477704
42
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/56
Next page
Gebruiksaanwijzing
SC18
Neem de gebruiksaanwijzing grondig door en gebruik
de machine niet voor u alles duidelijk heeft begrepen.
Nederlands
Nederlands – 1
INHOUDSOPGAVE
Gebruiksaanwijzing voor
Graszodensnijder SC18
Inleiding ............................................................... 2
Beste klant .......................................................2
Gebruik ............................................................ 2
Uw machine verzekeren ................................... 2
Goede service .................................................. 2
Productienummer ............................................. 2
Symbolen en plaatjes ......................................... 3
Plaatjes en instructies voor de machine .......... 3
Plaats van de plaatjes ...................................... 4
Vertaling van de instructieteksten .................... 4
Veiligheidsinstructies .........................................5
Algemeen .........................................................5
Kinderen........................................................... 6
Voorbereidingen ............................................... 7
Gebruik ............................................................ 8
Verplaatsen/Transport ...................................... 9
Stallen ..............................................................9
Brandstofsysteem ..........................................10
Onderhoud .....................................................11
Presentatie ......................................................... 12
Presentatie .....................................................12
Belangrijke onderdelen en
bedieningshendels ......................................... 12
Motor ..............................................................13
Stuur .............................................................. 17
Activeerbeugel voor het mes.......................... 17
Handvat voor gasbediening ........................... 17
Diepteknop met dieptevergrendeling ............ 17
Versnellingshendel ......................................... 18
Parkeerrem .................................................... 18
Voor de start...................................................19
Gebruik...............................................................19
Start van motor .............................................. 21
Motor stoppen ................................................ 22
Graszoden snijden ......................................... 22
Gebruik op hellingen ..................................... 24
Verplaatsen/Transport ................................... 25
Tips voor de gebruiker ................................... 27
Onderhoud ......................................................... 29
Onderhoudsschema ....................................... 29
Vervangen van luchtfilter ................................ 30
Afstellen stationair lopen ................................ 31
Schoonmaken van filterbeker ......................... 31
Ontstekingssysteem ....................................... 32
De tweeminutenregel ..................................... 33
Controle van riem ........................................... 33
Controle van kettingtandwiel .......................... 33
Controle van koppeling en kabel .................... 33
Controle van gaskabel ................................... 34
Instellen kettingspanning................................34
Controle van frame, bevestigingen en
de aandraaiing van bouten............................. 34
Controle van diepteinstelling .......................... 34
Messlijtage ..................................................... 35
Controle van plaatjes ..................................... 35
Schoonmaken en wassen .............................. 35
Smeren ............................................................... 36
Smeerschema ................................................ 36
Algemeen ....................................................... 37
Diepteinstelstang ........................................... 37
Schakels en verbindingen .............................. 37
Mes ................................................................38
Kettingen ........................................................ 38
Parkeerrem .................................................... 38
Olie verversen reductiekast 1:2 met
centrifugaalkoppeling .................................... 39
Motorolie ........................................................40
Versnellingsbak .............................................. 41
T-versnelling ................................................... 41
Opsporen van storingen...................................42
Stalling ............................................................... 47
Winterstalling ................................................. 47
Service ........................................................... 47
Aansluitschema.................................................48
Technische gegevens ....................................... 49
Serviceboekje .................................................... 50
Afleverservice.................................................50
Na de eerste 20 uur .......................................50
2 Nederlands
Beste klant,
Wij danken u dat uw keuze is gevallen op een Husqvarna grasonderhoudsproduct. Door uw vertrouwen in
ons hebt u een uitstekend kwaliteitsproduct gekozen.
Deze gebruiksaanwijzing is een waardevol document. Ze beschrijft uw nieuwe Husqvarnamachine. Lees
deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat u probeert om de machine te gebruiken. Door de inhoud te
volgen (gebruik, service, onderhoud enz.) kunt u de levensduur van de machine aanzienlijk verlengen en
zelfs de tweedehandswaarde laten toenemen. Neem contact op met uw dealer wanneer u aanvullende
informatie nodig hebt.
Wanneer u uw Husqvarnamachine verkoopt, zorg er dan voor de gebruiksaanwijzing aan de nieuwe
eigenaar over te dragen.
Gebruik
Zie eerst het hoofdstuk Veiligheidsinstructies.
Goede service
De producten van Husqvarna worden over de hele wereld verkocht en alleen in de vakhandel met service.
Dit om ervoor te zorgen dat u als klant de beste ondersteuning en service krijgt. Voordat het product werd
afgeleverd is de machine gecontroleerd en afgesteld door uw dealer. Wanneer u reserveonderdelen of
ondersteuning bij servicevragen, garantiekwesties enz. nodig heeft, kunt u contact op nemen met:
Deze gebruiksaanwijzing hoort bij machine met
productienummer:
Motornummer:
Productienummer
Het productienummer van de machine is aangegeven op een gedrukt plaatje dat bevestigd is aan de
binnenkant van de console voor de versnellingshendel.
Geef typeaanduiding en productienummer aan wanneer u reserveonderdelen bestelt.
Het productienummer van de motor is boven het olieaftappunt gestanst.
Het motortype staat op het carter onder de brandstoftank, maar blijkt ook uit het plaatje op de starter.
Geef dit aan wanneer u reserveonderdelen voor de motor bestelt.
INLEIDING
Uw machine verzekeren
Neem contact op met uw verzekeringsmaatschappij om de verzekering van uw nieuwe machine te
controleren. U moet een verzekering hebben met volledige dekking voor aansprakelijkheid, brand, schade en
diefstal.
Nederlands 3
10
Plaatjes en instructies voor de machine
WAARSCHUWING!
Xxxx xxx xxxx xx xxxx x xxxx.
Wordt in deze publicatie gebruikt om de lezer erop
attent te maken dat het risico van schade aan het
materieel bestaat, wanneer men de gegeven
instructies niet opvolgt.
Wordt ook gebruikt wanneer men van mening is dat
er risico bestaat van hanteringsfouten of verkeerde
montage.
SYMBOLEN EN PLAATJES
Wordt in deze publicatie gebruikt om de lezer erop
attent te maken dat het risico van persoonlijk
letsel bestaat, vooral wanneer men de gegeven
instructies niet opvolgt.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Xxxx xxx xxxx xx xxxx x xxxx.
1. Husqvarna logo
2. Husqvarna kroon
3. Max. toerental
4. GEVAAR Risico van verwondingen door het
snijgereedschap.
5. UItlaatgaswaarschuwingen
6. Modelaanduiding SC18
7. Dieptevergrendeling
8. Snij-instructies
9. Versnellingshendel
10. Europese norm voor machineveiligheid.
8011-268
4 Nederlands
SYMBOLEN EN PLAATJES
Plaats van de plaatjes
Vertaling van instructieteksten
Plaatje 5
Waarschuwing
De uitlaatgassen van de motor van de machine,
inclusief sommige stoffen daarin, en sommige
machineonderdelen bevatten of stoten chemicaliën
uit waarvan men in Californië denkt dat ze kanker,
geboorteafwijkingen of andere
voortplantingsschade veroorzaken. De motor stoot
koolmonoxide uit, dat een kleurloos, giftig gas is.
Gebruik de machine niet in afgesloten ruimtes.
Plaatje 7
UNLOCK=Van het slot halen, LOCK=Vergrendelen
Dieptevergrendelknop
Begrens de snijdiepte tot 2-1/2 duim.
Plaatje 9
Stop voor het schakelen
8011-269
Nederlands 5
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Algemeen
Het doel van deze gebruiksaanwijzing is u te
helpen uw Husqvarnamachine op een veiligere
manier te gebruiken en informatie te geven hoe het
onderhoud uitgevoerd moet worden. Lees de
gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat u
probeert om de machine te gebruiken.
Als u na het doorlezen van de gebruiksaanwijzing
nog niet zeker bent dat u de veiligheidsrisicos
begrijpt die verbonden kunnen zijn aan het gebruik
moet u de machine niet gebruiken. Neem contact
op met uw dealer wanneer u aanvullende informatie
nodig hebt.
Deze veiligheidsinstructies behandelen alleen de
basis voor een veilig gebruik. Het is niet mogelijk
om in de veiligheidsinstructies iedere mogelijke
risicosituatie die kan ontstaan bij gebruik van de
machine volledig te beschrijven U kunt echter zelf
ongelukken voorkomen door altijd uw gezonde
verstand te gebruiken.
Om extra gebruiksaanwijzingen te bestellen moet u
contact opnemen met uw dealer.
WAARSCHUWING!
De oorspronkelijke vorm van de
machine mag onder geen enkele
voorwaarde gewijzigd worden
zonder schriftelijke toestemming
van de producent. Evt. wijzigingen
beïnvloeden niet alleen de
prestaties en duurzaamheid van
de apparatuur, maar kunnen ook
leiden tot veiligheidsrisico’s voor
gebruiker en omgeving.
Eigenhandig uitgevoerde
wijzigingen van de constructie
van de machine kan de producent
vrijspreken van
verantwoordelijkheid bij mogelijke
materiële of persoonlijke schade
die kan ontstaan als resultaat
hiervan. De garantie kan komen te
vervallen wanneer de machine
wordt gewijzigd zonder
schriftelijke toestemming van de
producent.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Gebruik de machine niet voordat u deze
gebruiksaanwijzing hebt doorgelezen en de
instructies die erin staan hebt begrepen. Alle
onderhoudswerkzaamheden of alle
afstellingen die niet in deze
gebruiksaanwijzing zijn beschreven moeten
uitgevoerd worden in een door Husqvarna
erkende servicewerkplaats.
Lees deze gebruiksaanwijzing door en zorg dat
u deze begrijpt voordat u de machine gebruikt
of onderhoud uitvoert. Als de gebruiker deze
gebruiksaanwijzing niet kan lezen is het de
verantwoordelijkheid van de eigenaar om de
inhoud daarvan aan hem/haar uit te leggen.
Volg alle veiligheidsinstructies op. Wanneer u
dit niet doet, kunt u uzelf of anderen
verwonden.
Bepalingen die ongelukken voorkomen, andere
algemene veiligheidsbepalingen en regels
m.b.t. beroepsgezondheid én verkeersregels
moeten altijd gevolgd worden.
Alle gebruikers moeten opgeleid worden om de
machine te gebruiken. De eigenaar is ervoor
verantwoordelijk dat de gebruikers een
opleiding krijgen.
