579311
29
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/36
Next page
101 89 35-36
RIDER 970RIDER 970RIDER 970
RIDER 850RIDER 850RIDER 850
RIDER 850RIDER 850RIDER 850
Rider 850/970
Gebruiksaanwijzing
Neem de gebruiksaanwijzing grondig door en begint
niet te werken voor u alles duidelijk heeft begrepen.
101 89 35-36 Ned 97-10-14, 15.571
TOM 97-10-14, 14.221
Nederlands – 1
L
Verklaring van de symbolen .............................. 2
Veiligheidsvoorschriften .................................... 3
Algemeen gebruik ........................................... 3
Rijden op hellingen.......................................... 4
Kinderen ...........................................................5
Onderhoud .......................................................5
Presentatie ...........................................................7
Plaatsing van de bedieningsorganen .............. 7
Gas/Chokebediening ....................................... 8
Ontkoppelingspedaal....................................... 8
Rempedaal .......................................................8
Handrem ..........................................................9
Versnellingspook ............................................. 9
Maaikast ...........................................................9
Hendel voor instellen van de maaikast .......... 10
Hendel voor instelling van maaihoogte .......... 10
Zitting .............................................................11
Tanken............................................................11
Rijden .................................................................12
Voor de start ...................................................12
Starten van de motor..................................... 12
Rijden met de zitmaaier................................. 14
Maaitips ..........................................................15
Starten op een helling ................................... 16
Stoppen van de motor ................................... 16
Onderhoud .........................................................17
Onderhoudsschema ...................................... 17
Gebruiksaanwijzing voor
Rider 850, Rider 970
Demontage van de kappen van de zitmaaier 18
Controleren oliepeil motor ............................. 19
Controleren koelluchtinlaat motor .................. 19
Controle van luchtfilter brandstofpomp .......... 19
Controle en afstelling stuurdraden................. 20
Controle van remmen .................................... 21
Afstellen van remmen.................................... 21
Controleren van zuurniveau accu .................. 21
Controleren veiligheidssysteem..................... 21
Vervangen van luchtfilter ............................... 22
Controle en afstelling van de druk van het
maai-element op de ondergrond, Rider 970 .. 23
Controle van parallelliteit van maaikast ......... 23
Afstelling van parallelliteit van maaikast ........ 24
Demonteren van het maai-element ............... 25
Controle van de messen ............................... 26
Controle van de bandenspanning.................. 26
Verversen van de motorolie ........................... 27
Smeren...........................................................27
Smering van voorwiellagers .......................... 27
Controle en afstelling van de gaskabel.......... 28
Vervangen van brandstoffilter ........................ 28
Storingsschema ................................................29
Stallen ................................................................30
Stallen in de winter ........................................ 30
Service ...........................................................30
Technische specificaties ................................. 31
INHOUDSOPGAVE
BELANGRIJKE INFORMATIE
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
door zodat u weet hoe u de zitmaaier moet
gebruiken en onderhouden voordat u deze
gebruikt.
Voor andere service aan de zitmaaier dan die
welke in dit handboek wordt beschreven, kunt
u contact opnemen met een bevoegde dealer,
die zorgt voor de onderdelen en de service.
850,970 Ned 97-10-14, 15.571
2 – Nederlands
L
Gebruik de zitmaaier nooit als zich
personen, in het bijzonder kinderen, of
huisdieren ophouden in de nabijheid
Neem nooit passagiers mee op
de zitmaaier of op het
gereedschap
Startinstructie
Lees de gebruiksaanwijzing
Controleer het oliepeil van de motor
Breng de maaikast omhoog
Zet de versnellingshendel/hydro-
staatpedaal in de neutrale stand
Rem
Als de motor koud is, gebruik dan de
choke
Start de motor
Los de handrem voordat u gaat
rijden
!!
!!
!
Steek geen handen of
voeten onder de kap als de
motor loopt
Zet de motor af en maak de
ontstekingskabel los vóór
reparatie of onderhoud
Deze symbolen staan op de zitmaaier en in de gebruiksaanwijzing,
Bestudeer deze zorgvuldig, zodat u weet wat zij betekenen.
Lees de gebruiksaanwijzing.
Achteruit Neutraal Snel Langzaam Motor uit Accu Choke Brandstof
Oliedruk Maaihoogte Achteruit Vooruit Ontsteking Koppeling
Gebruik een Koppeling in Koppeling uit Handrem Rem Waarschuwing
gehoorbescherming
Geluidsniveau Waarschuwing! Waarschuwing! Rijd nooit dwars
Roterende messen Risico dat de zitmaaier kantelt over een helling
N
R
VERKLARING VAN DE SYMBOLEN
Europese standaard
voor machineveiligheid
Rijd zonder maaikast
zeer langzaam
850,970 Ned 97-10-14, 15.582
Nederlands – 3
L
RIDER 970RIDER 970RIDER 970
Deze instructies zijn er voor uw veiligheid. Lees ze zorgvuldig door.
Algemeen gebruik:
Maak u vertrouwd met de knoppen en hoe men
snel stopt.
Lees alle instructies in de gebruiksaanwijzing en
op de zitmaaier door voordat u deze start,
verzeker u ervan dat u ze begrijpt en volg deze
vervolgens.
Laat de zitmaaier alleen gebruiken door volwas-
senen die ermee vertrouwd zijn.
Draag een goedgekeurde veiligheidsbril of een
geheel afdekkend vizier bij montage en rijden.
Gebruik de zitmaaier nooit als u barrevoets bent.
Draag altijd stevige schoenen, liefst met een
stalen neus.
Draag nooit los zittende kleding die vast kan
raken in bewegende onderdelen.
Reinig het terrein van voorwerpen als stenen,
speelgoed, hout etc. Dit kan door de messen
worden opgevangen en weggeslingerd.
Controleer of er zich geen anderen binnen het
gebied bevinden voordat u begint te maaien.
Zet de zitmaaier af als er iemand op het werkter-
rein komt.
Neem nooit passagiers mee.
Maai niet terwijl u achteruit rijdt als dat niet
absoluut noodzakelijk is.
Kijk altijd naar beneden en achterom voor en
tijdens het achteruitrijden.
Kijk uit voor de uitworp en richt deze niet naar
iemand.
Rem af voordat u een bocht maakt.
Laat de zitmaaier nooit onbeheerd achter met
de motor draaiend. Zet de messen altijd af, trek
de handrem aan, zet de motor af en haal de
sleutels eruit voordat u de zitmaaier achterlaat.
Zet de messen af als u niet maait.
Maai alleen bij daglicht of een goede kunstver-
lichting.
Gebruik de zitmaaier nooit als u onder invloed
bent van alcohol, drugs of bepaalde medicijnen.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Dit symbool betekent dat het gaat om belangrijke veiligheidsvoorschriften waarop gewezen
dient te worden. Het gaat om uw veiligheid en om de bedrijfszekerheid van de zitmaaier.
!
RIDER 850RIDER 850RIDER 850
RIDER 850RIDER 850RIDER 850
RIDER 850RIDER 850RIDER 850
RIDER 850RIDER 850RIDER 850
Lees de gebruiksaanwijzing voordat u de zitmaaier start.
