2 Draai de Afstemknop of druk op [UP]/[DWN] op de
microfoon, en kies de gewenste frequentie.
3 Druk op [F].
4 Draai de Afstemknop of druk op [UP]/[DWN] op de
microfoon om de vooraf geprogrammeerde Geheugenplaats
voor ontvangst, waarin u de gegevens wilt opslaan, te kiezen.
5 Druk op [MR] (1s).
De zendfrequentie wordt in de Geheugenplaats opgeslagen.
Opmerkingen:
Wanneer u een niet-standaard Geheugenplaats oproept,
worden “+” en “–” op het display afgebeeld. Druk op [REV] om
de zendfrequentie te bevestigen.
De instellingen van de offset voor zenden en van de omkeer-
functie worden niet opgeslagen in een niet-standaard
Geheugenplaats.
GEHEUGENPLAATS OPROEPEN
BEHULP VAN DE AFSTEMKNOP
1 Druk op [MR] om de Geheugenoproepfunctie in te schakelen.
De laatst gebruikte Geheugenplaats wordt opgeroepen.
2 Draai de Afstemknop en kies de gewenste Geheugenplaats.
U kunt niet een lege Geheugenplaats oproepen.
Als u wilt terugkeren naar de VFO-functie, drukt u op [VFO].
N-31
7
BEDIENINGSTOETSEN OP DE MICROFOON GEBRUIKEN
U kunt ook een Geheugenplaats oproepen door de gewenste
Geheugenplaatsnummer in te voeren met behulp van de
bedieningstoetsen op de microfoon.
1 Druk op [MR] om de Geheugenoproepfunctie in te schakelen.
2 Druk op de bedieningstoets op de microfoon die is
toegewezen aan de ENTER (Invoeren)-functie.
3 Voer het geheugenplaatsnummer in met behulp van de
bedieningstoetsen op de microfoon.
In geval van een geheugenplaatsnummer dat uit één cijfer
bestaat, voert u vóór het nummer een “0” in, of drukt u na het
invoeren van het nummer op Ingevoerd op de microfoon.
In geval van een geheugenplaatsnummer dat uit twee cijfer
bestaat en met “1” begint, drukt u na het invoeren van het
nummer op Ingevoerd op de microfoon.
Opmerkingen:
U kunt niet een lege Geheugenplaats oproepen. In dat geval klinkt
een fouttoon.
U kunt niet de Geheugenplaatsen van het Programma-Scannen
(L0/U0 t/m L2/U2), het Prioriteitskanaal (Pr) en de Weeralarm-
geheugenplaats (AL) (alleen modellen voor de K-markt) oproepen
met behulp van de cijfertoetsen.
Wanneer u een niet-standaard geheugenplaats oproept, worden
“+” en “–” op het display afgebeeld. Druk op [REV] om de
zendfrequentie af te beelden.
Nadat u een Geheugenplaats hebt opgeroepen, kunt u de
gegevens, zoals Smalband, Toon of CTCSS, veranderen. Deze
instellingen worden echter gewist nadat u een ander
geheugenplaats of de VFO-functie kiest. Als u de nieuwe
gegevens permanent in een geheugenplaats wilt opslaan, moet u
de bestaande gegevens in de geheugenplaats overschrijven.
GEHEUGENPLAATS WISSEN
U kunt een afzonderlijke Geheugenplaats als volgt wissen:
1 Roep de Geheugenplaats op die u wilt wissen.
2 Druk op [ ] (aan/uit) (1s) om de transceiver UIT te zetten.
3 Druk op [MR]+[
] (aan/uit).
• Een bericht wordt afgebeeld ter bevestiging van het wissen.
4 Druk op [MR] om de gegevens die in de geheugenplaats zijn
opgeslagen te wissen.
De gegevens in de Geheugenplaats worden gewist.
Als u het wissen van de gegevens in de Geheugenplaats wilt
annuleren, drukt u op een willekeurige toets, behalve op [MR].
Opmerkingen:
U kunt ook de gegevens in het Prioriteitskanaal, de AL-geheugen-
plaats, en in L0/U0 t/m L2/U2 wissen. (De gegevens in een
Oproepkanaal kunnen niet worden gewist.)
