35
NEDERLANDS
Aanduiding Betekenis/Handeling
(Accu-indicator)
•
Laat zien hoeveel capaciteit de accu nog heeft. –
•
Als de capaciteit van de accu opraakt, gaat de accu-
indicator knipperen. Wanneer de accu leeg is, schakelt de
camera zichzelf uit.
–
STEL DATUM/TIJD IN!
•
Verschijnt wanneer de datum/de tijd niet zijn ingesteld. 14
CONTROLEER
LENSBESCHERMING
•
Verschijnt gedurende 5 seconden nadat u de camera in
de opnamestand hebt aangezet, met de lensbescherming
gesloten of in het donker.
–
FOUT
GEHEUGENKAART!
•
Schakel de camcorder uit. Haal het SD-kaartje uit de
camera en zet het er weer in. Zet de camera aan nadat
u het SD-kaartje hebt ingezet. Als de foutmelding weer
verschijnt, vervang de kaart door één waarvan bevestigd is
dat hij correct werkt.
15
VIDEOBEHEER
BESTAND KAPOT VOOR
OPN./AFSP. HERSTEL
NOODZAKELIJK
HERSTELLEN?
•
Het bestand van het video-management is kapot. U kunt
pas weer videobestanden opnemen of afspelen als het
hersteld is. Selecteer [JA], raak daarna de knop OK aan
zodat het bestand van het video-management wordt
hersteld.
–
FOUT BIJ OPNAME
•
De schrijfsnelheid van het opnamemedium is laag of het
opnamemedium werkt niet goed. Gebruik een SD-kaart, die
gegarandeerd correct werkt.
•
Verschijnt wanneer het opnamemedium vol is en u geen
opnamen kunt maken. Verwijder onnodige bestanden of
vervang de SD-kaart.
15
20
UITGESCHAKELD
OF USB APP NIET
ONDERSTEUND
•
Verschijnt, wanneer op de camcorder een incompatibel
USB-apparaat is aangesloten.
•
Verschij=nt wanneer een DVD-brander is aangesloten die
is uitgeschakeld. Zet de DVD-brander aan, als u het toestel
wilt gebruiken.
–
–
OPNAME MISSCHIEN
NIET GOED
VASTGELEGD OP
DE GEHEUGENKAART
•
Controleer de bedieningsprocedure en probeer nogmaals
een opname te maken.
•
Vervang de SD-kaart.
–
–
Waarschuwingen en indicatoren
Veel Leeg