Reinig de grasmat van stenen e.d. voor het maaien.
Neem nooit passagiers mee.
WAARSCHUWING!
Deze zitmaaier kan handen en voeten afmaaien en voorwerpen wegslingeren. Het achterwege
laten van het volgen van de veiligheidsvoorschriften kan leiden tot zeer ernstig letsel.
!
850,970 Ned 97-10-14, 15.583
4 – Nederlands
L
Let op het verkeer als u werkt in de nabijheid
van een weg of deze oversteekt.
Wees voorzichtig als u om een vast voorwerp
heen gaat, zodat de messen er niet tegenaan
slaan. Rijd nooit opzettelijk over enig vreemd
voorwerp.
De zitmaaier is zwaar en kan zeer ernstige
kneuzingen veroorzaken. Wees extra voorzichtig
als deze op of van een wagen of vrachtwagen
wordt geladen.
Wees voorzichtig als u een last trekt of een
zware uitrusting gebruikt.
a. Gebruik alleen goedgekeurde trekhaken.
b. Beperk de last tot wat u op een veilige
manier aan kunt.
c. Maak geen plotselinge zwenkingen. Wees
voorzichtig als u achteruit rijdt.
d. Gebruik contragewichten of wielgewichten
als dat in de gebruiksaanwijzing wordt aange
geven.
Rijden op hellingen
Het rijden op hellingen is een van de operaties
waarbij het risico het grootst is als de chauffeur de
controle verliest of de zitmaaier kantelt, hetgeen
kan leiden tot ernstig letsel of overlijden. Alle
hellingen vereisen extra voorzichtigheid. Als u de
helling niet achteruit op kunt rijden of als u zich
onzeker voelt, maai deze dan niet.
Ga als volgt te werk:
Verwijder hindernissen als stenen, boomtakken
etc.
Maai recht omhoog en recht omlaag, niet dwars
over de helling.
Kijk uit voor en vermijd het rijden over voren,
greppels en verhogingen. Op ongelijk terrein kan
de zitmaaier makkelijker kantelen. Hoog gras
kan hindernissen verbergen.
Rijd langzaam. Kies een lage versnelling, zodat
u niet hoeft te stoppen om te schakelen. De
zitmaaier remt zelfs beter in een lage versnel-
ling.
Volg de aanbevelingen van de fabrikant betref-
fende wielgewichten of contragewichten om de
stabiliteit te verhogen.
Wees extra voorzichtig met de grasopvangbak of
andere extra uitrusting, die de stabiliteit van de
zitmaaier kan wijzigen.
Rijd altijd gelijkmatig en langzaam op hellingen.
Wijzig u snelheid of richting niet plotseling.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
RIDER 850RIDER 850RIDER 850
RIDER 850RIDER 850RIDER 850
RIDER 850RIDER 850RIDER 850
RIDER 850RIDER 850RIDER 850
Wees extra voorzichtig bij het rijden op hellingen.
Maai hellingen recht omhoog en recht omlaag, niet
dwars.
Voorkom het starten en stoppen op een helling.
Als de banden beginnen te slippen, de messen
afzetten en langzaam de helling afrijden.
En doe dit
niet
:
Vermijd onnodige zwenkingen op hellingen, en
als dat toch noodzakelijk is, zwenk dan lang-
zaam en geleidelijk naar beneden, indien
mogelijk.
850,970 Ned 97-10-14, 15.584
Nederlands – 5
L
Maai niet in de buurt van randen, sloten of
zandbanken. De zitmaaier kan plotseling rond
slaan, als een wiel over de rand van een steile
helling of een sloot komt of als een rand inzakt.
Maai geen nat gras. Dat is glad, en de banden
kunnen hun grip verliezen, zodat de zitmaaier
begint te glijden.
Probeer de zitmaaier niet te stabiliseren door
een voet op de grond te zetten.
Kinderen
Tragische ongevallen kunnen gebeuren als de
chauffeur niet opmerkzaam op kinderen is in de
buurt van de zitmaaier. Kinderen worden vaak
aangetrokken door de zitmaaier en het maaien.
Ga er nooit van uit dat een kind blijft waar u het het
laatst zag.
Houd kinderen weg van het maaiterrein en
onder streng toezicht van een andere volwas-
sene.
Wees op uw hoede en zet de zitmaaier af als er
kinderen binnen het werkterrein komen.
Voor en tijdens een achteruitrijmanoeuvre,
achterom en naar beneden kijken, lettend op
kleine kinderen.
Laat kinderen nooit meerijden. Zij kunnen eraf
vallen en zich behoorlijk pijn doen of in de weg
zitten voor een risicoloos bedienen van de
zitmaaier.
Laat kinderen nooit de zitmaaier bedienen.
Wees extra voorzichtig in de buurt van hoeken,
bosjes, bomen of andere voorwerpen die het
zicht belemmeren.
Onderhoud
Benzine en benzinedampen zijn giftig en zeer
brandgevaarlijk. Wees extra voorzichtig bij het
omgaan met benzine.
a. Bewaar de brandstof alleen in reservoirs die
zijn goedgekeurd voor dit doel.
b. Haal de benzinedop er nooit af en vul nooit
brandstof bij terwijl de motor loopt.
Laat de motor afkoelen voordat u brandstof
bijvult. Rook niet en vul ook geen benzine bij in
de buurt van vonken of open vuur.
c. Vul nooit binnenshuis brandstof bij.
d. Is lekkage ontstaan in het brandstofsysteem,
dan mag de motor niet worden gestart voordat
dit is opgelost.
e. Stal de zitmaaier of brandstofreservoirs nooit
binnenshuis waar open vuur is, zoals bijvoor-
beeld in een ketelhuis, of elektrische apparatuur
die vonken af kan geven.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
RIDER 970RIDER 970RIDER 970
RIDER 850RIDER 850RIDER 850
RIDER 850RIDER 850RIDER 850
RIDER 850RIDER 850RIDER 850
RIDER 850RIDER 850RIDER 850
Houd kinderen uit de buurt van het maaiterrein.
Laat kinderen nooit de zitmaaier bedienen.
Vul nooit binnenshuis brandstof bij.
Controleer het brandstofpeil voor ieder gebruik
en laat plaats over voor de brandstof om zich uit
te zetten, aangezien de warmte van de motor en
de zon anders de brandstof doet uitzetten, zodat
deze overstroomt.
850,970 Ned 97-10-14, 15.585
6 – Nederlands
L
Voorkom het teveel bijvullen van brandstof. Is er
benzine geknoeid op de zitmaaier, neem deze
dan op en wacht totdat deze is vervlogen voor-
dat de motor wordt gestart.
Als u over uw kleding hebt geknoeid, moet deze
worden vervangen.
Wees zeer voorzichtig bij het omgaan met accu-
zuur. Zuur op de huid kan ernstige wonden door
invreting veroorzaken. Bij knoeien op de huid
onmiddellijk spoelen met water. Zuur in de ogen
kan blindheid veroorzaken, raadpleeg een arts.
Wees voorzichtig bij het onderhoud van de accu.
In de accu wordt een explosief gas gevormd.
Verricht nooit onderhoud aan de accu terwijl u
rookt of in de buurt van open vuur of vonken.
