518135
6
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/64
Next page
KEEPING THE WORLD SEWING
Handleiding
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Deze huishoudnaaimachine voldoet aan de eisen van IEC/EN 60335-2-28.
Elektrische aansluiting
Deze naaimachine moet worden gebruikt met het voltage dat is aangegeven op het
betreffende plaatje.
Opmerkingen over de veiligheid
Laat kinderen niet spelen met de naaimachine.
Let goed op wanneer deze naaimachine wordt gebruikt door of in de buurt van
kinderen.
Een naaimachine mag nooit zonder toezicht met de stekker in het stopcontact blijven
staan.
Verwijder direct na gebruik en voordat u de machine schoonmaakt de stekker van de
naaimachine uit het stopcontact.
Schakel de naaimachine uit (“0”) wanneer u iets wilt veranderen in de omgeving van
de naald, zoals een draad door de naald halen, een andere naald plaatsen, een andere
naaivoet plaatsen en dergelijke.
Gebruik de naaimachine nooit als het snoer of de stekker beschadigd zijn.
Houd uw vingers uit de buurt van alle bewegende delen. Wees vooral voorzichtig in de
buurt van de naaimachinenaald.
Gebruik deze naaimachine alleen voor de werkzaamheden waarvoor de naaimachine
bedoeld is en zoals die worden beschreven in deze handleiding. Gebruik alleen
hulpstukken die door de producent zijn aanbevolen zoals in deze handleiding wordt
beschreven.
Haal altijd de stekker uit het stopcontact voordat u het lampje vervangt. Vervang het
lampje door het zelfde type (voltage en watt).
Let op! Dit product moet op een veilige manier gerecycled worden
volgens de geldende nationale wetgeving voor elektrische/elektro-
nische producten. Raadpleeg bij twijfel uw leverancier voor advies.
Iconen in het Informatievenster 39
Algemene symbolen 39
Programmeersymbolen 40
Iconen knoopsgat 40
Programmeren 41
Steken en letters programmeren 42
Uw programma naaien 43
Overzicht borduureenheid 44
Borduuraccessoires 44
Borduurvoet U bevestigen 45
Borduureenheid aansluiten 46
Borduureenheid verwijderen 46
De stof in de ring plaatsen 47
Borduursjabloon 47
Borduurring plaatsen 48
Beginnen met borduren 48
Informatievenstersymbolen bij het
borduren 49
Borduurfuncties 50
Het onderhoud van uw Platinum 55
Vervangen van gloeilampje 56
Schoonmaken 57
Het verhelpen van storingen 58
Index 60
Inhoudsopgave
Uw Platinum leren kennen 2
Overzicht 2-3
Doos met toebehoren 3
Accessoires 3
Uw naaimachine uitpakken 4
Aansluiten op de voedingsspanning 4
Opbergen van de machine 5
Doos met toebehoren 5
Garenpennen 6
Bovendraad inrijgen 7
Draadinsteker 8
Een tweelingnaald inrijgen 9
Opspoelen 10
Het spoeltje in de machine plaatsen 10
Spoelen vanaf de naald 11
Naalden 12
De naald verwisselen 12
Naaivoeten 13
Naaivoet verwisselen 14
Naaivoetdruk (a) 14
Naaivoetlichter (b) 14
Draadspanning 15
Transporteur verzinken 16
De functies en het Informatievenster
van uw Platinum 775
Functietoetsen 18
Het toetsenpaneel 19
Steekkeuze 21
Naaigids 24
Stofkeuze Geweven of elastisch 24
Technieken 25
Gebruiksaanwijzing Naaigids 26
Iconen in het Informatievenster 27
Programmeren 29-31
De functies en het Informatievenster
van uw Platinum 955E 33
Functietoetsen 34
Het toetsenpaneel 35
Steekkeuze 37
2
34.
36.
35.
33.
32.
31.
30.
29.
28.
27.
26.
25.24.
23.
22.
21.
20.
18.
19.
17.
16.
15.
13.
14.
12.
11.
10.
9.
8.
7.
6.
4.
5.
3.
2.
1.
Uw Platinum leren kennen
20. Grondplaat
21. Transporteur omhoog/omlaag
22. Naaivoetstang en naaivoethouder
23. Naaldklemschroef
24. Draadspanningsschijf voor spoelen
25. Hoofdgarenpen
26. Garenschijfjes
27. Draadgeleiders
28. Extra garenpen
29. Spoelwinderas
30. Spoelstop
31. Garenmesje voor spoeldraad
32. Handwiel
33. Het toetsenpaneel met Informatievenster
34. (alleen Platinum 955E) Gleuf voor
Embroidery d-Card
35. Hoofdschakelaar, aansluitingen voor elek-
triciteitsvoorziening en voetpedaal
36. Liniaal (inches en centimeters)
Overzicht - voorzijde
1. Klep
2. Regelaar voor de naaivoetdruk
3. Draadhefboom
4. Draadspanningsschijf
5. Voorspanningsschijven
6. Toets voor naaldstop onder/boven
7. Stoptoets Einde
8. FIX-toets
9. Naaisnelheidstoets - sneller
10. Naaisnelheidstoets - langzamer
11. Start/stop-toets
12. Achteruitnaaitoets
13. Aansluiting knoopsgat-sensorvoet
14. Light(tm)
15. Draadinsteker
16. Naaldstang
17. Naaivoet
18. Vrije arm
19. Spoelhuis
Uw Platinum leren kennen
3
54.
41.
50.
52.
51.
48.
47.
49.
53.
46.
45.
44.
43.
42.
40.
39.
38.
37.
Uw Platinum leren kennen
Overzicht - achterzijde
37. Handvat
38. Garenmesje
39. Hendel voor naaivoet
40. Draadinsteker
41.
(alleen Platinum 955E) Aansluiting bor-
duureenheid
Doos met toebehoren
42. Ruimte voor andere toebehoren
43. Ruimte voor naaivoeten
44. Ruimte voor spoeltjes
Naaivoeten voor de
Platinum 775
Naaivoeten A, B, C, D, E, H, J en de knoops-
gat-sensorvoet (zie pagina 13-14 voor het
overzicht van naaivoeten).
Naaivoeten voor de
Platinum 955E
Naaivoeten A, B, C, D, E, J en de knoopsgat-
sensorvoet (zie pagina 13-14 voor het over-
zicht van naaivoeten).
Pictogrampen - een speciale pen waarmee
u direct op de stof kunt tekenen. De kleur
verdwijnt na enkele uren. U kunt ook koud
water gebruiken om de markering helemaal
te verwijderen voordat u gaat strijken.
Accessoires
Naalden
Garenklossen
45. Borsteltje
46. Steekplaatopener
(te bevestigen op het borsteltje)
47. Schroevendraaier
48. Tornmesje
49. Hulpstuk
50. Spoeltjes
51. Vilten onderlegger
52. Gloeilampremover
53. Draadnetje
54. Garenschijfjes
4
3. 1. 2.
Uw Platinum leren kennen
Uw naaimachine uitpakken
1. Plaats de machine op een tafel of werkblad, verwijder de verpakking en til de kap eraf.
2. Verwijder het verpakkingsmateriaal, het voetpedaal en tenslotte de beschermkap.
3. De machine wordt geleverd met een zakje met toebehoren en een voedingskabel.
4. Neem de machine af met een doek, met name rondom de naald en de steekplaat om
eventueel vuil te verwijderen voordat u gaat naaien.
Het voetpedaalsnoer aansluiten
Bij de accessoires vindt u het snoer van het voet-
pedaal en de voedingskabel. U hoeft het snoer
van het voetpedaal alleen de eerste keer dat u
de machine gaat gebruiken in het voetpedaal te
steken.
1. Trek het snoer van het voetpedaal naar buiten.
Draai het voetpedaal om. Steek het snoer in
het contact in de ruimte in het voetpedaal.
2. Duw stevig om te zorgen dat het goed aange-
sloten is.
3. Trek het snoer door de gleuf aan de rechter-
kant van het voetpedaal.
Aansluiten op de voedingsspanning
Aan de onderkant van de machine vindt u infor-
matie over de voedingsspanning (V) en de frequen-
tie (Hz).
Controleer voordat u het voetpedaal aansluit
of het voetpedaal van het type ”FR4” is (zie de
onderkant van het voetpedaal).
1. Sluit het snoer van het voetpedaal aan op het
voorste contact rechts onder aan de machine.
2. Sluit de voedingskabel aan op het achterste
contact, rechts onder aan de machine.
3. Wanneer u de hoofdschakelaar op AAN zet,
worden zowel de machine als de lamp inge-
schakeld.
5
1.
Uw Platinum leren kennen
Opbergen van de machine
1. Druk op de hoofdschakelaar om de
machine uit te schakelen.
2. Neem de voedingskabel eerst uit
het stopcontact en vervolgens uit de
machine.
3. Wikkel de voedingskabel op om uw
hand en berg de kabel op in de daarvoor
bestemde ruimte in de kap. In deze
ruimte kunt u ook de gebruikershandlei-
ding bewaren.
4. Trek de stekker van het voetpedaalsnoer
uit de machine. Wikkel het snoer van het
voetpedaal op om uw hand en plaats het
snoer in de opbergruimte van het voet-
pedaal.
5. Zorg ervoor dat alle toebehoren zich
in de doos met toebehoren bevinden.
Schuif de doos op de machine rond de
vrije arm.
6. Plaats het voetpedaal met de onderkant
naar u toe in de uitsparing van de doos
met toebehoren aan de achterkant van de
machine.
Doos met toebehoren
In de doos met toebehoren zitten speciale
vakjes voor naaivoeten, spoeltjes en naalden
en er is ook ruimte voor andere toebehoren.
Berg de toebehoren op in de doos zodat u ze
altijd binnen handbereik heeft.
De doos met toebehoren verwijderen
Om de vrije arm te gebruiken moet u de
doos met toebehoren verwijderen. Er is,
indien bevestigd, een plastic haak om de
doos met toebehoren aan de machine te
bevestigen. Links onderaan de doos met toe-
behoren zit een toets (1) die wordt gebruikt
om de doos los te maken en te verwijderen.
Druk de toets omhoog en schuif de doos
met toebehoren naar links en verwijder de
doos.
6
a
b
Uw Platinum leren kennen
Groot garenklosje
Smal garenklosje
Hoofdgarenpen
Extra garenpen
Garenpennen
Uw Platinum 955E heeft twee garenpennen,
een hoofdgarenpen en een extra garenpen.
De garenpennen zijn geschikt voor alle soor-
ten garen. Klap de garenpen uit naar rechts.
Plaats het klosje zo op de garenpen dat de
draad tegen de wijzers van de klok in afrolt.
Schuif er een schijfje op (zie hieronder) en
klap de garenpen dan naar achteren in hori-
zontale positie.
Hoofdgarenpen
De hoofdgarenpen (a) is instelbaar en kan worden gebruikt in een horizontale positie (de
draad wordt van de stilstaande pen afgerold) of in een verticale positie (het klosje draait).
Er bevinden zich twee schijfjes op de garenpen, een grote (a) en een kleine (b). Afhankelijk
van de afmeting van het klosje of welke garenpenpositie u gebruikt, worden de schijfjes op
verschillende manieren gebruikt. Gebruik de horizontale positie voor normaal garen en de
verticale positie voor grote klossen of garen met speciale eigenschappen.
Horizontale positie
Plaats wanneer de pen in horizontale positie en met
smalle klosjes wordt gebruikt, het grote schijfje (a)
onder het klosje. Het kleine schijfje (b) wordt op het
garenklosje geplaatst.
Plaats wanneer u grote garenklossen gebruikt, het kleine
schijfje (b) onder de garenklos en het grote schijfje (a)
erop.
De platte zijde van het schijfje wordt stevig tegen de
klos gedrukt. Er mag geen ruimte tussen het schijfje en
de klos zitten.
Verticale positie
Om de garenpen in verticale positie te gebruiken, dient
u de garenpen naar rechts uit te klappen. Schuif
het grote schijfje erop en plaats een vilten
onderlegger onder het klosje. Dit voorkomt
dat de draad te snel van het klosje wordt
afgewikkeld.
7
a
b
Uw Platinum leren kennen
en omhoog tussen de draadspannings-
schijven (b).
3. Ga verder met het inrijgen in de door de
pijlen aangegeven richting. Leid de draad
wanneer u aan het inrijgen bent vanaf de
rechterkant door de draadhefboom.
4. Leid de draad door de laatste geleider net
boven de naald.
5. Steek de draad vanaf de voorkant door
de naald (zie draadinsteker voor verdere
instructies).
6. Plaats de draad onder de naaivoet en in
het garenmesje, trek het naar beneden
om hem af te snijden.
Bovendraad inrijgen
Zorg ervoor wanneer u de bovendraad inrijgt
dat de naaivoet omhoog staat en dat de naald
zich in de hoogste stand bevindt.
Zet de hoofdschakelaar uit.
1. Klap de garenpen uit. Plaats het klosje
op de garenpen met het schijfje (volg
de instructies op de vorige pagina). De
draad wordt met de wijzers van de klok
mee afgerold. Klap de garenpen weer in.
Houd de draad met uw rechterhand
dichtbij het klosje. Breng het uiteinde
van de draad met uw linkerhand in de
richting van de pijl op de machine.
2. Breng de draad in de voorspannings-
draadgeleider (a). Breng de draad omlaag
Extra garenpen
De extra garenpen wordt gebruikt wanneer u
een spoeltje wilt opspoelen vanaf een tweede
garenklosje of voor een tweede klosje wan-
neer u met een tweelingnaald naait.
