655228
56
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/58
Next page
IRIScan Express 4
Button Manager
Gebruikershandleiding
Gebruikershandleiding
Overzicht
1
Copyright
IRIScanExpress4-dgi_05082015-01
Copyright
©
2015 I.R.I.S NV. Alle rechten voorbehouden.
De informatie in dit document is onderhevig aan wijzigingen zonder kennisgeving. De
in dit document beschreven software wordt ter beschikking gesteld onder een
licentieovereenkomst of een geheimhoudingsovereenkomst. De software mag
uitsluitend overeenkomstig de voorwaarden van deze overeenkomsten worden
gebruikt of gekopieerd. Niets van deze publicatie mag op welke wijze dan ook worden
gereproduceerd zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van I.R.I.S. NV.
De barcodedetectiefunctie is aangeleverd door Dynamsoft Corporation.
Handelsmerken
Microsoft is een in de V.S. geregistreerd handelsmerk van Microsoft Corporation.
Windows, Windows Vista, Windows 7 en Windows 8 zijn geregistreerde handelsmerken
of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere
landen.
OneDrive en het bijbehorende logo zijn handelsmerken van Microsoft Corporation.
Evernote en het Evernote-logo zijn handelsmerken van Evernote Corporation.
Dropbox en het Dropbox-logo zijn geregistreerde handelsmerken van Dropbox, Inc.
Google en het Google-logo zijn geregistreerde handelsmerken van Google Inc.
Facebook en het Facebook-logo zijn geregistreerde handelsmerken van Facebook, Inc.
Microsoft en Windows zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
De overige in dit document vermelde namen en producten kunnen handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken zijn van de respectieve ondernemingen.
2
Inhoudsopgave
1. Overzicht .......................................................................... 4
2. Installeren van Button Manager ....................................... 4
3 Scannen via de knoppen ................................................... 5
3.1 Opstarten van Button Manager ...................................................... 5
3.2 Gebruik van de standaardknoppenconfiguraties................................ 6
3.3 Controleren van de knopconfiguraties vóór het scannen .................... 7
3.4 Scannen met één druk op de knop ................................................. 9
3.4.1 Gebruik van het Knoppenpaneel .............................................................9
4 Configureren van de knoppen ........................................ 11
4.1 Openen van het dialoogvenster Button Properties (Knopeigenschappen)
11
4.2 Het tabblad Basic (Basis) ............................................................ 12
4.2.1 De naam van de knop ............................................................................... 13
4.2.2 De optie Image Mode (Beeldmodus) ................................................... 14
4.2.3 De optie Scan Parameters (Scanparameters) .................................. 15
4.2.4 De optie File Location (Bestandslocatie) ............................................ 16
4.3 Het tabblad Image Adjustment (Beeldaanpassing).......................... 19
4.4 Het tabblad Color Dropout (Kleurverwijdering) ............................... 21
4.4.1 Opgeven van de RGB-waarden .............................................................. 21
4.4.2 Selecteren van uw kleur ........................................................................... 22
4.5 Het tabblad Image Processing (Beeldverwerking) ........................... 23
4.6 Button Manager configureren om beelden naar een opgegeven printer te
versturen .................................................................................. 25
4.7 Button Manager configureren om beelden naar een opgegeven
e-mailprogramma te uploaden ..................................................... 28
4.8 Button Manager configureren om beelden naar een FTP-server te
uploaden ................................................................................... 31
4.9 Button Manager configureren om beelden naar een Microsoft SharePoint
Server / Office 365 te uploaden ................................................... 33
4.10 Button Manager configureren om beelden naar Google Drive te uploaden
36
4.11 Button Manager configureren om beelden naar Evernote te uploaden 38
4.12 Button Manager configureren om beelden naar Dropbox te uploaden 39
4.13 Button Manager configureren om beelden naar OneDrive te uploaden40
4.14 Button Manager configureren om beelden naar Facebook te uploaden42
4.15 Button Manager configureren om beelden naar een gedeelde map te
uploaden ................................................................................... 43
4.16 Mogelijke foutmeldingen ............................................................. 44
4.17 Toevoegen van een nieuwe bestemmingstoepassing ....................... 46
4.18 Werken met profielen ................................................................. 47
4.19 Gebruik van het menu Options (Opties) ........................................ 48
4.19.1 Het tabblad Settings (Instellingen) ...................................................... 49
4.19.2 Het tablad Others (Overig) ...................................................................... 50
Gebruikershandleiding
Overzicht
3
4.19.3 Het tabblad Scan Count (Aantal scans) ..............................................51
4.19.4 Het tabblad Advanced (Geavanceerd) ................................................52
4.19.5 Het tabblad Scanner Info (Scannerinfo) ............................................53
4.19.6 Het tabblad About (Over).........................................................................53
4.20 Verwijderen van het Button Manager-pictogram uit het systeemvak 54
5. Bediening......................................................................... 55
5.1 Direct invoegen van een beeld in een softwaretoepassing ............... 55
5.2 Uw bestand 'slepen en neerzetten' bij een specifieke knop .............. 56
5.3 Verzenden van een foutenrapport ................................................ 57
4
1. Overzicht
Met Button Manager kunt u gemakkelijk documenten scannen en deze versturen naar
uw favoriete softwaretoepassingen en cloudbestemmingen. Dit gebeurt allemaal met
slechts één druk op de knop op de scanner.
Met de nieuwe Button Manager kunt u:
- Uw documenten direct naar Readiris Pro 14 scannen.
- Beelden naar een geopende toepassing scannen.
- Beelden naar andere toepassingen van uw keuze scannen.
- Documenten naar een printer versturen.
- Documenten via mail verzenden.
- Nieuwe knoppen configureren om documenten naar verschillende
cloudbestemmingen te versturen.
2. Installeren van Button Manager
Systeemvereisten
Windows
Component
Vereiste
Computer en processor
1GHz-processor of hoger.
Geheugen
Minimaal 1 GB RAM.
Harde schijf
Minimaal 500 MB vrije ruimte op de harde schijf. 1 GB vrije
ruimte op de harde schijf is aanbevolen.
Besturingssystemen
Windows 10, Windows 8.1, Windows 8, Windows 7,
Windows Vista, Windows XP (vanaf Service Pack 3). Alle
32- of 64-bits.
Windows 7 of hoger is aanbevolen.
Overige
Dvd-romstation of internetverbinding.
Ten minste één vrije USB-poort.
Let op: Installeer de software vóór u de scanner aansluit op uw computer. Zie
indien nodig de Verkorte handleiding voor meer informatie.
Gebruikershandleiding
Installeren van Button Manager
5
3 Scannen via de knoppen
U hoeft alleen maar op de Scan-knop van de scanner te drukken om uw documenten te
scannen en te versturen naar de opgegeven bestemmingstoepassing. Voor u scant
echter, is het aanbevolen de configuratie van de knoppen te controleren om zeker te
zijn van de juiste bestandsindeling en bestemmingstoepassing.
3.1 Opstarten van Button Manager
1. Nadat Button Manager en de scannerdriver succesvol geïnstalleerd zijn op uw
computer, wordt het Button Manager-pictogram weergegeven in het
Windows-systeemvak in de rechterbenedenhoek van uw computerscherm.
2. Klik met de linkermuisknop op het Button Manager-pictogram om het volgende
Knoppenpaneel te openen.
3. De standaardknop is aangegeven met een groen vinkje. Om een andere knop te
selecteren als standaardknop, klikt u op het cijfer ervoor. Het vinkje wordt nu
verplaatst naar deze knop.
Opmerking:
Button Manager kan ook als volgt opgestart worden via de programmalijst:
Starten>Alle programma's>IRIS Button Manager>Button Manager V2.
Hier staat uw
scannermodel
aangegeven.
Status
Gereed
6
3.2 Gebruik van de standaardknoppenconfiguraties
De scanner wordt uitgeleverd met negen voorgeconfigureerde knopinstellingen voor
uw meest voorkomende taken, zoals scannen naar Readiris, scannen naar een andere
toepassing, scannen naar e-mail. In de volgende tabel staan de standaardinstellingen.
U kunt elk van deze instellingen wijzigen.
Knop
Numme
r
Naam
Bestemmings-
toepassing
Voorgeconfigureerde
scaninstellingen
1
Readiris Pro 14
Selecteer deze knop om
de documenten direct
naar Readiris te
versturen voor
tekstherkenning.
Kleur, 300 dpi, Enkelzijdig, JPEG,
Automatisch bijsnijden
2
Scan to PDF
(Scannen naar
PDF)
Selecteer deze knop om
documenten als PDF te
scannen en uw standaard
PDF-lezer te openen.
Er wordt ook een kopie
opgeslagen in:
Afbeeldingen\IRIScan
Express
Automatisch, 300 dpi,
Enkelzijdig, PDF, Automatisch
bijsnijden
3
Dropbox
Selecteer deze knop om
beelden te versturen naar
uw Dropbox-account.
Automatische kleurdetectie, 200
dpi, Enkelzijdig, JPEG,
Automatisch bijsnijden
4
Evernote
Selecteer deze knop om
beelden te versturen naar
uw Evernote-account.
Automatische kleurdetectie, 200
dpi, Enkelzijdig, JPEG,
Automatisch bijsnijden
5
Google Drive
Selecteer deze knop om
beelden te versturen naar
uw Google
Drive-account.
Automatische kleurdetectie, 200
dpi, Enkelzijdig, JPEG,
Automatisch bijsnijden
6
FTP
Selecteer deze knop om
beelden te versturen naar
een FTP-server.