Anders kan de accu exploderen en ernstig letsel
veroorzaken.
Laat de zitmaaier nooit draaien in een gesloten
ruimte. De uitlaatgassen bevatten koolmonoxy-
de, een reukloos, giftig en levensgevaarlijk gas.
Zorg ervoor dat bouten en moeren, in het bij-
zonder bevestigingsbouten voor de maaimes-
sen, goed vastzitten en of de uitrusting in goede
staat is.
Breng geen wijzigingen aan de veiligheidsvoor-
zieningen aan. Controleer regelmatig of deze
functioneren. De machine mag niet worden
gebruikt met defecte of niet gemonteerde veilig-
heidsvoorzieningen.
Wijzig de instelling van de regelaar niet en laat
de motor niet razen.
Maak het brandrisico zo klein mogelijk. Reinig
de zitmaaier van gras, bladeren en andere
rommel die erin is vastgeraakt. Laat de zitmaaier
afkoelen voordat deze wordt gestald in de
opbergruimte.
Stop en inspecteer de uitrusting als u op een
vreemd voorwerp stuit. Indien nodig repareren
voordat u start.
Voer nooit afstellingen uit terwijl de motor loopt.
De onderdelen van de grasopvangbak kunnen
verslijten, beschadigd raken of verouderen,
zodat bewegende onderdelen worden blootge-
legd of zodat voorwerpen weggeslingerd wor-
den. Controleer de onderdelen regelmatig en
vervang ze indien nodig door reserve-onderde-
len die door de fabrikant worden aanbevolen.
De machine is getest op veiligheid en goedge-
keurd alleen met door de fabrikant geleverde of
aanbevolen uitrusting.
De bladen van de messen zijn scherp en kun-
nen snijwonden veroorzaken. Omwikkel de
bladen of gebruik veiligheidshandschoenen als
u deze hanteert.
Controleer de werking van de remmen regelma-
tig. Afstellen en onderhoud plegen indien nodig.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
RIDER 850RIDER 850RIDER 850RIDER 850RIDER 850RIDER 850
RIDER 970RIDER 970RIDER 970
Rook nooit in de nabijheid van de accu of de brandstof.
Laat de zitmaaier nooit draaien in een afgesloten ruimte.
Reinig de zitmaaier regelmatig van gras, bladeren en
andere rommel.
850,970 Ned 97-10-14, 15.586
Nederlands – 7
L
Presentatie
Deze gebruiksaanwijzing beschrijft twee modellen
van de zitmaaier, Rider 850 en Rider 970.
Beide modellen zijn uitgerust met motoren van
Briggs & Station met 10,5, 12,5 respectievelijk
15,5 pk.
De zitmaaiers hebben versnellingsbakken van het
“inline”-type met 5 versnellingen vooruit en een
achteruit, hetgeen de mogelijkheid biedt om de
snelheid te kiezen die het best geschikt is voor
zowel maaien als vervoer.
PRESENTATIE
Rider 970 kan worden geleverd met drie verschil-
lende maaikasten: een element met uitwerping
naar achter of opzij met een maaibreedte van 965
mm en een bioclipkast met een maaibreedte van
1030 mm.
Rider 850 heeft een maaikast dat het gras naar
buiten gooit achter het element en een maaibreedte
van 850 mm.
RIDER 850RIDER 850RIDER 850
RIDER 850RIDER 850RIDER 850
RIDER 970RIDER 970RIDER 970
47
6
8 9 10 11
3
5
2
1
Plaatsing van de bedieningsorganen
1. Contactslot
2. Gas/chokebediening
3. Regelaar voor de instelling van de maaihoogte
4. Hendel voor instelling van de maaikast
5. Versnellingshendel
6. Rempedaal
7. Vergrendelknop voor handrem
8. Koppelingspedaal
9. Instelling van zitplaats
10. Benzinetankdop
11. Motorkapslot (onder zitting)
850,970 Ned 97-10-14, 15.587
8 – Nederlands
L
PRESENTATIE
Gas- en Chokebediening
Met de gasbediening wordt het toerental van de
motor geregeld en daardoor ook de rotatiesnelheid
van de messen.
De bediening wordt ook gebruikt om de chokefunc-
tie te activeren. Bij het inschakelen van de choke-
functie krijgt de motor een vetter brandstof/lucht-
mengsel, hetgeen een koude start vergemakkelijkt.
Ontkoppelingspedaal
Het ontkoppelingspedaal ontkoppelt de motor en
stopt de aandrijving.
De aandrijving van de messen wordt
niet
beïnvloed
door het koppelingspedaal.
Rempedaal
Het rempedaal activeert een schijfrem die is ge-
plaatst op de versnellingsbak en de aandrijfwielen
afremt.
Bij afremmen dient ook het ontkoppelingspedaal te
worden ingedrukt om het beste remvermogen te
verkrijgen.
850,970 Ned 97-10-14, 15.588
Nederlands – 9
L
PRESENTATIE
Handrem
De handrem bestaat uit een blokkering die het
mogelijk maakt de rem in de aangetrokken stand te
vergrendelen.
Versnellingshendel
De versnellingsbak is van het “inline”-type, hetgeen
betekent dat het schakelen kan plaatsvinden direct
van de neutrale stand tot in de vijfde versnelling
zonder bij iedere schakelstand te stoppen.
De versnellingsbak heeft vijf standen vooruit, een
neutrale stand en een achteruit. Bij het schakelen
naar de achteruit moet de blokkeerknop op de ver-
snellingshendel worden ingedrukt.
RIDER 850RIDER 850RIDER 850
Maaikast
Rider 850 heeft een maaikast met een uitworp naar
achter, d.w.z. het afgemaaide gras wordt naar
achter uit de maaikast geworpen.
Rider 970 kan worden geleverd met een maaikast
die een uitworp naar achter of opzij heeft. Hij kan
ook worden verkregen met een bioclipkast die het
gras fijn verdeelt doordat het meerdere keren wordt
gemaaid voordat het weer op de grasmat wordt
aangebracht als mest.
De afbeelding toont een Rider 970 met een bioclip-
kast.
850,970 Ned 97-10-14, 15.589
10 – Nederlands
L
PRESENTATIE
Hendel voor instelling van de maaikast
De hendel wordt gebruikt om de maaikast in de
transport- of maaistand te zetten.
Als de spaak naar achter wordt getrokken, komt de
maaikast omhoog en de messen stoppen dan met
roteren (transportstand).
Als de blokkeerknop wordt ingedrukt en de hendel
naar voren wordt gebracht, zal de maaikast zakken
en beginnen de messen te roteren (maaistand).
De hendel kan ook worden gebruikt voor het tijdelijk
regelen van de maaihoogte bij bijv. een kleine
verhoging in de grasmat.
Omhoog laten komen van de maaikast (transportstand)
Laten zakken van de maaikast (maaistand)
Hendel voor instelling van de
maaihoogte
Met de hendel kan de maaihoogte worden geregeld
in 9 verschillende standen (40–90 mm, 45–80 mm
Bioclip).
850,970 Ned 97-10-14, 15.5810
Nederlands – 11
L
PRESENTATIE
Zitplaats
De zitplaats heeft een gelede bevestiging aan de
voorkant en kan voorover worden geklapt.
