510711
148
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/196
Next page
Aan de slag
De enige garanties voor Hewlett-Packard-producten en –diensten staan vermeld in de
garantieverklaringen bij die producten en diensten. De informatie in dit document kan niet worden
opgevat als een aanvullende garantie. HP aanvaardt geen aansprakelijkheid voor technische
fouten, drukfouten of weglatingen in dit document.
HP aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor het gebruik of de betrouwbaarheid van de HP
software op apparatuur die niet door HP is geleverd.
Dit document bevat informatie die het eigendom is van HP en die door de wetten op het
auteursrecht wordt beschermd. Geen enkel deel van dit document mag worden gefotokopieerd,
verveelvoudigd of in een andere taal vertaald zonder de schriftelijke toestemming van Hewlett-
Packard Company.
Hewlett-Packard Company
P.O. Box 4010
Cupertino, CA 95015-4010
VS
Copyright © 2000–2006 Hewlett-Packard Development Company, L.P.
Wordt in de Verenigde Staten mogelijk onder licentie geleverd met één of beide van de
Amerikaanse patentnummers 4,930,158 en 4,930,160 tot 28 augustus, 2008.
Microsoft en Windows Vista zijn in de VS gedeponeerde handelsmerken van Microsoft
Corporation.
Het Windows-logo en Windows Vista zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van
Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen/regio's.
HP ondersteunt het legale gebruik van technologie en verleent geen goedkeuring of aanmoediging
voor het gebruik van onze producten voor andere doeleinden dan deze toegestaan onder het
auteursrecht.
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Inhoudsopgave iii
Inhoudsopgave
De computer installeren ...........................................................................1
De computer in elkaar zetten ...................................................................................1
De computer op de juiste locatie plaatsen.............................................................1
Stroomstootbeveiliging gebruiken ........................................................................2
Verbindingen met de computer............................................................................2
Een digitale camera aansluiten (foto of video)............................................................8
Andere apparaten aansluiten...................................................................................9
Documentatie en herstelschijven opslaan .................................................................10
De instellingen van de monitor aanpassen ...............................................................10
Een LAN configureren ...........................................................................................10
Een kabelverbinding (Ethernet) instellen...................................................................12
Geïntegreerde draadloze apparaten ......................................................................12
Draadloze LAN-apparaten verbinden......................................................................13
De installatie van een draadloos LAN-apparaat controleren..................................14
Beveiligingsvoorzieningen voor draadloze netwerken gebruiken ...........................14
Een modem aansluiten ..........................................................................................15
Luidsprekers of een microfoon aansluiten ..............................................17
Luidsprekers gebruiken..........................................................................................17
Typen geluidsconnectoren .....................................................................................18
Een microfoon aansluiten.......................................................................................20
Luidsprekerconfiguraties ........................................................................................20
Luidsprekertypen .............................................................................................21
2/2.1 luidsprekersysteem aansluiten (2 luidsprekers en een subwoofer) ......................22
4.1 luidsprekersysteem aansluiten (4 luidsprekers en een subwoofer)..........................23
5.1 luidsprekersysteem aansluiten (5 luidsprekers en een subwoofer)..........................24
7.1 luidsprekersysteem aansluiten (7 luidsprekers en een subwoofer)..........................26
De computer aansluiten op een geluidssysteem ........................................................28
Y-adapters ......................................................................................................28
2.1 stereo-installatie.........................................................................................29
5.1 stereo-installatie.........................................................................................30
iv Aan de slag
Procedure voor een 5.1 geluidsinstallatie ...........................................................30
7.1 stereo-installatie.........................................................................................32
Procedure voor een 7.1 geluidsinstallatie ...........................................................33
Digitale audio aansluiten.......................................................................................34
Hoofdtelefoon aansluiten.......................................................................................35
Een 2.1 luidsprekersysteem met hoofdtelefoon gebruiken .....................................35
Een 5.1 tot 7.1 luidsprekersysteem met hoofdtelefoon gebruiken ...........................35
Luidsprekers aansluiten op de geluidskaart Creative Sound Blaster X-Fi .......................36
De luidsprekers aansluiten ................................................................................36
Aansluitingen op de FlexiJack-connector .............................................................37
Ondersteuning.......................................................................................39
Handleidingen zoeken ..........................................................................................39
Handleidingen zoeken op het web .........................................................................39
Help en ondersteuning op het scherm gebruiken ......................................................40
De map Help en hulpmiddelen gebruiken................................................................40
HP Connections of Compaq Connections gebruiken .................................................40
Berichten opvragen..........................................................................................41
Berichten uitschakelen ......................................................................................41
Berichten opnieuw activeren .............................................................................42
De computer voor de eerste keer inschakelen ........................................43
De computer veilig en comfortabel gebruiken...........................................................43
De computer beschermen ......................................................................................43
Wachtwoorden gebruiken ................................................................................44
Antivirussoftware gebruiken ..............................................................................45
Firewallsoftware gebruiken ...............................................................................46
Essentiële beveiligingsupdates installeren............................................................46
De computer voor de eerste keer inschakelen...........................................................47
De computer uitschakelen ......................................................................................47
De optie Afsluiten gebruiken .............................................................................48
Vergrendeling gebruiken ..................................................................................48
Slaapstand gebruiken ......................................................................................48
De hibernation-stand gebruiken .........................................................................49
Slaap-, hibernation- of afwezigheidsstand automatisch activeren ...........................50
De computer opnieuw opstarten .............................................................................50
Verbinding met het internet ....................................................................................51
Aanmelden voor updates op de software ................................................................52
Gebruikersaccounts instellen op de nieuwe computer................................................53
Wachtwoorden maken.....................................................................................53
Richtlijnen voor het installeren van software en hardware ..........................................54
Bestanden en instellingen van uw oude computer overzetten naar uw nieuwe
computer .............................................................................................................55
HP Total Care Advisor gebruiken............................................................................55
Inhoudsopgave v
Het toetsenbord gebruiken ....................................................................57
Voorzieningen van het toetsenbord identificeren ......................................................57
Alfanumerieke toetsen ......................................................................................57
Functietoetsen .................................................................................................58
Bewerkingstoetsen ...........................................................................................58
Pijltoetsen .......................................................................................................58
Numerieke toetsen...........................................................................................59
Toetsenbordlampjes .........................................................................................59