Automatische kleurdetectie, 200
dpi, Enkelzijdig, JPEG,
Automatisch bijsnijden
7
Easy Mail
Selecteer deze knop om
uw beelden te verzenden
als bijlage via uw
opgegeven
e-mailprogramma.
Automatische kleurdetectie, 200
dpi, Enkelzijdig, JPEG,
Automatisch bijsnijden
Gebruikershandleiding
Installeren van Button Manager
7
8
Scan to App
(Scannen naar
toepassing)
Selecteer deze knop om
beelden te versturen naar
een opgegeven
toepassing (standaard:
Microsoft Paint).
Automatische kleurdetectie, 200
dpi, Enkelzijdig, JPEG,
Automatisch bijsnijden
9
Archive
(Archiveren)
Selecteer deze knop om
beelden op te slaan in
een map op uw computer.
Automatische kleurdetectie, 200
dpi, Enkelzijdig, JPEG,
Automatisch bijsnijden
Opmerking:
Voor een correct gebruik van de standaardinstellingen moet uw computer
beschikken over een internetverbinding en moet u de nodige
softwaretoepassingen, zoals een e-mailprogramma, of de printer installeren vóór u
Button Manager installeert.
Om uw gescande beelden naar een netwerkserver te kunnen versturen, zoals FTP,
Microsoft SharePoint of Google Drive, moet uw computer beschikken over een
internetverbinding en moet u toegang hebben tot de netwerkserver. Hiervoor moet
u bijvoorbeeld eerst een gebruikersnaam en wachtwoord aanmaken.
Microsoft .NET Framework: Om uw gescande beelden correct naar een
netwerkserver te versturen, is Microsoft .NET Framework 2.0 of hoger vereist.
(Controleer het programma en de versie via
Starten>Configuratiescherm>Programma's en onderdelen. Er verschijnt een lijst
met programma's. Als u Microsoft .NET Framework geïnstalleerd heeft, dan staat
het programma met de versie in de lijst.).
Google Drive: Google stelt een service voor het hosten, beheren en bewerken van
documenten, genaamd Google Drive, ter beschikking van elke gebruiker die een
account aangemaakt heeft op de Google-website (http://drive.google.com).
Microsoft SharePoint: Microsoft SharePoint is een door Microsoft ontwikkelde
samenwerkings- en documentbibliotheektool voor het delen van bestanden en
webpublicatie. Het kan zijn dat u contact moet opnemen met uw systeembeheerder
voor de juiste URL voor de SharePoint-server. Uw systeembeheerder zal u ook
toegang verlenen tot SharePoint en u een geldige gebruikersnaam en wachtwoord
geven.
3.3 Controleren van de knopconfiguraties vóór het scannen
1. Nadat Button Manager en de scannerdriver succesvol geïnstalleerd zijn op uw
computer, wordt het Button Manager-pictogram weergegeven in het
Windows-systeemvak in de rechterbenedenhoek van uw computerscherm.
8
2. Klik met de linkermuisknop op het Button Manager-pictogram om het volgende
Knoppenpaneel te openen.
3. De eerste vijf scanknoppen van het Knoppenpaneel worden weergegeven. Klik met
de rechtermuisknop op de knop die u wilt controleren; het venster Button
Properties (Knopeigenschappen) verschijnt.
Als u instellingen wilt wijzigen, dan kunt u in dit venster de instelling resetten voor
de bestandsindeling, de bestemmingstoepassing of andere scaninstellingen. Zie
'Configureren van de knoppen' in het volgende hoofdstuk voor het resetten van de
instellingen.
4. Klik op de knop OK om het venster af te sluiten.
Map- en
bestandsna
am voor het
gescande
beeld
Deelvenster
voor het
selecteren
van de
beeldmodus
Basisscanpar
ameters
Naam van de geselecteerde knop
Scanbeste
mming en
instellingen
Hier staat uw
scannermodel
aangegeven.
Naam van
de knop
Gebruikershandleiding
Installeren van Button Manager
9
Opmerking:
Als het Button Manager-pictogram niet weergegeven wordt in het
Windows-systeemvak, schakel dan uw scanner uit en weer in. Het Button
Manager-pictogram wordt dan weergegeven in het Windows-systeemvak in de
rechterbenedenhoek.
3.4 Scannen met één druk op de knop
1. Stel de papiergeleider in op de breedte van het papier en voer het document in in
de automatisch documentinvoer met de bedrukte kant naar boven en de bovenkant
eerst.
2. Druk eenmaal op de aan-uitknop.
3.4.1 Gebruik van het Knoppenpaneel
Klik met de linkermuisknop op het Button Manager-pictogram in het
Windows-systeemvak in de rechterbenedenhoek van het scherm. Het Knoppenpaneel
verschijnt.
Het Button Manager-pictogram
Het
functiepictogram
Klik op de pijlen
om door de 9
knoppen heen te
lopen.
Het
knopnummer
10
Via dit paneel kunt u de scanconfiguraties controleren, een scan starten en de
scanconfiguraties wijzigen.
1. Om een scanconfiguratie te controleren, klikt u met de rechtermuisknop op het
gewenste functiepictogram. Het venster Button Properties (Knopeigenschappen)
met de voorgeconfigureerde scanconfiguratie verschijnt.
2. Om een scan te starten, klikt u op het gewenste functiepictogram. De scanner
begint te scannen en levert het gescande document af bij de door u geselecteerde
bestemmingstoepassing.
3. Om een scanconfiguratie te wijzigen, klikt u met de rechtermuisknop op het
gewenste functiepictogram. Het venster Button Properties (Knopeigenschappen)
verschijnt, waarin u de knopfunctie en de bijbehorende instellingen kunt
aanpassen.
4. Om door alle 9 knoppen heen te lopen, klikt u op de pijltoetsen.
5. Om het Knoppenpaneel te sluiten, klikt u op de knop Sluiten () in het
Knoppenpaneel.
Gebruikershandleiding
Bediening
11
4 Configureren van de knoppen
In Button Manager kunt u de knoppen aanpassen, onder meer de scanprofielen, de
bestemmingstoepassingen en hoe bestanden opgeslagen worden en welke naam ze
krijgen.
4.1 Openen van het dialoogvenster Button Properties
(Knopeigenschappen)
Voor elk van de negen knoppen kunt u een nieuwe configuratie selecteren in het
dialoogvenster Button Properties (Knopeigenschappen).
Om het dialoogvenster Button Properties (Knopeigenschappen) te openen:
1. Klik met de linkermuisknop op het Button Manager-pictogram in het systeemvak in
de rechterbenedenhoek van het scherm. Het Knoppenpaneel verschijnt.
2. Klik met de rechtermuisknop op de knop waarvan u de instellingen wilt wijzigen.
Het dialoogvenster Button Properties (Knopeigenschappen) verschijnt.
Bediening
12
3. Op het tabblad Basic (Basis) kunt u uw basisscanparameters selecteren,
waaronder de beeldmodus, de resolutie, het papierformaat, het bestandspad en de
bestandsnaam en de gewenste scanbestemming.
4. Op het tabblad Image Adjustment (Beeldaanpassing) kunt u de gewenste
waarde voor de helderheid en het contrast selecteren om uw gescande beeld te
verbeteren.
5. Op het tabblad Color Dropout (Kleurverwijdering) kunt u het gewenste
kleurkanaal kiezen dat verwijderd moet worden om de tekst scherper te maken.
6. Op het tabblad Image Processing (Beeldverwerking) kunt u kiezen of u uw beeld
wilt draaien of lege pagina's wilt verwijderen.
7. Klik op OK om uw instellingen op te slaan en dit venster te sluiten.
4.2 Het tabblad Basic (Basis)
Op het tabblad Basic (Basis) kan het merendeel van de instellingen van de knop
uitgevoerd worden. Op het tabblad Basic (Basis) kunt u de basisinstellingen voor de
knop opgeven, zoals de basisscanparameters, de bestandsindeling en het pad en de
scanbestemming voor het gescande beeld.
Het tabblad Basic (Basis) bevat de volgende opties:
Gebruikershandleiding
Bediening
13
4.2.1 De naam van de knop
In het veld met de naam van de knop kunt u de naam wijzigen. Typ de gewenste naam
in het veld. De nieuwe naam wordt dan weergegeven in het Knoppenpaneel.
U kunt de naam van de knop ook als volgt wijzigen:
1. Klik in het Knoppenpaneel met de rechtermuisknop op het knopnummer van de
knop waarvan u de naam wilt wijzigen. De naam van de knop wordt
geaccentueerd.
2. Typ de gewenste knopnaam in het veld en druk vervolgens op de 'Enter'-toets van
uw toetsenbord. Bijvoorbeeld 'Mijn printer'.
3. De nieuwe naam is gewijzigd en wordt weergegeven in het Knoppenpaneel zoals
weergegeven.
Bediening
14
4.2.2 De optie Image Mode (Beeldmodus)
Image Mode (Beeldmodus): Selecteer de juiste beeldmodus voor het gescande
beeld. Opties: Auto Color Detection (Automatische kleurdetectie), Color (Kleur),
Gray (Grijs) en Black and White (Zwart-wit).
Auto Color
Detection
(Automatisch
kleurdetectie)
Selecteer deze optie om automatisch te detecteren en uw
kleurendocument te scannen in de kleurbeeldmodus. Als uw
document in kleur is, dan scant de scanner het document naar een
kleurenbeeld. Als uw document niet in kleur is, dan scant de
scanner uw document in de zwart-witmodus. Deze optie is nuttig
als u een gemengd document heeft stukken met kleur en zonder
kleur.