De zitting kan ook worden afgesteld in de lengte-
richting.
Maak de knoppen onder de zitting los en stel deze
naar voren of naar achter af in de gewenste stand.
Zet daarna de instelling vast met de knoppen.
Tanken
De motor moet lopen op gelode of ongelode
benzine met een octaangehalte van minimaal 92
(niet gemengd met olie).
!
WAARSCHUWING!
Benzine is zeer brandgevaarlijk.
Neem voorzichtigheid in acht en
tank buitenshuis
(zie de veiligheidsvoorschriften).
850,970 Ned 97-10-14, 15.5811
12 – Nederlands
L
Voor de start
Lees de veiligheidsvoorschriften en de informa-
tie over de plaatsing van de bedieningsorganen
en de functies voor de start door (zie de bladzij-
den 3–11).
Voer het dagelijks onderhoud uit voor de start
(zie het onderhoudsschema op bladzijde 17).
Stel de zitplaats af in de gewenste stand.
Starten van de motor
1. Breng de maaikast omhoog door de hendel naar
achter te trekken naar de blokkeerstand (trans-
portstand).
2. Trek de handrem aan. Dat doet u op de volgen-
de wijze:
Druk het rempedaal (1) in.
Druk de blokkeerknop op de stuurkolom (2) in.
Laat het rempedaal opkomen terwijl de knop
ingedrukt wordt gehouden.
De blokkering van de handrem wordt automa-
tisch uitgeschakeld als het rempedaal wordt
ingedrukt.
3. Zet de versnellingshendel in de stand “N” (vrije
stand).
RIJDEN
N
1
2
850,970 Ned 97-10-14, 15.5812
Nederlands – 13
L
RIJDEN
STOP START
STOP START
1
2
3
1
2
3
Bij koude motor:
4. Schuif de gasbediening naar stand 3 (choke-
stand). In deze stand krijgt de motor een vetter
mengsel, hetgeen ervoor zorgt dat de motor
makkelijker start.
Bij warme motor:
5. Zet de gasbediening precies tussen stand 1 en 2.
6. Draai de contactsleutel naar de startstand.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Laat de startmotor niet langer dan 6 seconden
achter elkaar draaien. Als de motor niet
start wacht dan ca. 10 seconden voordat de
volgende startpoging wordt gedaan.
!
7. Als de motor is gestart de contactsleutel terug
laten gaan naar de neutrale stand.
Schuif de gasbediening naar het gewenste
motortoerental. Bij maaien kunt u 3/4 tot vol gas
geven.
WAARSCHUWING!
Laat de motor nooit binnenshuis lopen, in
een gesloten of slecht geventileerde ruimte.
De uitlaatgassen van de motor bevatten
giftig koolmonoxyde.
850,970 Ned 97-10-14, 15.5813
14 – Nederlands
L
RIJDEN
Rijden met de zitmaaier
1. Los de handrem door het rempedaal in te
drukken.
2. Ontkoppel de motor en schakel de gewenste
versnelling in.
De versnellingsbak heeft vijf standen vooruit,
een neutrale stand en een achteruit. Om de
achteruitversnelling in te schakelen moet de
blokkeerknop worden ingedrukt.
* De versnellingen 1–4 worden gebruikt bij
maaien.
* De versnellingen 4–5 worden gebruikt bij
transport.
Het starten kan plaatsvinden onafhankelijk van
welke versnelling is ingeschakeld.
Laat het koppelingspedaal
voorzichtig
opkomen
en rijd de zitmaaier naar het terrein dat gemaaid
moet worden.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Het schakelen tussen de vooruitversnellingen
mag niet plaatsvinden met de machine in
beweging.
De motor moet worden ontkoppeld bij iedere
schakelmanoeuvre.
Stop de machine voor het schakelen tussen de
voor- en achteruitversnelling, anders kan de
versnellingsbak schade oplopen.
Gebruik
nooit
geweld om een versnelling in te
schakelen. Als een versnelling niet direct pakt
laat dan het koppelingspedaal opkomen en
druk het weer in. Probeer daarna de versnelling
opnieuw in te schakelen.
850,970 Ned 97-10-14, 15.5814
Nederlands – 15
L
3. Kies de gewenste maaihoogte (1–9) met de
maaihoogtehendel.
Om een regelmatige maaihoogte te krijgen is het
belangrijk dat de bandenspanning van beide
voorwielen gelijk is (60 kPa).
4. Druk de blokkeerknop op de hendel voor de
maaikast in en laat de maaikast zakken.
BELANGRIJKE INFORMATIE
De levensduur van de aandrijfriemen wordt
aanzienlijk verlengd als de motor loopt met een
laag toerental als de messen worden
ingeschakeld. Geef daarom pas gas als de
maaikast is neergelaten in de maaistand.
Maaitips
Lokaliseer en markeer stenen en andere vaste
voorwerpen om te vermijden dat u hier tegenaan
rijdt.
Begin met een hoge maaihoogte en verminder
tot het gewenste maairesultaat wordt verkregen.
Het maairesultaat wordt het best met een hoog
motortoerental (de messen roteren snel) en een
lage snelheid (de zitmaaier beweegt zich lang-
zaam). Is het gras niet al te lang en dicht op elkaar
groeiend dan kan de rijsnelheid worden verhoogd
of het motortoerental worden verlaagd zonder dat
het maairesultaat merkbaar slechter wordt.
Maaipatroon
!
WAARSCHUWING!
Reinig de grasmat van stenen en andere
voorwerpen die door de messen kunnen
worden weggeslingerd.
De mooiste grasmat krijgt u als u deze vaak
maait. Het maaien wordt regelmatiger en het
afgeknipte gras wordt gelijkmatiger over het
oppervlak verdeeld. De totale tijd die u aan het
maaien besteedt wordt niet langer aangezien
een hogere rijsnelheid kan worden gekozen
zonder dat het maairesultaat slechter wordt.
Vermijd het maaien van een natte grasmat. Het
maairesultaat wordt slechter aangezien de
wielen wegzakken in de zachte grasmat.
Spoel de maaikast na ieder gebruik met water
aan de onderkant schoon.
RIJDEN
850,970 Ned 97-10-14, 15.5815
16 – Nederlands
L
RIJDEN
STOP START
MAX 15°
Starten op een helling
1. Trek de handrem aan.
2. Schuif de gasbediening tot 3/4 van de volgas-
stand.
3. Ontkoppel de motor en schakel de 1e versnel-
ling in.
4. Laat voorzichtig het ontkoppelingspedaal
opkomen.
5. Als de motor begint te trekken de handrem
lossen.
Afzetten van de motor
Laat de motor bij voorkeur een minuut stationair
lopen om weer de normale werktemperatuur te
krijgen voordat hij wordt afgezet, als hij hard heeft
moeten werken.
1. Haal de maaikast omhoog door de hendel naar
achter te trekken tot de eindstand.
2. Trek de gasbediening terug en breng de versnel-
lingshendel naar de vrije stand “N”.
Draai de contactsleutel naar de stand “STOP”.
!
WAARSCHUWING!
Rijd nooit met de zitmaaier over
een terrein met een helling van
meer dan 15°. Maai hellingen recht
naar boven en recht naar beneden,
nooit dwars. Vermijd plotselinge
richtingsveranderingen.
