De printer drukt een rapport af met de testresultaten. Als de test is mislukt, bekijkt u het rapport voor informatie
over het oplossen van het probleem en voert u de test opnieuw uit.
De faxinstellingen testen via het bedieningspaneel van de printer
1. Stel de printer in op faxen volgens uw specifieke installatie-instructies voor thuis of op kantoor.
2. Zorg ervoor dat de inktcartridges zijn geïnstalleerd en dat volledige vellen papier in de invoerlade zijn
geplaatst voor u met de test begint.
3. Vanuit het beginscherm raakt u Fax en vervolgens Instellingen aan.
4. Raak Hulpprogramma's aan, en raak daarna Faxtest uitvoeren aan.
De printer geeft de status van de test weer op het scherm en drukt een rapport af.
5. Bekijk het rapport.
• Controleer of de faxinstellingen in het rapport juist zijn als er nog steeds sprake is van problemen met
faxen, terwijl de test is geslaagd. Een lege of onjuiste faxinstelling kan faxproblemen veroorzaken.
• Als de test is mislukt, kunt u in het rapport informatie vinden over het oplossen van de aangetroffen
problemen.
Hoofdstuk 12
98 Bijkomende faxinstallatie