Neem een door Husqvarna erkende
servicewerkplaats in de arm voor alle service
en alle reparaties die in deze
gebruiksaanwijzing niet worden beschreven.
Lees deze gebruiksaanwijzing door voordat u de machine
gebruikt.
8011-149
6 Nederlands
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Controleer of alle veiligheidsplaatjes aanwezig
zijn, zie hoofdstuk Symbolen en plaatjes.
Leer hoe u op een veilige manier de machine
en de hendels moet bedienen en leer de
veiligheidsplaatjes te herkennen.
Controleer of de machine gereed voor bedrijf is
voordat u hem gebruikt, zie hoofdstuk
Onderhoud\Onderhoudsschema.
Gebruik de machine alleen bij daglicht of onder
andere goed verlichte omstandigheden. Hou
de machine op een veilige afstand van gaten
en andere oneffenheden in de grond. Let op
andere denkbare risicos.
Laat de machine alleen gebruiken door
volwassenen die er goed mee vertrouwd zijn.
Laat nooit kinderen of personen die niet
opgeleid zijn in het omgaan met de machine,
deze gebruiken of onderhouden. Lokale
voorschriften kunnen de leeftijd van de
gebruiker bepalen.
Kinderen
Ernstige ongelukken kunnen gebeuren als men
niet let op kinderen in de buurt van de
machine. Ga er nooit van uit dat kinderen
blijven waar u ze voor het laatst zag.
Hou kinderen weg van het werkgebied en
onder zorgvuldig toezicht van een andere
volwassene.
Wees op uw hoede en zet de machine uit
wanneer kinderen het werkgebied in komen.
Laat kinderen nooit de machine bedienen.
Wees extra voorzichtig in de buurt van hoeken,
struiken, bomen of andere voorwerpen die het
zicht belemmeren.
Hou kinderen van de machine weg.
Hou kinderen uit het werkgebied.
8011-147
8011-145
Laat kinderen nooit de machine bedienen.
WAARSCHUWING!
Te veel blootstaan aan trillingen
kan leiden tot schade aan
bloedsomloop of zenuwen,
vooral bij personen die
bloedsomloopklachten hebben.
Ga naar een arts wanneer u
symptomen voelt die veroorzaakt
kunnen zijn door te veel
blootstaan aan trillingen.
Voorbeelden van veel
voorkomende symptomen zijn
gevoelloosheid, pijn, spierzwakte,
kleurverandering van de huid of
dat je last hebt omdat het prikt.
Deze symptomen ontstaan
meestal in vingers, handen of
polsen.
Nederlands 7
Gebruik beschermingsschoenen of beschermingslaarzen
en gehoorbescherming bij werking.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Voorbereidingen
Zorg er altijd voor dat er een EHBO-doos in de
buurt is wanneer u de machine gebruikt.
Zorg ervoor dat zich niemand in de buurt van
de machine bevindt, wanneer u de motor start,
de aandrijving inschakelt of rijdt.
Zorg ervoor dat dieren en mensen zich op
veilige afstand van de machine bevinden.
Verwijder voorwerpen als stenen, speelgoed,
staaldraad enz van het terrein, die kunnen
opgevangen worden door de beweegbare
delen van de machine en weggeworpen
worden.
Zoek alle vaste voorwerpen op de grond, zoals
sproeikoppen, palen, waterkleppen,
droogmolenvoeten enz. op en markeer ze.
Controleer vooral of er geen verborgen
elektriciteitsleidingen of iets dergelijks in de
oppervlaktelaag van het gazon liggen. Rij
gedurende gebruik rond deze voorwerpen. Rij
nooit bewust over vreemde voorwerpen heen.
Controleer of de dodemansbediening en alle
beschermingen gemonteerd zijn en werken.
Gebruik de machine niet als die niet werkt
zoals zou moeten.
Zorg ervoor dat alle beschermingsplaten en
beschermingskappen op hun plaats zitten en
intact zijn wanneer de machine wordt gebruikt.
Gebruik de machine nooit terwijl u op blote
voeten loopt. Draag altijd
beschermingsschoenen of
beschermingslaarzen met een hielbescherming
en het liefst een stalen neus. Vraag uw dealer
naar goedgekeurde uitrusting.
Gebruik goedgekeurde gehoorbescherming
tijdens gebruik. Vraag uw dealer naar
goedgekeurde gehoorbescherming.
Wees erop bedacht dat kleding, lang haar en
sieraden in de beweegbare delen vast kunnen
komen te zitten.
Zorg ervoor dat alle beschermingsplaten en
beschermingskappen op hun plaats zitten en intact zijn.
8011-139
Verwijder losse voorwerpen van het terrein die door de
beweegbare delen van de machine weggeworpen
kunnen worden.
8011-198
WAARSCHUWING!
Gebruik altijd goedgekeurde beschermingskleding en goedgekeurde
beschermingsmiddelen wanneer u de machine gebruikt. Beschermingskleding en
beschermingsuitrusting kunnen het risico van ongelukken niet elimineren, maar u kunt
door het dragen van de juiste kleding en de juiste uitrusting de ernst van evt.
verwondingen misschien verminderen mocht een ongeluk gebeuren. Vraag uw dealer
welke goedgekeurde beschermingskleding en welke goedgekeurde
beschermingsuitrusting aangeraden wordt.
8011-292
8 Nederlands
Gebruik de machine niet op hellingen van meer dan 20°.
Gebruik
Gebruik de machine niet op hellingen van
meer dan 20°. Verlaat de machine nietals hij
zonder toezicht op een helling staat.
Verlaag het tempo en wees extra voorzichtig op
hellingen. Zorg ervoor dat u de machine op
hellingen in de aanbevolen richting rijdt, zie
hoofdstuk Gebruik\Gebruik op hellingen.
Wees voorzichtig wanneer u in de buurt van
plotselinge niveauveranderingen werkt.
Gebruik de machine niet wanneer u moe bent,
alcohol hebt gedronken of andere drugs hebt
ingenomen of wanneer u medicijnen gebruikt
die uw gezichtsvermogen,
beoordelingsvermogen of coördinatie kunnen
beïnvloeden.
Gebruik de machine nooit binnenshuis of in
ruimtes zonder ventilatie.
Gebruik de machine niet op een andere
ondergrond dan gras.
Zorg ervoor dat u stevig staat wanneer u de
machine gebruikt, vooral wanneer u achteruit
gaat. Loop, ren niet. Werk nooit op nat gras.
Slechte grip kan ertoe leiden dat u uitglijdt.
Gebruik de machine alleen om graszoden te
snijden. Hij is niet bedoeld voor enig ander
gebruik.
Hou handen en voeten weg van het
werkgereedschap.
Zorg ervoor dat uw handen en voeten niet in
de buurt van draaiende delen zijn.
Gebruik de machine niet binnenshuis of in ruimtes
zonder ventilatie.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
WAARSCHUWING!
Uitlaatgassen van de motor, inclusief bepaalde stoffen daarin en bepaalde componenten
van de machine bevatten of stoten chemicaliën uit die kanker of geboorteafwijkingen of
andere voortplantingsschade kunnen veroorzaken. De motor stoot koolmonoxide uit, dat
een kleurloos, giftig gas is. Gebruik de machine niet in afgesloten ruimtes.
WAARSCHUWING!
De motor kan erg heet worden. Om
brandwonden te voorkomen moet u
de motor uitzetten en wachten tot
alle onderdelen afgekoeld zijn
voordat u de motor aanraakt.
8011-204
8011-151
8011-091
Zorg ervoor dat uw handen en voeten niet in de buurt van
draaiende delen zijn.
Nederlands 9
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Zorg ervoor dat de versnellingshendel in de
neutraalstand staat en dat de parkeerrem
geactiveerd is voordat u de motor start.
Schakel niet als het gas ingeschakeld is.
Snij niet op hoge snelheid. De
versnellingshendel moet in de stand staan met
het schildpadsymbool/schaarsymbool wanneer
u snijdt.
Stop en inspecteer de apparatuur als u op een
voorwerp rijdt. Repareer indien noodzakelijk
voordat u opnieuw start.
Wat er ook gebeurt, u moet uw machine altijd
op een vlakke ondergrond zetten, de
aandrijfeenheid uitzetten, de parkeerrem
activeren, de motor uitzetten en wachten tot
alle draaiende delen gestopt zijn voordat u de
rijpositie achter de machine verlaat.
Het is niettoegestaan om vlakbij de machine
te roken of hem bloot te stellen aan open vuur
of vonken. Benzine is licht ontvlambaar en dat
kan leiden tot persoonlijk letsel of brand.
Verplaatsen/Transport
Om te draaien en de machine te sturen, moet
u het stuur naar beneden drukken en op de
achterwielen draaien.
Zet de motor uit en laat hem voor transport ten
minste 2 minuten afkoelen.
Til de graszodensnijder niet met de hand op,
hij weegt 150 kg. Gebruik een hefkraan of
andere geschikte apparatuur om de machine
te laden.
Activeer de parkeerrem tijdens transport.
Span de machine vast met goedgekeurde
spanmiddelen, zoals sjorbanden, kettingen of
touw. Controleer altijd voor het transport of aan
de geldende verkeersregels wordt voldaan.
Stallen
Laat de motor afkoelen voordat u de machine
wegzet. Stal hem niet vlakbij open vuur.
Stal de machine en brandstof zo dat er geen
risico bestaat dat lekkende brandstof of
brandstofdampen in contact komen met
vlammen of vonken van elektrische machines,
elektrische motoren, relais, schakelaars,
boilers of iets dergelijks.
Stal de machine in een afgesloten ruimte waar
hij niet bereikbaar is voor kinderen en
volwassenen die niet opgeleid zijn om met de
machine om te gaan.
Zorg ervoor dat de versnellingshendel in de
neutraalstand staat wanneer u start.
8011-256
8011-290
Het is niet toegestaan vlakbij de machine te roken.
8011-124
Om te draaien en de machine te sturen, moet u het stuur
(1) naar beneden drukken en op de achterwielen (2)
draaien.
10 Nederlands
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
WAARSCHUWING!
Benzine en benzinedampen zijn
giftig en zeer licht ontvlambaar.
Wees extra voorzichtig met het
hanteren van benzine, omdat
onachtzaam hanteren kan leiden
tot persoonlijk letsel of brand.
