141
•
Raak het apparaat of de oplader niet aan met natte
handen. Dat kan leiden tot kortsluiting, storingen of
elektrische schokken.
•
Als uw oplader blootgesteld is geweest aan water,
andere vloeistoffen of overmatig vocht, brengt u de
oplader naar een geautoriseerd servicecentrum voor
inspectie.
•
Controleer of de oplader voldoet aan de vereisten van
clausule 2.5 in IEC60950-1/EN60950-1/UL60950-1 en is
getest en goedgekeurd volgens de nationale of
plaatselijke normen.
•
Sluit het apparaat uitsluitend aan op producten die het
USB-IF-logo hebben of die het USB-IF-
nalevingsprogramma hebben voltooid.
Veilig batterijgebruik
•
Breng de batterijpolen niet in contact met geleiders,
zoals sleutels, sieraden of andere metalen materialen.
Dat kan kortsluiting van de batterij en letsel of
brandwonden veroorzaken.
•
Houd de batterij uit de buurt van extreme hitte en direct
zonlicht. Plaats de batterij niet in of op
warmteapparaten, zoals magnetrons, kookplaten of
radiatoren. De batterij kan bij oververhitting exploderen.
•
Probeer de batterij niet aan te passen of opnieuw te
produceren, steek er geen vreemde voorwerpen in,
dompel de batterij niet onder in en stel de batterij niet
bloot aan water of andere vloeistoffen. Dat kan leiden
tot brand, explosie of andere gevaren.
•
Als de batterij lekt, moet u ervoor zorgen dat de
elektrolyt niet in direct contact komt met uw huid of
ogen. Als de elektrolyt op uw huid komt of in uw ogen
spat, moet u onmiddellijk met schoon water spoelen en
een arts raadplegen.