9
E
B
In-/uitschakelen van de automatische
helderheidsregeling (dimmer)
Raak [ Auto Dimmer ] aan om de functie in en uit te
schakelen.
" ON "
De helderheid van de achtergrondverlichting wordt
automatisch aangepast aan de helderheid van de
omgeving, die wordt gedetecteerd door de
automatische dimmersensor van het
beeldscherm.
" OFF "
De helderheid van de achtergrondverlichting wordt
geregeld met de beeldkwaliteitsinstelling.
Instellen van de schuifpositie [SLIDE]
Raak [ F ] aan om het beeldscherm naar voor te
schuiven.
Raak [ R ] aan om het beeldscherm naar achter te
schuiven.
Afsluiten van het beeldschermregelscherm
Raak [ OK ] aan.
Uitschakelen van het schermbeeld
Druk de toets ATT gedurende één seconde of
langer in om het schermbeeld uit en in te
schakelen.
Het beeld verschijnt opnieuw wanneer de toets
SCREEN of V.SEL wordt ingedrukt.
Veranderen van de AV-uitvoer
Telkens wanneer u op de toets V.SEL drukt
gedurende één seconde of langer, verandert de
AV-uitvoerstand als volgt:
∞
DVD : Beeld/geluid van DVD/VCD/CD
∞
TV : Televisiebeeld/-geluid
∞
AV-IN1 : Beeld/geluid van video 1
∞
AV-IN2 : Beeld/geluid van video 2
Regelen van het volume
Druk op de toets 5 om het volume te verhogen.
Druk op de toets ∞ om het volume te verlagen.
OPMERKING
Kiezen van de TV-/videobeeldstand
Telkens wanneer u gedurende één seconde of
langer op de toets SCREEN drukt, verandert de
beeldstand als volgt:
∞
[FULL] : Volledig beeld
∞
[JUST] : Uitgevuld beeld
∞
[CINEMA]: Bioscoopbeeld
∞
[ZOOM]: Zoombeeld
∞
[NORMAL]: Normaal beeld
Deze bediening is niet mogelijk wanneer het
navigatiebeeld wordt getoond.
Instellen van de
beeldkwaliteit/schuifpositie
Druk op de SCREEN-toets om het
schermregelscherm op te roepen.
De kwaliteit van het beeld instellen
Telkens wanneer u [ < ] of [ > ] aanraakt,
verandert de waarde.
[BRT]
Raak [ > ] om een helderder beeld te krijgen.
Raak [ < ] om een minder helder beeld te krijgen.
[TIN]
Raak [ > ] aan voor een donkerder groen.
Raak [ < ] aan voor een donkerder rood.
[COL]
Raak [ > ] voor een donkerder kleur.
Raak [ < ] voor een lichtere kleur.
[CONT]
Raak [ > ] voor een scherper contrast.
Raak [ < ] voor minder contrast.
[BLK]
Raak [ > ] aan voor een lichter beeld.
Raak [ < ] aan voor een donkerder beeld.
•[ TIN ] en [ COL ] kunnen niet worden ingesteld
voor het navigatiebeeld, het DVD/VCD-beeld of
het regelscherm.
• De [ TIN ] kan niet worden ingesteld voor het
beeld van PAL/SECAM.
• Er kunnen aparte instellingen worden bewaard
voor de beeldkwaliteit voor televisie, video 1,
video 2, DVD/VCD, grafische schermen en
navigaiteschermen voor gebruik bij dag en bij
nacht.
OPMERKING
OPMERKING
D
E
C
Scherm-bedieningsscherm