Brandstofsysteem
Bewaar de brandstof alleen in een tank die
voor dit doeleinde is goedgekeurd.
Verwijder nooit het brandstofdeksel om
brandstof bij te vullen terwijl de motor draait.
Stop de motor altijd tijdens het bijvullen van
brandstof.
Rook niet tijdens het bijvullen van benzine en
vul ook geen benzine bij in de buurt van
vonken of open vuur.
Vul nooit binnenshuis brandstof bij.
Doe de brandstoftoevoer altijd dicht bij stalling
of transport.
Als er lekkage in het brandstofsysteem is
opgetreden, mag de motor niet gestart worden
voordat dit verholpen is.
Controleer het brandstofniveau voor ieder
gebruik en laat ruimte over zodat de brandstof
kan uitzetten, omdat de warmte van de motor
en de zon de brandstof anders kan uitzetten
zodat die overloopt.
Voorkom overvulling. Wanneer er benzine op
de machine is geknoeid, moet u de benzine
opdrogen en wachten tot het verdampt is
voordat de motor gestart wordt. Als u benzine
op uw kleding heeft gemorst, moet u zich
omkleden.
Voordat u na het tanken de machine start,
moet deze ten minste drie meter verplaatst
worden van de plek waar hij stond toen u
tankte.
Vul nooit binnenshuis brandstof bij.
Doe de brandstoftoevoer altijd dicht bij stalling of
transport.
Controleer het brandstofpeil voor ieder gebruik.
8011-143
8011-036
8011-223
Nederlands 11
Wijzig nooit iets aan de veiligheidsvoorzieningen.
Controleer regelmatig of ze werken.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Onderhoud
Laat nooit personeel dat niet opgeleid is in het
onderhoud van de machine er onderhoud aan
uitvoeren.
Parkeer de machine altijd op vlakke
ondergrond en zorg ervoor dat de parkeerrem
geactiveerd is voordat u onderhoud uitvoert of
afstellingen maakt.
Voer geen afstellingen uit wanneer de motor
draait.
Schakel de aandrijfeenheden uit, activeer de
parkeerrem, zet de motor uit en wacht tot alle
beweegbare delen helemaal zijn gestopt
voordat u afstellingen maakt, onderhoud
uitvoert of de machine schoonmaakt.
Verwijder de bougiekabel voordat aan een
reparatie wordt begonnen.
Hou alle onderdelen in bedrijfsklare staat en
zorg ervoor dat alle bevestigingselementen
vastgedraaid zijn. Vervang versleten of
beschadigde plaatjes.
Wees voorzichtig bij het controleren van het
werkgereedschap. Gebruik handschoenen bij
onderhoudswerkzaamheden.
Haal de motor niet uit elkaar. Dat kan ertoe
leiden dat de garantie niet meer geldig is.
Neem contact op met uw dealer wanneer u
vragen hebt over service- of garantiezaken.
Volg alle instructies over onderhoud op.
Wijzig de regulatorinstelling niet en voorkom
dat de motor met te hoog toerental draait. Als u
de motor met te hoog toerental laat draaien is
er kans op machinebeschadiging.
Wijzig nooit iets aan de
veiligheidsvoorzieningen. Controleer regelmatig
of ze werken. De machine mag niet gebruikt
worden met kapotte of niet gemonteerde
veiligheidsvoorzieningen.
De geluiddemper is geconstrueerd om het
geluidsniveau op een goedgekeurd niveau te
houden en directe uitlaatgassen van de
gebruiker weg te houden. De uitlaatgassen van
de motor zijn zeer warm en kunnen de
aanleiding vormen tot vonken die brand of
brandwonden kunnen veroorzaken.
Gebruik nooit een machine met een kapotte
geluiddemper.
Verminder het brandrisico door gras, bladeren
en ander vuil dat in de machine vast komt te
zitten, te verwijderen. Laat de machine
afkoelen voordat deze in de opbergruimte
wordt gezet.
Verwijder de bougiekabel voor een reparatie.
8011-027
8011-139
8011-153
Verminder het brandrisico door de machine schoon te
maken.
12 Nederlands
PRESENTATIE
8011-067
Presentatie
Gefeliciteerd met uw keuze van een uitstekend
kwaliteitsproduct. Deze gebruiksaanwijzing
beschrijft de graszodensnijder van Husqvarna,
model SC18.
De machine is uitgerust met een viertaktmotor van
Honda met een motorvermogen van 5,5 pk (4 kW).
Belangrijke onderdelen en bedieningshendels
8011-166
1. Motor met reductiekast
2. Stuur
3. Activeerbeugel van het mes
4. Handvat voor gasbediening
5. Diepteknop met dieptevergrendeling
6. Versnellingshendel
7. Parkeerrem
Nederlands 13
PRESENTATIE
8011-043
Motor
De externe componenten en bedieningshendels
van de motor.
1. Gashendel
2. Starter
3. Starthandvat
4. Brandstofkraan
5. Chokehendel
6. Luchtfilter
7. Bougie
8. Geluiddemper
11. Oliepeilstok motor
12. Olieaftappunt motor
13. Motorschakelaar
14. Brandstoftank
15. Brandstofvuldop
21. Reductiekast
22. Olievulpunt reductiekast
23. Oliepeilstok reductiekast
Gashendel
Met de hendel wordt het motortoerental geregeld.
Op de afbeelding is de deelgasstand te zien. Wordt
de hendel naar links gedraaid neemt het toerental
toe, naar rechts neemt het toerental af.
Wordt de hendel helemaal naar rechts gedraaid
loopt de motor stationair. Wanneer de motor stopt in
stationaire stand kan het stationair toerental
afgesteld worden, zie het hoofdstuk
Onderhoud\Afstellen van stationair toerental. Op
machines met een dubbele gashendel is de hendel
terugverend en wordt het toerental geregeld met
het handvat voor gasbediening, zie hoofdstuk
Presentatie\Handvat voor gasbediening.
8011-034
8011-102
14 Nederlands
Starter
De starter is een magnapulltype met terugloop. Om
een starterveer of startkoord te vervangen, moet u
contact opnemen met een door Husqvarna erkende
servicewerkplaats.
Starthandvat
Een verkeerde behandeling van het starthandvat
kan de starter beschadigen. Draai het startkoord
nooit rond uw hand.
Trek het handvat uit tot ingrijping plaatsvindt. Trek het
startkoord niet helemaal uit en laat het starthandvat
ook niet los wanneer het uitgetrokken is.
PRESENTATIE
Brandstofkraan
De brandstofkraan opent en sluit de verbinding
tussen de tank en de carburateur.
Op de afbeelding is een dichte brandstofkraan te
zien, om deze te openen wordt de hendel helemaal
naar rechts gebracht. Er bestaan geen
tussenstanden.
Doe de kraan dicht wanneer de machine niet wordt
gebruikt, zodat de carburateur niet kan stromen.
Een filterbeker is met de brandstofkraan
gecombineerd. Schoonmaakaanwijzingen, zie
hoofdstuk Onderhoud\Schoonmaken van
filterbeker.
Chokehendel
De chokehendel opent en sluit de smoorklep in de
carburateur. Die wordt alleen gebruikt om een
koude motor te starten.
Op de afbeelding is een open smoorklep te zien,
om deze te sluiten wordt de hendel naar links
gebracht. De tussenstanden kunnen benut worden.
Wanneer de motor gestart is kan de hendel stap
voor stap naar rechts gebracht worden, zolang de
motor schoon loopt. Een vergeten chokehendel
merkt u op omdat de motor niet schoon loopt en
zwarte rook uitstoot.
Dit brengt ook een toegenomen brandstofverbruik
met zich mee.
Luchtfilter
Het luchtfilter van de motor is onder de kap
geplaatst. Het bestaat uit een voorfilter van
schuimrubber en een papierfilterelement. Zie het
hoofdstuk Onderhoud\Vervangen van luchtfilter
voor schoonmaakinstructies. Bij het draaien met
een te vies luchtfilter zal de motor stiekem choken
en dezelfde symptomen laten zien als de
bovengenoemde vergeten choke. Hij kan ook
moeilijk te starten worden.
8011-044
8011-036
8011-035
8011-028
Nederlands 15
OFF
OFF
ON
ON
PRESENTATIE
Bougie
De bougie van de motor zit verborgen onder de
bougiedoppen. Bij servicewerkzaamheden is het
belangrijk dat de motor niet per ongeluk gestart kan
worden. Verwijder daarom de bougiedoppen van de
bougie. Om niet aan de kabel te trekken zijn de
bougiedoppen voorzien van een handgreep, zie
afbeelding.
Type bougie, zie Technische gegevens.
Serviceinstructies, zie
Onderhoud\Ontstekingssysteem.
Geluiddemper
De geluiddemper van de motor is voorzien van een
hitteschild. Ondanks dit wordt hij warm wanneer de
motor loopt. Vermijd het de geluiddemper aan te
raken als die warm is. Risico van brandwonden.
Oliepeilstok
De oliepeilstok van het carter zit aan de voorkant
van de motor. Motorolie wordt bijgevuld in het gat
van de oliepeilstok.
Bij controle van het oliepeil moet de peilstok niet
ingeschroefd zijn. De machine moet vlak staan met
een uitgezette motor. Laat de motor nooit lopen als
de peilstok weggenomen is, zie ook hoofdstuk
Smeren\Controle van het oliepeil van de motor.
Motorolie SAE 10W-30 service SF-SG wordt
aanbevolen voor normaal gebruik, zie ook
hoofdstuk Smeren\Motorolie.
Olie aftappen
De aftapstop van het carter zit aan de voorkant van
de motor, zie hoofdstuk Smeren\Motorolie.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Gebruikte motorolie is schadelijk voor de
gezondheid en mag volgens de wet niet op de
grond of in de natuur weggegoten worden
maar moet ingeleverd worden bij de
werkplaats of de aangewezen plaats voor
verwerking. Voorkom contact met de huid,
wassen met water en zeep bij evt. knoeien.
Motorschakelaar
U stopt de motor met de motorschakelaar. Op de
afbeelding staat de knop in stand OFF
(kortgesloten ontsteking). Om de motor te starten
moet de knop in stand ON gezet worden.
8011-027
8011-020
8011-021
8011-026
16 Nederlands
PRESENTATIE
Brandstoftank
Onder de tank zit een brandstoffilter dat
gecombineerd is met de brandstofkraan. In de tank
gaat 3,6 liter / 0,95 US Gal.