Als u de gegevens in alle Geheugenplaatsen tegelijk wilt wissen,
moet u de transceiver Volledig Terugstellen {pagina 67}.
U kunt geen geheugenplaatsen wissen in de Geheugenplaats-
weergave.
N-33
7
GEGEVENS UIT EEN GEHEUGENPLAATS KOPIËREN
KOPIËREN VANUIT HET GEHEUGEN NAAR DE VFO
Nadat u frequenties en gerelateerde gegevens met de Geheugen-
oproepfunctie hebt opgeroepen, kunt u deze kopiëren naar de VFO.
Deze functie is bijvoorbeeld handig als de frequentie die u wilt
monitoren in de buurt ligt van de frequentie opgeslagen in een
Geheugenplaats.
1 Druk op [MR] en draai vervolgens de Afstemknop, of druk op
[UP]/[DWN] op de microfoon om een gewenste Geheugen-
plaats op te roepen.
U kunt ook op [CALL] drukken om het Oproepkanaal op te
roepen.
2 Druk op [F], [VFO] om de gegevens uit de Geheugenplaats
naar de VFO te kopiëren.
Opmerkingen:
In geval van een niet-standaard geheugenplaats, wordt door
bovenstaande bediening alleen de ontvangstfrequentie
gekopieerd naar de VFO (niet de zendfrequentie). Om de
zendfrequentie van een niet-standaard geheugenplaats te
kopiëren, drukt u op [REV] alvorens de gegevens te kopiëren.
U kunt ook de Geheugenplaatsen van het Programma-Scannen
(L0/U0 t/m L2/U2), het Prioriteitskanaal (Pr) en de Weeralarm-
geheugenplaats (AL) (alleen modellen voor de K-markt) kopiëren
naar de VFO.
De Geheugenplaatsvergrendeling en Geheugenplaatsnaam
worden niet gekopieerd van een Geheugenplaats naar de VFO.
KOPIËREN VANUIT EEN GEHEUGENPLAATS NAAR EEN ANDERE GEHEUGENPLAATS
U kunt de gegevens die in een Geheugenplaats zijn opgeslagen
kopiëren naar een andere Geheugenplaats. Deze methode is
handig wanneer u frequenties en gerelateerde gegevens opslaat
die u tijdelijk verandert in de Geheugenoproepfunctie.
1 Druk op [MR] en draai vervolgens de Afstemknop, of druk op
[UP]/[DWN] op de microfoon om een gewenste
Geheugenplaats op te roepen.
2 Druk op [F].
3 Draai de Afstemknop of druk op [UP]/[DWN] op de
microfoon en kies de Geheugenplaats waarin u de
gekopieerde gegevens wilt opslaan.
4 Druk op [MR].
N-34
7
De onderstaande tabellen laten zien hoe de gegevens worden
gekopieerd tussen de Geheugenplaatsen.
staalpnegueheG
991m/t0
a
staalpnegueheG
991m/t0
eitneuqerftsgnavtnO
a
eitneuqerftsgnavtnO
eitneuqerfdneZ
a
eitneuqerfdneZ
eitneuqerfnooT
a
eitneuqerfnooT
gnithcir-tesffO
a
gnithcir-tesffO
eitneuqerf-SSCTC
a
eitneuqerf-SSCTC
edoc-SCD
a
edoc-SCD
SCD/SSCTC/nooT
gnilletsni-tiU/naA
a
SCD/SSCTC/nooT
gnilletsni-tiU/naA
eitneuqerf-tesffO
a
eitneuqerf-tesffO
naAreekmO
a
naAreekmO
ettoorgpatseitneuqerF
a
ettoorgpatseitneuqerF
maanstaalpnegueheG
1
a
maanstaalpnegueheG
1
-staalpnegueheG
tiU/naAgnilednergrev
a
-staalpnegueheG
tiU/naAgnilednergrev
tiU/naAMF-dnablamS
a
tiU/naAMF-dnablamS
staalpnegueheG
991m/t0
a LA,rP,2U/2Lm/t0U/0L
2
eitneuqerftsgnavtnO
a
eitneuqerftsgnavtnO
eitneuqerfdneZ
a
eitneuqerfdneZ
eitneuqerfnooT
a
eitneuqerfnooT
gnithcir-tesffO
a
gnithcir-tesffO
eitneuqerf-SSCTC
a
eitneuqerf-SSCTC
edoc-SCD
a
edoc-SCD
SCD/SSCTC/nooT
gnilletsni-tiU/naA
a
SCD/SSCTC/nooT
gnilletsni-tiU/naA
eitneuqerf-tesffO
a
eitneuqerf-tesffO
naAreekmO
a
naAreekmO
ettoorgpatseitneuqerF
a
ettoorgpatseitneuqerF
maanstaalpnegueheG
1
a
maanstaalpnegueheG
1
-staalpnegueheG
naAgnilednergrev
a
-staalpnegueheG
tiUgnilednergrev
tiU/naAMF-dnablamS
a
tiU/naAMF-dnablamS
1
Als in Menunummer 15 (M.CH) “100” is gekozen.
