154
Veilig batterijgebruik
•
Breng de batterijpolen niet in contact met geleiders, zoals sleutels, sieraden of andere
metalen materialen. Dat kan kortsluiting van de batterij en letsel of brandwonden
veroorzaken.
•
Houd de batterij uit de buurt van extreme hitte en direct zonlicht. Plaats de batterij
niet in of op warmteapparaten, zoals magnetrons, kookplaten of radiatoren. De
batterij kan bij oververhitting exploderen.
•
Probeer de batterij niet aan te passen of opnieuw te produceren, steek er geen
vreemde voorwerpen in, dompel de batterij niet onder in en stel de batterij niet bloot
aan water of andere vloeistoffen. Dat kan leiden tot brand, explosie of andere
gevaren.
•
Als de batterij lekt, moet u ervoor zorgen dat de elektrolyt niet in direct contact komt
met uw huid of ogen. Als de elektrolyt op uw huid komt of in uw ogen spat, moet u
onmiddellijk met schoon water spoelen en een arts raadplegen.
•
Mocht de batterij vervormen, verkleuren of oververhit raken tijdens het opladen of
tijdens opslag, staak dan onmiddellijk het gebruik van het apparaat en verwijder de
batterij. Aanhoudend gebruik kan leiden tot batterijlekkage, brand of explosie.
•
Breng de batterijen niet in contact met vuur, omdat ze dan kunnen ontploffen.
Beschadigde batterijen kunnen ook exploderen.
•
Voer gebruikte batterijen af in overeenstemming met de plaatselijke voorschriften.
Onjuist gebruik van de batterij kan leiden tot brand, explosie of andere gevaren.
•
Laat kinderen of huisdieren niet in de batterij bijten of eraan zuigen. Dat kan leiden
tot schade of explosie.
•
De batterij niet platdrukken of doorboren en de batterij niet blootstellen aan een
hoge externe druk. Dat kan tot kortsluiting of oververhitting leiden.
•
Laat het apparaat of de batterij niet vallen. Als u apparaat of de batterij laat gevallen,
met name op een hard oppervlak, kan de batterij beschadigd raken.
•
Als de stand-bytijd van het apparaat aanzienlijk korter wordt, dient u de batterij te
vervangen.