Brandstof bijvullen
Lees voor het tanken de veiligheidsinstructies.
Hou de brandstof en de brandstoftank schoon.
Vermijd bijvullen met verontreinigde brandstof. Zorg
ervoor dat de tankdop goed aangebracht is en de
afdichting onbeschadigd, vooral voordat de
machine gewassen wordt.
Gebruik loodvrije benzine min. 86 octaan. Gebruik
nooit met olie vermengde benzine. Voor ethanol- en
methanolbrandstoffen geldt het volgende:
Max. toegestane ethanol 10% (inhoud).
Max. toegestane methanol 5% (inhoud).
Max. toegestane MTBE (Methyl Tertiaire Butyl
Ether)15% (inhoud).
Als de motor bij normale belasting hort en stoot
kan hij beschadigd raken. Vervang de brandstof.
Helpt dit niet, neem dan contact op met een
erkende servicewerkplaats.
Vul de tank niet helemaal, laat een luchtzak over
voor de warmteuitzetting van de brandstof.
Reductiekast 01:02:00
De kast is direct aan de motor gekoppeld. In de
versnelling zit een centrifugaalkoppeling. Een v-
snaarpoelie en een kettingtandwiel zitten op de
uitgaande as. De overbrenging reduceert het
toerental van de motor zo dat de uitgaande as van
de overbrenging de helft van het motortoerental
krijgt.
Olie bijvullen reductiekast
De olie wordt bijgevuld door het gat voor de
oliepeilstok (1). De stop (2) wordt gebruikt om olie
af te tappen. Gebruik hetzelfde olietype als voor de
motor. In de versnelling gaat 0,50 liter / 0,53 US qt.
Oliepeil reductiekast
De bovenste peilstok dient om het oliepeil van de
versnelling te controleren. Bij controle moet de
machine vlak staan. Het peil moet tussen de
bovenste (1) en onderste (2) markeringen op de
peilstok liggen. De peilstok moet bij controle van het
peil niet ingeschroefd zijn.
8011-223
WAARSCHUWING!
Benzine is zeer brandgevaarlijk.
Neem voorzichtigheid in acht en
tank buitenshuis.
(Zie de veiligheidsinstructies.)
8011-052
8011-051
Nederlands 17
PRESENTATIE
Stuur
Het stuur is zo geconstrueerd dat het
trillingsdempend is. Het is ook voorzien van
makkelijk beet te pakken handvatten.
Activeerbeugel van het mes
Met de activeerbeugel regelt u het mes. Om het
mes in bedrijfsstand te brengen trekt u de beugel
met uw ene hand naar u toe terwijl u het stuur met
de andere optilt. Wanneer de activeerbeugel tegen
het stuur is geklapt en de motor met hogere toeren
dan stationair loopt, werkt het mes. Start altijd met
het mes in de bovenste stand, d.w.z. met een
activeerbeugel in naar voren geklapte positie.
Handvat voor gasbediening
Het motortoerental wordt met het handvat voor
gasbediening geregeld. Om het toerental te
verhogen drukt u het handvat tegen het stuur.
Wanneer het toerental hoger wordt, grijpt de
centrifugaalkoppeling in en de machine beweegt
indien de versnellingshendel niet in neutraalstand
staat.
Diepteknop met dieptevergrendeling
De diepteknop van de machine zit aan het stuur.
Hiermee stelt u de gewenste snijdiepte in. Om de
snijdiepte te wijzigen maakt u eerst de rode
dieptevergrendelknop los. Draai tegen de klok in om
los te draaien. Draai daarna de zwarte diepteknop
naar de gewenste stand. Voor meer diepte draait u
tegen de klok in en voor minder diepte draait u met
de klok mee. Draai daarna de
dieptevergrendelknop met de klok mee om te
vergrendelen.
8011-199
8011-083
8011-084
8011-085
18 Nederlands
PRESENTATIE
Versnellingshendel
Start altijd met de versnellingshendel in
neutraalstand, stand N. Zet de versnellinghendel in
langzame stand (schildpad-/schaarsymbool)
wanneer u snijdt. Om sneller te rijden brengt u de
versnellingshendel naar voren, naar het
haassymbool toe. Zorg er dan voor dat het mes niet
naar beneden is. Om achteruit te rijden zet u de
versnellingshendel in stand R. Stop de machine
voordat u schakelt.
Parkeerrem
Zet de wielen altijd vast met de parkeerrem
wanneer u de machine achterlaat of tijdens
transport. Trap op het pedaal om de rem vast te
zetten. Trek het handvat uit en trek de machine naar
achteren om de rem los te maken. Op de
afbeelding is de parkeerrem in geremde stand te
zien.
8011-066
8011-267
Nederlands 19
GEBRUIK
Voor de start
Lees deze gebruiksaanwijzing door en zorg
ervoor dat u die begrijpt voordat u probeert de
machine te gebruiken.
Controleer of het dagelijkse onderhoud volgens
het onderhoudsschema is uitgevoerd, zie
hoofdstuk Onderhoud\Onderhoudsschema.
Verwijder voorwerpen als stenen, speelgoed,
staaldraad enz van het terrein, die kunnen
opgevangen worden door de beweegbare
delen van de machine en weggeworpen
worden.
Zoek alle vaste voorwerpen op de grond, zoals
sproeikoppen, palen, waterkleppen,
droogmolenvoeten, op en markeer ze.
Controleer vooral of er geen verborgen
elektriciteitsleidingen of iets dergelijks in de
oppervlaktelaag van het gazon liggen. Rij
gedurende gebruik rond deze voorwerpen. Rij
nooit bewust over vreemde voorwerpen heen.
Controleer het oliepeil in motor en reductiekast,
zie hoofdstuk Smeren\Controle van het
oliepeil van de motor resp. Smeren\Olie
verversen reductiekast 1:2 met
centrifugaalkoppeling.
8011-149
8011-198
8011-020
8011-051
20 Nederlands
GEBRUIK
Controleer of er voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is. Vul bij indien nodig.
Controleer of de versnellingshendel in
neutraalstand staat en of het mes in de
bovenste stand staat, d.w.z. of de
activeerbeugel naar voren geklapt is.
Controleer of de parkeerrem geactiveerd is.
8011-223
8011-257
8011-256
8011-267
Nederlands 21
OFF
OFF
ON
GEBRUIK
Start van motor
Brandstofkraan
Open de brandstofkraan. Breng de hendel helemaal
naar rechts.
Chokehendel
Bij het starten van een warme motor moet de
hendel in de rechterstand staan, zie afbeelding.
Bij het starten van een koude of halfwarme motor
wordt de hendel geheel of gedeeltelijk naar links
gebracht.
Breng de hendel terug naar rechts wanneer de
motor gestart is. Is de motor koud kan het beter zijn
om de hendel in een aantal stappen terug te
brengen. Zoek dan naar de stand waarin de motor
schoon loopt.
Motorschakelaar
Draai de motorschakelaar met de klok mee naar
stand ON.
Starthandvat
Draai het startkoord nooit rond uw hand.
Een verkeerde behandeling van het starthandvat
kan de starter beschadigen.
Trek het handvat uit tot ingrijping plaatsvindt. Geef
daarna een krachtige ruk aan het starthandvat. Trek
het startkoord niet helemaal uit en laat het
starthandvat ook niet los wanneer het uitgetrokken
is.
8011-044
8011-071
8011-035
8011-072
22 Nederlands
OFF
OFF
ON
ON
GEBRUIK
Motor stoppen
Wanneer de motor met hoge belasting gelopen
heeft, laat hem dan 1/2 tot een minuut onbelast op
een laag toerental lopen.
Motorschakelaar
Draai de motorschakelaar tegen de klok in naar
stand OFF.
Brandstofkraan
Doe de brandstofkraan dicht. Breng de hendel
helemaal naar links.
Zoden snijden
BELANGRIJKE INFORMATIE
De machine mag niet gebruikt worden
wanneer de buikplaat of de bovenste
beschermplaat verwijderd zijn.
1. Controleer of het mes in de bovenste stand
staat. Plaats de graszodensnijder op de plaats
waar u wilt beginnen met werken.
2. Trek de activeerbeugel van het mes met uw
ene hand naar u toe, terwijl u het stuur met de
andere optilt.
8011-026
8011-036
8011-257
8011-255
Nederlands 23
GEBRUIK
3. Zet de versnellingshendel in de langzame
stand (schaarsymbool/schildpadsymbool).
BELANGRIJKE INFORMATIE
Graszoden snijden mag alleen op lage
snelheid gebeuren (schaarsymbool/
schilpadsymbool).
4. Druk de gashendel tegen het stuur op
hetzelfde moment dat u het stuur iets naar
beneden drukt en een klein stukje snijdt. Zet de
versnellingshendel in neutraalstand om te
stoppen.
5. Til de rand van de zode op en controleer de
snijdiepte.
6. Stel de snijdiepte af door de activeerbeugel
van het mes naar voren te duwen, de rode
dieptevergrendelknop los te maken en de
zwarte diepteknop naar de gewenste
snijdiepte te draaien. Draai met de klok mee
voor minder diepte en tegen de klok in voor
meer diepte. Vergrendel daarna de
dieptevergrendelknop.
7. Herhaal punt 2 tot 6 wanneer u de snijdiepte
moet aanpassen.
8. Stop het snijden door de activeerbeugel van het
mes naar voren te drukken terwijl u tegelijkertijd
de gashendel inhoudt. Dit snijdt het einde van
de zodereep af wanneer het mes boven de
grond komt.
8011-254
8011-084
8011-085
8011-257
24 Nederlands
GEBRUIK
Gebruik op hellingen
WAARSCHUWING!
Gebruik de machine niet op
hellingen van meer dan 20° om
te voorkomen dat de machine
voorover kantelt.
Wanneer u op hellingen rijdt kunt u ervaren dat:
Er meer inspanning nodig is om de machine te
besturen en in balans te houden.
De snijdiepte ongelijk wordt wanneer u de
machine dwars over de helling rijdt. Het
gewijzigde zwaartepunt kan ertoe leiden dat de
meskant die zich aan de onderkant van de
helling bevindt maximaal naar beneden dringt,
wat misschien niet gebeurt met de meskant die
zich aan de bovenkant van de helling bevindt.
Met deze factoren in gedachten moet u:
De machine helling af rijden in plaats van
dwars over hellingen. Dit geeft een gelijkmatige
snijdiepte en meer stabiliteit.