850,970 Ned 97-10-14, 15.5816
Nederlands – 17
L
50
100
ONDERHOUD
25
Onderhoudsschema
Hier volgt een lijst van het onderhoud dat moet worden gepleegd aan de zitmaaier. Voor de punten die in deze
gebruiksaanwijzing niet worden beschreven, dient u naar een bevoegde onderhoudswerkplaats te gaan.
Controleer het oliepeil van de motor 19
Controleer de koelluchtinlaat van de motor 19
Controleer het luchtfilter van de brandstofpomp 19
Controleer de besturingsdraden 20
Controleer de remmen 21
Controleer de accu 21
Controleer het veiligheidssysteem 21
Controleer bouten en moeren
Controleer evt. brandstof- en olielekkage
Reinig het voorfilter van het luchtfilter (schuimplastic)
2)
22
Controleer de maaikast 23
Controleer de spanning van de banden (60 kPa) 26
Ververs de motorolie
1)
27
Stel de remmen af 21
Controleer de spieriemen
Smeer gewrichten en assen
3)
27
Controle en afstelling van de gasdraad 28
Reinig de koelflenzen van de motor
2,4)
Vervang het voorfilter en het papierfilter van 22
het luchtfilter
2)
Vervang het brandstoffilter 28
Vervang de bougie
1)
Eerste verversing na 5 uur.
2)
Onder stoffige omstandigheden moet het reinigen en vervangen vaker plaatsvinden.
3)
Bij dagelijks
gebruik van de zitmaaier moet het smeren twee keer per week worden uitgevoerd.
4)
Wordt uitgevoerd door een bevoegde onderhouds-
werkplaats.
Onderhoudsintervallen
in uren
Dagelijks
onderhoud
voor de start
Blad-
zijde
Onderhoud
!
WAARSCHUWING!
Er mogen geen servicemaatregelen aan motor of maaikast worden uitgevoerd als
niet:
De motor is afgezet.
De contactsleutel is verwijderd.
De ontstekingskabel is verwijderd van de bougie.
De handrem is aangetrokken.
De maaikast is ontkoppeld.
= Wordt beschreven in deze gebruiksaanwijzing
= Wordt niet beschreven in deze gebruiksaanwijzing.
850,970 Ned 97-10-14, 15.5817
18 – Nederlands
L
RIDER 850RIDER 850RIDER 850
Demonteren van de kappen van de
zitmaaier
De motorkap
De motor wordt bereikbaar voor onderhoud als de
motorkap is opgeklapt.
Klap de zitplaats naar voren, maak de rubberen clip
onder de zitplaats los en klap de kap achterover.
De voorkap
Maak de bouten in de voorkap (3 stuks) los en til de
kap van zijn plaats.
Rechter vleugelkap
Maak de bouten in de vleugelkap (2 stuks) los en til
de kap van zijn plaats.
Linker vleugelkap
Maak de bouten in de vleugelkap (2 stuks) los en til
de kap van zijn plaats.
ONDERHOUD
850,970 Ned 97-10-14, 15.5818
Nederlands – 19
L
Controleren van het oliepeil
van de motor
Controleer het oliepeil in de motor als de zitmaaier
horizontaal staat.
Demonteer de motorkap volgens de beschrijving op
bladzijde 18.
Maak de peilstok los en trek deze omhoog. Maak
de stok droog en monteer deze weer.
De peilstok moet helemaal zijn ingeschroefd.
Maak daarna de peilstok los en trek deze weer
omhoog. Lees het oliepeil af.
Het oliepeil moet liggen tussen de markeringen op
de peilstok. Als het peil in de buurt komt van het
“ADD”-merkteken, vul dan olie bij tot het “FULL”-
merkteken op de peilstok.
Olie wordt bijgevuld via hetzelfde gat als waarin de
peilstok zit.
Gebruik motorolie SAE 30 of SAE 10W-30.
De motor biedt plaats aan in totaal 1,2 liter olie.
ONDERHOUD
ADD
FULL
ADD
FULL
Controleren van de koelluchtinlaat van
de motor
Demonteer de motorkap volgens de beschrijving op
bladzijde 18.
Controleer of de koelluchtinlaat van de motor vrij is
van gebladerte, gras en vuil.
Bij een verstopte koelluchtinlaat wordt de koeling
van de motor slechter, hetgeen kan leiden tot
schade aan de motor.
Controleren van het luchtfilter van de
brandstofpomp
Controleer regelmatig of het luchtfilter van de
brandstofpomp vrij is van vuil.
Het filter kan indien nodig worden gereinigd met
een penseel.
850,970 Ned 97-10-14, 15.5919
20 – Nederlands
L
Controleren en afstellen van de
besturingsdraden
De besturing wordt geregeld met behulp van
draden.
Deze kunnen zich nadat de zitmaaier een tijd in
gebruik is geweest, uitrekken, hetgeen betekent dat
de afstelling van de besturing gewijzigd kan zijn.
De besturing wordt gecontroleerd en afgesteld op
de volgende manier:
1. Demonteer de frameplaat door de bouten los te
maken (2 stuks aan iedere kant).
ONDERHOUD
3. Indien nodig kunnen de draden worden gestrekt
door de stelmoeren aan te draaien. Een aan
iedere kant van de besturingskrans.
Strek de draden niet te veel, ze dienen alleen
maar strak tegen de besturingskrans te worden
getrokken.
Controleer de spanning van de draden nadat de
afstelling is uitgevoerd volgens punt 2.
2. Controleer hoe gespannen de besturingsdraden
zijn door ze samen te klemmen bij de pijlen
volgens de afbeelding. De draden moeten
samen kunnen worden geklemd zodat de af-
stand tussen hen half zo groot wordt, zonder al
te veel kracht te gebruiken.
850,970 Ned 97-10-14, 15.5920
Nederlands – 21
L
ONDERHOUD
Controle van de rem
De rem is van het type schijfrem en zit gemonteerd
op de versnellingsbak.
Controleer of de rem juist is afgesteld door de
afstand te meten tussen de remhefboom en de
voorste rand van de uitsparing op het chassis.
De afstand moet zijn 0–1 mm bij een niet aange-
zette rem.
2
1
1
Controleren van het veiligheidssysteem
De zitmaaier is uitgerust met een veiligheidssys-
teem dat het starten of rijden verhindert als er
niemand op de zitplaats zit.
Controleer dagelijks of het veiligheidssysteem
werkt.
WAARSCHUWING!
Maatregelen bij contact met het zuur
Uitwendig: Spoel rijkelijk met water.
Inwendig: Drink grote hoeveelheden water of
melk. Ga zo snel mogelijk naar een
arts.
Ogen: Spoel rijkelijk met water. Ga zo snel
mogelijk naar een arts.
De accu geeft een explosief gas af. Vonken,
vlammen en sigaretten mogen absoluut niet in de
buurt van de accu komen.
!
Afstelling van de rem
1. Maak de borgmoeren (1) los.
2. Strek de draad met de stelschroef (2) zodat de
afstand tussen de remhefboom en de voorste
rand van de uitsparing op het chassis 1 mm is.