Plaats wanneer u de extra garenpen gebruikt,
het grote schijfje en een vilten onderlegger
onder het garenklosje.
8
a
a
2.
5.
4.
3.
1.
Uw Platinum leren kennen
Draadinsteker
Wanneer u de draadinsteker wilt gebruiken,
moet de naald zich in de bovenste stand
bevinden. Bovendien raden wij u aan om de
naaivoet te laten zakken.
Zet de hoofdschakelaar uit.
1. Trek de draadinsteker helemaal naar
beneden zodat de draad onder de gelei-
der blijft steken (a).
2. Breng hem naar voren totdat de metalen
enzen de naald bedekken. Een klein
haakje gaat door het oog van de naald.
3. Plaats de draad rondom de geleider (a)
en onder de enzen voor de naald, zodat
de draad achter het kleine haakje blijft
hangen.
4. Laat de draadinsteker voorzichtig terug-
draaien. Het haakje trekt de draad door
het oog van de naald en vormt een lus
achter de naald. Trek de lus er achter de
naald uit.
5. Plaats de draad onder de naaivoet en
snijd de draad af.
OPMERKING: De draadinsteker is ontworpen voor
naalden nr. 70-120. Wanneer u gebruik maakt van
naalden van nr. 60 of kleiner, een zwaardnaald,
een tweelingnaald of een drielingnaald, of wan-
neer de knoopsgat-sensorvoet is geplaatst, kunt
u de draadinsteker niet gebruiken. Er zijn ook
enkele optionele accessoires waarbij u met de
hand moet insteken (zie onder).
Zorg ervoor, wanneer u de draad handmatig in de
naald steekt dat de draad van voren naar achteren
door de naald wordt gestoken. De witte kleur van
de naaivoethouder zorgt ervoor dat u het oog van
de naald duidelijk kunt zien. Het spoeldeksel kan
worden gebruikt als vergrootglas.
9
Uw Platinum leren kennen
5. Plaats het garenklosje of het spoeltje met
de tweede draad op de garenpen.
6. Rijg de machine in zoals eerder omschre-
ven, maar zorg ervoor dat deze draad nu
voor de draadspanningsschijf en buiten
de onderste draadgeleider loopt. Rijg de
rechternaald in.
Een tweelingnaald inrijgen
Zet de hoofdschakelaar uit.
1. Plaats een tweelingnaald. Zie pagina 12
”Vervangen van de naald”.
2. Gebruik een tweede garenklosje of spoel
garen dat u als tweede bovendraad wilt
gebruiken op een spoeltje.
3. LINKER NAALD (ROOD): Rijg de machine
in zoals uitgelegd op pagina 7 en zorg
ervoor dat de draad tussen de binnenste
spanningsplaatjes door loopt, binnen de
laatste draadgeleider. Rijg de linkernaald in.
4. RECHTER NAALD (LICHTROOD): Klap de
extra garenpen omhoog. Plaats de grote
schijfschijfje en een vilten onderlegger
op de garenpen.
10
 
c
b
a
b
d
c
b
a
Uw Platinum leren kennen
OPMERKING: Wikkel de draad, afhankelijk van de
kwaliteit van het garen, een of twee keer rond de
draadgeleider (a).
4. Wikkel van bovenaf een paar slagen
draad met de wijzers van de klok mee
om het spoeltje en snijd de draad met het
garenmesje (d) af.
5. Druk op het voetpedaal. Wanneer het
spoeltje vol is, stopt het spoelen automa-
tisch. Verwijder het spoeltje en snijd de
draad af. Duw de spoelas omhoog.
Opspoelen
1. Plaats een lege spoel op de spoelas aan
de voorkant van de machine (met het
merktekenanaar boven). Duw de spoe-
las naar beneden.
2. Plaats het grootste schijfje en een vilten
onderlegger onder de spoel op de extra
garenpen.
3. Voer de draad zoals afgebeeld in de
draadgeleider (a) en vervolgens onder de
draadgeleider (b), vervolgens zoals afge-
beeld over de draadgeleider (c) heen.
Het spoeltje in de machine plaatsen
Zet de hoofdschakelaar uit.
1. Verwijder het spoeldeksel door dit naar u toe
te schuiven.
2. Plaats het spoeltje in het spoelhuis met het
merktekenanaar boven en houd daarbij de
draad links van het spoeltje. Het spoeltje zal
tegen de wijzers van de klok in draaien, terwijl
de draad naar buiten wordt getrokken.
3. Plaats uw vinger op het spoeltje om te voorko-
men dat het kan draaien als u de draad stevig
naar rechts trekt en vervolgens naar links in
de spanningsveer (a) totdat het op zijn plaats
”klikt”.
4. Ga verder met het inrijgen (b) en vervolgens
naar rechts en dan links naar het garenmesje (c).
Plaats het deksel (1) weer op het spoelhuis. Trek
de draad naar links om deze af te snijden (2).
11
c
Uw Platinum leren kennen
Spoelen vanaf de naald
Zorg ervoor dat de naaivoet en naald zich in
de hoogste stand bevinden. Gebruik alleen de
originele groene Husqvarna Viking spoeltjes.
Gebruik wanneer u draad opspoelt vanaf de naald
uitsluitend een metalen naaivoet.
Volg voor het opspoelen de instructies voor
”Spoelen”. Het verschil is dat de draad wordt
opgespoeld vanaf de naald, onder de naai-
voet door en naar rechts over de draadgelei-
der (c).
OPMERKING: Het is niet aan te bevelen speciale
garens zoals transparante of andere stretchgarens
via de naald op de spoeltjes te spoelen. Zie daar-
voor bij ”Spoelen”.
12
b
a
CBA
Uw Platinum leren kennen
Naalden
De naaimachinenaald speelt een belangrijke
rol bij een optimaal naairesultaat. Om ervoor
te zorgen dat u een naald van goede kwaliteit
gebruikt, raden wij u aan de naalden van
systeem 130/705H aan te schaffen. Het naal-
dendoosje dat bij uw Platinum wordt gele-
verd, bevat naalden van de meest gebruikte
maten voor het naaien van geweven en elasti-
sche stoffen.
A - Standaardnaalden nr. 80 en 90
Deze naalden worden gebruikt voor het
naaien van alle soorten geweven stoffen. De
naaldpunt is zo ontworpen dat hij tussen de
draden van de stof doorgaat, zodat de stof
niet wordt beschadigd.
B - Stretchnaalden nr. 90
Deze naalden worden gebruikt voor het
naaien van gebreide en elastische stoffen. De
stretchnaald heeft een gele markering en een
afgeronde punt.
C - Jeansnaalden nr. 90
Deze naalden worden gebruikt voor het
naaien van dikke geweven stoffen, bijvoor-
beeld spijkerstof en canvas. De jeansnaald
heeft een blauwe markering en een extreem
scherpe punt waardoor hij gemakkelijker
door de stof dringt.
De naald verwisselen
Zet de hoofdschakelaar uit.
1. Draai de schroef van de naaldklem los
met een schroevendraaier.
2. Verwijder de naald.
3. Duw de nieuwe naald omhoog met de
platte kant van u af totdat hij niet verder
kan.
4. Gebruik de schroevendraaier om de
schroef stevig vast te draaien.
OPMERKING: Vervang de naald regelmatig,
gebruik altijd een rechte naald met een scherpe
punt (a).
Een kapotte naald (b) kan ervoor zorgen dat
steken worden overgeslagen, dat naalden breken
of dat de draad afbreekt. Een kapotte naald kan
ook de steekplaat beschadigen.
13
Uw Platinum leren kennen
Naaivoeten
Er wordt een aantal naaivoeten voor verschillende
doeleinden bij uw Platinum geleverd:
Naaivoet A
Is bij aevering van de machine geplaatst. Deze voet
wordt hoofdzakelijk gebruikt voor rechte steken en
zigzagsteken met een steeklengte langer dan 1,0 mm.
Naaivoet B
Voor het naaien van smalle zigzagsteken met een
steeklengte van minder dan 1,0 mm, deze voet wordt
ook gebruikt voor andere nuttige steken of sierste-
ken. De groef aan de onderkant van de naaivoet is
bedoeld voor een soepel transport over de steken.
Knoopsgatvoet C
De knoopsgatvoet heeft streepjes waarmee de lengte
van het knoopsgat kan worden bepaald. De mid-
delste markering resulteert in een knooprand van 15
mm. De twee groeven aan de onderkant van de voet
zorgen voor een soepel en recht transport over de
knoopsgatranden.
Blindzoomvoet D
Deze voet wordt gebruikt voor het maken van
blindzomen. De binnenrand van deze voet geleidt
de stof. De onderkant van de voet is zo ontworpen
dat hij langs de rand van de zoom beweegt.
Ritsvoet E
Deze voet kan zowel aan de rechterkant als aan de lin-
kerkant van de naald worden geplaatst. Dit maakt het
eenvoudig om aan beide kanten van de rits te naaien.
Naaivoet H
(alleen Platinum 775)
Deze voet met een glijplaat aan de onderkant, wordt
gebruikt bij het naaien van schuimrubber, plastic of
leer, waardoor de kans dat deze materialen aan de
voet blijven kleven tot een minimum wordt beperkt.
Naaivoet J
Deze voet wordt gebruikt voor overlocksteken en
zomen, d.w.z. steken met een breedte van 5,0 en 5,5
mm. De steken worden gevormd over het pennetje,
dit voorkomt dat er plooien ontstaan aan de rand
van de stof.
14
3.
1. 2.
b
a
Uw Platinum leren kennen
Knoopsgat sensorvoet
Wanneer deze voet op de machine wordt
geplaatst, zorgt het voor de knoopsgatlengte
die in de machine is ingevoerd. De middelste
markering resulteert in een knooprand van
15 mm.
Meer informatie over de verschillende optionele naai-
voeten vindt u in de Gebruiksaanwijzing Accessoires.
Naaivoet verwisselen
Zet de hoofdschakelaar uit.
1. Zorg ervoor dat de naald in de hoogste
stand staat. Trek de naaivoet naar u toe.
2. Plaats het dwarspennetje op de voet in
de opening van de naaivoethouder.
3. Druk het naar achteren totdat de voet
vastklikt.
Naaivoetdruk (a)
De naaivoetdruk wordt aangepast met het
wieltje onder de klep van uw Platinum. De
normale druk is rond de vier. Hoe hoger het
getal, hoe meer druk de naaivoet op de stof
uitoefent. Gebreide en zachte stoffen moeten
met een lagere druk worden genaaid.
Naaivoetlichter (b)
De naaivoet kan met de naaivoetlichter
omhoog en omlaag worden gebracht. De
naaivoet moet omlaag worden gebracht om
te naaien.
Door de naaivoetlichter omhoog te brengen
en dan omhoog te duwen, kan de hefhoogte
van de naaivoet extra worden verhoogd,
zodat ook dikke stoffen onder de voet
kunnen worden geplaatst.
15
a
Uw Platinum leren kennen
Draadspanning
De draadspanning wordt weergegeven door
de draadspanningsindicator (a). Hoe hoger
het nummer, hoe hoger de spanning. Een
draadspanning zo rond de 4 is gebruikelijk.
Zet de draadspanning op ongeveer 3 bij het
naaien van knoopsgaten en siersteken.
Bij het doorstikken met een dikke draad in
dikke stoffen, de spanning verhogen tot 7-9.
Draadspanning op de Platinum 955E
De draadspanning wordt automatisch inge-
steld voor de geselecteerde steek, of het
gekozen motief. U kunt de bovendraadspan-
ning niet met de indicator instellen.
Opmerking: Probeer in geen geval het wieltje
te draaien.
Om deze aan te passen voor speciale stof-
fen/garens en/of technieken, selecteert u de
draadspanningstoetsen op het functiepaneel
(zie pag. 35). Wanneer u de spanning hand-
matig heeft ingesteld, blijft deze instelling
voor alle steken/motieven behouden tot uw
Platinum 955E wordt uitgezet.
Draadspanning op de Platinum 775
Gebruik de aanbevolen draadspanning van
het Informatievenster.
Voor speciale stoffen en/of technieken kunt
u de bovendraadspanning wijzigen. Draai
hiervoor aan de genummerde regelaar (a).
16
3.
2.
1.
Juiste en onjuiste draadspanning
Om enig inzicht te krijgen in de juiste draad-
spanning, kunt u het beste als test enkele
zigzagsteken naaien bij verschillende instel-
lingen.
1. Begin met een te losse spanning, dat wil
zeggen, stel de spanning in op de laagste
waarde. De onderdraad ligt recht en de
bovendraad wordt naar de onderkant van
de stof getrokken.
2. Wanneer u de spanning instelt op de
hoogste waarde, kan het zijn dat de naad
gaat trekken en/of dat de bovendraad
breekt.
3. De draadspanning is goed ingesteld wan-
neer de draden in het midden van beide
sto agen verknopen of, bij siersteken,
aan de onderkant.
Maak altijd eerst een proe apje met de stof
die u gaat gebruiken en controleer de draad-
spanning.
Uw Platinum leren kennen
Transporteur verzinken
U kunt de transporteur verzinken door het
wieltje aan de voorkant van de vrije arm naar
links te draaien . Draai het wieltje naar
de rechter wanneer u de transporteur
omhoog wilt brengen. De transporteur wordt
omhoog gebracht, zodra u begint te naaien.
De transporteur moet worden verzonken
voor het aannaaien van knopen en werk
waarbij u de stof vrij moet kunnen bewegen.