Vermijden op hellingen te draaien. Rij achteruit
de helling op met de achteruitversnelling
geactiveerd en snij wanneer u naar beneden
gaat.
8011-123
8011-122
Nederlands 25
GEBRUIK
Verplaatsen/Transport
Druk de activeerbeugel van het mes naar
voren om het mes omhoog te halen.
Kies de gewenste versnelling
(langzaam-snel-achteruit).
Druk de gashendel tegen het stuur terwijl u
tegelijkertijd het stuur stevig vast houdt.
Draai door het stuur (1) naar beneden te
drukken, de voorwielen op te tillen en de
machine (2) te draaien.
8011-257
8011-066
8011-084
8011-124
26 Nederlands
GEBRUIK
BELANGRIJKE INFORMATIE
Til de graszodensnijder niet met de hand op.
Deze machine weegt 150 kg. Gebruik een
hefkraan of andere goedgekeurde
apparatuur om de machine op te tillen.
Span de machine vast met goedgekeurde
spanmiddelen, zoals sjorbanden, kettingen of
touw, bij transport met een vrachtwagen of een
aanhanger.
Zet de motor uit en vergrendel de wielen met
de parkeerrem tijdens transport.
Rij de machine tegen een helling op in een
lage versnelling wanneer u hem gaat laden op
een truck of aanhanger.
8011-254
8011-267
Nederlands 27
Tips voor de gebruiker
BELANGRIJKE INFORMATIE
Wijzigingen of aanvullingen aan deze
machine zonder schriftelijke toestemming
van de producent kunnen de garanties van
de producent laten vervallen.
Om de achteruitversnelling te activeren kan het
nodig zijn de machine heen en weer te duwen
terwijl u aan de versnellingshendel trekt.
Stop de machine door de gashendel los te
laten, voordat u schakelt.
Snij op ongelijk terrein altijd heuvel af.
Voorkom scherpe bochten terwijl u snijdt.
De grondomstandigheden beïnvloeden de
snijdiepte. Stel de mesdiepte af indien nodig
wanneer u zich van harde aarde naar zachte of
vochtige aarde beweegt.
Stop het snijden door de activeerbeugel van
het mes naar voren te drukken terwijl u
tegelijkertijd de gashendel inhoudt. Dit snijdt
het einde van de zodereep af wanneer het mes
omhoog komt.
8011-123
8011-085
8011-257
GEBRUIK
28 Nederlands
GEBRUIK
8011-125
Moet het gazon voor het zodensnijden
gesproeid worden?
Normaal is het niet nodig het gazon voor het
snijden te sproeien. Onder extreme
omstandigheden, bijv. wanneer de aarde uit zeer
compacte kleigrond bestaat, kan een eenvoudige
test bepalen of het gazon voor het snijden
gesproeid moet worden. Test de hardheid van de
grond met behulp van een spa, onkruidhak of een
grote schroevendraaier. U moet het gereedschap
makkelijk 5 -7,5 cm in de aarde kunnen duwen.
Als dit niet mogelijk is moet het gazon gesproeid
worden.
Als u een dag van tevoren rijkelijk sproeit, heeft het
gazon voldoende tijd het water op te nemen.
Controleer met het bovengenoemde gereedschap
of het sproeien heeft geholpen. Opdat de wielen
voldoende trekkracht hebben moet u het gras laten
drogen voordat u het snijdt.
Nederlands 29
Onderhoudsschema
Hier volgt een lijst van het onderhoud dat aan de machine uitgevoerd moet worden. Voor de punten die niet
in deze gebruiksaanwijzing staan beschreven, moet u een erkende Husqvarna werkplaats opzoeken.
Onderhoud
Blz.
Dagelijks
onderhoud
voor de
start
Onderhoudsinterval in maanden/uren
1/25
3/50
6/100
12/300
Controleer het oliepeil van de motor 40
Motorolie verversen
1)
40
Controleer het oliepeil van de versnelling 39
Olie versnelling verversen
1)
39
Controleer het luchtfilter 30
Maak het luchtfilter schoon
2)
30
Vervang luchtfilterelement
2)
30
Maak de filterbeker voor
het brandstofsysteem schoon 31
Controleer de bougie en maak hem schoon 32
Vervang de bougie 32
Controleer het stationair toerental 31
Controleer de klepspeling en stel af
4)
-
Maak de brandstoftank schoon
4)
-
Controleer, vervang brandstofleidingen
indien nodig
4,5)
-
Controleer koppeling en kabel 33
Controleer gaskabel 34
Controleer de diepteinstelling 34
Controleer de kettingspanning 34
Controleer de riemslijtage en spanning 33
Controleer kettingtandwiel 33
Controleer slijtage aan de messen en hun staat 35
Controleer frame, bevestigingen en
de aandraaiing van bouten 34
Controleer plaatjes 35
Smeer diepteinstelstang
2)
37
Smeer kettingen
2, 3)
38
Smeer schakels en verbindingen
2,3)
37
Smeer het mes
2
)38
Smeer de parkeerrem
2)
38
Schoonmaken en wassen van de machine
2)
35
1)
De eerste vervanging na 20 uur.
2)
Onder stoffige omstandigheden moet onderhoud met kortere intervallen plaatsvinden.
3)
Bij dagelijks
gebruik van de machine moet er twee keer per week gesmeerd worden.
4)
Wordt door een erkende servicewerkplaats uitgevoerd.
5)
Wordt om het jaar uitgevoerd.
= Staat in deze gebruiksaanwijzing beschreven.
= Staat niet in deze gebruiksaanwijzing beschreven.
WAARSCHUWING!
Er mogen geen servicemaatregelen aan motor of element uitgevoerd worden indien niet:
De motor gestopt is.
De ontstekingskabel van de bougie is verwijderd.
De machine veilig staat zodat hij niet omvalt of kan gaan rollen.
ONDERHOUD
30 Nederlands
ONDERHOUD
Vervangen van luchtfilter
Wanneer de motor zwak aanvoelt, zwarte rook
uitstoot of ongelijkmatig loopt kan de oorzaak een
verstopt luchtfilter zijn.
Het is daarom belangrijk om het luchtfilter met
regelmatige tussenpozen schoon te maken en te
vervangen (zie hoofdstuk
Onderhoud\Onderhoudsschema voor de juiste
serviceinterval).
WAARSCHUWING!
Laat het uitlaatgassysteem voor
service afkoelen. Risico van
brandwonden.
Schoonmaken / vervangen van luchtfilter moet op
de volgende manier gedaan worden:
1. Maak de vleugelmoer los en til het deksel van
het luchtfilter eraf.
2. Verwijder het schuimrubber filter en was het in
een mild schoonmaakmiddel.
Knijp het droog in een schone doek.
Drenk het met nieuwe motorolie. Wikkel het
filter in een absorberende doek en knijp
overbodige olie eruit.
Zet het luchtfilter als volgt terug:
4. Plaats het papierfilter in het luchtfilterhuis en
draai de vleugelmoer aan.
5. Plaats het voorfilter op het papierfilter.
6. Zet het deksel weer op het luchtfilterhuis.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Gebruik geen perslucht (meer dan 2 bar /
30 PSI) om het papierfilter schoon te maken.
Was het papierfilter niet.
Olie het papierfilter niet in.
3. Verwijder de vleugelmoer in het luchtfilter en til
het papierfilter eruit. Klop het papierfilter tegen
een stevige ondergrond om stof te verwijderen.
Als het papierfilter dan nog steeds vies of
beschadigd is moet het vervangen worden.
8011-028
8011-030
8011-031
8011-032
Nederlands 31
Schoonmaken van filterbeker
1. Doe de brandstofkraan dicht door de hendel
helemaal naar links te brengen.
Afstellen stationair toerental
1. Start de motor en laat deze warm draaien tot
normale bedrijfstemperatuur.
2. Zet de gashendel naar stationair stand of zo
dat de motor met het laagst mogelijke toerental
loopt, zie hoofdstuk
Presentatie\Motor\Gashendel.
3. Draai de stationairschroef (1) zo dat het
stationair toerental 1250 - 1400 tpm wordt.
4. Verhoog het toerental met de gashendel en
breng het helemaal terug naar stationair stand.
Controleer het toerental opnieuw.
WAARSCHUWING!
Risico voor
koolmonoxidevergiftiging.
Voer de afstelling buitenshuis uit.
ONDERHOUD
2 Schroef de filterbeker (2) eruit. Let op de o-ring
(1).
3. Was de filterbeker en de o-ring in terpentine en
droog ze dan af.
4. Leg de o-ring weer op zn plaats in de gleuf en
plaats de filterbeker. Zet hem niet te hard vast
zodat de schroefdraad niet beschadigd raakt.
5. Zet de brandstofkraan op stand ON en
controleer of er geen lekkage is. Als het lekt,
moet u de o-ring vervangen.
8011-036
8011-047
8011-053
32 Nederlands
Ontstekingssysteem
De motor is voorzien van een elektronische
ontsteking. Alleen de bougie heeft onderhoud nodig.
Aanbevolen bougie, zie hoofdstuk Technische
gegevens.
ONDERHOUD
1. Trek de bougiedop los en maak het rond de
bougie schoon.
2. Verwijder de bougie met een 13/16" (21 mm)
bougiesleutel.
3. Controleer de bougie. Vervang de bougie
wanneer de elektroden rondom verbrand zijn of
wanneer de isolator gescheurd of beschadigd
is. Maak de bougie schoon met een
staalborstel als die moet worden gebruikt.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Een bougie, die niet goed is aangedraaid, kan
oververhitting veroorzaken en de motor
beschadigen. Een bougie, die te hard is
aangedraaid, kan het schroefdraad in de
cilinderkop beschadigen.
6. Nadat de bougie aanligt, moet deze met een
bougiesleutel aangetrokken worden zodat de
ring samen wordt gedrukt. Een oude, opnieuw
gebruikte bougie moet 1/8 - 1/4 slag
aangedraaid worden vanaf het aanligpunt. Een
nieuwe bougie moet 1/2 slag aangedraaid
worden vanaf het aanligpunt.
7. Zet de bougiedop terug.
4. Meet de elektrodenafstand met een
voelermaat. De afstand moet 0,7 - 0,8 mm /
0.028 - 0.031" zijn. Stel de afstand indien nodig
af door de massaelektrode te buigen.