2
De AL-geheugenplaats is alleen beschikbaar op modellen voor de
K-markt.
Opmerkingen:
Als u een niet-standaard geheugenplaats kopieert, worden de
instellingen van de Omkeerfunctie, Offset-richting en Offset-
frequentie niet gekopieerd {pagina’s 23 en 26}.
Toon, CTCSS en DCS worden automatisch uitgeschakeld
wanneer u gegevens kopieert naar de Weeralarm-geheugen-
plaats (AL).
N-35
7
OPROEPKANAAL
Standaardinstellingen van het Oproepkanaal:
Op modellen voor de K- en M-markten, zal door op [CALL] te
drukken de transceiver het Oproepkanaal instellen.
Op modellen voor de E-markt, kunt u de transceiver een toon van
1750 Hz laten zenden door op [CALL] te drukken {pagina 25}.
Het Oproepkanaal kan onmiddellijk worden opgeroepen,
ongeacht de frequentie waarmee de transceiver op dat moment
werkt. U kunt bijvoorbeeld het Oproepkanaal gebruiken als een
noodkanaal binnen uw groep. In zo’n geval is Oproep-Scannen
{pagina 43} erg nuttig.
Het standaardfrequentie van het Oproepkanaal is 144,000 MHz.
Opmerking: Anders dan de Geheugenplaatsen 0 t/m 199, kan het
Oproepkanaal niet worden gewist.
OPROEPKANAAL OPROEPEN
1 Druk op [CALL] om het Oproepkanaal op te roepen.
De frequentie van het Oproepkanaal en “C” worden
afgebeeld.
Als u wilt terugkeren naar de voorgaande frequentie, drukt u
nogmaals op [CALL].
OPROEPKANAAL PROGRAMMEREN
1 Kies de gewenste frequentie en gerelateerde gegevens (zoals
Toon, CTCSS, DCS, Offset-richting, enz.).
Als u het Oproepkanaal programmeert als een niet-standaard
geheugenplaats, kiest u eerst een ontvangstfrequentie.
2 Druk op [F].
Op het display knippert een Geheugenplaatsnummer.
3 Draai de Afstemknop of druk op [UP]/[DWN] op de
microfoon, en kies het Oproepkanaal (“C”).
4 Druk op [MR].
De gekozen frequentie en gerelateerde gegevens worden
opgeslagen in het Oproepkanaal.
Als u ook een afzonderlijke zendfrequentie wilt opslaan, voert u ook de
onderstaande stappen uit:
5 Kies de gewenste zendfrequentie.
6 Druk op [F].
7 Draai de Afstemknop of druk op [UP]/[DWN] op de
microfoon, en kies het Oproepkanaal (“C”).
8 Druk op [MR] (1s).
De afzonderlijke zendfrequentie wordt in het Oproepkanaal
opgeslagen.
N-40
8
NORMAAL SCANNEN
Wanneer u de transceiver in de VFO-functie bedient, zijn
3 scanmethoden beschikbaar: Band-Scannen, Programma-
Scannen en MHz-Scannen.
BAND-SCANNEN
De transceiver scant de hele band van de gekozen frequentie.
Als u bijvoorbeeld ontvangt op 144,525 MHz, scant de
transceiver alle frequenties op de VHF-band. (Raadpleeg het
VFO-frequentiebereik voor ontvangen in de technische
gegevens {pagina 72}.) Wanneer de huidige VFO-ontvangst-
frequentie buiten het frequentiebereik voor Programma-
Scannen ligt {zie hieronder}, scant de transceiver het hele
frequentiebereik dat beschikbaar is voor de huidige VFO.