Let op: Bij het borduren op uw Platinum 955E
verzinkt de transporteur automatisch als de bor-
duureenheid wordt aangesloten. Wanneer de bor-
duureenheid verwijderd wordt, gaat de transpor-
teur omhoog wanneer u weer begint te naaien.
FUNCTIES EN INFORMATIEVENSTER
OP UW PLATINUM 775
18
De functies en het Informatievenster van uw Platinum 775
Functietoetsen
Wanneer u de snelheid heeft verlaagd-
handmatig, blijft deze instelling voor
alle steken behouden tot uw Platinum
775 wordt uitgezet.
START/STOP moet worden ingedrukt,
indien u de machine wilt laten naaien
zonder het voetpedaal te gebruiken.
Druk op START/STOP om te beginnen
met naaien en druk er opnieuw op
wanneer u wilt stoppen.
REVERSE wordt ingedrukt wanneer
u achteruit wilt naaien. Wanneer de
toets wordt losgelaten, naait de Pla-
tinum 775 vooruit. De langste steek-
lengte bij achteruit naaien is 3 mm.
Wanneer u constant achteruit wilt
naaien, drukt u voordat u begint te
naaien twee keer kort achter elkaar op
de toets. Het achteruitnaaien wordt
aangegeven met een symbool in het
Informatievenster.
De Platinum 775 naait achteruit
totdat u de toets weer indrukt.
NAALDSTOP ONDER/BOVEN wordt
gebruikt om de naald naar beneden
of omhoog te bewegen en/of om de
positie van de naaldstop in te stellen
op onder of boven.
OPMERKING: Tijdens het naaien kan de
naald omhoog/omlaag worden gebracht
door zachtjes op het voetpedaal te drukken.
STOP wordt gebruikt om een steek
af te sluiten. Uw Platinum 775 trekt
de draad aan en stopt automatisch
wanneer een opeenvolging van steken
is voltooid. STOP wordt opgeheven
wanneer u de toets opnieuw aanraakt
of wanneer u een nieuwe steek selec-
teert. Indien STOP actief is, verschijnt
er een symbool in het Informatie-
venster. De stopfunctie kan worden
geprogrammeerd.
FIX wordt gebruikt om steken af
te hechten. Wanneer op deze toets
wordt gedrukt, verschijnt er een
symbool in het Informatievenster.
De functie kan worden uitgeschakeld
door opnieuw op de toets te drukken.
Wanneer u begint te naaien, naait de
Platinum 775 een paar aanhechtings-
steken en gaat vervolgens verder met
de geselecteerde steek. Druk op.FIX
tijdens het naaien en de Platinum
775 naait een paar afhechtingssteken
en stopt daarna automatisch. De x-
functie kan worden geprogrammeerd.
Druk op + SNELHEID of - SNELHEID
om de naaisnelheid te verhogen of te
verlagen.
Alle steken van de Platinum 775
hebben een vooraf ingestelde, aan-
bevolen naaisnelheid. Wanneer u een
steek selecteert, stelt de Platinum 775
automatisch de juiste naaisnelheid in.
19
De functies en het Informatievenster van uw Platinum 775
De steekbreedte wordt automatisch ingesteld
zodat hij bij de ingestelde breedte van de
tweelingnaald past. De steekinstellingen blij-
ven behouden totdat de tweelingnaaldfunctie
wordt uitgeschakeld.
De tweelingnaaldfunctie is actief totdat u
deze uitschakelt, zelfs wanneer uw Platinum
775 is uitgeschakeld. Druk op de tweeling-
naaldtoets en stel de waarde in op ”0” om de
functie uit te schakelen.
Spiegelen in de breedte
Druk op deze toets om de geselecteerde
steek in de breedte te spiegelen. Wanneer op
deze toets wordt gedrukt wanneer een rechte
steek met linker naaldpositie is geselecteerd,
dan wordt de naaldpositie van links naar
rechts gewijzigd. Wanneer de toets in rep
wordt ingedrukt, wordt de hele steekcombi
-
natie gespiegeld (zie pagina 31).
Wanneer u een steek wilt spiegelen die niet
gespiegeld kan worden, geeft de Platinum
775 een signaal.
Spiegelen in de lengte
Druk op deze toets om de geselecteerde
steek in de lengte te spiegelen. Wanneer de
toets in rep wordt ingedrukt, wordt de hele
steekcombinatie gespiegeld (zie pagina 31).
Wanneer er een stop is geprogrammeerd aan
het eind van een combinatie en de combina-
tie is in de breedte gespiegeld, wordt de stop
daarentegen aan het begin geplaatst.
Wanneer u een steek wilt spiegelen die niet
gespiegeld kan worden, geeft de Platinum
775 een signaal.
Het toetsenpaneel
Steeklengte
Wanneer u een steek selecteert, stelt de Pla-
tinum 775 automatisch de juiste steeklengte
in. De ingestelde lengte is zichtbaar in het
Informatievenster boven de steeklengtetoets.
U kunt de steeklengte wijzigen door op de
(+) of (-) toets te drukken. Sommige steken
hebben een beperkte steeklengte. De mini
-
mum- en maximuminstellingen worden aan-
gegeven met een ”piep”-signaal.
Steekbreedte
De steekbreedte wordt op dezelfde manier
ingesteld als de steeklengte. De ingestelde
breedte is zichtbaar in het Informatievenster
boven de steekbreedtetoets. De breedte kan
worden afgesteld tussen 0 en 6 mm. Wan-
neer een rechte steek wordt geselecteerd, dan
wordt de breedtetoets gebruikt om de naald-
positie in te stellen. Sommige steken hebben
een beperkte steekbreedte. De minimum- en
maximuminstellingen worden aangegeven
met een ”piep”-signaal.
Tweelingnaald
Wanneer u op deze toets drukt, verschijnt
er een pop-up-menu in het Informatieven-
ster, waarin wordt gevraagd om de breedte
van de tweelingnaald in te stellen. Selecteer
de breedte door op de selectietoetsen te
drukken. Een symbool van de tweelingnaald
wordt weergegeven in de linker bovenhoek
van het Informatievenster. Druk opnieuw
op de toets om de huidige instelling van de
tweelingnaald te bekijken.
20
De functies en het Informatievenster van uw Platinum 775
CLR
Druk op deze toets in
PROG om het hele
of een deel van het programma te wissen
(zie pagina 31). Wanneer een programma
in een geheugen is verwijderd, worden de
steeklengte en -breedte als 0.0 op het display
weergegeven.
CLR - Taal
Deze toets wordt ook gebruikt om de TAAL
IN TE STELLEN die door uw Platinum 775
wordt gebruikt. Alle machines zijn af fabriek
ingesteld op Engels. Wilt u de taal wijzigen,
druk dan op CLR terwijl u de machine aanzet.
Wissel tussen de talen door op de selectie-
toetsen te drukken. Druk op M om uw taal-
keuze te bevestigen.
Keuzemenu steken
Uw Platinum 775 heeft drie verschillende
hoofdmenu’s:
Steken
Alfabet
Alfabet submenu
Een symbool in de rechter bovenhoek van
het Informatievenster geeft het huidige gese-
lecteerde menu weer.
Alles over hoe u de verschillende steken
selecteert leest u op de volgende pagina’s.
FUNC
Druk op deze toets om tussen de verschil-
lende modi van uw Platinum 775 te scha-
kelen. Er zijn drie verschillende modi, t.w.
NORM, PROG en REP. De NORM modus (nor-
male naaimodus) is altijd actief wanneer de
machine wordt ingeschakeld. Druk nogmaals
voor het activeren van de program modus
(wordt gebruikt voor het programmeren), en
nogmaals om naar de REP modus te gaan, die
wordt gebruikt om een geprogrammeerde
combinatie te naaien. Druk nogmaals voor
terugkeer naar de NORM modus. De actieve
modus wordt weergegeven in het Informatie-
venster.
Selectietoetsen
Deze toetsen worden gebruikt om heen en
weer te bewegen binnen een geprogram-
meerde volgorde, wanneer u de breedte van
de tweelingnaald, de grootte van het knoops-
gat of de balans van het knoopsgat instelt.
Geheugen
Uw Platinum 775 heeft vier verschil-
lende geheugens waarin geprogrammeerde
combinaties kunnen worden opgeslagen. In
ieder geheugen kunnen 55 steken of letters
worden opgeslagen. De toets wordt gebruikt
om naar het betreffende geheugen te gaan in
PROG of REP. Het huidige aantal geheugens
wordt weergegeven in de rechter beneden-
hoek van het Informatievenster.
21
De functies en het Informatievenster van uw Platinum 775
Steekkeuze
Uw Platinum 775 heeft drie verschillende
hoofdmenu’s: Steken, alfabet, alfabet sub-
menu.
Nuttige en decoratieve steken
Platinum 775 heeft 35 nuttige steken (menu
1) en 105 decoratieve steken (menu 2-4). De
nuttige steken zijn zichtbaar op het toetsen-
paneel en de decoratieve steken staan bin-
nenin de klep afgebeeld.
Druk op de toets van het stekenmenu in het
Informatievenster om een pop-up-menu
te openen, dat de verschillende submenu’s
toont. Wissel tussen de submenu’s door op
de toets te drukken. Het huidige geselec-
teerde menu is omringd door een kader op
het display.
Druk op één van de steektoetsen om de
steek te selecteren. Het pop-up-menu wordt
gesloten en de geselecteerde steek wordt
weergegeven in het Informatievenster. Wan-
neer een steek als 1:02 wordt weergegeven in
het Informatievenster of in de gebruikers-
handleiding, staat 1 voor het stekenmenu 1
en 02 voor de geselecteerde steek. En 4:20
wil dus zeggen steeknummer 20 uit steken-
menu 4.
Uw Platinum 775 stelt de snelheid, steek-
lengte en -breedte in. De aanbevolen naai-
voet, naaivoetdruk, draadspanning en naald
worden weergegeven in het Informatieven-
ster. Stel uw Platinum 775 in overeenkomstig
de adviezen.
22
De functies en het Informatievenster van uw Platinum 775
Alfabet
Uw Platinum 775 heeft twee verschillende
lettertypen, Outline Block en Script. Het
Outline Block alfabet is het standaard let-
tertype.
Druk op de toets Alfabetmenu, er verschijnt
een pop-up-menu met de verschillende let-
tertypen. Druk nogmaals op de toets om
tussen de lettertypen te wisselen. Het huidige
geselecteerde lettertype is in het Informatie-
venster omkaderd.
Druk op een letter (in rood weergegeven
op de keuzeknoppen voor de steken) om de
selectie te bevestigen. De geselecteerde letter
verschijnt in het Informatievenster in hoofd-
letters.
Alfabet submenu
Wanneer op de toets voor het alfabet sub-
menu wordt gedrukt, verschijnt er een pop-
up-menu in het Informatievenster. U kunt
kiezen tussen hoofdletters, kleine letters of
cijfers/speciale tekens door op de toets van
het alfabet submenu te drukken. Het huidige
geselecteerde submenu wordt omkaderd
weergegeven in het Informatievenster.
Wanneer er een letter is geselecteerd, wijzigt
het display en wordt de geselecteerde letter
weergegeven met de aanbevolen instellingen.
Opmerking: Wanneer de toets alfabet submenu
wordt ingedrukt voordat een lettertype is gekozen,
is het laatst gebruikte lettertype of standaard let-
tertype (Outline block) actief.
Het geselecteerde alfabet submenu wordt
weergegeven in de rechter bovenhoek van
het Informatievenster.
Schrijetters
Outline Block alfabet
Hoofdletters en kleine letters
Cijfers/speciale tekens
23
De functies en het Informatievenster van uw Platinum 775
JapansRussisch
Russisch en Japans alfabet
Op uw Platinum 775 staan ook Russische en Japanse alfabetten. Als de Russische of Japanse
taal is geselecteerd, wordt het lettertype vervangen door Russisch of Japans. De Russische en
Japanse alfabetten zijn anders dan het Latijnse alfabet dat op de knoppen staat afgebeeld:
Het Russische alfabet begint linksboven, bij de knop met een A, en gaat dan van links naar
rechts rij voor rij naar beneden.
Het Japanse alfabet begint rechtsboven, bij de knop met een G, en gaat dan van boven naar
beneden naar links, rij voor rij.
Hieronder vindt u een omzettabel waarin de twee alfabetten staan, en hoe u de letters kunt
selecteren.
24
Geweven stof
Elastische stof
De functies en het Informatievenster van uw Platinum 775
Naaigids
Uw Platinum 775 naaimachine is uitgerust met de
unieke Husqvarna Viking Naaigids. Het is altijd
actief en bevindt zich onder op het toetsenpaneel.
Wanneer u begint met een naaiproject, drukt u eerst
op de soort stof die u gebruikt en dan op de gewenste
naaitechniek.
De Naaigids stelt de beste steek, steeklengte, steek-
breedte en naaisnelheid in voor uw project. Platinum
775 geeft ook adviezen over de draadspanning,
naaivoetdruk en naaivoet voor de geselecteerde stof
en techniek.
Stofkeuze
Geweven of elastisch
Het verschil tussen geweven en elastische
stof is gelegen in de wijze waarop de draden
worden samengebracht. Geweven stoffen
zijn gemaakt van tweedraadssystemen, de
schering in de lengte en de inslag over de
breedte, die elkaar onder een rechte hoek
snijden. Een elastische stof wordt gemaakt
van een ééndraadssysteem met ineengevloch-
ten steken. Een elastische stof is meestal
rekbaar.
