343
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
Gordijn air-bags
(indien hiermee uitgerust)
De gordijn air-bags bevinden zich aan
beide zijden van het dak rails boven de
voor- en achterdeuren.
Ze zijn ontworpen om de hoofden van de
inzittenden voor en achter aan de buiten-
zijde te beschermen tegen flankbotsin-
gen.
De gordijn air-bags zijn ontworpen om
alleen te activeren tijdens flankaanrijdin-
gen, afhankelijk van de kracht van de
hoek, de snelheid en de aanrijding zelf.
De gordijn air-bags zijn niet ontworpen
om te ontplooien in alle zijbotsing situ-
aties.
OIA033024
OIA033052
WAARSCHUWING
Verminder het risico op ernstig let-
sel of overlijden door een opge-
blazen gordijn air-bag en houdt u
aan de volgende voorzorgsmaatre-
gelen:
• Veiligheidsriemen moet altijd
gedragen worden door alle inzit-
tenden zodat de gebruikers goed
geplaatst zijn.
• Het kinderzitje moet zo ver mo-
gelijk van het portier worden ge-
plaatst.
• Sta niet toe dat passagiers met
hun hoofd of het lichaam tegen
de portieren leunen, de armen op
de portieren leggen, een arm uit
de ruit steken of voorwerpen
tussen de portieren en de stoe-
len.
• Open or reparreer de airbags aan
de zijkant niet.