26
Onderhoud
Lens reinigen
1 Breng een niet-schurend reinigingsmiddel voor cameralenzen aan op
een zachte, droge doek.
Gebruik niet te veel reinigingsmiddel en breng het reinigingsmiddel
niet rechtstreeks aan op de lens. Schuurmiddelen, oplosmiddelen of
andere agressieve chemische stoffen kunnen krassen veroorzaken.
2 Veeg met de reinigingsdoek lichtjes over de lens in een cirkelvormige
beweging. Als u niet van plan bent om de projector onmiddellijk te
gebruiken, zet u de lensdop terug.
De lampfilters reinigen
In vuile of stoffige omgevingen kunnen de stoffilters op en rond de
lampmodules verstopt raken, waardoor de temperaturen sterk oplopen
binnenin de lampmodule. Deze hoge temperaturen kunnen leiden tot
vermindering van de prestaties en de levensduur van de lamp. Door het
routinematig verwijderen van stof en vuil van de filters daalt de
bedrijfstemperatuur van de lamp en wordt de levensduur ervan verlengd.
U kunt de levensduur van de lamp maximaliseren door de filters elke
250
uur schoon te maken. Afhankelijk van uw installatie en gebruik kan het
vaker nodig zijn onderhoud aan de lampfilers uit te voeren dan elke
250
uur.
1 Verwijder de lampmodule. Raadpleeg “Projectielamp vervangen” op
pagina 27 voor instructies.
2 Controleer de stoffilters op de lampmodule en in de buurt van e
lampbehuizing. Gebruik zo nodig een stofzuiger op laag vermogen om
de filters schoon te maken. Wees voorzichtig dat u geen interne
onderdelen aanraakt tijdens het reinigen van de filters.
3 Vervang de lampmodule.
Beveiligingsslot gebruiken
De projector beschikt over een beveiligingsslot voor gebruik met een
kabelsysteem voor beveiliging van apparatuur. Raadpleeg de informatie die
is meegeleverd met het slot voor gebruiksinstructies.