– 3
Schoonwatertank van het apparaat ne-
men.
Deksel van het schoonwaterreservoir
openen.
Mengsel water/reinigingsmiddel vullen.
Maximale temperatuur van de vloeistof
50 °C.
Deksel van het schoonwaterreservoir
sluiten.
Schoonwatertank in het apparaat plaatsen.
Onderste kabelhaak naar boven zwen-
ken en kabel wegnemen.
Stroomkabel en stekker controleren op
beschadiging en breuk. Vervanging uit-
sluitend door de klantendienst of een
electricien laten uitvoeren.
Netstekker in het stopcontact steken.
GEVAAR
Verwondingsgevaar door elektrische schok
door een beschadigde stroomleiding.
Stroomleiding niet met de roterende bor-
stels in contact laten komen.
LET OP
Beschadigingsgevaar voor de vloerbedek-
king De reinigingsmethode voor sterke ver-
ontreiniging mag enkel bij een daarvoor ge-
schikte vloer toegepast worden.
Beschadigingsgevaar voor de verswater-
pomp bij droogloop door een leeg schoon-
waterreservoir. Observeer de niveau-indi-
catie en schakel bij een leeg schoonwater-
reservoir de schakelaar van de waterpomp
uit.
Pedaal Omhoog zetten zuigbalk in
stand „Afzuigen“ brengen (afbeelding 3
- stand „1/ON“, zie omslagpagina).
Ontgrendeling parkeerstand induwen
en greep naar achteren zwenken.
Hoofdschakelaar Borstel-/Zuigwerking
op „1“ stellen.
Schakelaar Waterpomp inschakelen.
Apparaat over de te reinigen oppervlak-
te bewegen.
LET OP
Beschadigingsgevaar voor de vloerbedek-
king De reinigingsmethode voor sterke ver-
ontreiniging mag enkel bij een daarvoor ge-
schikte vloer toegepast worden.
Pedaal Omhoog zetten zuigbalk in
stand „Niet afzuigen“ brengen (afbeel-
ding 3 - stand „0/OFF“, zie omslagpagi-
na) en reiniging uitvoeren zoals bij nor-
male verontreiniging. De reinigings-
vloeistof blijft op het te reinigen opper-
vlak en heeft tijd om in te werken.
Pedaal Omhoog zetten zuigbalk in
stand „Afzuigen“ brengen en nogmaals
over het te reinigen oppervlak rijden.
Zuigbuis aan de greep naar boven uit-
trekken, zuigkop erop steken en vuil op-
zuigen.
Sproeier verwijderen, zuigbuis opnieuw
aanbrengen en greep laten vastklikken.
Schakelaar waterpomp uitschakelen.
Apparaat nog een eindje verderschui-
ven om het resterende water op te zui-
gen.
Hoofdschakelaar Borstel-/Zuigwerking
op „0“ stellen.
Greep naar voren zwenken en in de
parkeerstand laten vastklikken.
Stekker uit het stopcontact trekken.
Gebruik Reini-
gings-
middel
Dosering
Onderhoudsreiniger
alkalisch
CA 50 C 0,2 - 1,0%
Onderhoudsreiniger
zuur, voor sanitair,
zwembaden, enz. Ver-
wijdert kalkafzettingen.
RM 738 0,5 - 3,0%
Onderhoud EXTRA RM 780 0,5 - 2,0%
Vloerreiniger, zuur RM 751 1,0 - 25%
Netaansluiting opbouwen
Reinigen
Normale verontreiniging
Sterke verontreiniging
Zuigen in hoeken (alleen BR 30/4 C Adv)
Reiniging beëindigen