• Schade die gerepareerd moet worden
Indien de volgende situaties zich voordoen, haalt u het product uit het
stopcontact en geeft het ter reparatie aan een erkende reparateur of
aanbieder:
• Er is vocht in het product gekomen, of er is iets in het product gevallen.
• Het product is blootgesteld aan regen of water.
• Het product is gevallen of beschadigd.
• Er zijn zichtbare tekens van oververhitting.
• Het product functioneert niet normaal als u de gebruiksinstructies volgt.
• Vermijd hittebronnen
Het product mag niet in de buurt van hittebronnen geplaatst worden, zoals
radiatoren, ovens, fornuizen en andere producten (onder andere versterkers)
die warmte produceren.
• Vermijd natte locaties
Gebruik het product nooit op een natte locatie.
• Gebruik het toestel niet na een sterk temperatuursverandering.
Als u het toestel verplaatst tussen omgevingen met zeer verschillende
temperaturen en/of vochtigheidsgraden, kan dit leiden tot condensatie op of
binnen het toestel. Om beschadiging van het toestel te voorkomen, wacht u
geruime tijd alvorens het toestel weer te gebruiken. Het vocht in het toestel
dient eerst te zijn verdampt.
OPMERKING: Als u het apparaat van een omgeving met lage temperaturen naar een
omgeving met hogere temperaturen of vice versa verplaatst, dient u het apparaat
de tijd geven te acclimatiseren. Schakel het pas in wanneer het toestel weer op
kamertemperatuur is.
• Duw geen objecten in het product
Duw nooit enige objecten in sleuven of andere openingen in het product.
Sleuven en openingen zijn bedoeld voor ventilatie. Deze openingen mogen
niet geblokkeerd of bedekt worden.