34 – De bediening van uw Opal
™
670/690Q
De bediening van uw Opal
™
670/690Q – 35
1 . STO P
STOP w ordt gebr uikt om een steek te beëindigen of om slechts
één onderdeel van de steek te naaien. Uw naaimac hine hecht
de draad af en stopt automatisch wanneer één steek onderdeel
of stekenprogramma is voltooid. De LED naast STOP brandt
wanneer de functie is ingeschak eld. STOP w ordt g eannuleerd
nadat u de functie hebt gebr uikt. Dr uk opnieuw op de toets als
u de functie weer wilt insc hakelen.
STOP w ordt ook gebr uikt om de stopsteek, trenzen en
automatisch taperen te herhalen met dezelfde grootte.
Tip: Als u de STOP-functie meerder e malen achter elkaar wilt herhalen
voor een steek eenheid, kunt u de steek in een programma opslaan met een
STOP aan het einde (z ie Pr o grammer en, pagina 39).
2 . FIXEREN
Met de FIX-functie kunt u de steek aan het begin en/of aan
het eind afwerk en. De LED naast FIX brandt wanneer FIX is
ingeschakeld. Druk op FIX om de functie uit te schakelen.
De FIX-functie w ordt automatisch ing esc hakeld wanneer
er een steek w ordt geselecteerd of wanneer STOP of de
draadafsnijder is gebr uikt. U kunt de automatische FIX-functie
uitschak elen in het menu SET (zie pagina 42).
De FIX-functie kan w orden g eprog rammeerd (zie pagina 39).
3. Draadafsnijder
Als u op de draadafsnijder dr ukt, hec ht uw machine de draden
af, snijdt de bo ven-en onderdraad af en activ eert de FIX-functie
voor de v olg ende start. Om draden aan het einde van een steek
of steekprog ramma af te snijden, dr ukt u op de draadafsnijder
tijdens het naaien. De LED naast de draadafsnijder gaat
knipperen om aan te geven dat de draden moeten w orden
afgesneden. W anneer de steek of het steekprog ramma is
voltooid, w orden de bov en- en onderdraad afgesneden en
w orden de draaduiteinden automatisch naar de onderkant v an
de stof getrokken.
De draadafsnijder-functie kan w orden ge programmeerd (zie
pagina 39).
4. Naaldstop boven/onder
Dr uk op deze toets om de naald omhoog of omlaag te brengen.
De instelling van de naaldstoppositie w ordt tegelijker tijd
veranderd.
Een pijl die omhoog of omlaag wijst, naast de naald op het
touchscreen, geeft aan of Naaldstop bov en of Naaldstop onder
is geselecteerd.
Natuurlijk kunt u ook het voetpedaal gebr uik en om de naald
omhoog of omlaag te brengen.
5 . SNELHEID
Alle steken v an uw naaimachine hebben een vooraf ing estelde,
aanbevolen naaisnelheid. Druk op SPEED + of SPEED
–
om de naaisnelheid te verhogen of te verlagen. Er zijn vijf
snelheidsniv eaus. Het snelheidsni veau staat aangeg ev en op het
touchscreen. U kunt geen hogere snelheid selecteren dan de
standaard maximumsnelheid v oor de g eselecteerde steek.
6. ST AR T/ST OP
Dr uk op ST ART/STOP om de machine zonder het
voetpedaal te starten en te stoppen. Dr uk eenmaal om te
beginnen met naaien en dr uk opnieuw om te stoppen met
naaien.
Let op: Druk op SPEED + of SPEED
–
om de naaisnelheid te
verhogen of te verlagen.
7. Achteruitnaaien
Dr uk op Achteruitnaaien tijdens het naaien; de machine
naait achteruit totdat u de toets weer loslaat. Daarna naait uw
naaimachine v oor uit. De LED naast Achter uitnaaien brandt
wanneer ac hter uitnaaien is ingeschak eld.
Dr uk eenmaal op Achteruitnaaien voordat u begint te naaien
als u per manent achteruit wilt naaien. Uw naaimachine naait
achteruit totdat u opnieuw op Achter uitnaaien dr ukt.
Achteruitnaaien wordt ook gebr uikt bij het naaien van
knoopsgaten, trenzen, stopsteken en automatische
taperingsteken om tussen delen v an de steken heen en weer
te gaan.
8. Sensor voet omhoog/extra hoog (690Q)
Met deze toets w ordt de naaiv oet omhoog g ebracht. Druk
nogmaals op de toets om de naaiv oet naar een extra hog e
stand te brengen zodat u makkelijk zware of pluizig e stoffen
en tussenlagen onder de naaivoet kunt plaatsen en v erwijderen.
9. Sensor voet omlaag/draaistand (690Q)
Dr uk op Sensor v oet omlaag en draaien; de naaivoet w ordt
helemaal omlaag gebracht en de machine houdt de stof stevig
vast. Druk nogmaals op Sensor voet omlaag om de naaiv oet
omhoog te brengen tot de draaistand of tot een stand waarbij
de naaiv oet vlak boven de stof “zweeft” om beter te kunnen
plaatsen.