Color (Kleur)
Selecteer Color (Kleur) voor het scannen van foto's of
kleurendocumenten. Bij kleurenscans is de bestandsgrootte het
grootst.
Gray (Grijs)
Selecteer Gray (Grijs) voor het scannen van documenten met
tekeningen of zwart-witfoto's. Deze scanmodus produceert beelden
van maximaal 256 grijstinten.
Black and
White
(Zwart-wit)
Selecteer Black and White (Zwart-wit) voor het scannen van
documenten met alleen tekst, potlood of inktschetsen. Deze
scanmodus produceert de kleinste bestandsgrootte.
Gebruikershandleiding
Bediening
15
4.2.3 De optie Scan Parameters (Scanparameters)
Resolution (Resolutie):
De resolutie wordt aangegeven in pixels per inch (ppi) (soms ook dots per inch of dpi).
Een hogere resolutie zorgt voor meer details in de scan, langzamer scannen en meestal
grotere bestandsgroottes. Een A4-kleurenbeeld gescand met 300 dpi in kleurenmodus
gebruikt bijvoorbeeld 25 MB aan schijfruimte. Als er OCR (optische tekenherkenning)
uitgevoerd moet worden op een scan, dan moet voor de meeste talen 300 dpi worden
gebruikt, met uitzondering van Aziatische talen. Voor Aziatische talen wordt 400 dpi
aanbevolen.
Verplaats de schuifregelaar naar de optimale resolutie. De standaardwaarde is 200 dpi.
De beschikbare resoluties zijn 75, 100, 150, 200, 300, 400 en 600. (Opties verschillen
afhankelijk van het type scanner.)
Resolutie: 100 dpi
Resolutie: 200 dpi
Paper Size (Papierformaat):
Selecteer het optimale scanformaat. Opties: Auto Crop and Deskew (Automatisch
bijsnijden en rechtzetten), Scanner Maximum (Scannermaximum), US Letter- 8,5" x
11", US Legal 8,5" x 14", ISO A4 21 x 29,7 cm, ISO A5 14,8 x 21 cm, ISO A6
10,5 x 14,8 cm, ISO A7 7,4 x 10,5 cm, ISO B5 17,6 x 25 cm, ISO B6 12,5 x 17,6
cm, ISO B7 8,8 x 12,5 cm, JIS B5 18,2 x 25,7 cm, JIS B6 12,8 x 18,2 cm, JIS B7
9,1 x 12,8 cm. Opmerking: De opties verschillen afhankelijk van het type scanner.
Auto Crop and Deskew (Automatisch bijsnijden en rechtzetten): Past het
bijsnijdgebied automatisch aan aan de verschillende documentformaten en zet scheve
beelden automatisch recht. Gebruik deze optie voor batches met documenten van
verschillende formaten.
Duplex (Dubbelzijdig):
Selecteer 'Duplex' (Dubbelzijdig) om zowel de voor- als achterzijde van uw document
te scannen. Controleer voor u 'Duplex' (Dubbelzijdig) selecteert of u een dubbelzijdige
scanner heeft.
Use TWAIN (TWAIN gebruiken):
Vink aan om te scannen op basis van de TWAIN-gebruikersinterface van de scanner.
Klik op 'Setup' (Instellen) om de TWAIN-gebruikersinterface van de scanner te openen
voor meer geavanceerde scaninstellingen.
Bediening
16
4.2.4 De optie File Location (Bestandslocatie)
Directory (Map):
Voer het pad in of klik op 'Browse' (Bladeren) om het pad voor uw gescande beeld te
selecteren. Standaard: C:\Gebruikers\<UwGebruikersnaam>\Afbeeldingen\IRIS
IRIScan Express4\Button# (C is uw systeemstation).
File Name (Bestandsnaam):
De bestandsnaam van uw gescande beeld bestaat uit een teksttekenreeks (standaard:
Image) en een numeriek achtervoegsel. Dit achtervoegsel wordt automatisch
gegenereerd om de bestandsnamen uniek te maken, bijvoorbeeld Image_0001. U kunt
de standaardreeks wijzigen door uw eigen tekst op de plaats van de
standaardbestandsnaam in te voeren 'Doc####'.
Of u kunt de datum en tijd toevoegen aan de huidige bestandsnaam door de optie
'More' (Meer) te selecteren. U heeft de keuze uit Date (Datum), Time (Tijd), Year
(Jaar), Month (Maand), Day (Dag), Hour (Uur), Minute (Minuten), Second
(Seconden), Day of Week (Dag van de week), Barcode
(TWAIN-ondersteuning). De datum wordt weergegeven in de notatie JJJJMMDD
(jaar, maand en dag). De tijd wordt weergegeven in de notatie UUMMSS (uur, minuten,
seconden). Als u bijvoorbeeld de datum en tijd selecteert, dan wordt de bestandsnaam
weergegeven als Image_000720110308175239.pdf (20110308 is de datum en
175239 is de tijd).
De volgende tokens zijn beschikbaar voor gebruik:
Token
Wordt geconverteerd naar
#
Nummerteller
Date
(Datum)
Huidig jaar + maand + dag, 4 cijfers + 2 cijfers + 2 cijfers
Time (Tijd)
Huidig uur + minuten + seconden, 2 cijfers + 2 cijfers + 2
cijfers
Year (Jaar)
Huidig jaar, 4 cijfers
Month
(Maand)
Huidige maand, 01-12
Day (Dag)
Huidige dag, 01-31
Hour (Uur)
Huidig uur, 1-24
Minute
(Minuten)
Huidige minuten, 1-60
Second
(Seconden)
Huidige seconden, 1-60
DayofWeek
(Dag van de
week)
Huidige dag van de week, 1-7
Week#
(Weeknr.)
Huidig weeknummer, 1-53
Barcode
Herkende barcode uit het document
Gebruikershandleiding
Bediening
17
Bestandsindeling:
De bestandsindeling die u geselecteerd heeft, bepaalt de bestandsindeling van het
gescande beeld van uw document.
Selecteer uw optimale bestandsindeling voor het betreffende knopnummer. U heeft
de keuze uit BMP, PNG, GIF, JPEG, PDF van enkele pagina, PDF van meerdere pagina's,
TIFF op meerdere pagina's en TIFF.
BMP:
BMP is de standaard Windows-afbeeldingsindeling bij DOS- en Windows-compatibele
computers. De BMP-indeling ondersteunt de kleursystemen RGB, geïndexeerde
kleuren, grijstinten en bitmap.
GIF:
De indeling GIF (Graphics Interchange Format) is vooral ontwikkeld voor
internetgebruik, meer bepaald vanwege de compacte bestandsgrootte. De indeling is
enkel geschikt voor het snel laden van webpagina's. Tegenwoordig wordt GIF alom
gebruikt op het World Wide Web, zowel voor stilstaande afbeeldingen als animaties.
Een GIF-bestand kan maximaal 256 kleuren hebben, waardoor het ongeschikt is voor
kleurenfoto's. Het gebruik is het beste geschikt voor kleurenillustraties,
zwart-witlijntekeningen of afbeeldingen met grote vlakken in effen kleuren.
PNG:
De indeling PNG (Portable Network Graphic) is ook een bitmap van geïndexeerde
kleuren met verliesloze compressie, maar zonder copyrightbeperkingen; algemeen
gebruikt voor het opslaan van graphics voor webafbeeldingen. PNG is beter dan GIF
vanwege de betere compressie en de ondersteuning van miljoenen kleuren.
PNG-bestanden eindigen op de extensie .png.
TIFF:
De indeling TIFF (The Tagged-Image File Format) is een flexibele
bitmapafbeeldingsindeling die ondersteund wordt door bijna alle teken-,
beeldbewerkings- en paginaopmaaktoepassingen. Ook kunnen bijna alle
desktopscanners TIFF-afbeeldingen maken. Om uw bestandsgrootte te comprimeren,
klikt u op de knop 'Properties' (Eigenschappen). Verplaats de schuifregelaar naar
rechts of naar links om het compressieniveau hoger of lager in te stellen. Hoe hoger
het compressieniveau, hoe geringer de beeldkwaliteit.
TIFF op meerdere pagina's:
TIFF op meerdere pagina's (Multi-TIFF) voegt alle gescande beelden samen in één
TIFF-bestand.
JPEG:
JPEG (Joint Photographic Experts Group)-compressie geeft de beste resultaten bij
kleuren met doorlopende tinten en de kleinste bestandsgrootte. Om uw
bestandsgrootte te comprimeren, klikt u op de knop 'Properties' (Eigenschappen).
Verplaats de schuifregelaar naar rechts of naar links om het compressieniveau hoger of
lager in te stellen. Hoe hoger het compressieniveau, hoe geringer de beeldkwaliteit.
Bediening
18
PDF van enkele pagina/PDF van meerdere pagina's:
PDF (Portable Document Format) is een zeer populaire bestandsindeling gebruikt door
Adobe. U kunt PDF-bestanden weergeven met Adobe Acrobat of Adobe Reader.
PDF van meerdere pagina's:
PDF van meerdere pagina's (Multi-PDF) voegt alle gescande beelden samen in één
PDF-bestand.
De volgende tabel geeft u een idee van de bestandsgrootte versus de bestandsindeling.
Om een A4-kleurenbeeld te scannen met 200 dpi:
Bestandsindeling
BMP
TIFF
PDF
JPEG
GIF
Bestandsgrootte
10 MB
10 MB
53 kB
212 kB
1,3 MB
Scan Count (Scanteller):
Toont het totale aantal scans.
