3. Gooi de batterij niet in het vuur en gebruik hem niet bij extreem hoge temperaturen.
4. Probeer de batterij niet te demonteren of aan te passen.
5. Stel de batterij niet bloot aan hoge mechanische druk en prik niet met scherpe voorwerpen in de batterij.
6. Bewaar de batterij op een koele en droge plaats en vermijd direct zonlicht. Niet plaatsen in een omgeving met
een hoge temperatuur (boven 60 graden Celsius).
7. Stop het gebruik van de batterij als deze een vreemde geur afgeeft of oververhit raakt.
8. Direct het gebruik stoppen, als de batterij barsten vertoond, vervormd of anderszins beschadigd is, of lekt.
9. Na contact met de batterijvloeistof uw huid en kleding onmiddellijk met zeep en schoon water wassen. Bij
oogcontact uw ogen direct met schoon water spoelen.
10. Onthoud dat het verkeerd opladen letsel kan veroorzaken en dat alleen een originele batterij gebruikt moet
worden.
11. Gebruik de li-ion batterij niet bij extreem lage temperaturen, omdat de maximale stand-by of gesprekstijd bij
lage temperaturen niet gehaald wordt.
12. De batterij niet schoonmaken met water of een organisch oplosmiddel en niet onderdompelen in water.
13. Laad de batterij altijd helemaal op, als deze voor langere tijd niet gebruikt is.
14. Een batterij die vervangen wordt moet volgens de voorschriften naar de daarvoor aangegeven plaats
afgevoerd worden. Gooi een batterij niet weg met het huishoudelijk afval.
3.4 Aan- en uitzetten
1. Houd de aan/uit toets ingedrukt om de telefoon aan te zetten. Op het scherm verschijnt een animatie.
2. Geef desgevraagd het wachtwoord van uw mobiele telefoon in en druk op OK. Het standaard wachtwoord van
de mobiele telefoon is 1122.
3. Geef desgevraagd de PIN code in en druk op OK. Voor een nieuwe SIM-kaart krijgt u de PIN code van de
netwerk provider.
4. U komt in het startscherm.