Schiedam, Maart 2001 2/8 V 1.1
GELIEVE DEZE GEBRUIKSAANWIJZING ZORGVULDIG TE LEZEN ALVORENS DE VENTILATOR IN
GEBRUIK TE NEMEN. DE FABRIKANT KAN NIET VERANTWOORDELIJK WORDEN GESTELD EN WEIGERT
ALLE VERANTWOORDELIJKHEID VOOR ONGEVALLEN MET LICHAMELIJK LETSEL ALS GEVOLG VAN
EEN ONOORDEELKUNDIG GEBRUIK EN/OF HET NIET NALEVEN VAN DE VOORSCHRIFTEN VERMELD IN
DEZE GEBRUIKSAANWIJZING.
HET VERDIENT AANBEVELING DEZE HANDLEIDING TE ALLEN TIJDE TE BEWAREN VOOR EVENTUELE
RAADPLEGING.
ALGEMENE WENKEN
• De gebruiksaanwijzing omschrijft hoe men het toestel correct monteert, gebruikt en onderhoudt.
• Gebruik het toestel niet voor andere doeleinden dan deze waarvoor het is ontworpen noch anders dan hierbij afgebeeld.
• Controleer het toestel na ontvangst op eventuele beschadiging. Mocht dit het geval zijn, laat dan het toestel controleren door een
bekwame en erkende technicus of raadpleeg uw leverancier.
• Houd de lege verpakking buiten het bereik van kinderen of onwetenden en sorteer de verschillende materialen (polystyreen, plastic,
polypropyleen enz.) voor recycling.
• Indien het toestel gevallen of zwaar beschadigd is raadpl
goede werking ervan te controleren.
• De volgende algemene regels gelden voor alle elektrische toestellen:
o raak het toestel nooit aan met natte handen
o laat het gebruik van het toestel nooit over aan kinderen of ondeskundige
• Sluit het toestel alleen aan op uw elektrisch net indien:
o de spanning en de frequentie overeenstemmen met deze vermeld op het toestel
o het vermogen van uw installatie voldoende groot is voor het maximaal vermogen van het toestel.
• Indien deze niet overeenkomen dient u een erkende vakman te raadplegen.
• Het is raadzaam het toestel af te zetten indien het niet wordt gebruikt. Alvorens enig onderhoud of reiniging uit te voeren, schakelt u
het toestel uit of ontkoppelt u het van het elektrisch net.
• Indien het toestel niet naar behoren werkt, er een storing optreedt, schakel dan onmiddellijk het toestel uit en neem contact op met
een erkende elektrotechnische installateur of leverancier.
• Indien het toestel gedemonteerd moet worden, schakel het dan eerst uit alvorens het te ontkoppelen van het elektrisch net.
• Het elektrisch net waarop het toestel is aangesloten dient conform te zijn aan de geldende normen (IEC, CENELEC 384) voor het
gedeelte van toepassing op onze toestellen.
SPECIALE VOORZORGEN
• Het toestel is vakkundig vervaardigd en voldoet aan de geldende normen betreffende de elektrische uitvoering.
• Het toestel is conform aan de EEC-richtlijn EMC 89/336 aangaande het storen van radiosignalen en elektromagnetische
overeenkomsten.
• Gebruik het toestel niet indien de omgevingstemperatuur hoger is dan 40 ºC (104 F)
• Stel het toestel niet bloot aan weersinvloeden (regen, zon, sneeuw enz.). Mogelijke toepassingen van het toestel worden afgebeeld in
de bijlage. Dompel het toestel, of onderdelen ervan, niet in water of een andere vloeistof uitgezonderd daar waar aangegeven in het
hoofdstuk onderhoud en reiniging.
• Controleer het toestel tijdens het onderhoud of reiniging op mechanische werking en eventuele beschadigingen.
• Om brand te voorkomen mag het toestel niet gebruikt worden in de omgeving van ontvlambare producten op dampen zoals, alcohol,
insecticiden, benzine enz.
• De afgezogen lucht of rook moet zuiver zijn en vrij van roet, scheikundige- en corrosieve producten, ontvlambare en explosie
mengsels. (Indien deze toch aanwezig zijn, raadpleeg dan een erkende dealer die u zal informeren over onze reeks explosievrije
ventilatoren.
• Het toestel dient gemonteerd te worden door erkende en vakbekwame technici.
• Het toestel dient aangeslo
contactpuntafstand van meer dan 3 MM.
• Om de optimale werking van het toestel te verzekeren mag de luchtaanzuiging noch de - uitblaas belemmerd worden.
• Voor een toestel, opgesteld voor luchtkanalen, dient men er zich van te verzekeren dat de vrije doorgang van het kanaal verzekerd is.
• Voor een optimale werking dient het toestel zo hoog mogelijk te worden gemonteerd.
• In de ruimte waar het toestel is geplaatst dient een voldoende luchttoevoeropening aanwezig te zijn om een goede werking te
verzekeren.
• Deze luchttoevoer kan plaatsvind
toegangsdeur. Als het toestel is opgesteld in een ruimte waar ook open verbrandingstoestellen, zoals keukengeisers etc. aanwezig
zijn, dient de installateur er zich van te verzekeren dat er een voldoende luchttoevoer is voor het toestel en de brander van het
gastoestel.