3. Draai de borgmoeren (1) na afstelling vast.
!
Controleren van het zuurniveau
van de accu
Controleer of het zuurniveau van de accu ligt
tussen de markeringen. Bij bijvullen mag
alleen
gedestilleerd water worden gedaan in de cellen.
WAARSCHUWING!
Een slecht afgestelde rem kan leiden
tot een verminderd remvermogen.
850,970 Ned 97-10-14, 15.5921
22 – Nederlands
L
Vervangen van het luchtfilter
Als de motor zwak lijkt of onregelmatig loopt kan de
oorzaak zijn dat het luchtfilter is verstopt.
Het is daarom belangrijk om met regelmatige
tussenpozen het luchtfilter te vervangen (zie het
onderhoudsschema op bladzijde 17 voor de juiste
onderhoudsintervallen).
Vervangen van het luchtfilter gebeurt op de volgen-
de wijze:
1. Demonteer de motorkap volgens de beschrijving
op bladzijde 18.
2. Verwijder de plastic kap van het luchtfilterhuis
door de vleugelmoer los te maken.
3. Verwijder de vleugelmoer op het luchtfilter en til
het papieren filter met voorfilter van zijn plaats.
ONDERHOUD
4. Trek het voorfilter van schuimplastic van het
papieren filter en was het schoon in mild reini-
gingsmiddel.
Pers het droog in een schone doek.
Drenk het in nieuwe motorolie. Wikkel het filter in
een absorberende doek en wring de overbodige
olie eruit.
Vervang het papieren filter als het door vuil is
verstopt.
5. Monteer het luchtfilter op de volgende manier:
Trek het voorfilter over het papieren filter.
Monteer het papieren filter met voorfilter in het
voorfilterhuis en draai de vleugelmoer vast.
Zet de plastic kap weer op het luchtfilterhuis en
draai de vleugelmoer vast.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Gebruik geen perslucht om het papieren filter
te reinigen.
850,970 Ned 97-10-14, 15.5922
Nederlands – 23
L
RIDER 850RIDER 850RIDER 850
ONDERHOUD
Controleren en afstellen van de druk
op de ondergrond van de maaikast,
Rider 970
Om het beste maairesultaat te bereiken moet de
maaikast de ondergrond volgen zonder daar al te
stevig tegen aan te liggen.
De druk wordt afgesteld met een schroef aan
iedere kant van de zitmaaier.
De afstelling van de druk tegen de ondergrond van
de maaikast wordt op de volgende manier uitge-
voerd:
1. Plaats een badkamerweegschaal onder het
frame van de maaikast (aan de voorkant), zodat
het aggregaat rust op de weegschaal. Indien
nodig kan een blok worden gelegd tussen het
frame en de weegschaal zodat de steunwielen
geen gewicht opnemen.
2. Stel de druk op de ondergrond van de kast af
door de stelschroeven die geplaatst zijn achter
de voorwielen aan beide zijden in of uit te
schroeven.
De druk moet liggen tussen 12 en 15 kg.
Controleren van de parallelliteit van de
maaikast
Controleer de parallelliteit van de maaikast op de
volgende wijze:
1. Zet de zitmaaier op een vlakke ondergrond.
2. Meet de afstand tussen de grond en de rand van
de kast, voor en achter de kap.
Als de waarden overeen stemmen is de maai-
kast parallel.
850,970 Ned 97-10-14, 15.5923
24 – Nederlands
L
123
ONDERHOUD
Afstelling van de parallelliteit van de
maaikast
Afstelling van Rider 850
1. Demonteer de frontkap en de rechter vleugelkap
volgens de beschrijving op bladzijde 18.
2. Afstelling van de maaikast in de hoogterichting
wordt uitgevoerd met de afstelmoeren aan de
achterkant van de liftstang.
3. Verhoog de maaikast aan de voorkant door de
liftstang te verkorten.
verlaag de maaikast aan de voorkant door de
liftstang te verlengen.
4. Draai de moeren naar elkaar vast na de afstel-
ling.
5. Na de uitgevoerde afstelling moet de parallelliteit
opnieuw worden gecontroleerd.
Monteer de rechter vleugelkap en de frontkap.
Afstelling van Rider 970
1. Demonteer de frontkap en de rechter vleugelkap
volgens de beschrijving op bladzijde 18.
2. Maak de stang los door de achterste spie (1)
eruit te trekken. Til de achterkant van de maai-
kast op om de parallelstang te ontlasten.
3. Maak de borgmoer (2) los.
4. Schroef de vork (3) uit om de achterkant van de
kap te verhogen. Schroef de vork (3) in om de
achterkant van de kap te verlagen.
5. Draai de borgmoer na de afstelling vast.
6. Nadat de afstelling is uitgevoerd moet de paral-
lelliteit van de maaikast opnieuw worden gecon-
troleerd.
Monteer de rechter vleugelkap en de frontkap.
2
850,970 Ned 97-10-14, 15.5924
Nederlands – 25
L
2
3
5
4
6
1
ONDERHOUD
1
2
Demonteren van de maaikast
De maaikast kan worden losgemaakt van de
zitmaaier bij bijvoorbeeld reiniging of controle van
messen en bouten.
Demonteer de maaikast van de Rider 850 op de
volgende wijze:
1. Demonteer de frontkap en de linker en rechter
vleugelkap volgens de beschrijving op bladzijde 18.
2. Breng de maaikast omhoog door de hendel naar
achter te trekken naar de transportstand.
3. Demonteer de aandrijfriem (1).
4. Laat de maaikast zakken door de blokkeerknop
van de hendel in te drukken en de hendel naar
de maaistand te brengen. Stel daarna de laag-
ste maaihoogte in met de hendel voor het
instellen van de maaihoogte.
5. Haal de haarnaaldveer (2) uit de kettinghouder.
6. Haal de borgspieën (een aan iedere kant) eruit
aan de achterkant van de maaikast.
WAARSCHUWING!
Draag een veiligheidsbril bij het
demonteren van de maaikast.
De veer die de riem spant kan eraf
springen en persoonlijk letsel
veroorzaken.
!
De montage van de maaikast geschiedt in omge-
keerde volgorde van de demontage.
Demonteer de maaikast van de Rider 970 Bioclip
op de volgende wijze:
1. Demonteer de frontkap volgens de beschrijving
op bladzijde 18.
2. Stel de maaihoogte in de hoogste stand in. Klap
daarna de aanslag (1) tegen de dwarslopende
leiding en zet vervolgens de maaihoogte in de
laagste stand. Nu is de maaikast vergrendeld in
de hoogterichting.
3. Ontlast de spanrol (2) door de veer (3) los te
koppelen.
4. Vouw de borgplaat (4) naar voren en druk de
voorkant van de maaikast naar beneden zodat
deze wordt vrij gemaakt van het frame (5) van
de maaikast.
5. Schuif de maaikast naar achter en demonteer
de aandrijfriem. Verwijder daarna de haarnaald-
veer en maak de trekstang (6) los van de hoog-
te-instelling. De maaikast kan nu naar voren
worden getrokken totdat deze los komt van de
achterste ophanging.
De montage van de maaikast geschiedt in omge-
keerde volgorde van de demontage.
!
WAARSCHUWING!