5. Schroef de bougie met de hand terug om te
voorkomen dat het schroefdraad beschadigd
raakt.
8011-027
8011-054
BELANGRIJKE INFORMATIE
Een verkeerd type bougie kan de motor
beschadigen.
Nederlands 33
Controle van riem
Schroef de bovenste beschermplaat weg.
Controleer of de riem niet versleten is en of hij vrij is
van olie. Controleer ook of er speling zit tussen
afstelschroef en hoekijzer. Anders is de riem
versleten en moet hij vervangen worden.
Controle van kettingtandwiel
Schroef de bovenste beschermplaat weg.
Controleer of de kettingtandwielen niet versleten
zijn en of ze niet de neiging hebben om los te
raken.
ONDERHOUD
De tweeminutenregel
De machine kan naar voren of de zijkant gekanteld
worden om makkelijker overal bij te kunnen bij
schoonmaken of service, echter niet langer dan 2
minuten.
Als de machine te lang in deze positie wordt
gehouden kan de motor beschadigen door benzine
die het carter binnendringt. Voer in dat geval een
extra olieverversing van de motor uit. Verwijder de
bougie en trek de motor enkele slagen rond met het
starthandvat voordat de motor weer gestart wordt.
Controle van koppeling en kabel
Schroef de bovenste beschermplaat weg.
Controleer of koppeling en kabel met breekrol en
veer voor de v-snaarspanning intact zijn.
8011-167
8011-115
8011-168
8011-114
34 Nederlands
ONDERHOUD
Controle van gaskabel
Schroef de bovenste beschermplaat weg en
controleer of de gaskabel vast zit en niet aanloopt.
Instelling van kettingspanning
Bovenste ketting
Hoeft niet ingesteld te worden. Controleer of de
hefarm voor de automatische kettingspanning
niet aanloopt.
Onderste ketting
1. Schroef de twee achterste bouten van de
buikplaat weg en klap deze weg.
2. Kantel de graszodensnijder zodat hij op het
voorste gewicht rust.
3. Draai de 1/2"-borgmoer van de kettingspanner
tot de ketting op het midden ca. 6 mm
meegeeft.
4. Monteer de buikplaat.
5. Kantel de graszodensnijder terug.
Controleer frame, bevestigingen en
de aandraaiing van bouten
Controleer of het frame en de bevestigingen intact
en zonder roest, barsten of andere defecten zijn.
Controleer ook of alle bouten goed vast gedraaid
zijn.
Controle van diepteinstelling
Controleer of de diepteinstelknop het mes
beïnvloedt en of de dieptevergrendelknop de
snijdiepte op de gewenste stand vastzet.
8011-113
8011-117
8011-085
Nederlands 35
ONDERHOUD
BELANGRIJKE INFORMATIE
De originele onderdelen van Husqvarna zijn
geconstrueerd en gespecificeerd om een
hoge kwaliteit en juiste pasvorm te hebben
voor de beste sterkte en levensduur. Uit
veiligheidsoogpunt moeten onderdelen
alleen vervangen worden door originele
Husqvarna onderdelen.
Controle van plaatjes
Controleer of alle plaatjes op de juiste plaats zitten
en intact zijn, zie hoofdstuk Symbolen en plaatjes.
Messlijtage
De messen van een graszodensnijder kunnen
onder bepaalde grondomstandigheden erg snel
slijten. Vervang het mes als het tot 38 mm of korter
afgesleten is. Slijp het onderdeel van het mes niet.
8011-153
Schoonmaken en wassen
Door regelmatig schoonmaken en wassen neemt
de levensduur van de machine toe. Wen u aan om
de machine altijd direct na gebruik schoon te
maken, voordat het vuil vast is gaan zitten.
Controleer voor het afspoelen of de tankdop goed
zit zodat er geen water in de brandstoftank komt.
Gebruik hogedrukreiniging met enige
voorzichtigheid omdat waarschuwingsplaatjes,
instructieplaatjes en de motor beschadigd kunnen
raken. Ga niet hoger dan 70 bar/1000 PSI
waterdruk bij het schoonmaken. Smeer de machine
na het schoonmaken. Dit is vooral belangrijk
wanneer de machine gestald gaat worden.
8011-282
36 Nederlands
Smeerschema
SMEREN
Nederlands 37
2. Verbindingen en schakels
Het is belangrijk dat u alle verbindingen en
schakels smeert zodat ze niet aanlopen. Gebruik
30W-motorolie. Om bij alle verbindingen en
schakels te kunnen moeten de bovenste en
onderste beschermplaten weggeschroefd worden.
1. Diepteinstelstang
Smeer het schroefdraad regelmatig met vet om te
voorkomen dat het aanloopt of vast blijft zitten. Het
is vooral belangrijk het schroefdraad na het
schoonmaken van de machine te smeren.
Algemeen
Stop de motor en verwijder de ontstekingskabel
voordat u het smeren begint.
Bij smeren met vet kan, indien niet anders
aangegeven, Husqvarna Universeelvet
nr. 5310038-01 of Husqvarnas Smeervet UL 21
nr. 5310060-74 gebruikt worden.
Droog overbodig smeermiddel na het smeren af.
Het is belangrijk dat er geen smeermiddel in
contact komt met de riem of de
aandrijfoppervlakken van de poelies. Als dit
gebeurt, kunt u proberen dit met alcohol schoon te
maken. Als de riem blijft slippen na het
schoonmaken moet hij vervangen worden.
SMEREN
8011-065
8011-259
8011-260
38 Nederlands
SMEREN
4. Kettingen
Smeer de kettingen zodat ze makkelijk rond lopen
zonder aan te lopen. Om er goed bij te kunnen
schroeft u de bovenste beschermplaat weg.
Gebruik 30W-motorolie of kettingzaagolie of
kettingspray voor motorfietsen.
3. Mes
Olie het mes licht in om roest te voorkomen. Dit is
vooral belangrijk voor de winterstalling of wanneer
de machine langer dan 30 dagen ongebruikt blijft
staan.
5. Parkeerrem
Smeer de parkeerrem met motorolie om te
voorkomen dat hij aanloopt of vast blijft zitten.
Vermijd het de banden te smeren.
8011-168
8011-253
Nederlands 39
SMEREN
De olie wordt afgetapt door de aftapstop (2).
Tip: Maak een goot van een stukje karton zodat de
olie direct in de kan loopt zonder dat er olie op het
chassis van de machine komt.
1. Plaats een kan onder de aftapstop (2) en
verwijder de peilstok (1) en de aftapstop (2).
2. Laat de motorolie in de kan lopen en plaats
vervolgens de aftapstop terug.
3. Zet de machine vlak neer.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Verwissel de oliepeilstokken van de motor en
de reductiekast niet! Vul versnellingsolie bij
in het gat van de bovenste peilstok.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Gebruikte motorolie is schadelijk voor de
gezondheid en mag volgens de wet niet op
de grond of in de natuur weggegoten
worden maar moet ingeleverd worden bij de
werkplaats of de aangewezen plaats voor
verwerking. Voorkom contact met de huid en
was met water en zeep bij evt. knoeien.
6. Olie verversen reductiekast 1:2 met
centrifugaalkoppeling
8011-052
8011-051
4. Vul nieuwe olie bij, hetzelfde type als voor de
motor, in het gat van de peilstok tot het juiste
niveau volgens de peilstok. De peilstok moet bij
controle niet ingeschroefd zijn. Maximum peil
(1) en minimum peil (2). Oliehoeveelheid
0,50 liter/0,53 US qt.
5. Controleer of de rubberen pakking op zijn
plaats ligt en schroef de peilstok weer terug.
Draai hem niet scheef of te hard vast zodat het
schroefdraad beschadigd raakt.
6. Droog eventueel gemorste olie op.
40 Nederlands
SMEREN
7. Motorolie
De motor moet warm zijn (maar niet heet) bij het
verversen van olie. Warme olie kan sneller geleegd
worden en er blijft een kleinere hoeveelheid oude
olie in de motor achter.
1. Plaats een geschikte kan onder de aftapstop
van de motor (4). Verwijder de oliepeilstok (1)
en de olieaftapstop (4).
Tip: maak een goot van een stukje karton zodat de
olie direct in de kan loopt zonder dat er olie op het
chassis van de machine komt.
2. Laat de motorolie in de kan lopen, plaats
vervolgens de aftapstop terug. Zet deze niet te
hard vast.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Gebruikte motorolie is schadelijk voor de
gezondheid en mag volgens de wet niet op de
grond of in de natuur weggegoten worden
maar moet ingeleverd worden bij de
werkplaats of de aangewezen plaats voor
verwerking. Voorkom contact met de huid en
was met water en zeep bij evt. knoeien.
Controle van het oliepeil van de motor
Zorg ervoor dat de machine recht staat met een
gestopte motor bij de controle van het oliepeil.
1. Schroef de oliepeilstok uit en maak deze droog
met papier of een pluisvrije doek.
2. Stop de oliepeilstok terug zonder deze vast te
schroeven. Haal hem omhoog en controleer
het peil op de stok.
3. Vul indien nodig olie bij tot de rand van het gat
van de oliepeilstok. Olietype, zie boven.
WAARSCHUWING!
Motorolie kan erg heet zijn als het
direct na het stoppen afgetapt
wordt. Laat de motor daarom
eerst iets afkoelen.
3. Zorg ervoor dat de machine recht staat. Vul
daarna nieuwe olie bij met een viscositeit
volgens de tabel, API Service SF-SG, tot de
bovenste niveaumarkering op de peilstok = de
schroefdraad voor de oliepeilstok. De
oliehoeveelheid voor de motor is 0,60 liter /
0,63 US qt. Bij controle met een oliepeilstok
moet die niet ingeschroefd zijn.
8011-045
8011-046
8011-020
Nederlands 41
Versnellingsbak
De versnellingsbak (4-versnellingen) is gevuld met
340 g Betonite-vet. Het vet wordt alleen vervangen
bij een reparatie aan de versnellingsbak. Er is geen
controle van het peil nodig. Neem bij lekkage
contact op met een door Husqvarna erkende
servicewerkplaats.
T-versnelling
De T-versnelling voor de aandrijving van de messen
is tot 3/4 gevuld met transmissieolie SAE 80W90.
De olie wordt alleen vervangen bij een reparatie
aan de versnellingsbak. Er is geen controle van het
peil nodig. Neem bij lekkage contact op met een
door Husqvarna erkende servicewerkplaats.
