• Voor hellingen grenzend aan een openbare weg
plaatst u een hek of een beschermende muur
langs de buitenrand van de helling.
3.8 Montage van het product
3.8.1 Het product installeren
Voer de daaropvolgende algemene stappen uit om het
product te installeren:
1. Installeer het referentiestation. Raadpleeg de
bedieningshandleiding voor het referentiestation.
2. Installeer het laadstation. Zie
Laadstation
monteren op pagina 17
.
3. Installeer de Automower® Connect-app op uw
mobiele apparaat. Zie
De Automower® Connect-
app installeren op pagina 17
.
4. Koppel het product aan de Automower® Connect-
app. Regel de basisafstellingen in de
opstartprocedure in de Automower® Connect-app.
Zie
De Automower® Connect-app installeren op
pagina 17
.
5. Maak een kaart met werkgebieden, te vermijden
zones, transportpaden en onderhoudspunten. Zie
Objecten op de kaart te plaatsen op pagina 19
.
6. Gebruik de Automower® Connect-app om
instellingen voor het product te regelen. Zie
Instellingen op pagina 21
.
3.8.2 Installatiegereedschappen
• Inbussleutel, 8 mm. Meegeleverd in de doos.
3.8.3 Het laadstation installeren
Lees en begrijp de instructies over het laadstation. Zie
Onderzoeken waar het laadstation moet worden
geplaatst op pagina 13
.
WAARSCHUWING: Volg de
nationale voorschriften voor elektrische
veiligheid.
WAARSCHUWING: Het product
mag alleen worden gebruikt met de
voedingseenheid die is geleverd door
Husqvarna.
WAARSCHUWING: Plaats de
voeding niet op een plek waar er een risico
bestaat dat deze nat kan worden. Zet de
voeding niet op de grond.
WAARSCHUWING: Kapsel de
voeding niet in. Condenswater kan de
voeding beschadigen en het risico op
elektrische schokken vergroten.
WAARSCHUWING: Risico van
elektrische schok. Gebruik altijd een
aardlekschakelaar (RCD) met een
afschakelstroom van maximaal 30 mA bij het
aansluiten van de voeding op het
stopcontact. Van toepassing voor USA/
Canada. Als de voedingseenheid buiten is
opgesteld: Risico van elektrische schok.
Alleen aansluiten op een afgedekt GFCI-
stopcontact (RCD), klasse A, dat voorzien is
van een behuizing die waterdicht is,
ongeacht of de kap van de aansluitstekker is
geplaatst.
OPGELET: Het is niet toegestaan om
nieuwe gaten in de plaat van het laadstation
te maken.
OPGELET: Plaats uw voeten niet op de
bodemplaat van het laadstation.
WAARSCHUWING: De
voedingskabel en verlengkabel moeten zich
buiten het werkgebied bevinden om schade
aan de kabels te voorkomen.
WAARSCHUWING: Zorg ervoor
dat de pluggen van de laagspanningskabel
en de voedingseenheid schoon en droog
zijn voordat u ze aansluit.
Gebruik bij het aansluiten van de voeding altijd een
stopcontact dat is aangesloten op een
aardlekschakelaar (RCD).
16 - Installatie 1576 - 004 - 16.11.2021