Speciale knoppen............................................................................................60
Speciale knoppen op het toetsenbord identificeren ...................................................60
De knoppen op het toetsenbord aanpassen ........................................................63
Sneltoetsen ..........................................................................................................63
De muis gebruiken.................................................................................65
De muisknoppen gebruiken....................................................................................66
Schuiven.........................................................................................................66
Automatisch schuiven .......................................................................................67
Functie Pannen................................................................................................67
Functies van de muisknoppen omwisselen................................................................67
De snelheid van de muiswijzer wijzigen..................................................................68
De afstandsbediening voor Windows Media Center gebruiken...............69
Overzicht van de knoppen op de afstandsbediening ................................................71
Teletekstknoppen .............................................................................................73
De afstandsbediening gebruiken ............................................................................75
Problemen met de afstandsbediening oplossen.........................................................75
De sensor ontvangt geen signaal van de afstandsbediening..................................76
Kennismaking met de software op de computer ....................................77
Meer leren over software.......................................................................................77
Het bureaublad gebruiken .....................................................................................77
Pictogrammen van het bureaublad verwijderen ...................................................78
Bureaubladpictogrammen terughalen .................................................................78
Het menu van de Windows Start knop gebruiken .....................................................78
Het menu Alle programma's gebruiken...............................................................78
De lijst Alle programma's organiseren................................................................79
Het Configuratiescherm gebruiken..........................................................................79
Het formaat van vensters aanpassen .......................................................................80
Werken met digitale afbeeldingen..........................................................................80
Over het internet ..................................................................................................81
Een browser gebruiken .........................................................................................82
Zoeken op het internet .....................................................................................82
Toegang tot het internet beperken......................................................................83
Antivirussoftware gebruiken ...................................................................................83
vi Aan de slag
Norton Internet Security configureren en registreren.............................................84
De planning van een virusscan met Norton Internet Security wijzigen.....................84
E-mail verzenden en ontvangen..............................................................................85
Windows Mail gebruiken .................................................................................85
Het e-mailprogramma van uw internetaanbieder gebruiken ..................................85
Tabel met een overzicht van de software .................................................................86
Bestanden beheren................................................................................89
Bestanden organiseren met mappen .......................................................................89
Mappen maken....................................................................................................90
Bestanden verplaatsen ..........................................................................................90
Bestanden zoeken ................................................................................................91
Namen van bestanden wijzigen.............................................................................91
Bestanden verwijderen ..........................................................................................92
Bestanden terugzetten vanuit de Prullenbak..............................................................92
Bestanden kopiëren ..............................................................................................92
Een printer gebruiken............................................................................................93
Cd- en dvd-stations gebruiken ...............................................................95
De cd- en dvd-stations gebruiken ............................................................................95
Omgaan met cd's en dvd's...............................................................................95
Cd's en dvd's plaatsen en verwijderen ...............................................................96
Informatie betreffende compatibiliteit ......................................................................97
Tabel met schijffuncties en compatibiliteitsinformatie .................................................98
Overzicht van optische stations ..............................................................................99
De geheugenkaartlezer gebruiken.......................................................101
Handleiding voor het plaatsen van media .............................................................102
Meer over het activiteitslampje .............................................................................105
Een geheugenkaart formatteren............................................................................105
Problemen met de geheugenkaartlezer oplossen ....................................................106
De HP Personal Media Drive en HP Pocket Media Drive gebruiken .......107
Het station aansluiten..........................................................................................108
Het station in een schijfpositie plaatsen .................................................................108
Het station aansluiten op een computer zonder schijfpositie.....................................109
Het station identificeren en een stationsletter toewijzen............................................110
Het station gebruiken ..........................................................................................111
Bestanden handmatig overbrengen naar een andere computer ...........................111
Het station loskoppelen .......................................................................................112
Problemen met de HP Media Drive oplossen..........................................................113
Windows Media Center gebruiken .......................................................115
Functies van Windows Media Center gebruiken.....................................................116
De juiste muziek op het juiste moment ..............................................................117
Internetradio afspelen.....................................................................................117
Inhoudsopgave vii
Uw digitale herinneringen delen......................................................................117
Maak van uw woonruimte een theater..............................................................117
Windows Media Center configureren ...................................................................118
Windows Media Center openen met een muis ..................................................118
Menubalken van Windows Media Center ........................................................118
Navigeren in Windows Media Center .............................................................119
Systeemmenu van Windows Media Center .......................................................120
Energie-instellingen van Windows Media Center gebruiken ................................121
Resterende stappen van de configuratiewizard uitvoeren....................................121
Menu Start van Windows Media Center ...............................................................123
Items in het menu Start van Windows Media Center ..........................................124
Online media.....................................................................................................124
Instellingen van Windows Media Center wijzigen ..................................................124
Categorieën van instellingen voor Windows Media Center.................................125
Cd's, dvd's of vcd's afspelen.................................................................127
Muziek gebruiken...............................................................................................127
Muziek gebruiken met Windows Media Center......................................................128
De muziekbibliotheek gebruiken...........................................................................129
Muziek toevoegen aan de muziekbibliotheek....................................................129
Muziekbestanden toevoegen vanaf uw harde schijf ...........................................129
Muziekbestanden toevoegen vanaf een cd .......................................................130
Muziekbestanden verwijderen uit de muziekbibliotheek......................................130
Ondersteunde typen muziekbestanden gebruiken ..............................................131
Muziekbestanden afspelen in Muziek ...................................................................132
