●
Netwerkverbindingen—Controleren van de netwerkstatus, instellingen wijzigen en voorkeuren
instellen voor het delen van bestanden en printers.
●
Schijfbeheer—Beheren van de schijven op de computer.
●
Computerbeheer—Toegang tot systeemwerkset
●
Windows PowerShell (voorheen opdrachtprompt)—Openen van een opdrachtregelshell en
scriptuitvoeringsomgeving.
●
Windows PowerShell (Admin)—Openen van een opdrachtregelshell-omgeving die gebruikt
wordt door beheerders voor het uitvoeren van computerbeheer op afstand.
● Taakbeheer—Weergeven en beëindigen van lopende processen.
●
Configuratiescherm—Aanpassen van computerinstellingen.
●
Verkenner—Weergeven en beheren van bestanden en mappen op de computer.
● Zoeken—Zoeken van apps, bestanden of mappen op de computer of op het web.
●
Uitvoeren—Openen van een bestand, map, app of website.
●
Afsluiten—De computer uitschakelen.
●
Bureaublad—Opent het Windows-bureaublad.
Alle apps weergeven
▲ Verplaats de curser in het startscherm totdat de pijl in de linkerbenedenhoek verschijnt en
selecteer vervolgens de pijl.
Apps openen
▲
Selecteer met het touchpad of aanraakscherm een app op het startscherm, zoals e-mail,
agenda, Internet Explorer, camera of foto's.
Openstaande apps weergeven
Als u een of meer apps open hebt staan, kunt u de openstaande apps weergeven.
▲
Druk met uw vinger in het midden van de linker besturingszone om de openstaande apps weer
te geven.
Een openstaande app sluiten
▲
Druk voorzichtig drie vingers op de bovenkant van de touchpadzone en veeg uw vingers naar
beneden totdat de app is gesloten.
Schakelen tussen openstaande apps
Als u een of meer apps open hebt staan, kunt u snel schakelen van de ene openstaande app naar de
andere.
▲
Veeg uw vingers zachtjes vanaf de linkerrand van het Touchpad of aanraakscherm om tussen
openstaande apps te schakelen.
NLWW Essentiële taken van Windows 45