Als de borgspieën zijn losgemaakt, zal de
maaikast op de grond vallen. Zorg ervoor
dat uw handen of vingers zich bij de
demontage niet onder de maaikast
bevinden.
850,970 Ned 97-10-14, 15.5925
26 – Nederlands
L
ONDERHOUD
Controle van de messen
Om het beste maairesultaat te bereiken is het
belangrijk dat de messen niet beschadigd zijn en
dat zij goed zijn geslepen.
Controleer of de bevestigingsbouten van de mes-
sen zijn vastgedraaid.
BELANGRIJKE INFORMATIE
De bioclipmaaikast moet de messen altijd in
de onderlinge stand ten opzichte van elkaar
hebben als de afbeelding laat zien met een
hoek van 90° tussen de messen. Anders
kunnen de messen tegen elkaar komen en
schade aan de maaikast veroorzaken.
Controle van de spanning van de
banden
De spanning van de banden moet zijn 60 kPa
(0,6 kg/cm
2
) voor alle wielen.
Om het aandrijfvermogen te verbeteren, kan de
spanning voor de achterbanden worden verminderd
tot 40 kPa (0,4 kg/cm
2
).
Hoogste toegestane spanning is 100 kPa
(1,0 kg/cm
2
).
BELANGRIJKE INFORMATIE
Een verschillende spanning in de voorbanden
brengt met zich mee dat de messen het gras
maaien op een verschillende hoogte.
Maaikast van Rider 850 (uitworp achter) Maaikast van Rider 970 (bioclipmaaikast)
BELANGRIJKE INFORMATIE
Het vervangen of slijpen van de messen moet
worden uitgevoerd door een bevoegde
onderhoudswerkplaats.
850,970 Ned 97-10-14, 15.5926
Nederlands – 27
L
ONDERHOUD
BELANGRIJKE INFORMATIE
Controleer of de borgring goed in de groef
komt.
Verversen van de motorolie
De motorolie moet de eerste keer worden vervan-
gen na vijf gebruiksuren. Daarna moet verversing
plaatsvinden na iedere 25 gebruiksuren.
ADD
FULL
ADD
FULL
BELANGRIJKE INFORMATIE
Gebruikte motorolie is schadelijk voor de
gezondheid en mag volgens de wet niet op de
grond of in de natuur worden gegoten, maar
moet worden ingeleverd bij een werkplaats of
een daarvoor aangewezen plaats voor
verwerking.
Vermijd contact met de huis, wassen met zeep
en water bij eventueel knoeien.
WAARSCHUWING!
De motorolie kan zeer warm zijn als
deze wordt afgetapt direct na het
stoppen. Laat daarom de motor eerst
wat afkoelen.
!
1. Plaats een opvangbak onder de aftapplug van
de motor, die zit aan de linkerkant van de motor.
2. Verwijder de peilstok en de aftapplug.
3. Laat de olie in de opvangbak lopen.
4. Monteer de aftapplug en draai deze vast.
5. Vul olie bij tot het “FULL”-merkteken op de
peilstok. Het bijvullen van olie gebeurt door
hetzelfde gat als waarin de peilstok zit.
Gebruik motorolie SAE 30 of SAE 10W-30. De
motor biedt plaats aan 1,2 liter olie.
6. Laat de motor warmlopen, controleer daarna of
er geen lekkage voorkomt bij de olieplug.
Smeren (850)
Alle gewrichten en lagers zijn bij de productie
gesmeerd met molybdendisulfidevet. Nasmeren
met hetzelfde type vet. Smeer de besturings- en
bedieningsdraden met motorolie.
Voer deze smering regelmatig uit, bij dagelijks
gebruik van de machine moet de smering twee keer
per week worden uitgevoerd.
Smeren van de voorwiellagers
1. Verwijder de plastic kap die het midden van het
wiel bedekt.
2. Verwijder de borgring en het plaatje op de
voorwielas.
3. Til het wiel van zijn plaats.
4. Smeer de astap in met molybdendisulfidevet.
5. Monteer de onderdelen in omgekeerde volgorde.
850,970 Ned 97-10-14, 15.5927
28 – Nederlands
L
ONDERHOUD
Controleren en afstellen van de
gasdraad
Als de motor niet reageert zoals het hoort bij gas
geven of als het maximale toerental niet wordt
bereikt, kan het nodig zijn de gasdraad af te stel-
len.
1. Maak de klemschroef los (bij de pijl), en schuif
de gasbediening naar de volgas-stand.
2. Trek de buitenhuls van de gasdraad maximaal
naar rechts en draai de klemschroef vast.
Vervangen van het brandstoffilter
Vervang het op de leiding gemonteerde brandstoffil-
ter iedere 100 uur (een keer per seizoen) of vaker
als het verstopt is.
Vervang het filter op de volgende wijze:
1. Demonteer de motorkap volgens de beschrijving
op bladzijde 18.
2. Haal de slangklemmen weg bij het filter.
Gebruik een platte tang.
3. Trek het filter los van de slanguiteinden.
4. Druk het nieuwe filter in de slanguiteinden.
Indien nodig kan een zeepoplossing worden
aangebracht op de filteruiteinden om de monta-
ge te vergemakkelijken.
5. Zet de slangklemmen weer terug bij het filter.
850,970 Ned 97-10-14, 15.5928
Nederlands – 29
L
STORINGSSCHEMA
Probleem Maatregel
De motor start niet Geen brandstof in de brandstoftank
Bougie defect
Bougie-aansluiting defect
Vuil in de vergasser of de brandstofleiding
De startmotor krijgt Accu leeg
de motor niet rond Slecht contact tussen kabel en accupool
Hendel voor de maaikast in verkeerde stand
Hoofdzekering kapot
Contactslot kapot
Versnellingshendel/hydrostaat-pedaal niet in neutrale
stand
De motor loopt Te hoge versnelling ingeschakeld
onregelmatig Bougie defect
Vergasser verkeerd afgesteld
Luchtfilter verstopt
Ventilatie van de brandstoftank verstopt
Ontstekingsafstelling verkeerd
Vuil in de brandstofleiding
De motor lijkt zwak Het luchtfilter verstopt
De bougie defect
Vuil in vergasser of brandstofleiding
Vergasser verkeerd afgesteld
De motor raakt De motor overbelast
oververhit Luchtinlaat of koelflenzen verstopt
Ventilator beschadigd
Te weinig of geen olie in de motor
Voorontsteking niet goed
De bougie defect
De accu wordt niet Een of meer cellen kapot
opgeladen Slecht contact tussen accupolen en kabels
De zitmaaier trilt De messen zitten los
De motor zit los
Onbalans tussen een of meer messen, veroorzaakt
door schade of slechte balancering na het slijpen
Ongelijkmatig maai- Messen bot
resultaat Maaikast scheef afgesteld
Lang of nat gras
Grasopeenhoping onder de kap
Verschillende spanning in de banden aan de rechter
en linker kant
Te hoge rijsnelheid
De aandrijfriem slipt
850,970 Ned 97-10-14, 15.5929
30 – Nederlands
L
RIDER 970RIDER 970RIDER 970
RIDER 850RIDER 850RIDER 850
RIDER 850RIDER 850RIDER 850
Om de zitmaaier klaar te maken voor stalling, deze
stappen volgen:
1. Maak de zitmaaier zorgvuldig schoon, in het
bijzonder onder de maaikast. Herstel lakbescha-
digingen om roestaanvallen te voorkomen.