Instellingen voor visualisaties wijzigen..............................................................133
Een album afspelen in Muziek.........................................................................133
Een nummer afspelen in Muziek ......................................................................134
Een wachtrij maken in Muziek .............................................................................134
Een album zoeken en afspelen in Muziek ..............................................................135
Albumgegevens gebruiken..............................................................................135
De zoekfunctie gebruiken ....................................................................................136
Zoeken naar muzieknummers en -bestanden .....................................................136
Een afspeellijst maken in Muziek ..........................................................................136
Muziekbestanden in Muziek kopiëren naar een cd.................................................138
Andere muziek gebruiken....................................................................................139
Radio gebruiken.................................................................................................140
Muziek-cd's afspelen ..........................................................................................141
Cd's afspelen met Windows Media Player ............................................................141
Dvd's afspelen ...................................................................................................141
Land-/regiocodes gebruiken ...........................................................................142
Dvd's gebruiken in Windows Media Center ..........................................................142
Dvd-films afspelen in Windows Media Center ........................................................142
viii Aan de slag
De dvd-instellingen wijzigen ................................................................................143
De taal van dvd-films aanpassen .....................................................................144
Dvd-opties voor de afstandsbediening wijzigen .................................................144
Closed Captioning van dvd's wijzigen .............................................................145
Audio-instellingen voor dvd's wijzigen ..................................................................146
Dvd's afspelen met Windows Media Player ...........................................................146
Video-cd's (vcd's) afspelen...................................................................................147
Video-cd's (vcd's) afspelen met Windows Media Player ..........................................147
Audio- en gegevensschijven maken .....................................................149
Herschrijfbare schijven wissen vóór het opnemen ...................................................150
Werken met audio-cd's .......................................................................................150
Tips voor audio-cd's.......................................................................................151
Voordat u begint schijven te maken .................................................................151
Audio-cd's maken..........................................................................................151
Jukebox-schijven maken..................................................................................152
Videoschijven maken .....................................................................................152
Een schijf kopiëren ........................................................................................153
Gegevensschijven maken ...............................................................................154
Schijven met foto's (diavoorstellingen) maken....................................................154
Een schijflabel maken met LightScribe ..............................................................155
Een papieren schijflabel maken.......................................................................156
Werken met afbeeldingen en video's ...................................................157
Werken met digitale afbeeldingen........................................................................157
Afbeeldingen bekijken in Windows Media Center..................................................158
Afbeeldingen toevoegen in Windows Media Center...............................................158
Afbeeldingsbestanden toevoegen vanaf uw harde schijf.....................................158
Afbeeldingen bekijken in Windows Media Center..................................................159
Afbeeldingen weergeven als een diavoorstelling ...............................................160
Een diavoorstelling weergeven met muziek .......................................................160
Ondersteunde bestandstypen voor afbeeldingen gebruiken in Windows Media
Center..........................................................................................................161
Afbeeldingen bewerken in Windows Media Center................................................161
Rode ogen of contrast corrigeren.....................................................................161
Afbeeldingen bijsnijden in Windows Media Center ...........................................162
Afbeeldingen draaien ....................................................................................163
Afbeeldingen afdrukken in Windows Media Center................................................163
Afbeeldingen kopiëren naar cd's en dvd's in Windows Media Center ......................164
Video's afspelen in Windows Media Center ..........................................................164
Digitale video's afspelen ................................................................................165
Ondersteunde typen videobestanden gebruiken ................................................165
Videobestanden overbrengen en opnemen ............................................................166
Analoge en digitale videobestanden opnemen..................................................166
Inhoudsopgave ix
Een cd/dvd met videobestanden maken in Windows Media Center .........................166
Films maken met muvee autoProducer.................................................167
Stappen voor het maken van een film ...................................................................167
muvee autoProducer gebruiken ............................................................................168
Aan de slag..................................................................................................168
Video van een digitale videocamera vastleggen................................................170
Video's toevoegen .........................................................................................171
Afbeeldingen toevoegen.................................................................................172
Muziek toevoegen .........................................................................................173
De stijl selecteren...........................................................................................173
Instellingen wijzigen ......................................................................................174
Begintitels en aftiteling toevoegen....................................................................175
De film maken...............................................................................................175
Een voorbeeld van de film afspelen .................................................................176
De film wijzigen ............................................................................................176
Het filmproject opslaan ..................................................................................177
Het filmproject opnemen op schijf....................................................................178
muvee autoProducer upgraden.............................................................................179
Index...................................................................................................181
x Aan de slag
De computer installeren 1
De computer installeren
De computer in elkaar zetten
Volg de stappen op de installatieposter om de computer te installeren. Lees de
onderwerpen in deze sectie om meer te weten te komen over de locatie van de
componenten en connectoren van de computer en over alternatieve mogelijkheden voor
de installatie.
Kijk of er in de computerdoos schriftelijke informatie of updates zitten die van toepassing
zijn op deze computer.
De computer op de juiste locatie plaatsen
Wanneer u de nieuwe computer installeert, plaatst u deze zo dat de ventilatieopeningen
niet geblokkeerd zijn. Zorg ervoor dat alle connectoren vast zitten en dat kabels niet in de
weg zitten. Leid kabels zo dat er niet op gestapt kan worden en dat ze niet worden
beschadigd doordat er meubilair op wordt geplaatst.
WAARSCHUWING: Het voltage is vooraf ingesteld voor het land/de regio waar
u de computer hebt aangeschaft. Controleer in een ander land de
voltagevereisten voordat u de computer op een stopcontact aansluit.
WAARSCHUWING: Lees “Veiligheidsinformatie” in de Handleiding
voor garantie en ondersteuning voordat u de computer installeert en aansluit
op de stroomvoorziening.
2 Aan de slag
Stroomstootbeveiliging gebruiken
Sluit alle netsnoeren voor uw computer en de randapparaten (zoals een monitor, printer,
scanner) aan op een overspanningsbeveiliging, zoals een stekkerdoos met
stroomstootbeveiliging of een UPS (Uninterruptible Power Supply), om uw monitor, computer en
accessoires te beschermen. Vele apparaten voor stroomstootbeveiliging hebben ingangen en
uitgangen voor modem-/telefoonlijnen die ook worden beveiligd tegen stroomstoten. Via
telefoonlijnen kunnen bliksemflitsen in uw systeem dringen. Sommige apparaten voor
stroomstootbeveiliging hebben connectoren voor televisiekabels die ook tegen stroomstoten
worden beveiligd. Gebruik deze als er in uw computert een televisietuner geïnstalleerd is.