Destination (Bestemming):
Selecteer de bestemming waarnaar u uw gescande beeld wilt versturen.
Opties: Dropbox, Email (uw standaard e-mailprogramma), Easy Mail, Evernote,
Facebook, FTP, Google Drive, iScan (Image), Archive (Archief), Office 365, Printer (uw
standaardprinter), Shared Folder (Gedeelde map), SharePoint, Scan to App (Scannen
naar toepassing), OneDrive.
Configuration (Configuratie):
Om uw gescande beeld te uploaden naar een netwerkbestandsserver, moet u
'Configuration' (Configuratie) selecteren en uw accountgegevens invoeren. Als u
bijvoorbeeld beelden wilt uploaden naar Google Drive, dan moet u een Google-account
maken.
Gebruikershandleiding
Bediening
19
4.3 Het tabblad Image Adjustment (Beeldaanpassing)
Op het tabblad Image Adjustment (Beeldaanpassing) kunt u de kleurkwaliteit van
het beeld aanpassen zodat het zoveel mogelijk op het origineel lijkt.
Opmerking: Het is aanbevolen om Document als Color Profile (Kleurprofiel) te
selecteren voor optimale kleuren.
Gamma
Past de middentinten van het beeld aan zonder dat de lichtste en donkerste gedeelten
aanzienlijk gewijzigd worden.
Als de gammawaarde gewijzigd wordt, dan wijzigt het beeld overeenkomstig.
Gammawaarde: 1,0
Gammawaarde: 1,4
Gammawaarde: 2,0
Bediening
20
Brightness (Helderheid) en Contrast
Brightness
(Helderheid)
Maakt een beeld lichter of donkerder. Hoe hoger de waarde,
hoe lichter het beeld. Verplaats de schuifregelaar naar rechts
of naar links om de helderheid hoger of lager in te stellen. De
standaardwaarde is 0.
Contrast
Past het bereik tussen de donkerste en de lichtste tinten in het
beeld aan. Hoe hoger het contrast, hoe meer verschillende
grijstinten. Verplaats de schuifregelaar naar rechts of naar links
om het contrast hoger of lager in te stellen. De standaardwaarde
is 0.
Helderheid: -50
Helderheid: 0
(normaal)
Helderheid: +50
Contrast: -50
Contrast: 0
(normaal)
Contrast: +50
Als de waarde bij Highlight (Licht) en Shadow (Schaduw) gewijzigd
wordt, dan wijzigt het beeld overeenkomstig.
Licht: 255/Schaduw: 0 (normaal)
Licht: 210/Schaduw: 10
Licht: 200/Schaduw: 0
Licht: 255/Schaduw: 50
Gebruikershandleiding
Bediening
21
4.4 Het tabblad Color Dropout (Kleurverwijdering)
Op het tabblad Color Dropout (Kleurverwijdering) kunt u een kleurkanaal uitfilteren
(rood, groen of blauw). Als u bijvoorbeeld een document met een rood watermerk
scant, dan kunt u het rode kanaal uitfilteren zodat op het gescande beeld enkel de tekst
weergegeven wordt zonder het rode watermerk. Door het verwijderen van kleuren van
de scan kan de scanbestandsgrootte teruggebracht worden en het resultaat van de
optische tekenherkenning (OCR) verbeterd worden.
Opmerking:
Kleurverwijdering is enkel van toepassing bij grijze en zwart-witscans.
4.4.1 Opgeven van de RGB-waarden
U kunt de kleur die verwijderd moet worden opgeven door de betreffende RGB-waarde
(Red (Rood), Blue (Blauw) en Green (Groen)) op te geven. Klik op de knop Clear
(Wissen) om uw kleur te resetten.
Bediening
22
4.4.2 Selecteren van uw kleur
U kunt de volgende procedure proberen om uw kleur effectief te selecteren.
1. Als de scan klaar is, sleep dan het gescande beeld naar Button Manager.
2. Vink 'Use a Magnifier' (Vergrootglas gebruiken) aan en selecteer uw specifieke
kleur op het gescande beeld. De RGB-waarde van de kleur wordt weergegeven.
3. Selecteer 'OK' om te voltooien.
Origineel
Verwijdering blauw kleurkanaal
Gebruikershandleiding
Bediening
23
4.5 Het tabblad Image Processing (Beeldverwerking)
Het tabblad Image Processing (Beeldverwerking) bevat de volgende opties.
Bediening
24
Image Rotation/Flip (Beeld draaien/spiegelen)
Selecteer indien nodig de draaiingshoek voor uw document.
Opties: None (Geen), 90 degrees left (90 graden linksom), 90 degrees right (90
graden rechtsom), 180 degrees around (180 graden horizontaal spiegelen), 180
degrees flipped (180 graden draaien).
Origineel
90 graden rechtsom
90 graden linksom
180 graden
horizontaal spiegelen
180 graden draaien
Blank Page Removal (Lege pagina's verwijderen):
Als u de lege pagina's wilt verwijderen, vink dan de optie Blank Page Removal (Lege
pagina's verwijderen) aan en stel de gevoeligheid in om de drempelwaarde op te
geven.
Gebruikershandleiding
Bediening
25
4.6 Button Manager configureren om beelden naar een opgegeven printer
te versturen
Met Button Manager V2 kunt u documenten scannen en de gescande documenten naar
een opgegeven printer versturen. Indien gewenst kunt u ook twee beelden op één kant
van een vel afdrukken.
Om Button Manager te configureren om beelden naar een opgegeven printer te
uploaden:
1. Klik op het Button Manager-pictogram ( ) om het Knoppenpaneel te openen.
2. Klik met de rechtermuisknop op de knop die u wilt configureren.
3. Selecteer in de lijst Destination (Bestemming) de optie Printer.
4. Klik op 'Configuration' (Configuratie). Het dialoogvenster Printer
Configurations (Printerconfiguraties) verschijnt.
Bediening
26
5. Als u uw beelden op een andere printer wilt afdrukken dan de standaardprinter,
selecteer dan de gewenste printer in de lijst. Klik op 'Properties'
(Eigenschappen) om het dialoogvenster 'Properties' (Eigenschappen) te openen
om de gewenste afdrukinstellingen te wijzigen en klik op OK om te voltooien en
het dialoogvenster af te sluiten.
6. Klik op 'Options' (Opties) om het dialoogvenster 'Options' (Opties) te openen.
Gebruikershandleiding
Bediening
27
Auto Color Detection (Automatisch kleurdetectie):
Het beeldtype van het gescande beeld wordt automatisch gedetecteerd en de beelden
worden afgedrukt overeenkomstig het beeldtype. Als het gescande beeld bijvoorbeeld
in kleur is, dan wordt het beeld in kleur afgedrukt als de opgegeven printer een
kleurenprinter is; als het gescande beeld in zwart-wit is, dan wordt het beeld in
zwart-wit afgedrukt.
Duplex Printing (for duplex printers) (Dubbelzijdig afdrukken (bij
dubbelzijdige printers))
Vink aan om de gescande beelden op zowel de voor- als de achterkant van een pagina
af te drukken. Deze optie is enkel beschikbaar als de opgegeven printer een
dubbelzijdige (duplex) printer is.
Print two images on the same page (for duplex scanner only) (Twee
beelden op dezelfde pagina afdrukken (enkel bij dubbelzijdige
printers)
Vink aan om twee beelden op hetzelfde vel af te drukken. Deze optie is handig als u de
voor- en achterkant van uw origineel, bijvoorbeeld van een id-kaart of rijbewijs, op
dezelfde pagina wilt afdrukken. Als u een dubbelzijdige scanner heeft, gebruik deze
optie dan om de twee kanten van uw origineel op dezelfde kant van het vel af te
drukken.
7. Klik op 'OK' om te voltooien en het dialoogvenster af te sluiten.
Bediening
28
4.7 Button Manager configureren om beelden naar een opgegeven
e-mailprogramma te uploaden
Met Button Manager V2 kunt u op een eenvoudige manier uw document scannen en het
als bijlage verzenden naar een opgegeven e-mailprogramma. Door van tevoren de
gewenste geadresseerde en het onderwerp in te typen kan het gescande beeld met één
klik direct verzonden worden naar de geadresseerde.
Het kan zijn dat u contact moet opnemen met uw systeembeheerder voor het IP-adres
van uw mailserver.
Om Button Manager te configureren om beelden naar een opgegeven
e-mailprogramma te uploaden:
1. Klik op het Button Manager-pictogram ( ) om het Knoppenpaneel te openen.
2. Klik met de rechtermuisknop op knopnummer 7 om het dialoogvenster Button
Properties (Knopeigenschappen) te openen zoals hieronder weergegeven.
3. Klik op 'Configuration' (Configuratie). Het dialoogvenster 'Mail Configuration'
(E-mailconfiguratie) verschijnt.
Gebruikershandleiding
Bediening
29
- Voer het e-mailadres van de afzender en de geadresseerde in.
- Typ uw onderwerp en het bericht in in het veld Subject (Onderwerp) en het veld
Message (Bericht).
- Voer indien gewenst e-mailadressen in in de velden CC en BCC.
4. Klik op het tabblad 'SMTP Server' om de SMTP-instellingen weer te geven.
- SMTP Server (SMTP-server): Voer het IP-adres van uw SMTP-server in.
