Weather timer
past de maaitijd automatisch aan de groei
van het gras aan. Het product mag niet meer dan
volgens de schema-instellingen worden gebruikt.
Let op: Bij gebruik van
Weather timer
is het
raadzaam om zoveel mogelijk bedrijfstijd beschikbaar te
maken voor
Weather timer
. Beperk het schema niet
meer dan nodig is.
De eerste activiteit van de dag wordt ingesteld op basis
van de schema-instellingen. Het product voltooit altijd 1
maaicyclus en vervolgens selecteert
Weather timer
of
het product blijft werken of niet.
Let op:
Weather timer
wordt gereset als het product
langer dan 50 uur stilstaat of als een
reset van alle
gebruikersinstellingen
wordt uitgevoerd.
Weather timer
blijft ongewijzigd bij een
reset van schema-instellingen
.
3.10.7.1 De weertimer instellen
1. Voer stappen 1-3 uit in
Toegang krijgen tot het
menu op pagina 23
.
2. Gebruik de pijltoetsen en de knop OK om de
menustructuur
Weertimer > Weertimer gebruiken
te doorlopen.
3. Druk op de knop OK om de
weertimer
te
selecteren.
4. Druk op de knop TERUG.
3.10.7.2 De frequentie van de weertimer instellen
Stel in hoe vaak het product het gras maait wanneer de
weertimer
in gebruik is. Er zijn 3 frequentieniveaus:
Laag, Midden
en
Hoog
. Hoe hoger de frequentie, hoe
gevoeliger het product is voor de grasgroei. Dat
betekent dat het product langer mag werken als de
grasgroei hoog is.
Let op: Als de maairesultaten bij gebruik van de
weertimer
niet optimaal zijn, kan het nodig zijn om de
schema-instellingen aan te passen. Beperk het schema
niet meer dan nodig is. Controleer ook of de maaischijf
schoon is en of de messen in goede staat verkeren.
1. Voer stappen 1-3 uit in
Toegang krijgen tot het
menu op pagina 23
.
2. Gebruik de pijltoetsen en de knop OK om de
menustructuur
Weertimer > Maaitijd
te doorlopen.
3. Gebruik de pijltoetsen om de frequentie
Laag,
Midden
of
Hoog
te selecteren.
4. Druk op de knop TERUG.
3.10.8 Installatie
In het menu Installatie kunt u de instellingen van het
product aanpassen voor het beste maairesultaat.
3.10.8.1 GPS-ondersteunde navigatie, Tuindekking en
Systematisch doorgangen maaien
Dankzij de
GPS-ondersteunde navigatie
kan het product
de optimale werking selecteren. Gebruik de
functie voor
gazondekking
om handmatige instellingen uit te voeren
of om de functie
Systematisch doorgang maaien
te
gebruiken.
Als het werkgebied afgelegen delen bevat die via smalle
doorgangen met elkaar zijn verbonden, zijn de functies
Tuindekking
en
Systematisch doorgangen maaien
handig om alle delen van het gazon goed te maaien. De
functie
Tuindekking
wordt gebruikt om het product te
geleiden naar verafgelegen delen van het werkgebied.
De functie
Systematisch doorgangen maaien
wordt
gebruikt voor het maaien van smalle doorgangen. Er
moet een geleidingsdraad geïnstalleerd zijn om deze
functies te kunnen gebruiken. U kunt maximaal 3
afgelegen delen instellen.
Met de functie
Tuindekking
volgt het product eerst de
geleidingsdraad, om deze vervolgens na een bepaalde
afstand te verlaten om het gazon te gaan maaien.
De functie
Systematisch doorgangen maaien
is geschikt
voor het maaien van smalle doorgangen met een
breedte van 60 cm - 1.5 m / 23 inch - 4.9 ft. Het product
beweegt in een patroon om de doorgangsbreedte te
bestrijken. Het product start met
Systematisch
doorgangen maaien
op de ingestelde afstand van het
laadstation. Wanneer het product het einde van de
smalle doorgang bereikt, gaat het product door met het
gazon op de normale wijze te maaien.
Gebied A, ongeveer 50%
Gebied B, ongeveer 30%
Gebied C, ongeveer 20%