Niet alle stekkerdozen hebben stroomstootbeveiliging, ze moeten voorzien zijn van een
specifiek label waarop dit vermeld staat. Gebruik een stekkerdoos van een fabrikant die een
beleid voor vervanging bij schade heeft ingesteld, zodat u uw apparaten kunt vervangen als
de stroomstootbeveiliging niet werkt.
Verbindingen met de computer
Sluit de belangrijkste randapparaten, zoals de monitor, het toetsenbord en de muis, aan op de
achterkant van de computer. Andere randapparaten, zoals een printer, scanner of camera, worden
ook aangesloten op connectoren op de achterkant van de computer. Sommige computers hebben
ook connectoren aan de voorkant. De onderstaande tabel geeft informatie over een aantal, maar
niet alle, connectoren
.
OPMERKING:
Locatie, beschikbaarheid en aantal van de connectoren verschillen per
model.
Connector
Pictogram/
label
Beschrijving en functie
Muis (PS/2-connector)
Toetsenbord (PS/2-connector)
USB-poort (Universal Serial Bus) voor muis, toetsenbord,
digitale camera of andere apparaten met een USB-
connector
Printer (parallel)
De computer installeren 3
Monitor
Serieel
Seriële poort voor digitale camera's of andere
seriële apparaten
Audio-uitgang (luidsprekers met voeding)
Audio-ingang
Hoofdtelefoon
Microfoon
FireWire
®
(IEEE 1394) voor videocamera's of
andere apparaten met snelle overdrachtssnelheden
Digitale audio-ingang en digitale audio-uitgang
Uitgang zijluidspreker
Connector
Pictogram/
label
Beschrijving en functie (vervolg)
4 Aan de slag
Uitgang achterluidspreker
Middenluidspreker/subwoofer
S-Video 2
Secundaire S-video-connector om uw videorecorder,
videocamera of andere analoge bron op de
computer aan te sluiten.
Samengestelde
video 2
Secundaire connector voor samengestelde video
(geel) om een videorecorder, videocamera of
andere analoge bron op de computer aan te sluiten.
A/V In
Audio 2
L
Secundaire linker audio-ingang (wit).
OPMERKING: Deze audio-ingang is verbonden
met de tv-tuner. Als u alleen geluid wilt opnemen,
moet u de audio-ingang gebruiken die is verbonden
met het moederbord en die zich aan de achterkant
van de computer bevindt. (alleen op bepaalde
modellen.)
A/V In
Audio 2
R
Secundaire rechter audio-ingang (rood).
OPMERKING: Deze audio-ingang is verbonden
met de tv-tuner. Als u alleen geluid wilt opnemen,
moet u de audio-ingang gebruiken die is verbonden
met het moederbord en die zich aan de achterkant
van de computer bevindt. (alleen op bepaalde
modellen.)
Uitgang voor hoofdtelefoon (groen).
Ingang voor microfoons (roze).
USB 2.0-poort (Universal Serial Bus) voor
aansluiting van een muis, toetsenbord, digitale
camera of andere apparaten met een USB-
connector.
Connector
Pictogram/
label
Beschrijving en functie (vervolg)
S-video
6 Aan de slag
Digitale video-uitgang voor de aansluiting van een
tv of monitor. (alleen op bepaalde modellen.)
Zie de documentatie die bij het beeldscherm is
geleverd.
Ingang voor microfoons. De microfooningang
functioneert als de uitgang voor de
middenluidspreker/subwoofer wanneer een
audioconfiguratie met meerdere kanalen wordt
geactiveerd.
Audio-uitgang (groen) voor de voorste luidsprekers.
Audio-ingang (blauw) voor een analoog
audioapparaat, zoals een cd-speler. De audio-
ingang functioneert als de uitgang voor de achterste
luidsprekers wanneer een audioconfiguratie met
meerdere kanalen wordt geactiveerd.
Midden C/Sub-uitgang (goud) voor de middenluidspreker/
subwoofer in een audioconfiguratie met meerdere
kanalen.
Achter Audio-uitgang (zwart) voor de achterste luidsprekers
in een audioconfiguratie met meerdere kanalen.
Zijkant Audio-uitgang (grijs) voor de zijluidsprekers in een
configuratie met acht luidsprekers (7.1).
S-video S-video-ingang voor het aansluiten van een set-top
box.
Samengestelde
video
Ingang voor samengestelde video (geel) voor het
aansluiten van een set-top box van een tv.
A/V In
Audio 1
L
Primaire linker audio-ingang voor het aansluiten van
een set-top box (wit).
OPMERKING: Als u alleen geluid wilt opnemen,
gebruikt u deze audio-ingang, die is verbonden met
het moederbord. Op sommige computers bevindt
deze primaire linker audio-ingang zich aan de
voorkant van de computer. (alleen op bepaalde
modellen.)
Connector
Pictogram/
label
Beschrijving en functie (vervolg)
De computer installeren 7
A/V In
Audio 1
R
Primaire rechter audio-ingang voor het aansluiten
van een set-top box (rood).
OPMERKING: Als u alleen geluid wilt opnemen,
gebruikt u deze audio-ingang, die is verbonden met
het moederbord. Op sommige computers bevindt
deze primaire rechter audio-ingang zich aan de
voorkant van de computer. (alleen op bepaalde
modellen.)
Tv-antenne/
kabel
Tv-ingang voor tv-antenne of kabel vanaf een
wanddoos (als geen set-top box wordt gebruikt).
FM-antenne Ingang voor FM-radioantenne.
Sluit de kabel van de FM-radioantenne aan op de
FM-ingang van de tv-tuner aan de achterkant van de
computer. Het kan een goed idee zijn om de
uiteinden van de antenne uit te spreiden om de
ontvangst van het FM-radiosignaal te verbeteren.