1 Druk op [VFO] en draai vervolgens de Afstemknop, of druk
op [UP]/[DWN] op de microfoon om een frequentie buiten het
frequentiebereik voor Programma-Scannen te kiezen.
2 Druk op [VFO] (1s) om het Band-Scannen te beginnen.
Het scannen begint vanaf de huidige frequentie.
De decimale punt van 1 MHz knippert terwijl het scannen
wordt uitgevoerd.
3 Druk op een willekeurige toets, behalve [F] of [ ] (aan/uit)
om het Band-Scannen te stoppen.
Opmerkingen:
De transceiver scant het frequentiebereik dat is opgeslagen in
Menunummer 7 (P.VFO) {pagina 61}.
Als u in stap 2 een frequentie kiest binnen het frequentiebereik
opgeslagen in L0/U0 t/m L2/U2, begint het Programma-Scannen.
PROGRAMMA-SCANNEN
U kunt het te scannen frequentiebereik beperken. Er zijn
3 geheugenplaatsparen (L0/U0 t/m L2/U2) beschikbaar voor het
opgeven van de begin- en eindfrequenties van het frequentie-
bereik. Programma-Scannen monitort het bereik tussen de begin-
en eindfrequenties die u in deze Geheugenplaatsen hebt
opgeslagen. Alvorens Programma-Scannen te kunnen gebruiken,
moet u dus het frequentiebereik voor Programma-Scannen
opslaan in één van de Geheugenplaatsparen (L0/U0 t/m L2/U2).
Frequentiebereik voor Programma-Scannen Opslaan
1 Druk op [VFO] en draai de Afstemknop of druk op
[UP]/[DWN] op de microfoon, en kies de gewenste
beginfrequentie.
2 Druk op [F].
Op het display knippert een Geheugenplaatsnummer.
3 Draai de Afstemknop of druk op [UP]/[DWN] op de
microfoon en kies een Geheugenkanaal uit L0 t/m L2.
4 Druk op [MR] om de beginfrequentie op te slaan in de
Geheugenplaats.
5 Draai de Afstemknop en kies de gewenste eindfrequentie.
6 Druk op [F].
N-41
8
7 Draai de Afstemknop of druk op [UP]/[DWN] op de
microfoon en kies een Geheugenkanaal uit U0 t/m U2.
Als u in stap 3 bijvoorbeeld geheugenplaats “L0” hebt
gekozen, dient u voor de eindfrequentie Geheugenplaats
“U0” te kiezen.
8 Druk op [MR] om de eindfrequentie op te slaan in de
Geheugenplaats.
Programma-Scannen Uitvoeren
1 Druk op [VFO] en draai de Afstemknop om een
frequentie te kiezen binnen het frequentiebereik van
Geheugenplaats L0/U0 t/m L2/U2.
2 Druk op [VFO] (1s) om het Programma-Scannen te
beginnen.
Het scannen begint vanaf de huidige frequentie.
De decimale punt van 1 MHz knippert terwijl het scannen
wordt uitgevoerd.
3 Druk op een willekeurige toets, behalve [F] of [ ]
(aan/uit) om het Programma-Scannen te stoppen.
Opmerkingen:
De transceiver stopt met scannen zodra een signaal wordt
ontvangen.
Als in 2 of meer geheugenplaatsparen een frequentiebereik
voor Programma-Scannen is opgeslagen en deze bereiken
elkaar gedeeltelijk overlappen, heeft het lagere Geheugen-
plaatsnummer voor Programma-Scannen voorrang.
Als de stapgrootte van de huidige VFO-frequentie anders is
dan die van de geprogrammeerde frequenties, begint het
VFO-Scannen in plaats van het Programma-Scannen.
Om Programma-Scannen te kunnen uitvoeren, moet de
frequentie opgeslagen in de “L”-geheugenplaats lager zijn dan
die in de “U”-geheugenplaats. Als dit niet zo is, begint het
Band-Scannen {pagina 40}.