Over het algemeen geldt dat u voor stabiele
stoffen zonder rek Geweven en voor stoffen
die rekbaar zijn Elastisch in moet voeren.
G
EWEVEN DUN: chiffon, organza, batist,
zijde, dunne wollen stoffen, enz.
GEWEVEN NORMAAL: calicot, quiltstoffen,
wollen crèpe, en laken/popeline, enz.
GEWEVEN DIK: voor spijkerstof, wollen stof
voor kostuums en mantels, canvas, enz.
ELASTISCH DUN: voor charmeuse, tricot,
nylon, enkelvoudig gebreide jerseys, enz.
ELASTISCH NORMAAL: voor dubbel
gebreide jerseys, velours, pluche, zwem-
kleding, enz.
ELASTISCH DIK: voor sweatertricot,
eece, enz.
25
Vinyl
Leer
De functies en het Informatievenster van uw Platinum 775
Leer/vinyl
Leer is dierenhuid waarvan het bont is ver-
wijderd. Er is glad leer en suède, over het
algemeen heeft leer enige veerkracht.
Vinyl is een synthetisch materiaal dat vaak
een geweven achterkant heeft. Plastic kan
glad zijn of gedessineerd en sommige vinyl-
soorten hebben enige veerkracht.
L
EER/VINYL: voor suède, echt leer en
voor kunstleer en -suède.
Technieken
NAAIEN: naait twee stukken stof aan
elkaar.
AFWERKEN: werkt de randen van de stof
af om rafelen te voorkomen en zorgt
ervoor dat de stof plat blijft.
NAAIEN/AFWERKEN: het naaien en afwer-
ken van de naden vindt in één keer plaats.
RIJGEN: het tijdelijk naaien voor het in
elkaar zetten van kledingstukken, het
maken van plooien en doorslaan.
BLINDZOMEN: zorgt voor een onzicht-
bare zoom in kledingstukken. Het wordt
afgeraden voor dunne stoffen en leer/
vinyl, maar uw 775 selecteert altijd de
beste steek.
Z
OOM: selecteert de beste zichtbare steek
voor een doorgestikte zoom voor het
stoftype dat u heeft gekozen.
KNOOPSGAT: de Naaigids selecteert het
beste knoopsgat voor uw stof.
Opmerking: Indien een ongeschikte combinatie
werd geselecteerd (bijv. geweven dun - blindzo-
men), laat de Platinum 775 een pieptoon horen.
26
De functies en het Informatievenster van uw Platinum 775
Gebruiksaanwijzing Naaigids
Geweven normale stof is de standaard stof
en is actief totdat er een andere stof wordt
geselecteerd. De laatst geselecteerde stof is
altijd actief en blijft in het geheugen staan
zelfs wanneer de machine wordt uitgescha-
keld.
Wanneer u op het stofsymbool drukt, ver-
schijnt er een pop-up in het Informatieven-
ster met de geselecteerde stof.
Wanneer uw Platinum 775 voor het eerst
wordt gebruikt of wanneer een steek is
geselecteerd m.b.v. de steekkeuzeknoppen,
verschijnt de tekst ”Naaitechniek” in het
veld voor de techniek. Wanneer er geen naai-
techniek wordt gebruikt, gaat de 775 naar de
laatst gebruikte steek. De geselecteerde stof
wordt weergegeven binnen het N
AAIGIDS
symbool in de rechter bovenhoek van het
Informatievenster.
Wanneer een naaitechniek is geselecteerd,
zijn de laatst geselecteerde (of de standaard)
stof en de geselecteerde techniek zichtbaar in
een pop-up in het Informatievenster.
De tekst is zichtbaar totdat de toets wordt
ingedrukt en enkele seconden nadat de toets
wordt losgelaten. Vervolgens ziet u de gese-
lecteerde steek en alle adviezen.
De instellingen uit de N
AAIGIDS zijn altijd
zichtbaar in de rechter bovenhoek van het
Informatievenster. De letter geeft de stof
weer en het nummer de techniek. Indien
een andere steek dan de aanbevolen steek
in de N
AAIGIDS werd geselecteerd, blijft de
geselecteerde stof behouden en verlaat uw
Platinum 775 de Naaigidsmodus.
27
10. 13.9.
12.6.11.7.5.
8.4.3.
2.
1.
De functies en het Informatievenster van uw Platinum 775
13.Informatie over de steken
NAAIGIDS
De geselecteerde stof (letter) en naaitech-
niek (nummer) worden weergegeven naast
het naaimachine-symbool. Ook de door de
Naaigids geselecteerde steek is links van het
Naaigids-symbool zichtbaar.
STEEKKEUZETOETSEN
Wanneer een steek is geselecteerd met één
van de steekkeuzetoetsen, wordt het geselec-
teerde stekenmenu en de steek inclusief de
geselecteerde stof weergegeven.
LETTERS
Wanneer een letter is geselecteerd, worden
het alfabet en het alfabet submenu samen
met de geselecteerde stof weergegeven.
Iconen in het Informatievenster
In het Informatievenster staan altijd symbolen die u alle nodige informatie verschaffen voor
het beste naairesultaat. Sommige symbolen zijn altijd actief en sommige verschijnen alleen bij
specieke gevallen. De zichtbare symbolen in het Informatievenster worden hieronder ver-
meld en toegelicht.
Algemene symbolen
1. N
AALDINSTELLINGEN: hier vindt u infor-
matie over de maat en het soort naald, of
een enkele of een tweelingnaald is geselec-
teerd en of de naaldpositie is ingesteld op
omhoog of omlaag.
2. Geeft de ingestelde
SNELHEID WEER.
3. Geeft aan dat de STOP functie is geselec-
teerd.
4. Geeft aan dat de FIX functie is geselec-
teerd.
5. Geeft de STEEKLENGTE AAN.
6. Geeft de
STEEKBREEDTE AAN.
7. Geeft aan dat ACHTERUIT NAAIEN is geac-
tiveerd.
8. Geeft de aanbevolen NAAIVOET en NAAI-
VOETDRUK AAN.
9. Geeft de aanbevolen DRAADSPANNING
AAN.
10. Geeft de GESELECTEERDE STEEK AAN.
11. Geeft aan dat VERSTEVIGING moet
worden gebruikt.
12.Geeft de actieve NAAIMODUS AAN.
28
23.22.
20. 21.
19.18.
17.
16.
14. 15.
De functies en het Informatievenster van uw Platinum 775
Programmeersymbolen
14.
PROG of REP wordt weergegeven om aan
te geven of u zich voor het naaien van
uw programma in de prog-modus of rep-
modus bevindt.
15. Een nummer geeft het
ACTIEVE GEHEU-
GEN AAN.
Knoopsgatsymbolen
16.I
NLEGDRAAD voor het knoopsgat.
17. Gebruik de
KNOOPSGAT-SENSORVOET.
18. Geeft de
NAAIRICHTING AAN en welk
deel van het knoopsgat wordt genaaid.
19. Druk op
ACHTERUIT om de maat van het
knoopsgat in te stellen.
Wanneer de knoopsgat-sensorvoet is bevestigd.
20. De pijlen geven aan dat er twee steken-
rijen van het knoopsgat
IN DEZELFDE
RICHTING WORDEN GENAAID (alleen voor
knoopsgaten in cordonsteek).
21. Instellen van
KNOOPSGATFORMAAT, met
behulp van de pijltoetsen.
Iconen tapse steek
22. Een cursor geeft aan welk
DEEL VAN DE
TAPSE STEEK wordt genaaid.
23. Druk op
ACHTERUIT om de punt van de
tapse steek te naaien.
29
De functies en het Informatievenster van uw Platinum 775
Opmerking: Wanneer u programmeert,
heeft u de mogelijkheid om de afstand
tussen twee letters te verkleinen. Druk
op < wanneer het menu cijfers/speciale
tekens actief is, om kort achteruit naaien te pro-
grammeren. Hoe meer achteruit te naaien steken
u programmeert, hoe korter de afstand tot de
volgende letter.
Opmerking: Zowel de stop- als de x-func-
ties kunnen worden geprogrammeerd.
De stopfunctie wordt geprogrammeerd
wanneer u slechts één reeks van uw pro-
gramma wilt naaien. De x-functie kan
worden gebruikt wanneer u binnen een gepro-
grammeerde combinatie aan het begin of het eind
een steek wilt vastleggen.
Programmeren
Met de Platinum 775 kunt u steken en letters
met elkaar combineren en programmeren. Sla de
geprogrammeerde combinaties op in de permanente
geheugens. Een geprogrammeerde stekencombinatie
die in een van de geheugens wordt opgeslagen, wordt
zelfs wanneer de machine wordt uitgeschakeld in het
geheugen bewaard.
PROG-modus
Wanneer u programmeert, is de Naaigids
niet actief. Druk op
FUNC om naar de PROG
modus te gaan.
Geheugens
Druk op
M om het geheugen te selecteren.
De M en het nummer dat erop volgt geven
het actieve geheugen aan. Er zijn vier ver-
schillende geheugens (M01 tot en met M04).
Ieder van deze vier geheugens kan maximaal
55 steken opslaan; dit betekent dat u in totaal
220 steken en/of letters kunt programmeren
en opslaan.
Wanneer u
PROG ACTIVEERT, is het laatst
gebruikte geheugen geactiveerd. Om uw
geprogrammeerde combinatie in een ander
geheugen dan het actieve op te slaan, selec-
teert u voordat u steken gaat programmeren
eerst het geheugennummer. De geprogram-
meerde combinatie wordt automatisch in het
geheugen opgeslagen.
De cursor verplaatsen
De cursor in het Informatievenster bevindt
zich onder het actieve programmeergedeelte.
Gebruik de selectietoetsen om de cursor naar
links of naar rechts te bewegen.
Steken of programma’s verwijderen
Wanneer er zich al een steken- of lettercom-
binatie in het geselecteerde geheugen dat
wordt weergegeven in het programmeerge-
deelte bevindt, drukt u op
CLR om het geheu-
gen te wissen. Om het gewiste programma te
herladen, drukt u nogmaals op
CLR voordat u
nieuwe steken invoert.
30
De functies en het Informatievenster van uw Platinum 775
Steken en letters
programmeren
Programmeer de weergegeven stekencombi-
natie als volgt:
• Druk op
FUNC om de PROG TE ACTIVEREN.
Selecteer stekenmenu 4.
Selecteer steek 4:20. Deze verschijnt in het
Informatievenster.
De cursor beweegt automatisch naar de
volgende positie en is klaar om de volgende
steek te ontvangen of om de steek die net is
ingevoerd te wijzigen.
• Druk op
om de steek in de lengte te
spiegelen.
Selecteer om ”E” te programmeren in
hoofdletters, het Outline Block alfabet uit het
alfabetkeuzemenu.
• Selecteer E”. ”E” verschijnt in het ven-
ster naast de siersteek.
Selecteer om ”rika” te selecteren in kleine
letters, kleine letters uit het alfabet submenu.
Als het submenu voor kleine letters is geac-
tiveerd, is een a.. zichtbaar in het venster
naast de ”Icoon alfabetmenu”.
• Druk op r, de letter verschijnt in het gra-
sche venster en de cursor beweegt naar de
volgende positie. Vervolg dit met de let-
ters: i, k, en a.
Selecteer stekenmenu 4 om de laatste sier-
steek te programmeren.
Selecteer steek 4:20. Deze verschijnt in het
Informatievenster.
Druk op de toets op de machine om
slechts één reeks van uw programma te
naaien.
31
De functies en het Informatievenster van uw Platinum 775
Een steek of letter wijzigen of
toevoegen
Elke steek of letter kan worden gewijzigd in
PROG door de cursor onder de betreffende
steek of letter te plaatsen. U hoeft alleen
maar de juiste steek of letter te selecteren om
deze te wijzigen.
Om een steek of letter toe te voegen in
PROG, verplaatst u de cursor naar de plaats
die volgt op die waar u een steek wilt toevoe-
gen. Druk op CLR. Selecteer de steek die u
wilt toevoegen. Druk op CLR om de rest van
het programma weer in het venster te zetten.
Steken in uw programma aanpassen
Wanneer u een steek in een geprogram-
meerde reeks wilt wijzigen, plaatst u de
cursor onder de steek. De laatste steek in een
geprogrammeerde reeks kan worden gewij-
zigd, zelfs al staat de cursor achter de steek.
U kunt de steeklengte en -breedte wijzigen
of een steek/letter spiegelen.
De wijzigingen worden in het permanente
geheugen opgeslagen.
Uw programma naaien
Om uw programma te naaien, drukt u op
FUNC om naar de REP modus te gaan. Naai-
voet B wordt aanbevolen. Een stop wordt
weergegeven door een stopsymbool.
Wanneer u een reeks steken heeft gepro-
grammeerd die te lang is om in het Informa-
tievenster weer te geven, kunt u dit controle-
ren door vooruit/achteruit door de reeks te
lopen met de selectietoetsen.
Naai uw programma op een verstevigd stuk
stof.
Volledig stekenprogramma wijzigen
In
REP kunt u de steeklengte en -breedte
wijzigen of het gehele programma spiegelen.
De wijzigingen worden niet in het perma-
nente geheugen opgeslagen.
DE FUNCTIES EN HET
INFORMATIEVENSTER VAN
UW PLATINUM 955E
34
De functies en het Informatievenster van uw Platinum 955E
Wanneer u de snelheid handmatig heeft
verlaagd, wordt deze instelling behouden
totdat uw Platinum 955E wordt uitgescha-
keld. De borduursnelheid kan ook worden
aangepast (zie pag. 53).