Modemingang (RJ-11) (alleen op bepaalde
modellen).
Sluit één uiteinde van de modemkabel (geleverd in
de doos met de computer) aan op de
modemconnector aan de achterkant van de
computer. Sluit het andere uiteinde aan op de
wanddoos van de telefoonlijn.
Analoge video Analoge video-uitgang: S-video-uitgang of uitgang
voor samengestelde video (alleen op bepaalde
modellen) voor de aansluiting op een tv.
VGA VGA-uitgang (blauw) voor de aansluiting van een
VGA-monitor.
Digitale audio-ingang (wit) voor de aansluiting op
een digitaal audioapparaat met digitale invoer
(zoals een receiver of versterker in een
geluidssysteem) of digitale luidsprekers (alleen op
bepaalde modellen).
Digitale audio-uitgang (rood) voor de aansluiting op
een digitaal audioapparaat met digitale uitvoer
(alleen op bepaalde modellen).
Digitale audio-
uitgang
Digitale uitgang (oranje) voor de aansluiting op een
digitaal audioapparaat met digitale invoer (zoals
een receiver of versterker in een geluidssysteem) of
digitale luidsprekers (alleen op bepaalde modellen).
Connector
Pictogram/
label
Beschrijving en functie (vervolg)
8 Aan de slag
Een digitale camera aansluiten (foto of video)
De volgende instructies zijn alleen van toepassing op digitale fotocamera's en digitale
videocamera's.
Raadpleeg de documentatie die bij de digitale fotocamera of digitale videocamera is
geleverd.
U sluit als volgt een digitale fotocamera of digitale videocamera aan:
1 Schakel de computer in en wacht totdat het besturingssysteem Microsoft
®
Windows
Vista
is gestart.
2 Sluit de 6-pins communicatiekabel van de videocamera aan op de camera en dan op een
open poort aan de voorkant of achterkant van de computer. Voor de meeste digitale
videocamera's kunt u de FireWire-poort (IEEE 1394) of de USB-poort gebruiken.
3 Het bericht Nieuwe hardware gevonden verschijnt. Wacht twee of drie minuten zodat
Windows Vista de nodige opties kan instellen voor het nieuwe apparaat. Als de
installatie voltooid is, verschijnt een bericht met de melding dat de camera klaar is
voor gebruik.
OPMERKING: Als u een analoge videocamera wilt aansluiten op de computer, gebruikt
u de video- en audio-ingangen aan de voorkant of achterkant van de computer.
OPMERKING: Als een venster voor het automatisch afspelen van digitale video
verschijnt als u uw camera aansluit, klik u op Annuleren.
10 Aan de slag
Documentatie en herstelschijven opslaan
Bewaar alle gebruikshandleidingen van de computer en de garantie-informatie op een
eenvoudig te vinden en veilige plaats. Het is een goed idee om de herstelschijven van uw
systeem samen met de documentatie te bewaren. Op die manier hebt u eenvoudig
toegang tot alle belangrijke documenten en bestanden voor de computer.
De instellingen van de monitor aanpassen
U wijzigt als volgt de schermresolutie:
1 Klik met de rechtermuisknop op een leeg gedeelte van het bureaublad en klik op
Persoonlijk maken.
2 Klik op Beeldscherminstellingen.
3 Selecteer, indien nodig, de monitor en pas de schermresolutie aan.
4 Klik op Toepassen.
5 Klik op Ja, als deze optie aanwezig is.
6 Klik op OK.
Een LAN configureren
Het Local Area Network (LAN) in uw huis kan een bekabeld of een draadloos netwerk
zijn. U gebruikt een LAN om uw computer te verbinden met andere apparaten in het
netwerk, inclusief andere computers. Een van de netwerkcomponenten kan een hub of een
switch zijn, waarmee meerdere apparaten op het netwerk kunnen worden aangesloten, of
een router, waarmee computers of een breedbandverbinding met het internet kunnen
worden aangesloten op het netwerk. Via de netwerkverbinding kunt u tevens gegevens,
printers en andere randapparatuur delen met de andere computers in het netwerk. De
netwerkverbinding met het internet wordt doorgaans tot stand gebracht via een
inbelmodem of een kabelmodem.
In een bekabeld netwerk worden Ethernet-kabels gebruikt om de apparaten aan te sluiten
op het netwerk. U sluit bijvoorbeeld een Ethernet-kabel aan tussen de netwerkadapter in
uw computer en de router.
In een draadloos netwerk worden radiogolven gebruikt om de apparaten te verbinden met
het netwerk. Uw computer en de router hebben bijvoorbeeld allebei een antenne en
adapter die gebruik maakt van dezelfde Wi-Fi-industriestandaard: 802.11b, 802.11g of
802.11a.
OPMERKING: U kunt meerdere schermen (CRT-monitor, flat-panel monitor, televisie,
enzovoort) tegelijk aansluiten op de computer (alleen op bepaalde modellen). U kunt het
bureaublad snel op een ander apparaat weergeven door op Alt+F5 te drukken. Elke keer
dat u op Alt+F5 drukt, verschijnt het bureaublad op het volgende apparaat. Als Alt+F5
niet werkt, start u de computer opnieuw op en probeert u het nogmaals.
De computer installeren 11
In de voorgaande afbeelding ziet u een thuisnetwerk. De desktopcomputer heeft een
kabelverbinding met een draadloze router. Op de desktopcomputer is ook een printer
aangesloten, die wordt gedeeld met de andere computers in het netwerk. Elke notebook
heeft een draadloze verbinding met de netwerkrouter.
16 Aan de slag
20 Aan de slag
Een microfoon aansluiten
De computer heeft één microfoonconnector aan de achterkant. Sommige modellen hebben
een tweede microfoonconnector aan de voorkant van de computer. Er kan maar één
microfoonconnector tegelijk actief zijn en de connector aan de achterkant is klaar voor
gebruik, tenzij u een systeem met meer dan twee luidsprekers gebruikt. Voor computers
met meer dan twee luidsprekers is de microfoonconnector aan de voorkant van de
computer, indien aanwezig, klaar voor gebruik.