- Port (Poort): Voer het poortnummer van uw SMTP-server in. Standaard: 25
- Als voor de SMTP-server verificatie vereist is, vink dan 'Server requires
authentication' (Voor deze server is verificatie vereist) aan en voer vervolgens
uw accountnaam en wachtwoord in.
- Als er een maximale bestandsgrootte is, voer dan de maximale grootte in in het
veld 'File Separation' (Bestand opsplitsen).
5. U kunt uw e-mailadressen voor de velden 'To' (Aan), 'CC' en 'BCC' opzoeken op
de LDAP-server door op het tabblad 'Address Book' (Adresboek) te klikken om
de LDAP-instellingen weer te geven.
Bediening
30
- LDAP Server (LDAP-server): Voer het IP-adres van uw LDAP-server in.
- Port (Poort): Voer het poortnummer van uw LDAP-server in. Standaard: 389
- Als voor de LDAP-server een beveiligde verbinding vereist is, vink dan 'This
server requires a secure connection' (Voor deze server is een beveiligde
verbinding vereist) aan. Neem contact op met uw systeembeheerder voor meer
details.
- Als voor de LDAP-server verificatie vereist is, vink dan 'Server requires
authentication' (Voor deze server is verificatie vereist) aan en voer vervolgens
uw accountnaam en wachtwoord in.
- BASE DN (Basis-DN): Voer uw basis-DN in. De basis-DN (Distinguished Name) is
het startpunt voor het doorzoeken. Een DN geeft aan welk record
weergegeven wordt in een LDAP-boomstructuur. Het hoogste niveau van de
LDAP-directoryboomstructuur is de basis, genaamd de 'basis-DN'. U kunt
bijvoorbeeld als basis dc=com,dc=net opgeven voor een zoekopdracht die
boven start en naar beneden toe verdergaat. Neem contact op met uw
systeembeheerder voor meer details.
- Om te testen of uw LDAP-server correct ingesteld is, klikt u op het tabblad
'E-mail'.
a. Klik op 'To' (Aan), 'CC' of 'Bcc'; er verschijnt een Zoek-dialoogvenster.
b. Voer het trefwoord in voor het zoeken in het veld 'Searching' (Zoeken) .
De zoekresultaten met uw trefwoord verschijnen.
c. Selecteer het gewenste e-mailadres en klik op 'To' (Aan), 'CC' of 'Bcc'
afhankelijk van waar het e-mailadres ingevuld moet worden . Het
e-mailadres wordt gekopieerd naar het geselecteerde veld.
Gebruikershandleiding
Bediening
31
6. Klik op 'OK' om te voltooien.
Opmerking:
LDAP: Staat voor Lightweight Directory Access Protocol. LDAP biedt gebruikers
direct toegang tot directory's en adresboeken vanaf externe netwerkapparaten om
de distributie van documenten te vereenvoudigen.
SSL (Secure Sockets Layer) is een standaardbeveiligingstechnologie voor het
maken van een versleutelde verbinding tussen een server en een client, normaal
een webserver (website) en een browser of een mailserver en een mailclient (vb.
Outlook).
U moet uw e-mailadres bij 'Sender' (Afzender) invoeren. Anders kan het gescande
beeld niet doorgestuurd worden naar de geadresseerde.
4.8 Button Manager configureren om beelden naar een FTP-server te
uploaden
Button Manager V2 biedt de mogelijkheid om documenten te scannen die u wilt delen
en deze te versturen naar een FTP-server. Als het elektronische bestand eenmaal
geüpload is naar een FTP-server, dan kan het gescande document gedeeld worden door
de gebruikers die toegang hebben tot de server.
Het kan zijn dat u contact moet opnemen met uw systeembeheerder voor de juiste URL
voor de FTP-server. Uw systeembeheerder zal u ook toegang verlenen tot de
FTP-server en u een geldige gebruikersnaam en wachtwoord geven.
Om Button Manager te configureren om beelden naar een FTP-server te uploaden:
1. Klik op het Button Manager-pictogram ( ) om het Knoppenpaneel te
openen.
2. Klik met de rechtermuisknop op de knop FTP.
Bediening
32
3. Klik op 'Configuration' (Configuratie). Het dialoogvenster 'FTP
Configuration' (FTP-configuratie) verschijnt.
4. Voer een Hostnaam voor de URL in. De indeling van de URL is
ftp://uwhostnaam/uwsite. Deze is als volgt samengesteld:
Schema ftp.
Host de naam van de server.
Port het poortnummer.
Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in. Neem contact op met uw
systeembeheerder voor machtiging voor het versturen van documenten naar
deze site.
De gebruikersnaam kan een domeinnaam bevatten. Als deze een domeinnaam
bevat, dan moet de indeling voor de gebruiker als volgt zijn:
domein\gebruikersnaam (domeinnaam gevolgd door een backslash en
Gebruikershandleiding
Bediening
33
vervolgens de gebruikersnaam).
Geef een mapnaam op door deze in te voeren of door te Bladeren.
5. Klik op het tabblad 'Proxy' om de Proxy-instellingen weer te geven.
6. Selecteer of u voor uw proxyserver 'Auto Detect' (Autodetectie) of 'Specify
Proxy' (Proxy opgeven) wilt. Als u 'Specify Proxy' (Proxy opgeven)
geselecteerd heeft, voer dan het IP-adres en poortnummer van uw
proxyserver in. Voer indien nodig de gebruikersnaam en het wachtwoord
in. U kunt contact opnemen met uw netwerkbeheerder voor de gegevens
7. Klik op 'OK' om te voltooien. Om te controleren of de account werkt, kunt u op
'Test' (Testen) klikken.
4.9 Button Manager configureren om beelden naar een Microsoft
SharePoint Server / Office 365 te uploaden
SharePoint is een samenwerkings- en documentbibliotheektool. Button Manager V2
biedt de mogelijkheid om documenten te scannen die u wilt delen en deze te versturen
naar de SharePoint-server. Als het elektronische bestand eenmaal geüpload is naar
SharePoint, dan kunt de functies van SharePoint gebruiken om uw gescande
documenten te beheren.
Het kan zijn dat u contact moet opnemen met uw systeembeheerder voor de juiste URL
voor de SharePoint-server. Uw systeembeheerder zal u ook toegang verlenen tot de
SharePoint-site en u een geldige gebruikersnaam en wachtwoord geven.
Om Button Manager te configureren om beelden naar een Microsoft SharePoint-server
te uploaden:
1. Klik op het Button Manager-pictogram ( ) om het Knoppenpaneel te openen.
2. Klik met de rechtermuisknop op de knop die u wilt configureren om het
dialoogvenster Button Properties (Knopeigenschappen) te openen zoals
hieronder weergegeven.
3. Geef de knop de naam SharePoint.
4. Klik op het pijltje omlaag in de lijst Destination (Bestemming) en selecteer
SharePoint.
Bediening
34
5. Klik op 'Configuration' (Configuratie). Het dialoogvenster 'SharePoint
Configuration' (SharePoint-configuratie) verschijnt.
6. Selecteer een aanmeldoptie. Neem contact op met uw systeembeheerder voor
machtiging voor het versturen van documenten naar deze site.
Selecteer Use SharePoint account (SharePoint-account gebruiken) als u naar
de SharePoint-server wilt gaan met een unieke gebruikersnaam en
wachtwoord. Als u deze optie aanvinkt, dan moet u de velden User login
(Gebruikersnaam) en Password (Wachtwoord) invullen.
Selecteer Use Windows login (Windows-aanmelding gebruiken) als u naar de
SharePoint-server wilt gaan met dezelfde gebruikersnaam en wachtwoord die u
gebruikt om aan te melden bij Windows op uw pc.
De gebruikersnaam kan een domeinnaam bevatten. Als deze een domeinnaam
bevat, dan moet de indeling voor de gebruiker als volgt zijn:
domein\gebruikersnaam (domeinnaam gevolgd door een backslash en
vervolgens de gebruikersnaam).
• Voer een Hostnaam voor de URL in. De indeling van de URL is
http://uwhostnaam/uwsite. Deze is als volgt samengesteld:
Gebruikershandleiding
Bediening
35
Schema http.
Hostnaam de naam van de server. Dit kan inclusief een poortnummer zijn.
Site (optioneel; kan ook opgegeven worden in het veld Site Name
(Sitenaam)).
Geef een bibliotheeknaam (Library) of mapnaam (Folder) op door deze in te
voeren of door te Bladeren. Hier kan elke gewenste document- of
afbeeldingsbibliotheek opgegeven worden. Om enkel een lijst met
documentbibliotheken weer te geven bij het bladeren, vinkt u het selectievakje
Show only document libraries (Enkel documentbibliotheken weergeven) aan
in het bladervenster.
7. Klik op het tabblad 'Proxy' om de Proxy-instellingen weer te geven.
8. Selecteer of u voor uw proxyserver 'Auto Detect' (Autodetectie) of 'Specify
Proxy' (Proxy opgeven) wilt. Als u 'Specify Proxy' (Proxy opgeven) geselecteerd
heeft, voer dan het IP-adres en poortnummer van uw proxyserver in. Voer indien
nodig de gebruikersnaam en het wachtwoord in. U kunt contact opnemen met uw
netwerkbeheerder voor de gegevens.
9. Klik op 'OK' om te voltooien. Om te controleren of de account werkt, kunt u op
'Test' (Testen) klikken.
Bediening
36
4.10 Button Manager configureren om beelden naar Google Drive te
uploaden
Om uw beelden te uploaden naar de Google Drive-cloudserver, moet u eerst een Google
Drive-account maken en vervolgens Button Manager configureren.
