Symptomen Oorzaak Actie
Het product staat
urenlang geparkeerd
in het laadstation.
Het product heeft gemaaid gedurende de
maximale maaitijd per dag.
Geen actie. Zie
Schema op pagina 23
.
De klep is gesloten, maar de knop START is
niet ingedrukt.
Druk op de STOP-knop om de klep te ope-
nen. Voer de pincode in en bevestig met de
knop OK. Druk op de knop START en sluit
de klep.
De parkeermodus is ingeschakeld. Wijzig de bedieningsmodus. Zie
Bedienings-
modi - Start op pagina 33
.
Het product werkt niet als de temperatuur
van de accu te hoog of te laag is.
Zorg er voor dat het laadstation in een tegen
zonlicht beschermde omgeving is geplaatst.
Ongelijkmatige maai-
resultaten.
Het product werkt gedurende een gering
aantal uren per dag.
Verleng de maaitijd. Zie
Schema op pagina
23
.
Door de vorm van het werkgebied moeten de
instellingen voor
Tuindekking
worden aange-
past om alle delen van het werkgebied te
dekken.
Wijzig de instellingen van de gebieden waar
het product begint te maaien en hoe vaak er
moet worden gemaaid. Zie
GPS-ondersteun-
de navigatie, Tuindekking en Systematisch
doorgangen maaien op pagina 26
.
Het werkgebied is te groot. Verklein de grootte van het werkgebied of
breid het schema uit. Zie
Schema op pagina
23
.
Botte messen. Vervang alle messen. Zie
Messen vervangen
op pagina 36
.
Lang gras ten opzichte van de ingestelde
maaihoogte.
Verhoog de maaihoogte en verlaag deze ver-
volgens wanneer het gras korter is.
Grasophoping bij de maaischijf of rond de
motoras.
Verwijder het opgehoopte gras en maak het
product schoon. Zie
Product reinigen op pa-
gina 35
.
6.6 Breuken in de lusdraad opsporen
Breuken in de lusdraad zijn meestal te wijten aan
onbedoelde fysieke beschadigingen van de draad,
bijvoorbeeld door het gebruik van een schop bij het
tuinieren. In landen met nachtvorst kan de draad ook
beschadigd raken door scherpe stenen die in de grond
bewegen. Breuken in de draad kunnen ook worden
veroorzaakt door overmatig strekken tijdens het
installeren.
De kabelisolatie kan worden beschadigd wanneer het
gras meteen na de installatie te kort wordt gemaaid.
Beschadigingen aan de isolatie zorgen soms pas weken
of maanden later voor problemen. Om dit te voorkomen,
moet u de eerste weken na het installeren altijd de
maximale maaihoogte selecteren en de maaihoogte
vervolgens elke tweede week een stap verlagen totdat
de gewenste maaihoogte is bereikt.
Een foutieve las in de lusdraad kan soms weken nadat
de las werd gemaakt voor problemen zorgen. Een
foutieve las kan onder meer worden veroorzaakt doordat
de koppeling niet stevig genoeg werd samengedrukt met
behulp van een tang of doordat een koppeling van een
mindere kwaliteit dan de originele koppeling werd
gebruikt. Controleer eerst alle bij u bekende lassen
voordat u verder gaat met de foutopsporing.
Een draadbreuk kan worden opgespoord door de
afstand van de lus waar de breuk kan zijn opgetreden
steeds te halveren, totdat er nog maar een kort stuk
draad over is.
De volgende methode werkt niet wanneer de
ECO-
modus
actief is. Zorg dat de
ECO-modus
eerst wordt
uitgeschakeld. Zie
ECO-modus op pagina 29
.
1. Controleer of het indicatielampje in het laadstation
blauw knippert, wat een breuk in de
begrenzingslus aangeeft. Zie
Indicatielampje in het
laadstation op pagina 44
.
46 - Probleemoplossing 1650 - 003 - 24.02.2021