7. Achteruit:
Schakelaar op dashboard intoetsen, waarbij indicatielampje gaat
branden en toeter hoorbaar wordt. Alleen in de langzame snelheid
mogelijk (0-6km/uur). Uitschakelen door opnieuw intoetsen van de
schakelaar, waarbij lampje en toeter buiten werking treden.
8. Door middel van knop “menu” kunt u kiezen voor:
a)KMH: de rijsnelheid in km. per uur.
b)DST: het totaal aantal afgelegde km.
c)TRIP:het aantal afgelegde km. na de laatste “reset”.
Alleen de KMH- en de TRIP-toets kunnen d.m.v. de “reset”-knop op
0 worden ingesteld.
9. Opladen:
De contactstekker uitnemen (zie punt 2).
Let op: Borgpal eerst indrukken, waardoor het totale elektronische
circuit is afgesloten! U kunt nu de stekker van de bijgeleverde
oplader hierop aansluiten. De capaciteit van de oplader is ruim
voldoende om b.v. ‘s nachts de batterijen (90Amp) weer in
topconditie te laden. Automatische afslag beveiligd eventuele
overlading (zie handleiding van de lader). Tijdens het
opladen is het niet mogelijk de wagen in te schakelen (beveiliging).
Het is aan te bevelen de accu’s steeds in topconditie te houden
(groen lampje). Bij voorkeur echter niet na elke korte rit bijladen.
Dit bevordert de levensduur van de accu’s en voorkomt stilstand