1. Klik op het Button Manager-pictogram ( ) om het Knoppenpaneel te openen.
2. Klik met de rechtermuisknop op de Google Drive-knop om het dialoogvenster
Button Properties (Knopeigenschappen) te openen zoals hieronder
weergegeven.
3. Selecteer de gewenste bestandsindeling in de lijst: BMP, GIF, JPEG, PNG, PDF van
enkele pagina, PDF van meerdere pagina's.
4. Klik op 'Configuration' (Configuratie). Het dialoogvenster 'Google Drive
Configuration' (Google Drive-configuratie) verschijnt.
5. Klik op Authorize (Toegang verlenen). Voer in het nieuwe venster uw
gebruikersnaam en wachtwoord in.
Convert files to the corresponding Google Drive formats (Bestanden
converteren naar de overeenkomstige Google Drive-indelingen):
a. Deze optie is standaard niet aangevinkt aangezien Google Drive uw gescande
beelden die niet in de bestandsindeling PDF zijn converteert naar de
overeenkomstige Google Drive-indelingen.
b. Wij wijzen u erop dat alleen TIFF of TIFF op meerdere pagina's niet
geconverteerd kunnen worden naar de overeenkomstige Google
Drive-indeling. TIFF-bestanden worden opgeslagen in Google Drive in hun
originele bestandsindeling.
Gebruikershandleiding
Bediening
37
6. Klik op het tabblad 'Proxy' om de Proxy-instellingen weer te geven.
7. Selecteer of u voor uw proxyserver 'Auto Detect' (Autodetectie) of 'Specify
Proxy' (Proxy opgeven) wilt. Als u 'Specify Proxy' (Proxy opgeven) geselecteerd
heeft, voer dan het IP-adres en poortnummer van uw proxyserver in. Voer indien
nodig de gebruikersnaam en het wachtwoord in. U kunt contact opnemen met uw
netwerkbeheerder voor de gegevens.
8. Klik op 'OK' om te voltooien. Om te controleren of de account werkt, kunt u op
'Test' (Testen) klikken.
Opmerking:
Na het scannen en uploaden van uw documenten naar Google Drive verschijnt de
Google-website niet automatisch op uw computerscherm. Volg de volgende stappen
om uw documenten te openen of weer te geven:
Start uw browser op en ga naar de website van Google.
Klik op het pictogram van de Google-apps en selecteer Drive.
Log in met uw Google-account.
Geef uw document weer.
Bediening
38
4.11 Button Manager configureren om beelden naar Evernote te uploaden
Om uw beelden te uploaden naar de Evernote-cloudserver, moet u eerst een
Evernote-account aanmaken en vervolgens Button Manager configureren.
1. Klik op het Button Manager-pictogram ( ) om het Knoppenpaneel te openen.
2. Klik met de rechtermuisknop op de Evernote-knop om het dialoogvenster Button
Properties (Knopeigenschappen) te openen.
3. Klik op 'Configuration' (Configuratie). Het dialoogvenster 'Evernote
Configuration' (Evernote-configuratie) verschijnt.
4. Klik op de knop Authorize (Toegang verlenen) om de Evernote-website te openen
en voltooi vervolgens het inloggen en het verlenen van toegang. Indien succesvol,
dan wordt uw Evernote-account weergegeven in het veld User Name
(Gebruikersnaam) zoals weergegeven.
5. Geef uw notitieboek op in het veld Notebook (Notitieboek) of klik op
(Bladeren) om te zoeken naar uw notitieboek.
6. Klik op het tabblad Proxy. Als uw Evernote-account weergegeven staat in het veld
User Name (Gebruikersnaam), dan is de proxyserver op het tabblad Proxy
automatisch ingesteld op 'Auto detect' (Autodetectie). Indien gewenst kunt u
uw proxyservergegevens opgeven. Neem voor meer informatie contact op met uw
netwerkbeheerder.
7. Klik op OK om uw instellingen op te slaan en af te sluiten.
Klik op Test (Testen) om uw instellingen te testen en te controleren of uw account
actief is.
Klik op Cancel (Annuleren) om dit scherm af te sluiten zonder de wijzigingen op te
slaan.
Gebruikershandleiding
Bediening
39
8. De Evernote-configuratie is voltooid.
4.12 Button Manager configureren om beelden naar Dropbox te uploaden
Om uw beelden te uploaden naar de Dropbox-cloudserver, moet u eerst een
Dropbox-account aanmaken en vervolgens Button Manager configureren.
1. Klik op het Button Manager-pictogram ( ) om het Knoppenpaneel te openen.
2. Klik met de rechtermuisknop op de Dropbox-knop om het dialoogvenster Button
Properties (Knopeigenschappen) te openen.
3. Klik op 'Configuration' (Configuratie). Het dialoogvenster 'Dropbox
Configuration' (Dropbox-configuratie) verschijnt.
4. Klik eerst op de knop Authorize (Toegang verlenen) om de Dropbox-website te
openen en voltooi vervolgens het aanmelden en het verlenen van toegang. Klik
vervolgens op de knop Get Account (Account ophalen) om uw Dropbox-account
op te halen. Indien succesvol, dan wordt uw Dropbox-account weergegeven in
het veld User Name (Gebruikersnaam) zoals weergegeven.
5. Typ in het veld Directory (Map) een naam in of klik op (Bladeren) om naar
een specifieke map te zoeken. Als u een mapnaam intypt, dan kunt u specifieke
kenmerken gebruiken voor het benoemen van de mappen om de bestanden uit
elkaar te houden.
6. Klik op het tabblad Proxy. Als uw Dropbox-account weergegeven staat in het veld
Bediening
40
User Name (Gebruikersnaam), dan is de proxyserver op het tabblad Proxy
automatisch ingesteld op 'Auto detect' (Autodetectie). Indien gewenst kunt u
uw proxyservergegevens opgeven. Neem voor meer informatie contact op met uw
netwerkbeheerder.
7. Klik op OK om uw instellingen op te slaan en af te sluiten.
Klik op Test (Testen) om een testbeeld naar uw account te versturen om te
controleren of uw account actief is.
Klik op Cancel (Annuleren) om dit scherm af te sluiten zonder de wijzigingen op te
slaan.
4.13 Button Manager configureren om beelden naar OneDrive te uploaden
Om uw beelden te uploaden naar de OneDrive-cloudserver, moet u eerst een
OneDrive-account aanmaken en vervolgens Button Manager configureren.
1. Klik op het Button Manager-pictogram ( ) om het Knoppenpaneel te openen.
2. Klik met de rechtermuisknop op de knop die u wilt configureren om het
dialoogvenster Button Properties (Knopeigenschappen) te openen.
3. Geef de knop de naam OneDrive.
4. Selecteer 'OneDrive' in de vervolgkeuzelijst bij 'Destination' (Bestemming).
5. Klik op 'Configuration' (Configuratie). Het dialoogvenster 'OneDrive
Configuration' (OneDrive-configuratie) verschijnt.
6. Klik eerst op de knop Authorize (Toegang verlenen) om de OneDrive-website te
openen en voltooi vervolgens het aanmelden en het verlenen van toegang. Indien
succesvol, dan wordt uw OneDrive-account weergegeven in het veld User Name
(Gebruikersnaam) zoals weergegeven.
Gebruikershandleiding
Bediening
41
7. Geef uw mapnaam op in het veld Folder (Map) of klik op (Bladeren) om naar
een specifieke map te zoeken.
8. Klik op het tabblad Proxy. Als uw OneDrive-account weergegeven staat in het veld
User Name (Gebruikersnaam), dan is de proxyserver op het tabblad Proxy
automatisch ingesteld op 'Auto detect' (Autodetectie). Indien gewenst kunt u
uw proxyservergegevens opgeven. Neem voor meer informatie contact op met uw
netwerkbeheerder.
9. Klik op OK om uw instellingen op te slaan en af te sluiten.
Klik op Test (Testen) om uw instellingen te testen en te controleren of uw account
actief is.
Klik op Cancel (Annuleren) om dit scherm af te sluiten zonder de wijzigingen op te
slaan.
10. De OneDrive-configuratie is voltooid.
Bediening
42
4.14 Button Manager configureren om beelden naar Facebook te uploaden
Om uw beelden te uploaden naar Facebook, moet u eerst een Facebook-account maken
en vervolgens Button Manager configureren.
1. Klik op het Button Manager-pictogram ( ) om het Knoppenpaneel te openen.
2. Klik met de rechtermuisknop op de knop die u wilt configureren om het
dialoogvenster Button Properties (Knopeigenschappen) te openen.
3. Geef de knop de naam Facebook.
4. Selecteer 'Facebook' in de vervolgkeuzelijst bij 'Destination' (Bestemming).
5. Klik op 'Configuration' (Configuratie). Het dialoogvenster 'Facebook
Configuration' (Facebook-configuratie) verschijnt.
6. Klik eerst op de knop Authorize (Toegang verlenen) om de Facebook-website te
openen en voltooi vervolgens het aanmelden en het verlenen van toegang. Indien
succesvol, dan wordt uw Facebook-account weergegeven in het veld User Name
(Gebruikersnaam) zoals weergegeven.
7. Indien gewenst kunt u de naam van het album dat u wilt delen opgeven.
8. Selecteer het gewenste zichtbaarheidsniveau in de vervolgkeuzelijst bij Visibility
(Zichtbaarheid).