START /STOP moet worden inge-
drukt, indien u de machine wilt laten
naaien zonder het voetpedaal te gebruiken.
Druk op START/STOP om te beginnen met
naaien en druk er opnieuw op wanneer u
wilt stoppen.
OPMERKING: Ook kunt u bij het borduren de
Platinum 955E met het voetpedaal starten en
stoppen.
ACHTERUIT wordt ingedrukt wan-
neer u achteruit wilt naaien. Wan-
neer de toets wordt losgelaten, naait de
Platinum 955E vooruit. De langste steek-
lengte bij achteruit naaien is 3 mm.
Wanneer u constant achteruit wilt naaien,
drukt u voordat u begint te naaien twee
keer kort achter elkaar op de toets. Het
achteruit naaien wordt aangegeven met een
symbool in het Informatievenster.
Platinum 955E naait achteruit totdat u de
toets weer indrukt.
N
AALDSTOP ONDER/BOVEN wordt
gebruikt om de naald naar beneden of
omhoog te bewegen en/of om de positie van
de naaldstop in te stellen op onder of boven.
OPMERKING: Tijdens het naaien kan de naald
omhoog/omlaag worden gebracht door zachtjes
op het voetpedaal te drukken.
STOP wordt gebruikt om een steek af
te sluiten. Uw Platinum 955E trekt de
draad aan en stopt automatisch wanneer
een steek of stekenprogramma is voltooid.
STOP wordt opgeheven wanneer u de
toets opnieuw aanraakt of wanneer u een
nieuwe steek selecteert. Indien STOP actief
is, verschijnt er een symbool in het Infor-
matievenster. De stopfunctie kan worden
geprogrammeerd.
Bij het borduren wordt STOP geselecteerd
om kleurenstops te annuleren (zie pag. 53).
FIX wordt gebruikt om steken af
te hechten. Wanneer op deze toets
wordt gedrukt, verschijnt er een symbool
in het Informatievenster. Door nogmaals
op de toets te drukken wordt de functie
geannuleerd. Wanneer u begint te naaien,
naait de Platinum 955E een paar aanhech-
tingssteken en gaat vervolgens verder met
de geselecteerde steek. Drukt u op FIX.
tijdens het naaien, dan naait de Platinum
955E een paar afhechtingssteken en stopt
daarna automatisch.
Bij het borduren drukt u op FIX om een kader
rond een motief te rijgen (zie pagina 53).
Druk op. +
SNELHEID of - SNELHEID
om de naaisnelheid te verhogen of
te verlagen.
Alle steken hebben een vooraf inge-
stelde, aanbevolen naaisnelheid. Wanneer u
een steek selecteert, stelt de Platinum 955E
automatisch de juiste naaisnelheid in.
Functietoetsen
35
De functies en het Informatievenster van uw Platinum 955E
Het toetsenpaneel
Steeklengte
Wanneer u een steek selecteert, stelt de
Platinum 955E automatisch de juiste steek-
lengte in. De ingestelde lengte is zichtbaar
in het Informatievenster boven de steek-
lengtetoets. U kunt de steeklengte wijzigen
door op de (+) of (-) toets te drukken.
De minimum- en maximuminstellingen
worden aangegeven met een ”piep”-sig-
naal.
De toetsen worden ook gebruikt om het
knoopformaat in te stellen wanneer de
knoopsgat-sensorvoet geplaatst is.
Steekbreedte
De steekbreedte wordt op dezelfde manier
ingesteld als de steeklengte. De ingestelde
breedte is zichtbaar in het Informatie-
venster boven de steekbreedtetoets. De
breedte kan worden afgesteld tussen 0 en
6 mm. Wanneer een rechte steek wordt
geselecteerd, dan wordt de breedtetoets
gebruikt om de naaldpositie in te stellen
(25 naaldposities). De minimum- en maxi-
muminstellingen worden aangegeven met
een ”piep”-signaal.
Draadspanning
Stel de spanning van de bovendraad in
door op (+) of op (-) te drukken. De
spanningswijzer op de naaikop geeft de
spanningsinstellingen weer. Hoe hoger het
getal, hoe meer spanning er op de boven-
draad staat. De instellingen worden behou-
den totdat de machine wordt uitgeschakeld.
OPMERKING: Probeer niet om de spanningswij-
zer handmatig te verdraaien.
Spiegelen in de breedte
Druk op deze toets om de geselecteerde
steek in de breedte te spiegelen. Wanneer
u op deze toets drukt wanneer een rechte
steek met linker naaldpositie is geselec-
teerd, dan wordt de naaldpositie gewijzigd
van links naar rechts. Wanneer de toets in
rep wordt ingedrukt, wordt de hele steek-
combinatie gespiegeld.
Indien SPIEGELEN IN DE BREEDTE actief is,
verschijnt er een symbool in het Informa-
tievenster.
Wanneer u een steek wilt spiegelen die niet
gespiegeld kan worden, geeft de Platinum
955E een signaal.
36
De functies en het Informatievenster van uw Platinum 955E
FUNC
Selecteer deze toets om door de verschil-
lende modi van uw Platinum 955E te
bladeren. Er zijn drie verschillende modi,
NORM, PROG en REP. De NORM modus (nor-
male naaimodus) is altijd actief wanneer de
machine wordt ingeschakeld. Druk nogmaals
voor het activeren van de PROG modus
(wordt gebruikt voor het programmeren),
en nogmaals om naar de REP (repeat) modus
te gaan, die wordt gebruikt om een gepro-
grammeerde combinatie te naaien. Druk
nogmaals om terug naar de NORM modus te
gaan. De actieve modus wordt weergegeven
in het Informatievenster.
Pijltoetsen
Deze toetsen wordt gebruikt om vooruit
of terug te gaan binnen een geprogram-
meerde stekencombinatie.
Geheugen
Uw Platinum 955E heeft vier verschillende
geheugens waarin geprogrammeerde com-
binaties kunnen worden opgeslagen. In
ieder geheugen kunnen 30 steken of letters
worden opgeslagen.
De toets wordt gebruikt om naar het
betreffende geheugen te gaan in PROG of
REP. Het actieve geheugen wordt weerge-
geven in de rechterhoek van het Informa-
tievenster.
CLR
Druk op deze toets in PROG om het hele
of een deel van het programma te wissen.
Wanneer een programma uit een geheugen
is verwijderd, wordt het steeknummer in
het Informatievenster gewist.
Bij het naaien van knoopsgaten met de
knoopsgat-sensorvoet, wordt CLR gebruikt
om met de steeklengtetoetsen -/+ tussen
de toetsen formaat en steeklengte te wis-
selen.
Keuzemenu steken
Uw Platinum 955E heeft twee verschil-
lende hoofdmenu’s:
Steken
Alfabetmenu
Het huidige geselecteerde menu staat in het
overzicht in de rechterbovenhoek van het
Informatievenster.
+ =
37
De functies en het Informatievenster van uw Platinum 955E
Selecteer steekkeuzetoets 1 en 2 om
de fagoting-steek, nummer 12, te
selecteren.
Steekkeuze
Nuttige en decoratieve steken
Als u op het steekkeuzemenu drukt, wordt het
menu nuttige en decoratieve steken geselecteerd
(eerste rij in het deksel).
Uw Platinum 955E beschikt over 35 steken. Ze zijn
alle afgebeeld aan de binnenkant van het deksel.
Elke steek heeft een nummer dat gebruikt wordt
om de steek te selecteren.
De tien meest gebruikte steken staan als directe
keuzes afgebeeld op de steekkeuzetoetsen. Raak het
plaatje aan om de steek te selecteren. Gebruik de
nummers 1-10 op de toetsen om de steken 10-35
selecteren.
Druk op de steekkeuzetoetsen die overeenkomen
met het nummer van de steek om de steken 10-35
te selecteren. Om steek 12 te selecteren, de fago-
ting-steek, selecteert u eerst steekkeuzetoets 1 en
dan 2 snel achter elkaar.
Het steeknummer 12 verschijnt rechtsonder in het
Informatievenster om uw steekkeuze te bevestigen.
Uw Platinum 955E stelt de snelheid, steeklengte
en -breedte en de draadspanning in voor de gese-
lecteerde steek. In het Informatievenster staat de
aanbevolen naaivoet.
Wanneer u uw Platinum 955E aanzet, is de rechte
steek altijd geselecteerd.
38
De functies en het Informatievenster van uw Platinum 955E
Cijfers/
Speciale tekens
Kleine letters
Hoofdletters
Outline Block alfabet
Alfabetmodus
Op uw Platinum 955E staan ook Outline
block letters. Hoofdletters, kleine letters en
cijfers/speciale tekens zijn beschikbaar.
Alle tekens staan aan de binnenkant van
het deksel. Elke steek heeft een nummer
voor de selectie. Het nummer staat boven
het teken.
Wissel tussen de drie menu’s door op
te drukken. Het huidige geselecteerde
menu wordt weergegeven in het scher-
moverzicht.
Een ”A..” geeft aan dat hoofdletters is
geselecteerd en een ”a..” staat voor de
kleine letters, terwijl een ”1..” op cijfers/
speciale tekens duidt.
Selecteer een letter door op het betreffende
nummer op de steekkeuzetoetsen te druk-
ken. Selecteer bijvoorbeeld de hoofdletter
”P”.
• Druk op tot een ”A..” zichtbaar is
in het Informatievenster.
• Druk op en dan op , want A
is letter nummer 16.
• ”A..” wordt weergegeven op het over-
zichtsscherm en rechtsonder in het
informatievenster staat steeknummer 16.
Uw Platinum 955E stelt de steeklengte en
-breedte in, de snelheid en de draadspan-
ning. In het informatievenster vindt u ook
informatie over het aanbevolen naaivoetje.
5. 8.7.
9.10.11.
12.
6.4.
3.
1.
2.
39
De functies en het Informatievenster van uw Platinum 955E
11. Geeft aan dat ACHTERUIT NAAIEN is
geactiveerd.
Voor de stopsteek (nr. 15), tapse steek
(nr. 16) of wanneer u stap voor stap
knoopsgaten naait, geeft een knippe-
rend symbool aan dat u op ACHTERUIT
NAAIEN moet drukken om de naairich-
ting te veranderen.
12. De ingestelde STEEKLENGTE wordt hier
weergegeven.
Iconen in het Informatievenster
In het Informatievenster staan altijd symbolen die u alle nodige informatie verschaffen voor
het beste naairesultaat. Sommige symbolen zijn altijd actief en sommige verschijnen alleen bij
specieke gevallen. De zichtbare symbolen in het Informatievenster worden hieronder ver-
meld en toegelicht.
Algemene symbolen
1. De ingestelde
SNELHEID wordt hier weerge-
geven.
2. Geeft aan of de NAALDSTOPPOSITIE boven
of onder is ingesteld.
3. Geeft aan dat SPIEGELEN IN DE BREEDTE is
geactiveerd.
4. De aanbevolen NAAIVOET wordt hier weer-
gegeven.
5. Geeft aan dat de STOP functie is geactiveerd.
6. Geeft aan dat de FIX functie is geactiveerd.
7. Geeft de actieve NAAIMODUS aan.
8. Schermoverzicht
Geeft aan welk menu actief is, het steken-
menu of een van de alfabetmenu’s.
STEKENMENU
HOOFDLETTERS
KLEINE LETTERS
CIJFERS/SPECIALE TEKENS
9. Het geselecteerde STEEK NUMMER wordt
hier weergegeven.
10. De ingestelde
STEEKBREEDTE wordt hier
weergegeven.
16. 17.
15.
18.
13.
14.
40
De functies en het Informatievenster van uw Platinum 955E
Programmeersymbolen
13.
PROG of REP wordt weergegeven om
aan te geven of u zich voor het naaien
van uw programma in de prog-modus
of rep-modus bevindt.
14. Een cijfer dat duidt op het
ACTIEVE
GEHEUGEN wordt hier weergegeven.
15. De GEPROGRAMMEERDE STEEK wordt
hier weergegeven.
Knoopsgatsymbolen
Wanneer de knoopsgat-sensorvoet is bevestigd.
16. Geeft aan dat de knoopsgat-sensorvoet
is aangesloten. Wanneer het symbool
knippert, brengt u het witte gedeelte
van het wieltje in lijn met de witte
merklijn op de voet.
17. KNOOPFORMAAT INSTELLEN, door op
de steeklengte (+) of (-) toets te druk-
ken. Met de CLR toets kunt u schakelen
tussen het instellen van de grootte van
het knoopsgat en knoopsgatdichtheid.
Wanneer de knoopsgat-sensorvoet niet is aange-
sloten.
18. Bij het stap voor stap naaien van
knoopsgaten geeft een knipperend
symbool aan dat u op ACHTERUIT
MOET DRUKKEN om de naairichting te
veranderen.
41
De functies en het Informatievenster van uw Platinum 955E
Steken of programma’s verwijderen
Indien een steek- of lettercombinatie in het
geheugen is opgeslagen, drukt u op CLR
om het geheugen te wissen. Het geheugen
is tot het eind gewist uit de huidige positie.
Om het gewiste programma te herladen,
drukt u op CLR voordat u nieuwe steken
invoert of voordat u de pijltoetsen aan-
raakt.
OPMERKING:: Wanneer u programmeert,
heeft u de mogelijkheid om de afstand
tussen twee letters te verkleinen. Selecteer <
(steek 34) als er een alfabet submenu actief is,
om korte steken achteruit te programmeren.