2. Inspecteer de zitmaaier op beschadigde of
versleten onderdelen en draai evt. losse bouten
en moeren vast.
3. Ververs de olie in de motor, zorg dat de afge-
werkte olie een goede bestemming krijgt.
4. Maak de benzinetank leeg. Start de motor en
laat deze lopen totdat er ook geen benzine meer
zit in de vergasser.
5. Verwijder de bougie en giet ca. een eetlepel
motorolie in iedere cilinder. Draai de motor rond
zodat de olie wordt verdeeld en schroef de
bougie weer vast.
6. Smeer alle smeernippels, gewrichten en assen.
7. Verwijder de accu. Maak deze schoon, laad hem
op en bewaar hem op een koele plaats. Be-
scherm de accu tegen lage temperaturen (onder
het vriespunt).
8 Stal de zitmaaier schoon en droog en breng een
bedekking aan als extra bescherming.
Service
Bij het bestellen van reserve-onderdelen moet het
jaar van aankoop van de zitmaaier en het model-,
type- en serienummer worden vermeld.
Er moeten altijd originele reserve-onderdelen
worden gebruikt.
Een jaarlijkse controle of groot onderhoud door een
bevoegde servicewerkplaats is een goede manier
om ook het daaropvolgende seizoen optimaal
plezier te hebben van uw zitmaaier.
Winterstalling
Aan het eind van het maaiseizoen moet de zit-
maaier onmiddellijk in orde worden gemaakt voor
stalling, ook als deze langer dan 30 dagen niet
gebruikt gaat worden. Brandstof die lange perioden
in de tank blijft (30 dagen of meer) kan kleverige
afzettingen produceren, die de vergasser kunnen
verstoppen en de werking van de motor kunnen
verstoren.
Een brandstofstabilisator is een acceptabel alterna-
tief als het erom gaat kleverige afzettingen tijdens de
stalling te voorkomen. Als alkylaatbenzine (Aspen)
werd gebruikt, hoeft men geen stabilisator toe te
voegen, daar deze brandstof stabiel is. Daarentegen
moet men vermijden standaard- en alkylaatbenzine
afwisselend te gebruiken, daar gevoelige rubberen
onderdelen dan hard kunnen worden. Voeg stabilisa-
tor toe aan de brandstof in de tank of het opbergre-
servoir.
Gebruik altijd de mengverhouding die door de
fabrikant van de stabilisator wordt aangegeven. Laat
de motor minstens 10 minuten lopen na toevoeging
van de stabilisator, zodat de stabilisator tot bij de
vergasser komt. Maak de brandstoftank en de
vergasser niet leeg als stabilisator is toegevoegd.
STALLEN
WAARSCHUWING!
Stal een motor met brandstof in de tank nooit
binnenshuis of in slecht geventileerde
ruimten, daar brandstofdampen in contact
kunnen komen met open vuur, vonken of een
waakvlam, zoals in een verwarmingsketel,
een geiser, een droger etc.
Hanteer de
brandstof met voorzichtigheid. Deze is
zeer snel ontvlambaar en onachtzaam
gebruik kan zwaar persoonlijk letsel en
schade aan eigendommen veroorzaken.
Tap de brandstof af in een goedgekeurd
reservoir buitenshuis en op geruime
afstand van open vuur. Gebruik nooit
benzine voor het reinigen. Gebruik in
plaats daarvan ontvettingsmiddel en warm
water.
!
850,970 Ned 97-10-14, 15.5930
Nederlands – 31
L
Afmetingen Rider 850 Rider 970
Lengte 2000 mm 2145 mm
Breedte 960 mm 1050 mm (970-15,5), 1260 mm (970-15,5S)
1120 (970-Bioclip)
Hoogte 1060 mm 1060 mm
Dienstgewicht 225 kg 240 kg
Asafstand 820 mm 855 mm
Spoorbreedte 610 mm Voor: 715 mm, achter: 610 mm
Bandenafmeting 16x6,50x8 16x6,50x8
Bandenspanning, 60kPa (0,6 kg/cm
2
) 60kPa (0,6 kg/cm
2
)
voor en achter
Max. toegestane helling 15° 15°
Motor
Fabrikaat Briggs & Stratton model 28B707 Briggs & Stratton model 28N707
type 0139, trim 01 (850-10,5) type 0122, trim 01
Briggs & Stratton model 286707
type 0184, trim 01 (850-12,5)
Vermogen 7,7/10,5 kW/pk (850-10,5) 11,4/15,5 kW/pk
9,2/12,5 kW/pk (850-12,5)
Cilinderinhoud 362 cm3 (850-10,5) 465 cm
3
465 cm3 (850-12,5)
Brandstof Min. 92 octaan gelood of ongelood Min. 92 octaan gelood of ongelood
Tankinhoud 7 liter 7 liter
Olie SAE 30 of SAE 10W/30 SAE 30 of SAE 10W/30
Hoeveelheid 1,2 liter 1,2 liter
Start Elektrisch Elektrisch
Elektrisch systeem
Type 12 V, min geaard 12 V, min geaard
Accu 12 V, 20 Ah 12 V, 20 Ah
Bougie Champion CJ8 of J8 (850-12,5) Champion CJ8 of J8
elektrodenafstand 0,7–0,8 mm elektrodenafstand 0,7–0,8 mm
Versnellingsbak
Fabrikaat Peerless type MST 205-531A Peerless type MST 205-531A
MST-202 MST-202
Aantal versn. vooruit 5 5
Aantal versn. achteruit 1 1
Snelheid vooruit 1,85–8,9 km/u 1,85–8,9 km/u
Snelheid achteruit 2,5 km/u 2,5 km/u
Maaikast
Type 3-messenkap met uitworp 3-messenkap met uitworp naar
naar achteren achteren/zij-waarts/bioclip
Maaibreedte 850 mm 965 mm (970-15,5/15,5S), 1030 mm (bioclip)
Maaihoogten 9 standen, 40–90 mm 9 standen, 40–90 mm, 45–80 mm (bioclip)
Mesdiameter 304 mm 350 mm (970-15,5/15,5S), 410 mm (bioclip)
Geluidsniveau 100 dB(A) 100 dB(A)
TECHNISCHE SPECIFICATIES
Om verbeteringen te kunnen doorvoeren kunnen de specificaties en de vormgeving veranderd worden
zonder speciale mededeling.
Denk eraan, dat geen enkele gerechtelijke eis, van welke aard dan ook, kan worden gesteld op grond van
de informatie in deze gebruiksaanwijzing.
Gebruik alleen originele onderdelen bij reparaties. Als andere onderdelen worden gebruikt, eindigt de
geldigheid van de garantie.
850,970 Ned 97-10-14, 15.5931
´*2}U¶6F¨
Nederlands – 33
L
´*2}U¶6F¨
29


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Husqvarna Rider 970 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Husqvarna Rider 970 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 2,23 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Husqvarna Rider 970

Husqvarna Rider 970 User Manual - German - 36 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info