Bijlage 4 Unicable installatiehandleiding
Inverto IDL-7000 PVR – Unicable installatiehandleiding–Bijlage 4 Pagina 4-2
Inleiding
Wat is het Unicable principe?
Omdat men probeert om op elke satellietpositie zoveel mogelijk kanalen te plaatsen, is er bij de introductie van
satelliettelevisie voor de consumenten besloten om elke satelliet in te delen in banden. Tegenwoordig zijn dit
vier banden. De noodzaak hiervoor is de beperkte bandbreedte voor distributie van de LNB naar de
satellietontvanger. Hiervoor is namelijk 950MHz tot 2150MHz gereserveerd. Echter, via één satellietpositie kan
tot vier keer zoveel bandbreedte worden gebruikt. De banden worden opgedeeld in een verticale en een
horizontale polarisatie en hoge en een lage band. De satellietontvanger stuurt via de coaxkabel een signaal naar
de LNB met de vraag om de hoge band of de lage band door te geven en om de horizontaal of de vertikaal
gepolariseerde signalen door te geven. Dit wordt gedaan door middel van een spanning (13 of 18V) en een
piloottoon op deze spanning (22kHz aan of uit). Waar vroeger (bij radio en TV) het gehele proces van
afstemming op een bepaalde zender in de ontvanger plaats vond, vindt nu dus een deel van het afstemproces al
in de antenne (de LNB) plaats. Het is daardoor noodzakelijk dat elke satellietontvanger in huis kenbaar kan
maken aan de LNB welke band deze wil ontvangen. Daarnaast is er de beperking dat op één coaxkabel slechts
één band kan worden doorgegeven. Traditioneel werd dit opgelost door van elke satellietontvanger een aparte
kabel naar de LNB te leggen. Bij vier satellietontvangers zijn dit dus vier kabels, bij één twin-tuner PVR
ontvanger zijn dit dus twee kabels. Op veel locaties is dit moeilijk te realiseren, denk bijvoorbeeld aan bepaalde
PVC pijpen die al zijn aangebracht. De kabels zijn dan niet of nauwelijks uit het zicht te werken.
Voor dit soort situaties is het Unicable principe uitgevonden. Bij Unicable wordt een groot deel van het deel
afstemproces dat in de tuner plaats vond, uitgevoerd door de LNB. De ontvanger vraagt niet meer om een
bepaalde frequentieband, waarna de tuner kan afstemmen op een frequentie (transponder). Bij Unicable vraagt
de ontvanger direct aan de LNB om een bepaalde frequentie (transponder). Elke satellietontvanger in een
Unicable systeem heeft zijn eigen IF frequentie en identificatie, waarop eenmalig elke tuner moet worden
afgesteld.
Stel dat de satellietontvanger op de slaapkamer met ID3 vraagt om de transponder 12.515GHz horizontaal, dan
zal de LNB aan ID3 deze transponder doorgeven op 1210MHz. Op deze manier is het dus mogelijk om
meerdere satellietontvanger onafhankelijk van elkaar te laten functioneren via slechts één coaxkabel.
Deze handleiding geeft aanwijzingen om verschillende ontvangers, die door één Unicable-LNB van signaal
worden voorzien, op de juiste, van de situatie afhankelijke wijze in te stellen.