Hoe meer achteruit te naaien steken u program-
meert, hoe korter de afstand tot de volgende
letter.
O
PMERKING: Steken 15-19 kunnen niet gepro-
grammeerd worden. Als u dat toch probeert,
piept uw Platinum en het steeknummer knip-
pert in het Informatievenster. Selecteer een
andere steek.
Programmeren
Met de Platinum 955E kunt u steken en letters
met elkaar combineren en programmeren. Sla de
geprogrammeerde combinaties op in de permanente
geheugens. Een geprogrammeerde stekencombinatie
die in een van de geheugens wordt opgeslagen, wordt
zelfs wanneer de machine wordt uitgeschakeld in
het geheugen bewaard.
PROG-modus
Druk op
FUNC om naar de PROG modus
te gaan.
Geheugens
Druk op M om het geheugen te selecteren.
De ”M” en het nummer dat erop volgt
geven het actieve geheugen aan. Er zijn
vier verschillende geheugens (M1 tot en
met M4). Ieder van deze vier geheugens
kan maximaal 30 steken opslaan; dit bete-
kent dat u in totaal 120 steken en/of let-
ters kunt programmeren en opslaan.
Indien PROG is geselecteerd, is het laatst
gebruikte geheugen geactiveerd. Om uw
geprogrammeerde combinatie in een ander
geheugen dan het actieve op te slaan, selec-
teert u voordat u steken gaat programme-
ren eerst het geheugennummer. De combi-
naties worden automatisch opgeslagen bij
het invoeren van de steken.
Schakelen tussen geprogram-
meerde steken
Gebruik de rechterpijl om naar een lege
positie te gaan als u een andere steek wilt
invoeren.
Gebruik de pijltoetsen ook om te bladeren
tussen de geprogrammeerde steken. In het
Informatievenster ziet u het nummer van
de steek in de programmeerreeks.
42
De functies en het Informatievenster van uw Platinum 955E
Steken en letters
programmeren
Programmeer de weergegeven stekencom-
binatie als volgt:
• Druk op
FUNC om PROG te selecteren.
Selecteer steek 31. Deze verschijnt in het
Informatievenster.
Tijdens het programmeren van een combi-
natie gaat u met de rechter pijltoets vooruit
om de volgende steek te programmeren.
Anders zal de steek die hierna wordt inge-
voerd de reeds ingevoerde steek vervangen.
Om ”E” te programmeren in hoofdletters,
drukt u eenmaal op de alfabetmenutoets.
A..” is zichtbaar in het Informatievenster.
Selecteer steek 5 (E). Het getal 5 ver-
schijnt rechtsonder in het Informatie-
venster. Beweeg naar voren met de rech-
ter pijltoets.
Selecteer om ”rika” te programmeren in
kleine letters, kleine letters uit het Alfabet-
menu. Als het submenu voor kleine letters
is geactiveerd, is aan aan a.. zichtbaar in
het Informatievenster.
Selecteer steek 18 (
r), nummer 18 ver-
schijnt in het Informatievenster. Beweeg
naar voren met de rechter pijltoets. Ver-
volg dit met de letters: 9 (i), 11 (k), en 1
(a) op dezelfde manier.
Druk op de steekmenuknop om de decora-
tieve steek te selecteren.
Selecteer steek 31. Deze verschijnt in het
Informatievenster.
• Druk op
om de steek in de breedte
te spiegelen. Beweeg naar voren met de
rechter pijltoets.
Druk op de functietoets op de machine
om slechts één reeks van uw programma
te naaien.
Het ” symbool in het steeknummerdeel
van het Informatievenster geeft aan dat er
een stop is geprogrammeerd.
43
De functies en het Informatievenster van uw Platinum 955E
Een steek of letter wijzigen
Elke steek of letter kan worden gewijzigd
in
PROG indien het steeknummer in het
Informatievenster wordt weergegeven.
Blader met de pijltoetsen door de stekenrij
totdat u het nummer ziet van de steek die u
wilt wijzigen en selecteer de steek die hem
moet vervangen.
Steken in uw programma aanpassen
Gebruik de pijltoetsen om naar de steek te
gaan wanneer u een steek wilt wijzigen in
een geprogrammeerde stekencombinatie.
U kunt de steeklengte en -breedte wijzigen
of een steek/letter spiegelen.
De wijzigingen worden in het permanente
geheugen opgeslagen.
Uw programma naaien
Om uw programma te naaien, drukt u
op FUNC om naar de REP modus te gaan.
Naaivoet B wordt aanbevolen.
Een geprogrammeerde stop wordt aan-
gegeven met een stopsymbool in het
Informatievenster.
Om een stekenrij te controleren gebruikt u
de pijltoetsen om vooruit/achteruit te gaan
in de rij.
Naai uw programma op een verstevigd
stuk stof.
Volledig stekenprogramma wijzigen
In
REP drukt u op om de afbeelding
voor het hele programma te spiegelen. De
wijzigingen worden niet in het permanente
geheugen opgeslagen.
44
3.
1.
4.
2.
Borduren
3. Bevestiging borduurring
4. Ontkoppelingstoets borduureenheid
Overzicht borduureenheid
1. Aansluiting borduureenheid
2. Borduurarm
Borduuraccessoires
Bij uw Platinum 955E worden diverse borduuraccessoires geleverd; de Husqvarna Viking
Embroidery-collectie, het Platinum 950E/955E voorbeeldenboekje, het Flower Romance
borduurboekje, het Border borduurboekje, borduurvoet U, vier Embroidery d-Cards (Plati-
num 955E Sampler, 100:5, Clarendon Font, 100:2, Flower Romance, 15 en Border, 103), een
borduurring (240x150 mm), een borduursjabloon, een sjabloonpen, een schaar, een schroef-
hulp, twee voorbeeldstoffen, twee stukken versteviging en 6 verschillende borduurgarens.
Embroidery d-Cards
Steek een Embroidery d-Card in de gleuf aan de rech-
terkant van de machine. Om een motief te kiezen, drukt
u op de steekkeuzeknop(pen) die overeenkomt met het
motiefnummer.
Om de Embroidery d-Card te verwisselen, trekt
u hem eruit en steekt er een nieuwe in.
Borduurboekje
In het Platinum 950E/955E voorbeeldenboekje
staan alle borduurmotieven op ware grootte.
Het middelpunt en het midden van alle zijkan-
ten zijn gemarkeerd, zodat het motief eenvou-
dig in de borduurring kan worden geplaatst.
Naast elk motief bevindt zich het menunum-
mer (in zwart), het motiefnummer (in rood) en
het stekenaantal (aantal steken van het motief).
De garenklosjes tonen de voorgestelde kleuren
en geven het garenkleurnummer voor borduur-
garen van het type Sulky Rayon nr. 40.
BORDUREN
45
ab
Borduren
Borduurvoet U
De borduurvoet wordt op 2 manieren
gebruikt; voor borduren en quilten met bor-
duurmotieven of voor borduren met badstof
en andere dikke stoffen.
Voor gewoon borduren moet de hendel op de
naaivoetarm zo staan dat u de letter ”U” kunt
lezen (a).
Breng de hendel omhoog bij het quilten of
borduren van dikke stof (b). Hierdoor komt
de naaivoet net iets hoger zodat er meer
ruimte is voor de dikke/gewatteerde stof.
Borduurvoet U bevestigen
Zet de machine uit, breng de naaivoethendel
omhoog en verwijder de naaivoet.
Gebruik de schroefhulp om de schroef op
de naaivoethouder los te maken. Verwijder de
naaivoethouder.
Plaats naaivoet U van achteren op de naai-
voetstang. De arm van de naaivoet moet
bovenop de naaldklemschroef rusten.
Gebruik het handwiel om de naald iets te
laten zakken zodat de voet op zijn plaats
schuift.
Schuif de voet zo dat het gat in de voet over-
eenkomt met het gat op de naaivoetstang.
Steek de schroef erin en draai hem vast met
de schroefhulp.
46
Borduren
Plaats een Embroidery d-Card in de gleuf
aan de rechterkant van de machine, en kies
een motief met de steekkeuzetoetsen.
4. De transporteur verzinkt automatisch
wanneer de borduureenheid wordt aange-
sloten en komt weer omhoog wanneer de
borduureenheid wordt verwijderd.
Borduureenheid verwijderen
1. Druk op om de borduureenheid
in de draagkoffer op te bergen. De bor-
duurarm gaat naar de ruststand. Zet de
machine uit.
2. Druk op de knop linksonder op de een-
heid en duw de eenheid naar links om hem
te verwijderen.
1. Schuif de borduureenheid op de vrije arm
van de machine totdat hij stevig in het
contact achter op de machine zit.
Als de naaivoet omlaag staat, breng deze
dan omhoog voordat u de machine aanzet.
Zet uw Platinum 955E aan.
2. A ” in een ringsymbool knippert in
het Informatievenster. Als u een ring
heeft bevestigd, verwijder deze dan eerst
en druk dan op . Uw Platinum 955E
wordt gekalibreerd. Door het kalibreren
worden de borduurfuncties telkens wanneer
u de borduureenheid aansluit, ingesteld.
OPMERKING: Kalibreer de machine niet als
de borduurring nog is bevestigd, omdat
de naald, ring en/of borduureenheid dan
kunnen beschadigen.
3. Als er geen Embroidery d-Card is
geplaatst, knippert er een d-Card symbool
in het Informatievenster.
Borduureenheid aansluiten
Zet uw Platinum 955E uit en verwijder de
doos met toebehoren.
OPMERKING: Achter op de machine zit een afge-
dekt contact waarin de borduureenheid wordt
gestoken. Verwijder het afdekkapje voorzichtig
met de schroevendraaier voordat u voor het eerst
gaat borduren.
47
Borduren
OPMERKING: In de Gebruiksaanwijzing
Accessoires kunt u meer lezen over verste-
vigingen en borduurringen.
De stof in de ring plaatsen
1. Draai de schroef van de grote buitenring los.
Verwijder de binnenring. Plaats de ring op een
stevige vlakke ondergrond met de schroef
rechtsonder. In het midden van de onderrand
van de ring bevindt zich een klein pijltje dat in
één lijn moet komen met een vergelijkbaar klein
pijltje op de binnenring.
2. Plaats versteviging en de stof op de buitenring
en plaats de binnenring op de stof met het
kleine pijltje naar beneden.
3. Druk stevig op de binnenring zodat deze in de
buitenring wordt gedrukt.
OPMERKING: Draai de schroef voldoende los voor de
dikte van de stof en de versteviging, zodat u de bin
-
nenring op zijn plaats kunt drukken. Druk de ring aan
de zijkanten van de grote ring omlaag.
Draai de schroef weer vast. Voor het beste resul-
taat moet de stof zeer strak in de ring zitten.
Gebruik de schroefhulp om de schroef van de
borduurring goed aan te draaien.
Borduursjabloon
Omdat de borduurmotieven op ware grootte in
het voorbeeldenboekje zijn afgebeeld, kunnen de
motieven gemakkelijk op uw kledingstuk of project
worden geplaatst.
1. Plaats de sjabloon over de afbeelding van het
gekozen motief in het voorbeeldenboekje.
2. Trek met de sjabloonpen de omtrek van het
motief op de sjabloon.
3. Gebruik de sjabloon om het motief op het te
borduren project te plaatsen. Door gaatjes in de
sjabloon kunt u het midden, de zijkanten en de
boven- en onderkant van het te borduren deel
aangeven. Gebruik de pictogrampen om de stof
te markeren.
4. Plaats bij het spannen van de stof in de ring, de
stof en de binnenring zo dat de markeringen op
de stof overeenkomen met die op de binnenring.
Neem hiervoor ruimschoots de tijd zodat u zeker
weet dat alle markeringen tegenover elkaar liggen.
5. Druk de binnenring in de buitenring en zet de
schroef vast met de schroefhulp.
48
Borduren
6. Snijd de draad af en druk op START/
STOP om verder te borduren.
7. Wanneer de eerste kleur klaar is, stopt
uw Platinum 950E. Kleurnummer ”2”
knippert in het Informatievenster. Dit
betekent dat u de draad moet afsnij-
den en de kleur moet wijzigen. Rijg
de volgende kleur in en ga door zoals
omschreven in hoofdstuk 5-6 hierbo-
ven.
8. Wanneer het motief klaar is, stopt uw
Platinum 950E. De borduurring gaat
terug naar de startpositie voor de eerste
motiefkleur. Draadkleur nummer ”1”
verschijnt in het Informatievenster.
U kunt altijd een ander motief kiezen door
op de steekkeuzetoetsen te drukken.
Beginnen met borduren
1. Schuif de borduurunit op de machine en
zet uw Platinum 955E aan.
2. Plaats een Embroidery d-Card (Platinum
955E Sampler, 100:5). Kalibreer de een-
heid met de toets .
3. Selecteer het motief door op de steekkeuze
-
toetsen te drukken. De Platinum 955E selec-
teert automatisch de kleinste ringmaat voor
het geselecteerde motief. Om de ringmaat
te bekijken, drukt u op . De breedte en
lengte van het motief zijn bepalend voor het
weergegeven formaat. Zie pagina 52 voor het
wijzigen van de ringmaat.
4. Plaats de borduurring. Zorg dat de ring
die u plaatst de maat heeft die wordt aan-
bevolen in het Informatievenster. Zo niet,
verander dan de ringmaat (pag. 52).