MHZ-SCANNEN
Met MHz-Scannen bent u in staat het hele frequentiebereik van
1 MHz rond de huidige VFO-frequentie te scannen.
1 Druk op [VFO] en draai de Afstemknop of druk op
[UP]/[DWN] op de microfoon om een frequentie te kiezen
waaromheen u het MHz-Scannen wilt uitvoeren.
Als u de hele 145 MHz frequentie wilt scannen, kiest u een
willekeurige frequentie tussen 145,000 MHz en 145,9975 MHz
(bijvoorbeeld 145,650 MHz). Het scannen zal worden
uitgevoerd tussen 145,000 MHz en 145,9975 MHz. (De
bovengrens van de frequentie hangt af van de huidige
frequentiestapgrootte.)
2 Druk op [MENU] (1s) om het MHz-Scannen te beginnen.
Het scannen begint vanaf de huidige frequentie.
De decimale punt van 1 MHz knippert terwijl het scannen
wordt uitgevoerd.
3 Druk op een willekeurige toets, behalve [F] of [ ] (aan/uit)
om het MHz-Scannen te stoppen.
N-42
8
GEHEUGENPLAATSEN-SCANNEN
Het Geheugenplaatsen-Scannen monitort de Geheugenplaatsen
waarin u frequenties hebt opgeslagen.
ALLE-GEHEUGENPLAATSEN-SCANNEN
De transceiver scant alle Geheugenplaatsen waarin u frequenties
hebt opgeslagen.
1 Druk op [MR] (1s).
Het scannen begint bij het laatste Geheugenplaatsnummer en
doorloopt alle geheugenplaatsnummers in oplopende
volgorde (standaardinstelling).
Als u tijdens het scannen wilt doorspringen naar een gewenst
geheugenplaatsnummer, draait u de Afstemknop snel.
U kunt de scanrichting omkeren door de Afstemknop te
draaien of op [UP]/[DWN] op de microfoon drukken.
2 Druk op een willekeurige toets, behalve [F] of [ ] (aan/uit)
om het Alle-Geheugenplaatsen-Scannen te stoppen.
Opmerkingen:
In 2 of meer Geheugenplaatsen, exclusief de Geheugenplaatsen
met een speciale functie, moeten gegevens zijn opgeslagen
(L0/U0 t/m L3/U3, Pr en AL).
U kunt geen geheugenplaatsen wissen in de CH-weergave.
Terwijl het scannen is onderbroken, knippert het Geheugenplaats-
nummer.
GROEP-SCANNEN
De transceiver scant Geheugenplaatsen in groepen van
20 geheugenplaatsen. Als Menunummer 15 (M.CH) is
ingesteld op 100, scant de transceiver 5 groepen van
20 geheugenplaatsen. Als Menunummer 15 (M.CH) is
ingesteld op 200, scant de transceiver 10 groepen van
20 geheugenplaatsen.
1 Druk op [MR] en draai de Afstemknop of druk op
[UP]/[DWN] op de microfoon om een Geheugenplaats te
kiezen binnen het bereik van de groep die u wilt scannen.
2 Druk op [MENU] (1s).
Het scannen begint bij het gekozen Geheugenplaatsnummer
en doorloopt alle geheugenplaatsnummers in oplopende
volgorde (standaardinstelling).
U kunt de scanrichting omkeren door de Afstemknop te
draaien of op [UP]/[DWN] op de microfoon drukken.
3 Druk op een willekeurige toets, behalve [F] of [ ] (aan/uit)
om het Groep-Scannen te stoppen.
Opmerking: In 2 of meer Geheugenplaatsen in de gekozen groep
moeten gegevens zijn opgeslagen.
nestaalpnegueheG001 nestaalpnegueheG002
:1peorG91m/t0
:1peorG91m/t0
:2peorG93m/t02
:2peorG93m/t02
:3peorG95m/t04
:4peorG97m/t06
:3peorG95m/t04
:5peorG99m/t08
:6peorG911m/t001
:4peorG97m/t06
:7peorG931m/t021
:8peorG951m/t041
:5peorG99m/t08
:9peorG971m/t061
:01peorG991m/t081
26


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Kenwood TM-281E at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Kenwood TM-281E in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 1,37 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Kenwood TM-281E

Kenwood TM-281E User Manual - English - 81 pages

Kenwood TM-281E User Manual - German - 81 pages

Kenwood TM-281E User Manual - French - 81 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info