moet overeenkomen met de gemarkerde.
Opmerking: Bij het installeren van de SIM-kaart, zorg
ervoor dat de telefoon is uitgeschakeld en
losgekoppeld van andere apparaten zoals lader, enz.
4.2 Batterij en batterij deksel instelling:
1) Verwijzen naar “Hoe de batterij deksel te openen”
om de batterij uit te halen.
2) Richt de metalen kant van de batterij bij de metalen
contactpunten op de telefoon (waar de batterij
connector veerkrachtige dia's), druk de batterij in
de sleuf.
3) Leg de batterijklep op de achterkant van het toestel
en schuif hem dan op zijn plaats.
4.3 Opladen/batterij opladen
1) Vind de lader interface in de rechterkant van de
telefoon.
2) Sluit aan de lader met de lader interface, de vorm
van de stekker moet in overeenstemming zijn met
de interface.
3) Sluit het andere uiteinde van de lader met de
stroombron.
4) Als de batterij opgeladen is, halt u de stekker uit het
stopcontact en de plug uit de telefoon.
5) U kunt gebruik maken van het power sockett om op
te laden. Plaats de telefoon in het power sockett,
aansluiten met de stroombron.
Na het opladen, de stroom uitschakelen.