9. Klik op het tabblad Proxy. Als uw Facebook-account weergegeven staat in het veld
User Name (Gebruikersnaam), dan is de proxyserver op het tabblad Proxy
automatisch ingesteld op 'Auto detect' (Autodetectie). Indien gewenst kunt u
uw proxyservergegevens opgeven. Neem voor meer informatie contact op met uw
netwerkbeheerder.
10. Klik op OK om uw instellingen op te slaan en af te sluiten.
Klik op Test (Testen) om uw instellingen te testen en te controleren of uw account
actief is.
Gebruikershandleiding
Bediening
43
Klik op Cancel (Annuleren) om dit scherm af te sluiten zonder de wijzigingen op te
slaan.
11. De Facebook-configuratie is voltooid.
4.15 Button Manager configureren om beelden naar een gedeelde map te
uploaden
1 Klik op het Button Manager-pictogram ( ) om het Knoppenpaneel te
openen.
2 Klik met de rechtermuisknop op de knop die u wilt configureren om het
dialoogvenster Button Properties (Knopeigenschappen) te openen.
3 Geef de knop de naam 'Shared Folder' (Gedeelde map).
4 Selecteer 'Gedeelde map' in de vervolgkeuzelijst bij 'Destination'
(Bestemming).
5 Klik op 'Configuration' (Configuratie). Het dialoogvenster 'Shared Folder
Configuration' (Gedeelde map-configuratie) verschijnt.
6 Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in.
7 Klik op het Bladeren-pictogram om de gedeelde map te selecteren.
8 Klik op OK om uw instellingen op te slaan en af te sluiten.
Klik op Test (Testen) om uw instellingen te testen en te controleren of uw
account actief is.
Klik op Cancel (Annuleren) om dit scherm af te sluiten zonder de wijzigingen op
te slaan.
Bediening
44
4.16 Mogelijke foutmeldingen
De volgende fouten kunnen optreden terwijl Button Manager een bestand uploadt naar
een netwerkbestandsserver zoals FTP, SharePoint, Evernote, Dropbox, OneDrive of
Google Drive.
Foutmelding
Beschrijving
Mogelijke oplossingen
Invalid host. (Ongeldige
host.)
De opgegeven naam in
het veld Host heeft niet
de juiste indeling.
Controleer of de naam
correct samengesteld is en
of de vereiste onderdelen
van het pad naar de
netwerkbestandsserver
opgegeven zijn.
User name can not be empty.
(Gebruikersnaam mag niet
leeg zijn.)
De gebruikersnaam is
leeg.
Controleer of de
gebruikersnaam
opgegeven is.
Incorrect user name or
password. (Gebruikersnaam
of wachtwoord onjuist.)
Het kan zijn dat er geen
toegang tot de server
verleend is aan de
gebruikersnaam of dat
een onjuist wachtwoord
opgegeven is.
Controleer of de
gebruikersnaam en het
wachtwoord juist zijn. Het
kan zijn dat u ook contact
moet opnemen met uw
systeembeheerder om na
te vragen of u toegang
heeft tot de
netwerkbestandsserver.
Invalid proxy host URL.
(Ongeldig proxyhost-URL.)
Uw proxyhost-URL is
mogelijkerwijs niet
juist.
Vraag de juiste
proxyhost-URL na bij uw
systeembeheerder.
Invalid port number.
(Ongeldig poortnummer.)
Het poortnummer voor
de netwerkserver is
mogelijkerwijs niet
juist.
Vraag het juiste
poortnummer voor de
netwerkserver na bij uw
systeembeheerder.
Unable to get proxy setting
automatically. (Kan
proxyinstelling niet ophalen.)
De proxyinstellingen
zijn mogelijkerwijs niet
juist.
Vraag de juiste
proxyinstelling na bij uw
systeembeheerder.
Proxy configuration is
incorrect. (Proxyconfiguratie
is onjuist.)
Desired directory does not
exist and unable to create it.
(Gewenste map bestaat niet
en kan niet worden
gemaakt.)
De submap bestaat
mogelijkerwijs niet.
Vraag na bij uw
systeembeheerder of u
gemachtigd bent om de
submap aan te maken.
The remote service point
could not be contacted. (Er
kan geen contact gemaakt
worden met het externe
servicepunt.)
De externe server kan
niet bereikt worden.
Dit kan komen door een
netwerkprobleem. U kunt
later opnieuw proberen of
u kunt contact opnemen
met uw
systeembeheerder.
The connection was
prematurely closed. (De
verbinding is voortijdig
verbroken.)
De netwerkverbinding
is mogelijkerwijs
tijdelijk onbeschikbaar.
Dit kan komen door een
netwerkprobleem. U kunt
later opnieuw proberen of
u kunt contact opnemen
met uw
systeembeheerder.
Gebruikershandleiding
Bediening
45
Exceeded the specified size
limit. (Opgegeven maximale
bestandsgrootte
overschreden.)
Het
afbeeldingsbestand
dat u heeft geüpload
naar de server is
mogelijkerwijs te
groot en overschrijdt
de maximale grootte.
U kunt contact opnemen met
uw systeembeheerder voor
meer details.
Unable to resolve the host
name. (De hostnaam kan
niet worden omgezet.)
De hostnaam is
mogelijkerwijs niet
juist.
U kunt contact opnemen met
uw systeembeheerder voor
de juiste hostnaam.
Unable to resolve the proxy
name. (De proxynaam kan
niet worden omgezet.)
De proxyhostnaam is
mogelijkerwijs niet
juist.
U kunt contact opnemen met
uw systeembeheerder voor
de juiste proxyhostnaam.
Unable to receive complete
response from server. (Kan
geen volledige reactie
ontvangen van de server.)
De aanvraag is
mogelijkerwijs niet
ontvangen door de
server.
Dit kan komen door een
netwerkverbindingsprobleem.
Probeer later opnieuw of
neem contact op met uw
systeembeheerder.
The request was cancelled.
(De aanvraag is
geannuleerd.)
De aanvraag is
mogelijkerwijs niet
ontvangen door de
server.
Dit kan komen door een
netwerkverbindingsprobleem.
Probeer later opnieuw of
neem contact op met uw
systeembeheerder.
The request was not
permitted by the proxy. (De
aanvraag is niet toegestaan
door de proxy.)
U kunt contact opnemen met
uw systeembeheerder voor
meer details over de
proxyserver.
A complete request could not
be sent to the remote server.
(Er kon geen volledige
aanvraag verstuurd worden
naar de externe server.)
Dit kan komen door een
netwerkverbindingsprobleem.
U kunt later opnieuw
proberen of u kunt contact
opnemen met uw
systeembeheerder.
An error occurred while
establishing a connection
using SSL. (Er is een fout
opgetreden tijdens het
maken van een
SSL-verbinding.)
De netwerkserver
ondersteunt
mogelijkerwijs SSL
niet.
U kunt contact opnemen met
uw systeembeheerder voor
meer details.
No response was received
during the time-out. (Geen
reactie ontvangen tijdens de
time-out.)
Het gescande bestand
kon niet worden
geüpload naar de
server voor de
time-out van de
verbinding.
De netwerkverbinding is
mogelijkerwijs te langzaam. U
kunt later opnieuw proberen.
A server certificated could
not be validated. (Een
servercertificering kon niet
gevalideerd worden.)
Het kan zijn dat u contact
moet opnemen met uw
systeembeheerder om na te
vragen of u toegang heeft tot
de netwerkbestandsserver.
Invalid Document
Library/Folder. (Ongeldige
documentbibliotheek/-map.)
De bibliotheeknaam
of mapnaam is niet
gevonden op de
server.
Controleer of de bibliotheek-
en mapnaam juist zijn.
Bediening
46
Method not allowed.
(Methode niet
toegestaan.)
U heeft geen toegang tot
de netwerkbestandsserver.
Het kan zijn dat u contact
moet opnemen met uw
systeembeheerder om na
te vragen of u toegang
heeft tot de
netwerkbestandsserver.
Unknown error.
(Onbekende fout.)
Het document kon niet
worden geüpload om een
onbekende reden.
Dit kan ook voorkomen als
Button Manager geen
verbinding kan maken met
de netwerkserver.
Controleer alle
netwerkinstellingen van
Button Manager om zeker
te zijn dat ze juist zijn.
Opmerking:
Als u problemen ondervindt bij het uploaden van bestanden, controleer dan of u
toegang heeft tot de netwerkbestandsserver via een internetbrowser. Als de
netwerkbestandsserver niet functioneert of als er een probleem is met de
netwerkverbinding tussen uw pc en de netwerkbestandsserver, dan kan Button
Manager geen bestanden uploaden.
4.17 Toevoegen van een nieuwe bestemmingstoepassing
Button Manager V2 biedt u de mogelijkheid om uw eigen softwaretoepassing toe te
voegen als bestemming voor uw gescande beelden.
Om een nieuwe bestemmingstoepassing toe te voegen:
1. Klik op het Button Manager-pictogram ( ) om het Knoppenpaneel te openen.
2. Scroll naar beneden naar de knop Scan to App (Scannen naar toepassing) en klik
erop.
Gebruikershandleiding
Bediening
47
U kunt op de volgende manieren een nieuwe softwaretoepassing toevoegen:
Button Manager zoekt naar de beeldbewerkingssoftwaretoepassingen op uw
computer en geeft deze weer in de Application List (Lijst met toepassingen).
Selecteer de toepassing die u wilt toevoegen in de Application List (Lijst met
toepassingen). Het pad naar de toepassing wordt weergegeven in het veld File
Path (Bestandspad).
Of
Voer het pad naar de toepassing in of blader naar de nieuwe toepassing (vb.
exe-bestand).
