Reinigen van het voertuig
Week het vuil en de modder op de gelakte delen met een waterstraal onder lage druk. Zodra het vuil
en de modder zijn geweekt, kan men met een zachte autospons met veel water en
“shampoo”worden verwijderd.. Vervolgens goed afspoelen en met een zeem afdrogen. Gebruik voor
de buitenkant van de motor petroleum, een kwast en schone lappen. Petroleum beschadigd de lak.
Men herinnert dat het eventueel oppoetsen met siliconenwas steeds moet worden voorafgegaan
door het wassen
De schoonmaakmiddelen verontreinigen het water. Daarom wast men het voertuig op
plaatsen die uitgerust zijn voor het opvangen en zuiveren van de gebruikte
reinigingsmiddelen.
Het voertuig mag nooit in de zon gewassen worden, vooral niet in de zomer wanneer de carrosserie
nog warm is, omdat de shampoo die opdroogt voordat het voertuig wordt afgespoeld, de lak kan
beschadigen, gebruik nooit in benzine of petroleum gedrenkte lappen om gelakte- of plastic
oppervlakten te reinigen, om te vermijden dat ze hun glans en de mechanische eigenschappen van
de materialen verliezen.
Indien men de motor met een hogedrukspuit schoonmaakt, moet men;
Uitsluitend een waaierstraal gebruiken.
De spuit op minstens 60 cm afstand houden.
Water gebruiken met een temperatuur van max. 40 C.
De straal niet rechtstreeks richten op de carburateur, de electrische bekabeling, de koelspleten van
het transmissiedeksel, en van het wenteldeksel.