SMEREN
8011-168
8011-169
42 Nederlands
OPSPOREN VAN STORINGEN
Symptoom Oorzaak Maatregel
De motor start niet
Gebruiksfout De brandstofkraan is dicht. Open de brandstofkraan.
De smoorklep is open. Doe de smoorklep dicht bij een
koude motor.
Motorschakelaar in stand OFF. Zet de motorschakelaar op
stand ON.
Brandstofsysteem De brandstoftank is leeg. Bijvullen met brandstof.
Gestald zonder dat maatregelen Maak tank, filterbeker en
conform hoofdstuk Stalling \ leeg de carburateur.
Winterstalling in ogenschouw Vul de tank met nieuwe brandstof.
zijn genomen.
Vuil, water of ijs in het Maak tank, filterbeker, leiding en
brandstofsysteem. carburateur schoon.
Vul de tank met nieuwe brandstof.
Carburateurfout. Neem contact op met een erkende
servicewerkplaats.
Bougie Verkeerd bougietype. Vervang de bougie.
Aanslag. Controleer de elektrodenafstand en
Kortsluiting maak schoon of vervang de bougie.
Benzine of olie op de bougie. Maak de bougie schoon. Lucht de
motor. Starten met de gashendel in
volgasstand.
Geen ontstekingsvonk Verkeerde motorschakelaar, kabel Neem contact op met een erkende.
na bougiecontrole of ontstekingseenheid. servicewerkplaats.
Lage compressie Ernstige interne motorschade of Neem contact op met een erkende
klepfout. servicewerkplaats.
De motor is zwak of loopt ongelijk
Luchtfilter Het luchtfilter verstopt. Maak het luchtfilter schoon of vervang
het.
Brandstofsysteem Gestald zonder dat maatregelen Maak tank, filterbeker en
conform hoofdstuk Stalling \ leeg de carburateur.
Winterstalling in ogenschouw Vul de tank met nieuwe brandstof.
zijn genomen.
(Blauwe uitlaatgasrook) Tweetaktbrandstof bijgevuld. Vul de tank met de juiste brandstof.
(Blauwwit, veel Dieselbrandstof bijgevuld. Maak tank, filterbeker schoon en
uitlaatgasrook) leeg de carburateur.
Vul de tank met de juiste brandstof.
(Zwarte uitlaatgasrook) Vergeten chokehendel. Open de smoorklep.
Het luchtfilter verstopt. Maak het luchtfilter schoon of vervang
het.
Carburateurfout. Neem contact op met een erkende
servicewerkplaats.
Ontstekingssysteem Verkeerd bougietype. Vervang de bougie.
Aanslag. Controleer de elektrodenafstand en
Kortsluiting maak schoon of vervang de bougie.
Verkeerde ontstekingseenheid. Neem contact op met een erkende
servicewerkplaats.
Lage compressie Ernstige interne motorschade of Neem contact op met een erkende
(evt. blauwe uitlaatgas- klepfout servicewerkplaats
rook)
Nederlands 43
OPSPOREN VAN STORINGEN
Probleem Maatregel/commentaar
De transmissie-as is kapot. 1. Controleer of er geen vuil in de transmissieketting of rond
de uitgaande as vast zit.
2. Deze storing ontstaat wanneer de machine zonder buikplaat
wordt gebruikt.
3. Neem contact op met uw dealer.
De aandrijfwielen schakelen niet in. 1. Controleer of de aandrijfketting op alle kettingtandwielen zit.
2. Controleer of de transmissieketting op alle kettingtandwielen zit.
3. Controleer of de kettingstrekveer op zijn plaats zit
4. Controleer of er zijspeling voorkomt in het uitgaande
kettingtandwiel. (Zo ja, kan de transmissie beschadigd zijn.)
5. Controleer of de stang tussen de versnellingshendel en de
versnellingsbak niet los is geraakt.
6. Controleer of de kettingtandwielen juist zijn ingesteld.
De machine schakelt uit. 1. Stel de versnellingskoppeling af. Draai de geleidebout van de
versnellingshendel vast waarmee de versnellingshendel vast zit.
1. De bussen zijn slijtageonderdelen.
2. Smeer de bussen inwendig en uitwendig met
polyurethaancompatibel vet voordat u ze monteert.
3. Controleer of de juiste mesoptilveren gemonteerd zijn.
(De veren hebben een buitendiameter van ca. 38 mm.)
4. Zorg ervoor dat het toerental is ingesteld op max. 3.000 tpm.
5. Controleer of de rode bussen gemonteerd zijn.
De bussen steken uit 1. Dit is normaal. Maak ze gelijk met een mes als dit gewenst is.
wanneer ze gemonteerd zijn.
De rechthoekige 1. Neem contact op met uw dealer.
transmissieaandrijving lekt.
Op welk toerental moet de motor 1. Max. 3.000 tpm.
ingesteld zijn?
De transmissieketting slijt Het ingaande kettingtandwiel van de transmissie is vast (niet
te snel of komt los. instelbaar) en bevestigd met spie en borgring.
1. Richt het kettingtandwiel en de kettingspanner naar
het ingaande kettingtandwiel van de transmissie (vast).
2. De positie van de kettingspanner wordt afgesteld door
ringen toe te voegen of weg te halen tussen
het kettingtandwiel en de arm van de riemspanner.
3. Het kettingtandwiel van de motor wordt afgesteld door het
te verplaatsen op de uitgaande as van de motor.
De bussen op de
diepteinstelstang slijten
te snel.
44 Nederlands
OPSPOREN VAN STORINGEN
Probleem Maatregel/commentaar
De aandrijfketting komt los, Het ingaande kettingtandwiel van de transmissie is vast (niet
het kettingtandwiel slijt. instelbaar) en bevestigd met spie en borgring.
1. Richt de askettingtandwielen (dubbele borgschroeven) naar
het uitgaande kt\ettingtandwiel van de transmissie. Plaats de
askettingtandwielen
op dezelfde afstand van de chassiswand.
2. Vervang het spankettingtandwiel als het een verbogen of
verdraaide houder of verbogen tanden heeft.
3. Controleer de kettingspanning tussen de askettingtandwielen
(6- 10 mm slap in het midden).
De poelies blijven 1. Controleer of as, poelies of spieën beschadigd zijn.
niet op hun plaats of komen los. Opm.: de poelie van de versnellingsbak heeft dubbele
borgschroeven. 2. Vervang beschadigde onderdelen.
3. Gebruik blauwe Loctite op de borgschroeven.
Vervangen van messen 1. Vervang het mes als het tot 38 mm van de snijrand tot
de achterkant is afgesleten.
2. Slijp het mes alleen van bovenaf. Hou het onderste deel plat.
3. Slijp de meskanten alleen vanaf de buitenkant.
De messen bewegen niet of 1. Als men dieper dan 63 mm probeert te snijden door
stoppen met snijden. de machine op de achterwielen te zetten en te te snijden
kan de machine te diep snijden.
2. Controleer of het mes geslepen is.
3. Vocht, olie of vet op de riem maakt dat hij gaat slippen. Probeer
de riem met alcohol schoon te maken en als dat niet lukt,
vervang hem dan door een nieuwe Husqvarnariem.
4. De riemspanning kan verhoogd worden door de
riemspanmoer aan te draaien. Als die niet verder gedraaid kan
worden, plaatst u een stapel ringen van 13 mm tussen de
riemspanmoer en de kabelbevestiging.
5. Stel de kopbouten zo of dat er 2 - 6 mm speling komt tussen
alle poelies (riemspanpoelie, motorpoelie en de rechthoekige
poelie) wanneer de riem eraf is. Vergrendel de stelschroef met
een borgmoer.
1. Vervang de diepteinstelbussen wanneer deze versleten zijn.
2. Zorg ervoor dat de diepteinstelstang goed gemonteerd is.
3. Als het mes bot is of verkeerd geslepen, slijp het dan alleen
van bovenaf of vervang het.
4. Controleer of de snijrand ongelijk is.
5. Vervang de mesoptilveren als ze versleten of vervangen zijn.
BELANGRIJKE INFORMATIE
De motor moet uit staan voordat men
de speling van de poelies controleert.
Het mes snijdt niet
helemaal of ongelijkmatig.
Nederlands 45
OPSPOREN VAN STORINGEN
Probleem Maatregel/commentaar
De riem is glad of slipt. 1. Controleer of de riemspaneenheid juist is ingesteld.
2. Stel de kopbouten zo of dat er 2 - 6 mm speling wordt gevormd
tussen alle poelies (riemspanpoelie, motorpoelie en de
rechthoekige poelie) wanneer de riem eraf is. Vergrendel de
stelschroef met een borgmoer.
De diepteinstelstang is kapot. 1. Neem contact op met de dealer en bestel een diepteinstelstang
en twee rode bussen.
De diepteinstelstang 1. Als men de machine schoonmaakt zonder het schroefdraad
draait niet (zit vast). daarna te smeren zal het schroefdraad vast gaan zitten.
2. Let op of het uiteinde van de stang linkslopend schroefdraad
heeft.
3. Smeer de vastgeraakte verbindingen met roestoplossende olie.
De machine beweegt. De transmissie bevat een centrifugaalkoppeling en kan bewegen
als die niet uitgeschakeld wordt. Een kleine beweging is normaal
vanwege de smeermiddelweerstand tussen de koppelingsplaten. Te
dik smeermiddel in de reductiekast kan ervoor zorgen dat de
machine beweegt.
1. Schakel de neutraalstand in - de machine beweegt niet.
2. Het toerental bij stationair lopen moet op 1250 tot 1400 tpm
liggen.
De koppeling wordt geactiveerd bij 1800 tpm. Een te hoog
toerental bij stationair lopen kan ervoor zorgen dat de machine
beweegt.
3. Als de machine naar voren blijft bewegen, moet u
contact opnemen met uw dealer.
1. Verwijder de rubberen bussen.
2. Verwijder de bout.
3. Breng blauwe Loctite aan.
4. Hou het handvat met een tang, een klem of iets dergelijks vast
en draai de bout vast.
De schroeven gaan kapot/raken los. 1. Door de trillingen van de machine kunnen de bouten losraken.
Controleer de bouten en draai ze met regelmatige tussenpozen
vast.
2. Gebruik Grade 8-bouten met borgmoeren om de wielen
op de as te bevestigen.