De naaiv oet wordt automatisch omlaag gebracht w anneer u
met naaien begint. U kunt ook op het voetpedaal tikk en om de
naaiv oet omlaag te breng en.
W anneer u stopt met de naald in de lag e stand, w ordt de
naaiv oet automatisch omhoog gebracht in de draaistand. Deze
functie kan w orden uitgeschakeld in het men u SET , zie pagina
42.
FUNCTIES (670/690Q)
FUNCTIES OP HET T OUCHSCREEN
1. Exclusive SEWING AD VISOR
™
De Ex clusiv e SEWING ADVISOR
™
functie stelt de beste
steek, steeklengte, steekbreedte , naaisnelheid en draadspanning
in voor de geselecteerde stof en naaitechniek (zie pagina 44).
Dr uk op de tab Stof/T ec hniek en maak uw selectie door op
de stof of techniek te dr ukk en die u wilt gebr uiken. Druk
op de pijl in de linker bo venhoek v an het touchscreen om de
Ex clusieve SEWING AD VISOR
™
functie te sluiten
De steek w ordt getoond op het touchscreen met
aanbevelingen voor de te gebruiken naaivoet, naai voetdr uk,
draadspanning en naald.
2. Draadspanning
De beste draadspanning voor de geselecteerde steek en stof
w ordt automatisch ingesteld. De draadspanning kan w orden
aange past v oor speciale g arens , technieken of stof. Dr uk op +
om de draadspanning te verhogen en op - om deze te verlagen.
3. V erticaal spiegelen
Dr uk op deze toets om de geselecteerde steek verticaal te
spiegelen. Als u op de toets dr ukt in de Naaimodus voor
steekprogramma’ s , wordt het hele steekprogramma g espiegeld.
De verandering is te zien op het touc hscreen.
4. Steeklengte/dichtheid
Als u een steek selecteert, stelt uw machine automatisch
de beste steeklengte in. De steeklengte is te zien op het
touchscreen. U kunt de steeklengte v eranderen door op de
pictog rammen- of + te dr ukken.
Als u een knoopsgat heeft g eselecteerd, staat op het
touchscreen de dic htheidsinstelling in plaats van de lengte-
instelling van de steek. Nu kunt u de dic htheidsinstelling
veranderen door op
-
of op + te dr ukken.
Als u op Alt (6) dr ukt w anneer er een cordonsteek is
geselecteerd, g eeft het touc hscreen de dichtheidsinstelling
weer . Dr uk op
–
of op + om de dichtheid te v eranderen.
5. Steekbreedte/naaldpositie
De steekbreedte w ordt op dezelfde manier ing esteld als de
steeklengte. De v ooraf ing estelde breedte is te zien op het
touchscreen. De breedte kan w orden aang epast tussen 0 en
7 mm. Sommige steken hebben een beperkte steekbreedte.
Als er een rechte steek is geselecteerd, w orden
–
en + gebr uikt
om de naald in 29 posities naar links of rechts te bewegen.
6. Alt (W eerga ve afwisselen)
Dr uk op het pictogram Alt om bij sommig e stek en de
steekdichtheid w eer te g ev en in plaats van de steeklengte . Ook
kan hier mee de steekpositie w orden weergeg ev en in plaats van
de steekbreedte.
7. Spiegelen in de breedte
Dr uk op deze toets om de geselecteerde steek horizontaal te
spiegelen. Bij een rechte steek met naaldpositie links , wordt
de naald symmetrisch o ver het midden heen v an links naar
rechts gebracht als u op dit pictogram dr ukt. Als u op de toets
dr ukt in de Naaimodus v oor steekprog ramma’ s , wordt het hele
steekprogramma g espiegeld. De verandering is te zien op het
touchscreen.
8. Steken/Lettertypemenu
Dr uk op het pictogram van het Steken/Lettertypemenu
om het stekenselectiev enster te openen. Er zijn drie tabs:
Stekenmen u, Mijn Stekenmen u en Letter typemenu.
Zie pagina 37 voor meer informatie over hoe u een steek of
lettertype kunt selecteren.
9. Na vigatiepijlen
Gebr uik de pijlen omhoog/omlaag om omhoog en omlaag te
bladeren in een lijst met selecties .
10. Programmeermodus
Dr uk hierop om de programmeer modus te openen. Dr uk er
opnieuw op om de prog rammeermodus te verlaten.
11. Opslaan in Mijn Steken
Dr uk hierop om het menu te openen w aarin u uw eig en
persoonlijke stek en of stekenprogramma’ s kunt opslaan. Dr uk
er opnieuw op om het Mijn Stekenmen u te verlaten.
12. SET Menu
Dr uk hierop om het menu v oor naaimachine-instellingen te
openen. Maak veranderingen en selecties door op de v akjes
naast de functies te dr ukk en. Blader omhoog en omlaag met
de navigatiepijlen (9). Dr uk opnieuw op het pictog ram SET
Menu om het SET Men u te verlaten.
2 1 3 5 4
6
7
9
8
(niet alle functies worden tegelijk ertijd weer gegeven)
2
1
3 5 4
6
7
12
10
11
8
9