• Het toestel mag niet aangesloten worden op een kanaal voor rookafzuiging van kachels of andere verbrandingstoestellen.
• Het toestel dient zijn eigen afvoerkanaal te hebben of een directe afvoer naar buiten.
• Gebruik voor het elektrisch aansluiten van de ventilator altijd een vaste kabel.
• De voeding moet middels een dubbelpolige schakelaar af te schakelen zijn .
Algemeen
De Itho wasemkanaalventilatoren type WKV worden op die plaatsen toegepast waar kanalen aanwezig zijn of gemakkelijk aangebracht kunnen
worden.
De WKV 130 en 170 modellen zijn geschikt voor het afzuigen van badkamers, keukens, bergruimtes, kelders e.d. De WKV 220 en 300 zijn
ontworpen voor toepassing in grotere ruimten.
Alle modellen zijn standaard voorzien van een terugslagklepje, waardoor het terugstromen van de lucht bij stilstaande ventilator wordt
voorkomen. Dit is vooral van belang als meerdere ventilatoren op één kanaal aangesloten worden. De aanzuigopeningen zijn standaard
voorzien van een filter. Het filter is makkelijk uitneembaar en kan eenvoudig gereinigd worden.
Het toerental van de wasemkanaalventilatoren type WKV 130, 170, 220 en 300 kan met behulp van een Itho handbediende regelaar type RVS
in 5 standen geregeld worden.
De overige modellen werken volgens onderstaand genoemde functie.
De Itho wasemkanaalventilator type WKV dient zodanig gemonteerd te worden dat het motorgedeelte van de ventilator niet wordt blootgesteld
aan regen, sneeuw, etc.
De ventilator is geschikt voor een maximale omgevingstemperatuur van 40°C.
De ventilator mag niet worden toegepast in ruimten waar zich brandbare stoffen en/of dampen van alcohol, benzine, etc. bevinden. Tevens is de
WKV ventilator niet geschikt voor het afzuigen van stoffige of vette lucht.
Voor het afzuigen bovengenoemde st
ventilator te selecteren.
Lucht toe- en afvoer
Om een goede werking van de ventilator te verzekeren is een goede luchttoevoer noodzakelijk. Hiervoor moet voldoende frisse lucht de af te
zuigen ruimte in kunnen stromen. Dit om de door de ventilator afgevoerde hoeveelheid lucht te vervangen.
Een dergelijke luchttoevoeropening kan men creëren door het aanbrengen van een rooster in de deur, het verwijderen van de drempel onder de
deur, of het inkorten van de deur zelf.
Bij apparaten die gemonteerd zijn aan een kanaal is het noodzakelijk dat het kanaal vr
geblokkeerd.
Indien de ventilator wordt gemonteerd in een ruimte met b.v.
lucht wordt toegevoerd. Dit om beïnvloeding onderling te voorkomen.
WERKING WKV UITVOERINGEN
1. Standaardmodel (WKV 130/170/220/300):
De ventilator kan in werking worden gesteld door een (licht)schakelaar. De ventilator
schakelaar. Na het uitschakelen van de (licht)schakelaar stopt de ventilator onmiddellijk.
Het toerental van de ventilator kan eventueel worden geregeld d.m.v. een Itho toerenregelaar type RVS (artikelnummer: 380- 0230). De
elektrische aansluitdraden – schakeldraad en nuldraad - dienen respectievelijke aangesloten te worden op de klemmen gemarkeerd met L
en N.
2.
De ventilator kan in werking worden gesteld door een (licht)schakelaar, door middel van interne trekschakelaar of door de ingestelde
relatieve vochtigheid.
Met behulp van (licht)schakelaar:
De ventilator start enkele seconden na het inschakelen van de (licht)schakelaar. Na het uitschakelen van de licht(schakelaar) blijft het
toestel de vooraf ingestelde tijd – instelbaar tussen 0.5 en 25 minuten - nadraaien.
De elektrische aansluitdraden – fase-, schakel- en nuldraad - dienen respectievelijk aangesloten te worden op de klemmen gemarkeerd met
L, T, en N.
LET OP: Desgewenst kan de ingebouwde trekschakelaar worden verwijderd indien de ventilator wordt geschakeld met behulp van een
externe (licht)schakelaar. Indien deze niet wordt verwijderd en de trekschakelaar wordt geactiveerd – Neon lampje licht op – worden de
overige commando’s overruled. De werking is dan volgens onderstaand uitleg.
Door overschrijden RV:
De ventilator start bij het overschrijden van de vooraf ingestelde relatieve vochtigheid – zie hieronder voor instellen RV en blijft na het
bereiken van de ingestelde waarde nog gedurende de vooraf ingestelde tijd nadraaien.
De elektrische aansluitdraden – fase-, schakel- en nuldraad - dienen respectievelijk aangesloten te worden op de klemmen gemarkeerd met
L en N.
Door interne trekschakelaar:
De ventilator start door aan het trekkoord te trekken. Ten teken dat de ventilator is ingeschakeld met de trekschakelaar zal het Neon lampje
op lichten . Na het uitschakelen met behulp van de trekschakelaar dooft het Neon lampje en blijft het toestel de vooraf ingestelde tijd –
instelbaar tussen 0.5 en 25 minuten - nadraaien.
De elektrische aansluitdraden dienen aangesloten te worden op de klemmen L en N.
Schiedam, Maart 2001 3/8 V 1.1
