De doorrijbreedte van de corridor wordt automatisch
aangepast. Als het nodig is om de doorrijbreedte
handmatig aan te passen om het product naar behoren
te laten werken, kunt u de doorrijbreedte instellen tussen
1-9. De fabrieksinstelling is 6.
De doorrijbreedte van de corridor instellen
1. Voer stappen 1-3 uit in
Toegang krijgen tot het
menu in het display van het product op pagina 22
.
2. Gebruik de pijltoetsen en de knop OK om
de menustructuur
Installatie > Geavanceerd >
Doorrijbreedte
te doorlopen.
3. Gebruik de pijltoetsen om een corridor te
selecteren.
4. Gebruik de cijfertoetsen om een doorrijbreedte van
1-9 te selecteren.
Let op: Maak de doorrijbreedte zo breed mogelijk om
het risico op lijnen in het gazon te verkleinen.
3.12.8.4 Achteruitrijafstand
De achteruitrijafstand zorgt ervoor dat het product
over ingestelde afstand achteruit beweegt voordat het
product het gazon gaat maaien. De fabrieksinstelling is
60 cm/2 ft.
De achteruitrijafstand instellen
1. Voer stappen 1-3 uit in
Toegang krijgen tot het
menu in het display van het product op pagina 22
.
2. Gebruik de pijltoets en de knop OK om
de menustructuur
Installatie > Geavanceerd >
Achteruitrijafstand
te doorlopen.
3. Gebruik de cijfertoetsen om de afstand in te
stellen.
4. Druk op de knop TERUG.
3.12.8.5 De functie Rijd over draad
De voorkant van het product beweegt altijd op
een bepaalde afstand langs de begrenzingsdraad.
Vervolgens beweegt het product naar achteren en
verandert het van richting. De fabrieksinstelling is 32 cm/
13 inch. U kunt een afstand van 25-50 cm/ 10-15 inch
selecteren.
Let op: Als u de afstand voor
Rijd over draad
wijzigt,
verandert de afstand langs de begrenzingsdraad in alle
delen van het werkgebied.
De functie Rijd over draad instellen
1. Voer stappen 1-3 uit in
Toegang krijgen tot het
menu in het display van het product op pagina 22
.
2. Gebruik de pijltoets en de knop OK om de
menustructuur
Instellingen > Geavanceerd > Rijd
over draad
te doorlopen.
3. Gebruik de cijfertoetsen om de afstand in te
stellen.
4. Druk op de knop TERUG.
3.12.9 Instellingen
In Instellingen kunt u de algemene instellingen van uw
product wijzigen.
3.12.9.1 ECO mode
Wanneer de
ECO-modus
is geactiveerd, schakelt deze
het signaal uit in de begrenzingslus, de geleidingsdraad
en het laadstation wanneer het product geparkeerd staat
of wordt opgeladen.
Let op: Gebruik de
ECO-modus
om energie te
besparen en interferentie met andere apparatuur, zoals
ringleidingen of garagedeuren, te voorkomen.
Let op: Om het product handmatig in het werkgebied
te starten, drukt u op de knop STOP voordat u het
product uit het laadstation verwijdert. Zo niet, dan kan
het product niet worden gestart in het werkgebied.
De ECO-modus instellen
1. Voer stappen 1-3 uit in
Toegang krijgen tot het
menu in het display van het product op pagina 22
.
2. Gebruik de pijltoetsen en de knop OK om
de menustructuur
Instellingen > ECO-modus
te
doorlopen.
3. Druk op OK om de
ECO-modus
te selecteren.
4. Druk op de knop TERUG.
3.12.9.2 Spiraalvormig maaien
Het product maait het gras in een spiraalvormig patroon
als het gras in een gebied langer is.
Spiraalvormig
maaien
kan worden ingesteld op 5 niveaus:
• Laag-
• Laag
28 - Installatie 1650 - 005 - 17.03.2022