5. Druk op START/STOP om met borduren te
beginnen. De machine registreert de bor-
duurring en begint te borduren. Na enkele
steken stopt de machine en in het Infor-
matievenster knippert een schaarsymbool,
hetgeen betekent dat u de begindraad moet
afknippen.
Borduurring plaatsen
Schuif de ring op de borduurarm totdat hij
op zijn plaats klikt.
Het gemarkeerde middelpunt moet overeen-
komen met het beginpunt van de naald.
OPMERKING: Om de borduurring van de borduur-
arm te verwijderen, drukt u op de grijze knop op
de borduureenheid en schuift u de borduurring
naar u toe.
49
2.
7.8.9.
6.
5.
4.3.1.
Borduren
Informatievenstersymbolen bij het borduren
6. Een KNIPPEREND SCHAARTJE vraagt u de
begindraad af te knippen.
7. Geeft het geselecteerde MOTIEFNUMMER
WEER. A ” ” in het Informatievenster
geeft aan dat er geen motief geselecteerd
is.
8. Geeft de BREEDTE (in mm) van het
motief aan. Kan worden aangepast met
de steekbreedtetoetsen.
9. Geeft de HOOGTE (in mm) van het
motief aan. Kan worden aangepast met
de steeklengtetoetsen.
Let op: De breedte en lengte van het motief zijn
bepalend voor de aanbevolen ringmaat. Nadat u
een motief heeft gekozen en op het geselecteerde
ringsymbool drukt, wordt de aanbevolen ringmaat
weergegeven in plaats van de breedte en lengte
van het motief en het vierkant in het ringsymbool
zal knipperen. U leest alles over het wijzigen van
de ringmaat op pagina 50.
1. Een STOP symbool geeft aan dat de Pla-
tinum 955E stopt na iedere kleur. Indien
de toets voor de stopfunctie is uitgescha-
keld, wordt er geen stop weergegeven en
borduurt de Platinum 955E in slechts één
kleur.
2. Gebruik BORDUURVOET U. ” ” geeft
aan dat de hendel van de voet in positie
a zal staan, ” ” geeft positie b aan. (zie
pag. 45).
3. De ” geeft de ROTATIE positie van het
motief aan. Als u het motief draait ziet u
hoe de ” ” meedraait.
4. Schermoverzicht: wanneer een Embroi-
dery d-Card met verschillende menu’s is
geplaatst, wordt het HUIDIGE MENU hier
getoond.
5. Draad KLEURNUMMER. Een knipperend
getal naast het spoeltje geeft een verande-
ring van kleur aan. Een knipperende ”E”
naast het spoeltje geeft aan dat de boven/
onderdraad op is of gebroken.
Naaivoet naar beneden
Een knipperend naaivoetsymbool geeft aan dat de
naaivoet omhoog of omlaag staat
Kalibreren
Een knipperende ” ” binnen een ringsymbool vraagt
u om de ring te verwijderen en op te drukken
voor het kalibreren, zie pagina 46.
Embroidery d-Card
Een knipperend d-Card symbool vraagt u een nieuwe
Embroidery d-Card te plaatsen.
50
125%/75% 100% 75%/125%
75% 100% 125%
Borduren
Borduurfuncties
Spiegelen in de breedte
Druk op
SPIEGELEN IN DE BREEDTE en het
borduurmotief wordt in de breedte gespie-
geld. Wanneer op deze toets wordt gedrukt,
verschijnt er een symbool in het Informatie-
venster.
Borduurmotief draaien
Druk op ROTATIE om het borduurmotief in
stappen van 90 graden te draaien. U kunt de
draairichting zien aan de hand van de letter
” die steeds draait wanneer u op de toets
drukt.
Motiefafmetingen aanpassen
De motiefafmetingen kunnen vergroot of
verkleind worden (tot 25% elk). Gebruik
de steeklengtetoetsen om de hoogte en de
steekbreedtetoetsen om de breedte aan te
passen. Een duidelijke pieptoon adviseert u
omtrent de grenzen.
U kunt de breedte en de hoogte onafhan-
kelijk van elkaar aanpassen, zodat u lange
en dunne of korte en dikke motieven krijgt.
Wanneer u de afmetingen van het borduur-
motief groter of kleiner maakt, moet u
daarna experimenteren met de verschillende
garendiktes omdat het aantal steken niet ver-
andert bij een wijziging van de afmetingen.
Gebruik dunner garen voor motieven die
kleiner gemaakt zijn en dikker garen voor
vergrote motieven.
51
Borduren
Steek voor steek door het motief
Druk op deze toetsen om steek voor steek door het motief te gaan. Druk wanneer de boven-
draad op of gebroken is op
om een aantal steken terug te gaan. Druk op om per
steek vooruit te gaan.
OPMERKING: Wanneer u de toetsen ingedrukt blijft houden, versnelt de snelheid van de stappen.
Kleur voor kleur door het motief
Wanneer een motief verschillende kleuren bevat, kunt u deze toetsen gebruiken om achter-
waarts of voorwaarts naar het begin van iedere garenkleur te gaan.
Afmetings- en plaatsingscontroletoets
Met de afmetingscontroletoets kunt u de ringpositie naar alle vier hoeken van het geselec-
teerde motief bewegen om de afmeting van het motief weer te geven.
Het eerste contact brengt de ring naar de linkerbovenhoek van het
motiefoppervlak (een symbool knippert binnen de ring in het Infor-
matievenster met de huidige hoek). Elk contact brengt de ring naar een
andere hoek. Het vijfde contact brengt de ring weer terug naar de eerste
steek van het motief.
De afmetingscontrolefunctie geeft ook weer op welke plaats op de stof
het motief wordt genaaid. Dat maakt het makkelijker meerdere motieven
na elkaar te plaatsen.
Wanneer u een borduurmotief selecteert, wordt de borduurring zo gepositioneerd dat de
naald in het midden van het motief begint.
Motief verplaatsen
Gebruik de toetsen Motief verplaatsen om het motief naar een andere plaats in de borduur-
ring te verplaatsen.
Terwijl u op de toetsen drukt, ziet u de plaats veranderen terwijl de ring
beweegt.
De grens voor iedere richting wordt aangegeven door een pieptoon.
OPMERKING: Als u het motiefformaat wilt veranderen, doe dat dan voordat u het
motief uit het midden verplaatst. Als het motief eerst verplaatst en dan vergroot
wordt, kan de afmetingsverandering beperkt worden door de rand.
52
Borduren
Ringmaat
Nadat u een motief heeft gekozen, zijn de breedte en lengte bepalend voor de ringmaat die
voor dat motief wordt gebruikt. Door op borduurringtoets te drukken, kunt u een ander
ringformaat kiezen. Druk de toets herhaaldelijk in om te bladeren in de verschillende maten.
De breedte en lengte van het motief zijn bepalend voor de verschillende ringmaten. Indien
geen ander formaat voor het gekozen motief beschikbaar is, geeft de machine een piep en de
steeklengte en steekbreedte zullen knipperen.
Zorg ervoor dat u de ringafmeting gebruikt die op het venster wordt getoond. Een sensor in
de borduurarm controleert het formaat van de ring zodat u zich nooit kunt vergissen. Als u
een verkeerde ring heeft bevestigd, knipperen de getallen van de ringmaat. Plaats de aangege-
ven ring. Dit symbool wordt ook gebruikt om de borduureenheid te kalibreren.
OPMERKING: De 40 x 40 ”miniring”, de 100 x 100 ”kleine ring”, de 100 x 100 ”ronde ring”, de 170
x 100 ”middenring” en de ”borduurring endless”, 180 x 130 ”Motiefring”, 15 x 150 ”do all quilter’s
hoop”, en de 360 x 150 ”megaring” zijn optionele
accessoires (raadpleeg uw Gebruikershandleiding
Accessoires).
Toegang tot het spoelhuis
Als het spoeltje op is, stopt u uw Platinum
955E door op START/STOP TE DRUKKEN.
Open het spoelhuis met de borduurring er
nog aan, druk op en de ring zal opzij
gaan zodat u het spoelhuisdeksel voorzichtig
kunt openen. Als u het nieuwe spoeltje heeft
geplaatst, drukt u opnieuw op
om de
ring terug te brengen naar de plaats waar met
borduren werd gestopt. Trek overtollig bovendraad naar achteren. Ga enkele steken terug
(pag. 51). Druk op START/STOP om verder te borduren.
Parkeerstand
Verwijder de ring en druk op de knop om de borduureenheid in de wegzetstand te zetten
voor makkelijk opbergen in de koffer.
Menu
Sommige Embroidery d-Cards hebben meerdere menu’s, druk op MENU om door de menu’s
te bladeren. Het huidige geselecteerde menu wordt weergegeven in het Informatievenster.
Afmetingen
Druk op AFMETING om door de verschillende lettergroottes te bladeren op een lettertype
Embroidery d-Card. De huidige actieve lettergrootte staat linksonder in het Informatieven-
ster. De afmetingsindicatie verdwijnt na een paar seconden of wanneer een teken geselecteerd
wordt.
53
Borduren
Makkelijk afwerken
Wanneer u van draad verandert, is het het
beste om de lange ”sprong”-steken, die ont-
staan door het bewegen van de ring, tussen-
tijds weg te knippen. Dit maakt het knippen
van de draden eenvoudiger dan wanneer u
wacht tot het borduurmotief is voltooid.
De borduurring beweegt naar u toe als u op
drukt. Knip de sprong-steken door en
druk weer op . De ring gaat weer terug
naar zijn positie. Druk op START/STOP om
verder te borduren.
Fix
Voordat u het motief gaat borduren, drukt u
eerst op FIX om een kader rond het motief
te rijgen. Dit is handig wanneer u op stoffen
borduurt die niet te strak in de borduurring
kunnen worden gespannen. De FIX-functie
kan ook worden gebruikt om stof losjes aan
de versteviging te rijgen. Dit rijgen geeft ook
de plaats van het borduurmotief aan.
Wanneer de FIX-functie actief is, kunt u niet
kleur voor kleur vooruit of teruggaan.
Borduurmotieven in één kleur
Druk op STOP (het symbool verdwijnt uit het
Informatievenster) om de kleurstoppen af
te breken als u een motief in één kleur wilt
naaien.
Snelheid
Elk steektype in een motief heeft een inge-
stelde maximumsnelheid voor het borduren.
Als u de snelheid wilt verlagen, bijvoorbeeld bij
speciale garens, selecteer dan
. Druk nog-
maals op om de snelheid te verhogen.
54
Borduren
Ga verder met het selecteren en bordu-
ren van de letters a, t, i, n, u, en m volgens
bovenstaande instructies tot het hele woord
geborduurd is.
Wanneer u de tekens dicht bij de rand van
de ring plaatst, let er dan op dat u genoeg
ruimte heeft, in de lengte en de breedte, voor
de tekens die u wilt borduren.
Als een teken te hoog en/of te breed is om
naast het vorige te passen, dan gaat de ring
terug naar het midden van het borduurmo-
tief. U kunt het teken naar de best mogelijke
positie verplaatsen, of de stof opnieuw in de
ring spannen om misplaatsing te voorkomen.
OPMERKING: Span de stof opnieuw in de ring
voor woorden die langer zijn dan de ring breed is.
Gebruik de PIJLTOETSEN om het volgende teken
naast het laatste teken in de combinatie te positi-
oneren. De naald geeft de startpositie aan. Maak
tevens gebruik van de toets CONTROLE AFMETING
om de grootte en de omtrek van het motief aan
te geven.
O
PMERKING: Tekens op de optionele Embroidery
d-Cards 100:3, Palace Script and 100:4, Kalligrap-
hia, worden als bovenstaand geborduurd.
Lettercombinaties
Bij uw Platinum 955E zit ook de Embroidery
d-Card Clarendon font 100:2. Wanneer u
meer dan één letter/teken borduurt, volgt
het beginpunt altijd op het eindpunt van de
vorige letter/teken.
Wanneer het eerste teken gedraaid/aangepast
is, wordt de volgende aangepast aan de hand
van dezelfde instellingen.
Om het woord ”Platinum” te borduren,
plaatst u de borduureenheid en de Clarendon
font d-Card.
Na het kalibreren knippert de tekst ”
twee keer in het Informatievenster. Druk op
de toets AFMETING om tussen de beschik-
bare formaten te wisselen.
Selecteer het formaat 20 mm.
De lettertype d-Card heeft drie menu’s;
hoofdletters (A..), kleine letters (a..) en cij-
fers/speciale tekens (1..). Wissel tussen de
menu’s door op de toets
MENU te drukken.
• Selecteer hoofdletters. A.. is zichtbaar in
het Informatievenster.
Druk op de steekkeuzetoetsen 1 en 6 om
”P” te selecteren.
Druk eenmaal op ROTATIE OM HET
GEHELE WOORD IN DE RING te laten
passen.
• Druk op POSITIEPIJL OMHOOG om de
startpositie naar boven te verplaatsen.
• Druk op START/STOP om met het bordu-
ren te beginnen.
Nadat de ”P” klaar is, drukt u op het MENU
om kleine letters te selecteren (a..).
Druk op de steekkeuzetoetsen 1 en 2 om
”l” te selecteren.
• Druk op START/STOP om met het bordu-
ren te beginnen.
Uw Platinum 955E draait automatisch en
plaatst de letter ”l” naast de reeds gebor-
duurde ”P”.
ONDERHOUD VAN DE PLATINUM
56
2.
1.
Onderhoud van de Platinum
Vervangen van gloeilampje
Gebruik alleen gloeilampjes van het type dat
aangegeven wordt op de voorkant van de
machine (12 V, 5 W). Deze zijn verkrijgbaar
bij uw erkende Husqvarna Viking dealer.