Om een microfoon die is aangesloten op de voorkant van de computer te gebruiken
(alleen op bepaalde modellen), selecteert u de actieve microfoon. Zie "Een microfoon
selecteren."
HP computers ondersteunen vele verschillende opties voor geluid, geluidsaansluitingen en
luidsprekerconfiguraties. U kunt uw computer instellen voor twee stereoluidsprekers of voor
een luidsprekersysteem met meer kanalen. Hiertoe sluit u het luidsprekersysteem aan op de
computer en configureert u de software voor de geluidsuitvoer. Voor details over het
aansluiten van de luidsprekers op de computer kunt u de installatieposter raadplegen.
Dit hoofdstuk beschrijft de meest voorkomende opties. Uw systeem heeft mogelijk andere
onderdelen.
De luidsprekers zijn inbegrepen bij de monitor (alleen op bepaalde modellen) of worden
afzonderlijk verkocht.
Luidsprekerconfiguraties
U kunt uw computer instellen voor de volgende ondersteunde configuraties:
OPMERKING: Voor aanvullende informatie over het aansluiten van de luidsprekers,
raadpleegt u de installatieposter die bij de computer is geleverd en de documentatie van
uw luidsprekers.
Naam Luidsprekersysteem Zie
Hoofdtelefoon Geen, gedempt. "Een hoofdtelefoon gebruiken"
2 (stereo) Linkerluidspreker,
rechterluidspreker.
“2/2.1 luidsprekersysteem aansluiten
(2 luidsprekers en een subwoofer)”
2.1 Linkerluidspreker,
rechterluidspreker en
subwoofer.
“2/2.1 luidsprekersysteem aansluiten
(2 luidsprekers en een subwoofer)”
4.1 Twee luidsprekers voor,
twee luidsprekers achter en
een subwoofer.
“4.1 luidsprekersysteem aansluiten
(4 luidsprekers en een subwoofer)”
Luidsprekers of een microfoon aansluiten 21
Luidsprekertypen
Het is mogelijk dat de luidsprekers zijn geleverd met de monitor (alleen op bepaalde
modellen) of afzonderlijk worden verkocht. Raadpleeg de productdocumentatie voor uw
luidsprekers.
De computer ondersteunt alleen actieve luidsprekersystemen (met eigen voeding). Een
actief luidsprekersysteem moet een eigen netsnoer hebben. Voor een thuisbioscoop zijn
geen actieve luidsprekers nodig, omdat de receiver zorgt voor de versterking.
Een stereosysteem is een luidsprekersysteem met twee kanalen: links en rechts. Een
luidsprekersysteem met meer kanalen heeft een kanaal voor linksvoor, rechtsvoor,
linksachter, rechtsachter en mogelijk een kanaal voor een subwoofer en een
middenluidspreker. Meer geavanceerde systemen hebben ook kanalen voor
zijluidsprekers. Een subwoofer levert een sterker basgeluid.
“.1” geeft aan dat een subwoofer wordt gebruikt. Bijvoorbeeld: een systeem met 7.1
kanalen werkt in de stand voor acht luidsprekers en heeft twee luidsprekers vóór (links en
rechts), twee aan de zijkanten (links en rechts), twee achter (links en rechts), een
middenluidspreker en een subwoofer.
6/5.1 Twee luidsprekers voor,
twee luidsprekers achter,
een middenluidspreker en
een subwoofer.
“5.1 luidsprekersysteem aansluiten
(5 luidsprekers en een subwoofer)”
8/7.1 Twee luidsprekers voor,
twee luidsprekers achter,
twee luidsprekers aan de
zijkanten, een
middenluidspreker en een
subwoofer (alleen op
bepaalde modellen).
“7.1 luidsprekersysteem aansluiten
(7 luidsprekers en een subwoofer)”
Geluidssysteem Stereosysteem of
thuisbioscoop met passieve
luidsprekers.
“De computer aansluiten op een
geluidssysteem”
Digitale audio Digitale luidsprekers of
digitale ingang op
geluidssysteem.
“Digitale audio aansluiten”
Multi-streaming
geluid
Twee luidsprekers voor,
twee luidsprekers achter,
twee luidsprekers aan de
zijkanten, een
middenluidspreker en een
subwoofer (alleen op
bepaalde modellen).
"Multi-streaming audio configureren"
Naam Luidsprekersysteem Zie
22 Aan de slag
2/2.1 luidsprekersysteem aansluiten (2 luidsprekers
en een subwoofer)
U kunt als volgt twee actieve stereoluidsprekers (links/rechts) of twee luidsprekers en een
subwoofer aansluiten:
1 Schakel de computer uit.
2 Sluit de luidsprekerkabel aan op de limoengroene audio-uitgang aan de achterkant
van de computer.
3 Sluit de kabel aan op het geluidssysteem. Voor 2.1 luidsprekers die bij uw computer
zijn geleverd (alleen op bepaalde modellen), verbindt u de audio-uitgang met de
subwoofer.
4 Sluit vervolgens de linker- en rechterluidspreker aan op de subwoofer. Raadpleeg de
documentatie bij de luidsprekers.
5 Schakel de computer in.
6 Steek het netsnoer van het luidsprekersysteem in een stopcontact.
7 Zet het luidsprekersysteem aan.
Stap 8 is optioneel voor een installatie met twee luidsprekers.
8 Nadat de luidsprekers zijn aangesloten op de computer, configureert u de
audiosoftware voor geluidsuitvoer voor uw computermodel. Zie “Luidsprekers of een
microfoon aansluiten.”
! Type 3: Zie "Audio-uitgang configureren met Multichannel Sound Manager."
! Type 6: Zie "Audio-uitgang configureren met Sound Effect Manager."
! Geluidskaart: Zie "Audio-uitgang configureren met een geluidskaart."
Het diagram hieronder toont een typische 2.1 geluidsinstallatie:
OPMERKING:
! Type 3 bestaat uit drie connectoren.
! Type 6 bestaat uit zes connectoren.