Of
Selecteer 'Alle programma's' in het menu 'Starten'. Sleep uw nieuwe
softwaretoepassing naar het dialoogvenster New Application (Nieuwe
toepassing). Het pad naar de nieuwe softwaretoepassing wordt weergegeven.
Klik op de knop 'OK' om de instellingen op te slaan en het dialoogvenster New
Application (Nieuwe toepassing) af te sluiten.
4.18 Werken met profielen
Button Manager biedt negen voorgeconfigureerde profielen voor uw verschillende
toepassingen. U kunt nieuwe profielen toevoegen voor de gewenste toepassingen. Een
profiel is handig om snel specifieke instellingen te laden die u nodig heeft voor bepaalde
documenten.
Om een nieuw profiel toe te voegen:
1. Klik met de rechtermuisknop op het Button Manager-pictogram ( ) in het
systeemvak in de rechterbenedenhoek. Het volgende pop-upmenu verschijnt.
2. Selecteer 'Profile Manager' (Profielbeheer) om het volgende dialoogvenster
Profile Manager (Profielbeheer) te openen.
Bediening
48
3. Selecteer een van de 9 voorgeconfigureerde profielen en klik op de knop 'Add'
(Toevoegen). Er wordt een nieuw profiel aangemaakt dat weergegeven wordt in
de lijst.
4. U kunt de knop een andere naam geven door een nieuwe naam in het naamveld te
typen.
5. U kunt uw instellingen wijzigen door op de knop 'Edit' (Bewerken) te klikken om
het dialoogvenster Button Properties (Knopeigenschappen) voor meer
geavanceerde instellingen te openen. Of u kunt klikken op de knop 'Delete'
(Verwijderen) om een bestaand profiel te verwijderen.
6. Klik op de knop 'OK' om uw instellingen op te slaan en het dialoogvenster af te
sluiten.
4.19 Gebruik van het menu Options (Opties)
Via het menu Options (Opties) in Button Manager kunt u extra instellingen wijzigen of
gedetailleerde informatie bekijken, bijvoorbeeld de taal van de gebruikersinterface
wijzigen of de scanteller van elke knop bekijken.
Om naar het menu Options (Opties) van Button Manager te gaan:
1. Klik met de rechtermuisknop op het Button Manager-pictogram ( ) in het
systeemvak in de rechterbenedenhoek. Het volgende pop-upmenu verschijnt.
2. Klik op 'Options' (Opties) om het volgende dialoogvenster 'Options' (Opties) te
openen.
Gebruikershandleiding
Bediening
49
4.19.1 Het tabblad Settings (Instellingen)
Het tabblad Settings (Instellingen) bevat de volgende items:
Unit (Eenheid):
Selecteer de gewenste meeteenheid. Opties: centimeter, inch, millimeter.
Language (Taal):
Selecteer de gewenste taal voor de gebruikersinterface. Nadat u op de knop OK
heeft geklikt, verschijnt de geselecteerde taal automatisch.
Scan Progress Dialog Box (Dialoogvenster scanvoortgang):
Selecteer of u alleen de basisstatus of detailinformatie wilt tonen tijdens het
scannen. Opties: Show Basic Status Only (Alleen basisstatus tonen),
Show Detailed Information (Detailinformatie tonen).
Detailinformatie tonen
Bediening
50
4.19.2 Het tablad Others (Overig)
Het tabblad Others (Overig) bevat de volgende items:
Time to hide Button Panel (Tijd voor verbergen knoppenpaneel):
Verplaats de schuifregelaar om de tijd voor het verbergen van het Knoppenpaneel
in te stellen. Opties: 0 tot 120 seconden. Om het Knoppenpaneel te tonen na de
time-out, klikt u op het Button Manager-pictogram in de rechterbenedenhoek van
uw taakbalk.
Profiel (Profiel):
Vink aan als u profielinformatie voor elke knop wilt tonen. Indien aangevinkt, dan
wordt de basisprofielinformatie weergegeven in het Knoppenpaneel in een
speciale kleur zoals hieronder weergegeven.
Gebruikershandleiding
Bediening
51
Static Button Panel (Statisch knoppenpaneel):
Vink 'Show' (Tonen) aan om een statisch knoppenpaneel weer te geven in de
linkerbenedenhoek om het scannen te starten met de Scan-knop op de scanner
zonder dat de softwaretoepassing Button Manager geopend is.
Het statische knoppenpaneel
Het statische knoppenpaneel is niet interactief en dient om de gebruiker de negen
voorgeconfigureerde knopbestemmingen te tonen voor als deze een scan direct
start met de Scan-knop op de scanner zonder dat de softwaretoepassing Button
Manager geopend is. Dit is met name handig als u uw computer opnieuw opstart.
4.19.3 Het tabblad Scan Count (Aantal scans)
Op het tabblad Scan Count (Aantal scans) kunt u de huidige scantellerstand van elke
knop bekijken en resetten. U kunt op 'Reset All Counter' (Alle tellers resetten) klikken
om de tellers van de negen knoppen te resetten.
Bediening
52
4.19.4 Het tabblad Advanced (Geavanceerd)
Het tabblad Advanced (Geavanceerd) bevat de volgende opties:
Default (Standaard):
Klik op de knop 'Factory Defaults' (Fabrieksinstellingen) om de
standaardfabrieksinstellingen van Button Manager te herstellen.
Register/Unregister Button (Knop registreren/deregistreren):
Deze optie dient enkel door de softwareontwikkelaars te worden gebruikt en niet
door de standaardgebruikers. Klik op de knop 'Unregister' (Deregistreren) om
het gebruik van Button Manager te beëindigen en een ander knoppenprogramma
van een derde te gebruiken.
Scanner Buttons (Scannerknoppen):
Vink 'Disable' (Uitschakelen) aan om de knoppen op de scanner uit te schakelen.
Deze optie wordt gebruikt om te voorkomen dat onnodig scans gestart worden als
de gebruiker per ongeluk de Scan-knop aanraakt.
Hotkey (Sneltoets):
Vink 'Register System Hotkey' (Systeemsneltoets registreren) aan en selecteer
'Ctrl', 'Shift' of 'Alt' om de gewenste sneltoets te definiëren voor het versturen van
het geselecteerde beeld naar de opgegeven bestemming. Als u bijvoorbeeld
'Register System Hotkey' aanvinkt, 'Ctrl' selecteert en op 'OK' klikt, dan kunt u
vervolgens op het gewenste beeld klikken in de Window Verkenner en de
'Ctrl'-toets en cijfertoets '6' tegelijk indrukken. Het geselecteerde beeld wordt dan
verstuurd naar de bestemming die opgegeven is voor knop 6.
Button Profile (Knopprofiel):
Met deze optie kunt knopprofielen, inclusief de scaninstellingen en
bestemmingen, importeren in of exporteren naar Button Manager. Door op de
knop 'Export' (Exporteren) te klikken kunt u de huidige profielen opslaan in een
.bm-bestand. Door op de knop 'Import' (Importeren) te klikken kunt u het
eerder opgeslagen .bm-bestand importeren in Button Manager.
Gebruikershandleiding
Bediening
53
4.19.5 Het tabblad Scanner Info (Scannerinfo)
Op het tabblad Scanner Info. (Scannerinfo) ziet u alle informatie over de scanner,
zoals het serienummer, de padteller, de rollerteller en de firmwareversie. Deze
informatie is nuttig als u een probleem wilt doorgeven aan het servicepersoneel.
4.19.6 Het tabblad About (Over)
Op het tabblad About (Over) staat de huidige versie van de toepassing Button Manager
aangegeven.
Bediening
54
4.20 Verwijderen van het Button Manager-pictogram uit het systeemvak
Om het Button Manager-pictogram te verwijderen uit het systeemvak:
1. Klik met de rechtermuisknop op het Button Manager-pictogram ( ) in het
systeemvak in de rechterbenedenhoek. Er verschijnt een menu.
2. Selecteer 'Quit' (Sluiten). Button Manager wordt afgesloten en het Button
Manager-pictogram verdwijnt uit het systeemvak.
Gebruikershandleiding
Bediening
55
5. Bediening
5.1 Direct invoegen van een beeld in een softwaretoepassing
Met Button Manager V2 kunt u het gescande beeld direct invoegen in een reeds
geopende softwaretoepassing. Als u bijvoorbeeld tekst aan het bewerken bent in
Microsoft Word en u wilt een gescande foto invoegen, dan kunt u meteen een scan
starten waarna het gescande beeld ingevoegd en weergegeven wordt in Microsoft
Word.
Om een beeld in te voegen in een reeds geopende softwaretoepassing:
1. Open het gewenste document, bijvoorbeeld een Microsoft Word-bestand, waarin u
een beeld wilt invoegen.
2. Zet uw cursor op de plek waar u het beeld wilt invoegen.
3. Voer een document in in uw scanner.
4. Klik op het Button Manager-pictogram ( ) om het Knoppenpaneel te openen.
5. Klik op knop 8, Scan to App (Scannen naar toepassing).
6. Meteen daarna wordt het gescande beeld direct ingevoegd in uw doc-bestand.
56


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for IRIS IRIScan Express 4 Button Manager at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of IRIS IRIScan Express 4 Button Manager in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 3,23 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of IRIS IRIScan Express 4 Button Manager

IRIS IRIScan Express 4 Button Manager User Manual - English - 55 pages

IRIS IRIScan Express 4 Button Manager User Manual - German - 63 pages

IRIS IRIScan Express 4 Button Manager User Manual - French - 63 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info