De banden slijten te snel. 1. Snij alleen in een lage versnelling.
2. Bandenslijtage is normaal en er moet rekening mee worden
gehouden. Wanneer de machine op zeer harde of ongelijke
ondergrond wordt gereden kan de slijtage toenemen.
BELANGRIJKE INFORMATIE
De motor moet uit staan voordat men
de speelruimte van de poelies controleert.
De handvatbevestiging (set)-
Hoe men de bouten vastdraait.
46 Nederlands
OPSPOREN VAN STORINGEN
Probleem Maatregel/commentaar
Het mes schakelt niet uit. Nieuwe machine/riem:
1. Rij de machine met ingeschakeld mes totdat de riem
opgespannen wordt.
Oude machine/riem:
1. Stel de riemgeleider zo af dat de benen elkaar
aanraken wanneer de riemspanpoelie niet ingeschakeld is. Zo
beïnvloedt de riemspanpoelie de riemgeleider niet als die is
ingeschakeld.
2. Controleer of de juiste riem wordt gebruikt. Zo niet, vervang dan
door een nieuwe Husqvarnariem.
3. De stelschroef van de riemspanpoelie is te hard
vastgedraaid of moet gesmeerd worden.
4. De retourveer van de riemspanpoelie kan kapot zijn of los
zitten. Zet hem weer vast of vervang hem.
5. Controleer of de riemspankabel buiten de poelie is geraakt.
Monteer de kabel in de poelie en druk de zijkanten van de
houder samen zodat de afstand naar de poelie kleiner wordt.
De riem loopt eraf. 1. Het toerental kan te hoog zijn. Stel het toerental in op max.
3000 tpm.
2. Stel de poelies in.
3. Vervang de arm van de riemspanpoelie als deze gebogen is.
De riem is glad of slipt. 1. Beperk de snijdiepte tot 63 mm.
2. Controleer of de juiste versie van de mesoptilveren is
gemonteerd. (De veren hebben een buitendiameter van
ca. 38 mm.)
3. Als de mesoptilveren versleten zijn zal het mes te diep snijden,
dat zorgt ervoor dat de riem slipt. Vervang indien nodig.
4. Zorg ervoor dat het toerental is ingesteld op max. 3.000 tpm.
5. Controleer of de juiste riem wordt gebruikt. Zo niet, vervang dan
door een nieuwe Husqvarna-riem.
6. Controleer of de riem opgespannen wordt door te vergelijken
met een nieuwe riem
7. Controleer of de riemspankabel buiten de poelie is beland.
Monteer de kabel in de poelie en druk de zijkanten van de
houder samen zodat de afstand naar de poelie kleiner wordt.
8. Als de poelie van de versnellingsbak of de motorpoelie nat,
olieachtig of beschadigd is, maak deze dan schoon of vervang.
9. De riemspanning kan verhoogd worden door de riemspanmoer
aan te draaien. Als die niet verder gedraaid kan worden, plaatst
u een 13 mm hoge stapel ringen tussen de riemspanmoer en
de kabelbevestiging.
Nederlands 47
STALLEN
Om de machine gereed te maken voor stalling,
moet u deze stappen volgen:
1. Maak de machine zorgvuldig schoon, vooral
het element en het werkgereedschap. Werk
schade aan de lak bij om roestvorming te
voorkomen.
2. Inspekteer de machine op versleten of
beschadigde onderdelen en draai evt. losse
bouten en moeren vast.
3. Ververs olie in de motor, zorg voor de
afgewerkte olie.
4. Open de brandstofkraan. Leeg de benzinetank
(1) en de carburateur (2).
Winterstalling
Aan het einde van het seizoen moet de machine
direct in orde gemaakt worden voor stalling, dit moet
ook gebeuren wanneer hij langer dan 30 dagen
ongebruikt blijft staan. Brandstof die lange perioden
moet staan (30 dagen of langer) kan plakkerige
lagen afzetten, die de carburateur kunnen
verstoppen en de werking van de motor verstoren.
Brandstofstabilisator is een acceptabel alternatief
als het gaat om het voorkomen van de plakkerige
afzetting tijdens de stalling. Als alkylaatbenzine
(Aspen) is gebruikt, hoeft men geen stabilisator toe
te voegen, omdat deze brandstof stabiel is.
Daarentegen moet men voorkomen om te wisselen
tussen standaard- en alkylaatbenzine omdat
gevoelige rubberen onderdelen hard kunnen
worden. Voeg stabilisator toe aan de brandstof in de
tank of de stallingsjerrycan. Gebruik altijd de
mengverhouding die door de producent van de
stabilisator wordt aangegeven. Laat de motor ten
minste 10 minuten lopen nadat de stabilisator is
toegevoegd, zodat de stabilisator de carburateur
bereikt. Leeg de brandstoftank en carburateur niet
als stabilisator is toegevoegd.
7. Smeer alle smeerpunten, verbindingen en
assen volgens het hoofdstuk
Smeren\Verbindingen en schakels.
8. Olie het mes licht in om te voorkomen dat er
roest ontstaat.
9. Berg de machine schoon en droog op en dek
hem af ter extra bescherming.
5. Doe de brandstofkraan dicht.
6. Verwijder de bougie en giet ong. een eetlepel
motorolie in de cilinder. Draai de motor rond
zodat de olie verdeeld wordt en schroef de
bougie weer vast.
Zet de motor in compressiestand, zo dat het
driehoekmerk op de kap van de starter bij het
bovenste gat van de starter staat.
Opm: Compressiestand is om de toer.
Service
Bij het bestellen van reserveonderdelen moet het
inkoopjaar van de machine, en model-, type- en
serienummer aangegeven worden.
Er moeten altijd originele reserveonderdelen
worden gebruikt.
Een jaarlijkse controle of afstelling door een
erkende servicewerkplaats is een goede manier om
ervoor te zorgen dat uw machine het volgende
seizoen weer optimaal werkt.
8011-048
8011-049
WAARSCHUWING!
Zet nooit een motor met
brandstof in de tank binnens huis
of in slecht geventileerde ruimtes,
waar brandstofdampen in contact
kunnen komen met open vuur,
vonken of een waakvlam zoals bij
een verwarmingsketel, geiser,
droogkast enz. Ga voorzichtig
met brandstof om. Het is zeer
licht ontvlambaar en onachtzaam
gebruik kan ernstig persoonlijk
letsel en schade aan
eigendommen veroorzaken. Tap
de brandstof buitenshuis af in
een goedgekeurde jerrycan en op
afstand van open vuur. Gebruik
bij het schoonmaken nooit
benzine. Gebruik in plaats
daarvan ontvettingsmiddel en
warm water.
48 Nederlands
1. Motorschakelaar
2. Transistorontsteking
3. Bougie
Verklaringen van de kleurafkortingen in het
elektrisch schema
RD = Rood
SV = Zwart
GL = Geel
8011-101
8011-073
AANSLUITSCHEMA
Nederlands 49
TECHNISCHE GEGEVENS
Motor
Ontstekingssysteem
Motorschakelaar
Bougie NGK BPR6ES / DENSO W20EPR-U,
elektrodenafstand= 0,7-0,8 mm/0,028-0,031"
Fabrikaat Honda
Model. GX160
Cilinderinhoud 163 cm
3
(9,9 cu in)
Motorvermogen 5,5 pk (4 kW) bij 3600 tpm
Koppel 10,8 Nm bij 2500 tpm
Brandstof min. 86 oktaan loodvrije benzine (Max. 5% methanol, max. 10% ethanol,
max 15% MTBE)
Tankinhoud 3,6 liter / 0,95 US gallon
Olieinhoud 0,60 liter/0,63 US qt
Start De starter is een magnapulltype met terugloop
Afmetingen
Nettogewicht: 149 kg
Transportgewicht: 164 kg
Breedte 610 mm
Hoogte 910 mm
Lengte 1.370 mm
Snijdiepte (max.) 63 mm
Snijbreedte 460 mm
Reductiekast 1:2
Olieinhoud 0,50 liter/0,53 US qt
Koppeling Centrifugaalkoppeling
Primiare aandrijving V-snaar
Secundaire aandrijving Ketting
Versnellingsbak 4-versnellingen
Versnelling en koppeling
50 Nederlands
Maatregel
Datum, stempel, handtekening
SERVICEBOEKJE
Afleverservice
1. Verbreek de verpakking en controleer of de machine
onbeschadigd is.
2. Monteer in voorkomende gevallen de meeverpakte onderdelen.
3. Controleer of de uitvoering van de machine klopt met
de order van de klant.
4. Controleer of de juiste hoeveelheid olie in de motor en de
transmissie zit.
5. Controleer de luchtdruk in de banden en pas aan.
6. Controleer of het werkgereedschap juist is ingesteld.
7. Controleer of poelies en kettingtandwielen in lijn lopen.
8. Controleer of riemen en kettingen goed zijn afgesteld.
9. Smeer de machine volgens het smeerschema.
10. Vul brandstof bij en start de motor.
11. Controleer of de machine of het werkgereedschap niet bewegen
in neutrale stand.
12. Controleer alle bedieningshendels.
13. Controleer plaatjes en apparaatspecifieke informatie.
14. Controleer het motortoerental, zie Technische gegvens.
15. Controleer of er geen lekkage voorkomt.
16. Informeer de klant over:
Noodzaak en voordelen om het serviceschema te volgen.
Noodzaak en voordelen van het om de 300 uur wegbrengen
van de machine.
De invloed van service en serviceboekje op de gebruikte
waarde van de machine.
17. Vul eerst het verkoopbewijs enz. in.
Deze afleverservice is uitgevoerd.
Geen overblijvende opmerkingen.
Verklaard door:
Na de eerste 20 uur
1. Motorolie verversen.
2. Ververs eventueel olie in de reductiekast.
3. Controleer of riemen en kettingen goed zijn afgesteld.
4. Haal bouten en moeren nog een keer aan.
Nederlands 51
SERVICEBOEKJE
Maatregel
Datum, stempel, handtekening
SERVICEBOEKJE
Maatregel
Datum, stempel, handtekening
´+H##¶69¨
8011-160
8011-161
2001W35
114 00 30-36
´+H##¶69¨
42


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Husqvarna Zodensnijder SC18 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Husqvarna Zodensnijder SC18 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 2,12 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Husqvarna Zodensnijder SC18

Husqvarna Zodensnijder SC18 User Manual - German - 56 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info