! Type S bestaat uit een geluidskaart.
OPMERKING: Schakel de computer altijd in voordat u het luidsprekersysteem
aanzet.
3
6
S
OUT
24 Aan de slag
7 Steek het netsnoer van het luidsprekersysteem in een stopcontact.
8 Zet het luidsprekersysteem aan.
9 Nadat de luidsprekers zijn aangesloten op de computer, configureert u de
audiosoftware voor geluidsuitvoer voor uw computermodel. Zie "Opties voor
luidsprekers en geluid configureren."
! Type 3: Zie "Audio-uitgang configureren met Multichannel Sound Manager."
! Type 6: Zie "Audio-uitgang configureren met Sound Effect Manager."
! Geluidskaart: Zie "Audio-uitgang configureren met een geluidskaart."
Het diagram hieronder toont een typische 4.1 geluidsinstallatie:
5.1 luidsprekersysteem aansluiten (5 luidsprekers
en een subwoofer)
U kunt als volgt twee luidsprekers vóór, twee luidsprekers achter, een middenluidspreker
en een subwoofer (5.1 luidsprekersysteem) aansluiten voor uitvoer via zes kanalen:
1 Schakel de computer uit.
2 Sluit de kabel van de voorste luidsprekers aan op de limoengroene audio-uitgang aan
de achterkant van uw computer.
OUT
IN
OPMERKING:
! Type 3 bestaat uit drie connectoren.
! Type 6 bestaat uit zes connectoren.
! Type S bestaat uit een geluidskaart.
3
6
S
26 Aan de slag
Het diagram hieronder toont een typische 5.1 geluidsinstallatie:
7.1 luidsprekersysteem aansluiten (7 luidsprekers
en een subwoofer)
(Alleen op bepaalde modellen)
U kunt als volgt twee luidsprekers vóór, twee luidsprekers aan de zijkant, twee luidsprekers
achter, een middenluidspreker en een subwoofer (7.1 luidsprekersysteem) aansluiten voor
uitvoer via acht kanalen:
1 Schakel de computer uit.
2 Sluit de kabel van de voorste luidsprekers aan op de limoengroene audio-uitgang aan
de achterkant van uw computer.
3 Sluit de kabel van de achterste luidsprekers aan op de zwarte connector aan de
achterkant van uw computer.
4 Als u een systeem met connectoren van type 6 hebt, sluit u de kabel van de
zijluidsprekers aan op de grijze connector aan de achterkant van uw computer.
5 Sluit de kabel van de middenluidspreker en subwoofer aan op de gouden connector
aan de achterkant van uw computer.
OUT
IN
Luidsprekers of een microfoon aansluiten 27
6 Sluit de kabels van het luidsprekersysteem aan.
7 Sluit de voorste, achterste, zij- en middenluidsprekers aan op de subwoofer.
Raadpleeg de documentatie bij de luidsprekers.
8 Schakel de computer in.
9 Steek het netsnoer van het luidsprekersysteem in een stopcontact.
10 Zet het luidsprekersysteem aan.
11 Nadat de luidsprekers zijn aangesloten op de computer, configureert u de
audiosoftware voor geluidsuitvoer voor uw computermodel. Zie "Opties voor
luidsprekers en geluid configureren."
! Type 6: Zie "Audio-uitgang configureren met Sound Effect Manager."
! Type 6 — multi-streaming: Zie "Audio-uitgang configureren met Realtek HD Sound
Effect Manager."
Het diagram hieronder toont een typische 7.1 geluidsinstallatie:
OPMERKING: Schakel de computer altijd in voordat u het luidsprekersysteem
aanzet.
28 Aan de slag
De computer aansluiten op een geluidssysteem
U kunt de computer aansluiten op uw stereosysteem of de receiver/versterkers van een
thuisbioscoop en zo uw bestaande luidsprekers gebruiken.
Voor voorbeelden gaat u naar “2.1 stereo-installatie” of “5.1 stereo-installatie.”
Y-adapters
De meeste receivers/versterkers voor thuissystemen hebben ingangen van het type RCA.
Mogelijk moet u Y-adapters aansluiten tussen uw computer en de receiver/versterker. Y-
adapters hebben een stereo-ministekker van 3,5 mm aan één uiteinde en twee RCA-
connectoren aan het andere uiteinde. Deze kabels moeten afzonderlijk worden gekocht.
Hoeveel Y-adapters u nodig hebt voor uw stereosysteem, is afhankelijk van het aantal
luidsprekers dat u installeert:
! 2/2.1 luidsprekersysteem: één Y-adapter
! 4/4.1 luidsprekersysteem: twee Y-adapters
! 6/5.1 luidsprekersysteem: drie Y-adapters
! 8/7.1 luidsprekersysteem: vier Y-adapters
Voor het aansluiten van een stereosysteem op een computer hebt u kabels nodig die lang
genoeg zijn om de computer te verbinden met de stereo. Mogelijk moet u ook RCA-kabels
of miniverlengkabels kopen.
OPMERKING: Y-adapters en verlengkabels moeten afzonderlijk worden gekocht.
30 Aan de slag
5.1 stereo-installatie
Het volgende diagram toont een typische geavanceerde thuisbioscoop met zes kanalen
(6/5.1 luidsprekersysteem) waarvoor meerdere ingangen op een receiver/versterker
vereist zijn.
Dit is slechts een aanbevolen configuratie. Uw systeem kan anders zijn.
Verbinding van computer naar 5.1 geluidssysteem met meerdere kanalen
A Connectoren op achterpaneel van computer (type 3, type 6 of geluidskaart)
B Y-adapters
C Receiver/versterker (audio-ingangen)
D Subwoofer
E Middenluidspreker
F Voorste luidsprekers (links en rechts)
G Achterste luidsprekers (links en rechts)
Procedure voor een 5.1 geluidsinstallatie
U sluit als volgt een geluidssysteem met zes kanalen (5.1 luidsprekers) aan op de
computer:
1 Schakel de computer uit.
2 Schakel de receiver/versterker uit.
OUT
IN
Surr. Back
Front
Center
Sub
A
B
C
D
E
F
G
C
Luidsprekers of een microfoon aansluiten 35
4 Steek het netsnoer van het luidsprekersysteem in een stopcontact.
5 Zet het luidsprekersysteem aan.
6 Nadat de luidsprekers zijn aangesloten op de computer, configureert u de
audiosoftware voor geluidsuitvoer voor uw computermodel. Zie "Opties voor
luidsprekers en geluid configureren."