Zet de hoofdschakelaar uit.
1. Plaats de gloeilampremover met zijn
diepe opening, gemarkeerd met OUT,
rond het gloeilampje.
Draai niet aan het lampje, maar trek
eraan om het te verwijderen.
2. Vervolgens plaatst u de gloeilampremo-
ver met zijn ondiepe opening gemar-
keerd met IN rond het nieuwe lampje.
Plaats het gloeilampje door het omhoog
te drukken op zijn plaats.
57


 
2.
1.
Onderhoud van de Platinum
Schoonmaken
Om ervoor te zorgen dat uw machine goed
blijft werken dient hij regelmatig te worden
schoongemaakt. De machine hoeft niet te
worden gesmeerd.
Zet de hoofdschakelaar uit.
Neem de externe oppervlakken van uw Pla-
tinum 955E naaimachine en borduureenheid
af met een zachte doek om eventueel opge-
hoopt stof of textielresten te verwijderen.
Schoonmaken van het spoelhuis
Verwijder de naaivoet en schuif het spoelhuis-
deksel open. Laat de transporteur verzinken.
Plaats de steekplaatopener op het borsteltje en
dan in de uitsparing aan de achterkant van de
steekplaat. Draai het naar u toe om de steek-
plaat te verwijderen. Reinig de tanden van de
transporteur met het borsteltje.
Schoonmaken onder het spoeltje
Wanneer textielresten zich ophopen, moet de
ruimte onder het spoelhuis worden schoon-
gemaakt.
Verwijder de spoelhuishouder (1) die het
voorste deel van het spoelhuis afdekt (2).
Verwijder het spoelhuis door dit op te tillen.
Reinig met het borsteltje.
Plaats het spoelhuis en de spoelhuishouder
weer terug.
Herplaats de steekplaat
Plaats de steekplaat bij verzonken trans-
porteur ca. 5 mm voor de achterrand en
duw hem terug. Schuif het spoelhuisdeksel
weer op zijn plaats. Breng de transporteur
omhoog.
58
Onderhoud van de Platinum
Kies een grotere steeklengte.
Breng de transporteur omhoog.
Onvoldoende draadspanning?
Rijg de boven- en onderdraad opnieuw in
- gebruik kwaliteitsgaren.
Plaats een nieuwe maat naald.
Pas de draadspanning aan met de draad-
spanningsknoppen.
Bovendraad breekt?
Wordt de draad zonder obstakels aange-
voerd/blijft hij nergens steken?
Gebruik draadnetjes en kwaliteitsgaren.
Nieuwe naaldmaat en -soort.
Rijg de boven- en onderdraad opnieuw in
- controleer of de draad goed is ingeregen.
Gebruik verschillende garenpenposities
(verticaal of horizontaal).
Vervang de steekplaat wanneer de opening
in de steekplaat is beschadigd.
Wordt het juiste schijfje gebruikt voor de
draad?
De onderdraad breekt?
Spoel garen op een ander spoeltje.
Plaats het spoeltje opnieuw in de machine,
controleer of de draad op de juiste manier
is ingeregen, pagina 10.
Als de opening in de steekplaat beschadigd
is, vervang de steekplaat dan.
Reinig de ruimte rondom het spoeltje.
Het spoeltje wordt onregelmatig
opgespoeld?
Controleer de loop van de draad bij het
spoelen.
Verkeerde steek, onregelmatige of
smalle steken?
Zet machine uit en weer aan voor een reset.
Plaats een andere naald, rijg de boven- en
onderdraad opnieuw in.
• Gebruik versteviger.
Machine naait langzaam?
Controleer de snelheid.
Verwijder de steekplaat en borstel textiel-
resten van spoel en transporteur.
Het verhelpen van
storingen
In geval van een storing tijdens het
naaien:
Plaats een nieuwe naald.
Rijg de boven- en onderdraden opnieuw in.
Gebruik verschillende garenpenposities
(verticaal of horizontaal).
Gebruik draadnetjes en kwaliteitsga-
ren. Wij adviseren bij gewoon naaiwerk
voor de boven- en onderdraad hetzelfde
naaigaren te gebruiken. Voor decoratief
naaien adviseren we Rayon borduurgaren
als bovendraad en gewoon naaigaren op
het spoeltje. Voor borduren adviseren we
Rayon borduurgaren als bovendraad en
borduurspoeldraad op het spoeltje.
De stof trekt?
Controleer de naald, deze kan beschadigd
zijn.
De draadspanning is te hoog. Pas de
draadspanning aan.
Gebruik de in het Informatievenster aan-
bevolen naaivoet.
Rijg de boven- en onderdraad opnieuw in.
• Gebruik kwaliteitsgaren.
Kies een kortere steeklengte.
• Gebruik versteviger.
De machine slaat steken over?
Controleer de naald, deze kan beschadigd
zijn.
Controleer of de naald goed en tot boven-
aan toe in de naaldklem is gestoken.
Rijg de boven- en onderdraad opnieuw in.
Gebruik de aanbevolen naaivoet.
Zet machine uit en weer aan voor een reset.
Raadpleeg uw dealer.
De naald breekt?
Probeer tijdens het naaien niet aan de stof
te trekken.
Plaats de naald op de juiste manier, zie
pag. 12.
Stof wordt niet getransporteerd?
59
Onderhoud van de Platinum
Foutcodes (alleen 955E)
• ”
Er 01” en het d-Card symbool knippert
in het Informatievenster - er is een d-Card
ingevoerd die de machine niet ondersteunt.
• ”
Er 02” en het d-Card symbool knip-
pert in het Informatievenster - er is een
onleesbare d-Card ingevoerd. Verwijder
de d-Card en voer een font of ontwerp-
Embroidery d-Card in.
• ”
Er 03” en het d-Card symbool knippert
in het Informatievenster - het motief is te
groot voor de beschikbare ringen.
• ”Er 04” er is een fout opgetreden bij
het borduren, zoals een steekcoördinaat
buiten de huidige ring.
Een knipperende ”E” naast het spoeltje
geeft aan dat de boven/onderdraad op of
gebroken is.
Het scherm van de naai- en borduur-
machine reageert niet op aanraking
De aansluiting op de achterzijde van uw
machine waar de borduureenheid wordt
aangesloten kan gevoelig zijn voor statische
elektriciteit, als de borduureenheid niet is
aangesloten. Als het scherm van de machine
niet op uw aanrakingen reageert, zet de
machine dan uit en direct weer aan. Blijft het
probleem toch bestaan, neem dan contact op
met uw Husqvarna Viking leverancier.
Laat uw Platinum 775/955E
regelmatig onderhouden door uw
Husqvarna Viking dealer!
Als u deze aanwijzingen voor het verhelpen
van problemen heeft opgevolgd en nog steeds
problemen heeft met de machine, breng
hem dan naar uw dealer. Als er een speciek
probleem is, is het erg handig om met het
gebruikte garen en met een restlapje van de
gebruikte stof een proeapje te maken.
ondergrond. Een proeapje geeft vaak veel
betere informatie dan woorden.
Niet-originele onderdelen en
toebehoren
De Platinum 775/955E-garantie geldt niet
voor defecten of beschadigingen die veroor-
zaakt zijn door het gebruik van niet-originele
toebehoren of onderdelen.
Breng uw machine naar de dealer voor een
onderhoudsbeurt.
Machine naait niet?
Zet de spoelas omhoog in naaipositie.
Controleer of de stekkers goed in de
machine zijn gestoken.
Controleer de stekker in het stopcontact
en de netspanning op het stopcontact.
Onevenwichtige knoopsgaten? (alleen
955E)
Indien nodig kunt u voor speciale stof-
fen de knoopsgatbalans aanpassen. Om de
steekdichtheid van de rechter knoopsgatrij
in balans te brengen drukt u tegelijkertijd
op beide pijlen totdat het balanssymbool
zichtbaar is in het Informatievenster.
Gebruik de toetsen voor de steeklengte
om de balans af te stellen. Met (-) worden
de steken in de rechter stekenrij dichter bij
elkaar gebracht (grotere dichtheid). Met (+)
worden de steken verder uit elkaar gehaald
(minder dicht).
Door op de toets CLR te drukken, keert
de machine terug naar mode steeklengte/
grootte van het knoopsgat. De instelling
blijft behouden totdat uw Platinum 955E
wordt uitgeschakeld.
OPMERKING: Alleen de stekenkolom aan de rech-
terzijde wordt gewijzigd.
Borduurwerk trekt? (alleen 955E)
Gebruik de juiste versteviging - zie
Gebruiksaanwijzing Accessoires.
Plaats de stof strak in de borduurring
(pagina 47).
Wijzig de draadspanning (pagina 15).
Machine borduurt niet? (alleen 955E)
Druk de borduureenheid stevig in zijn
aansluiting op de machine.
Plaats een Embroidery d-Card met motie-
ven of lettertypen.
Plaats een borduurring.
Heeft de gebruikte borduurring dezelfde
afmetingen als in het Informatievenster is
aangegeven. Selecteer wanneer dit niet het
geval is de juiste afmetingen voor de bor-
duurring.
60
Index
Index
Aanpassen
hele stekenprogramma 42
motiefformaat 50
steken in een programma 31, 43
Aansluiten
de machine 4
het voetpedaal 4
van de borduureenheid 46
Achteruitnaaitoets 18
Alfabetmodus 22-23, 38
Balance
47
Bewegen tussen geprogrammeerde
steken 31, 41
Borduureenheid
aansluiten 46
overzicht 44
verwijderen 46
Borduurfuncties 50
Borduurvoet U plaatsen 45
Clr 20, 36
De borduurring plaatsen 48
Doos met toebehoren 3
Draadspanning corrigeren 15
Draadspanning 15
Draden afwerken 53
Embroidery 44
accessoires 44
afmetingen 52
d-Cards 44
eenheidsoverzicht 44
functies 50-53
menu 52
Naaivoet U 45
sjabloon 47
snelheid 53
voorbeeldenboekje 44
Extra garenpen
7
Fix 18, 34
FUNC 20
Functies
FUNC 20, 36
NORM 20, 36
PROG 20, 36
REP 20, 36
Functietoetsen 18, 35
Garenschijfjes 6
Garenpen
Hoofdgarenpen 6
Extra garenpen 7
Geheugen 20, 29, 36, 41
Hoofdgarenpen 6
Het spoeltje in de machine plaatsen 10
Informatievenster bij het borduren 49
Inrijgen
spoel 10
naald 8
bovendraad 7
tweelingnaald 9
Knoopsgat
balans
59
Sensorvoet 14
Knoopsgat-sensorvoet 14
Knoopsgat-sensorvoet 14
Menu
Alfabet submenu 22, 36
Steek 21, 36
.aald
vervangen 12
kapot 12
posities 19
stop onder/boven 18
Draadinsteker 8
Naalden 12
Naaivoeten 13
Naaivoet
verwisselen 14
hendel 14
druk 14
Naaien
snelheid 18, 34
NORM 20
Onjuiste draadspanning 16
Opbergen na het naaien 5
Outline block alfabet 22
Overzicht 2-3
Opsporen van fouten 58-59
Pijltoetsen 20
Parkeerstand 52
PROG 20, 29
Programmeren 29, 41
Steken en letters 30-31, 42
REP 20
Schoonmaken 45
onder het spoeltje 57
spoelruimte 57
Spiegelen in de breedte 19, 35
Spoel
plaatsen in de machine 10
spoelen 10
Steken of programma’s verwijderen 29, 41
Stof in de ring plaatsen 47
Symbolen in het Informatievenster 24-25, 39
Steekplaat vervangen 57
Spoelen vanaf de naald 11
Start/Stop 18, 34
Steeklengte 19, 35
Steekplaat 45
Steekkeuze 21, 37
nuttig en decoratief 21
Alfabet submenu 22
Steekbreedte 19, 35
STOP 18, 34
Storingen 58-59
Toebehoren 5
Transporteur verzinken 16
Tweelingnaald, inrijgen 9
Uw naaimachine uitpakken 4
Vervangen
gloeilampje 56
naaivoet 14
naald 12
Verwijderen
de doos met toebehoren 5
de borduureenheid 46
de steekplaat 57
Verzinken transporteur 16
Verzorging van Platinum 55-59
Voetpedaal 4, 5
Woordcombinaties borduren 42
Wij behouden ons het recht voor de
machine-uitrusting en het as sor ti ment toebe-
horen zonder voorafgaande kennisgeving te
wij zi gen of wijzigingen aan te brengen in de
prestaties of het ont werp.
Dergelijke wijzigingen zullen echter altijd
in het voordeel zijn van de gebruiker en
ten goede komen aan het product.
VSM Group AB • SE-561 84 Huskvarna, Sweden
www.husqvarnaviking.com
412 99 27-36A • InHouse • © 2006 VSM Group AB • All rights reserved • Printed in Sweden on environmentally-friendly paper
6


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules
1

Forum

husqvarna-platinum-775
  • All of a sudden, my 775 won't do anything but a straight stitch. Obviously, I need my other stitches, too. What gives?! Submitted on 8-2-2017 at 05:15

    Reply Report abuse


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Husqvarna Platinum 775 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Husqvarna Platinum 775 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 3,32 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Husqvarna Platinum 775

Husqvarna Platinum 775 User Manual - English - 64 pages

Husqvarna Platinum 775 User Manual - German - 64 pages

Husqvarna Platinum 775 User Manual - French - 64 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info