! Geluidskaart met digitale uitvoer en connectoren van type 3: zie "Audio-uitgang
configureren met Multichannel Sound Manager." Volg de instructies om de uitvoer
van digitaal geluid in te schakelen.
! Geluidskaart met digitale uitvoer en connectoren van type 6: zie "Audio-uitgang
configureren met Sound Effect Manager." De uitvoer van digitaal geluid is
standaard al ingeschakeld.
! Geluidskaart: zie "Audio-uitgang configureren met een geluidskaart." Volg de
instructies om de uitvoer van digitaal geluid in te schakelen.
Hoofdtelefoon aansluiten
Uw computer heeft aan de voorkant een hoofdtelefoonconnector (limoengroen). De
hoofdtelefoonconnector heeft als label een pictogram van een hoofdtelefoon.
U kunt de hoofdtelefoon ook aansluiten op de limoengroene audio-uitgang aan de
achterkant van de computer.
Een 2.1 luidsprekersysteem met
hoofdtelefoon gebruiken
Voor bepaalde modellen met een 2.1 luidsprekersysteem is aan de rechterkant van de
hoofdluidspreker een hoofdtelefoonconnector te vinden. Als de hoofdtelefoon is
aangesloten, wordt het geluid van de luidsprekers en de subwoofer gedempt.
Een 5.1 tot 7.1 luidsprekersysteem met
hoofdtelefoon gebruiken
Voor geselecteerde modellen met een 5.1 luidsprekersysteem en hoger, is aan de
rechterkant van de bedieningstoren een hoofdtelefoonconnector te vinden.
Als op de bedieningstoren HP (voor hoofdtelefoon) wordt weergegeven, is de
hoofdtelefoon ingeschakeld en is het geluid van de luidsprekers en de subwoofer
gedempt.
! Houd de Aan/uit-knop op de bedieningstoren gedurende een aantal seconden
ingedrukt om het geluid van de luidsprekers in te schakelen.
! Druk kort op de Aan/uit-knop om de hoofdtelefoon in te schakelen.
36 Aan de slag
Luidsprekers aansluiten op de geluidskaart Creative
Sound Blaster X-Fi
In deze sectie wordt besproken hoe u luidsprekers aansluit op de geluidskaart Creative
Sound Blaster X-Fi.
De luidsprekers aansluiten
OPMERKING: Voor aanvullende informatie over het aansluiten van de luidsprekers,
raadpleegt u de documentatie bij de luidsprekers.
Connector Omschrijving
AD-Link voor AD_Link X-Fi I/O-console (de X-Fi-console wordt afzonderlijk
verkocht)
Line Out _3 (oranje of geel)
5.1 luidsprekersysteem: middenvoor, subwoofer
6.1 luidsprekersysteem: middenvoor, subwoofer en middenachter
7.1 luidsprekersysteem: middenvoor, subwoofer en zijluidspreker links
Line Out_2 (zwart)
4.1, 5.1, 6.1 luidsprekersysteem: links- en rechtsachter
7.1 luidsprekersysteem: linksachter, rechtsachter en zijluidspreker rechts
Line Out_1 (limoengroen)
2/2.1 luidsprekersysteem: links- en rechtsvoor
FlexiJack (wit) voor Line-In, Microfoon, Digital In/Out
De FlexiJack ondersteunt drie functies. U moet de functie selecteren in de
Creative Console Launcher. Zie “Aansluitingen op de FlexiJack-
connector.”
Luidsprekers of een microfoon aansluiten 37
U sluit de X-Fi-geluidskaart als volgt aan op uw luidsprekers:
1 Gebruik de tabel met audioaansluitingen om uw geluidssysteem aan te sluiten op de
geluidskaart.
2 Schakel de computer in.
3 Steek het netsnoer van het luidsprekersysteem in een stopcontact en schakel het
systeem in.
Nadat u het luidsprekersysteem hebt aangesloten op de geluidskaart, volgt u de stappen
in “Aansluitingen op de FlexiJack-connector” om de luidsprekerinstellingen te configureren
in de software van de Creative Sound Blaster X-Fi.
Aansluitingen op de FlexiJack-connector
De FlexiJack-connector heeft drie functies:
! Digitale invoer/uitvoer
! Line In
! Microfoon
U moet de functie selecteren in de Creative Console Launcher.
OPMERKING: Als u de FlexiJack als uw digitale ingang gebruikt en u digitale
luidsprekers wilt aansluiten als uw uitvoerapparaat, hebt u een speciale connector van
Creative nodig.
38 Aan de slag
Ondersteuning 39
Ondersteuning
Handleidingen zoeken
Handleidingen op het scherm zijn beschikbaar in de map Gebruikershandleidingen
(alleen bij bepaalde modellen).
1 Klik op de Windows Start knop op the taakbalk.
2 Klik op Alle programma's.
3 Klik op User Guides (Gebruikershandleidingen).
4 Klik op een item om het te bekijken of te gebruiken.
Handleidingen zoeken op het web
U kunt handleidingen en informatie voor uw computer zoeken door via het internet naar
de website voor ondersteuning te gaan.
1 Ga naar http://www.hp.com/support in uw webbrowser.
2 Selecteer uw land/regio en taal.
3 Klik op Ondersteuning en drivers.
4 Klik op Bekijk supportinformatie of los een probleem op, geef het
modelnummer van uw computer op en klik op Zoeken .
5 Klik op Handleidingen.
6 Zoek de gewenste handleiding en ga op een van de volgende manieren te werk:
! Klik op de titel om het bestand weer te geven in Adobe Acrobat Reader (u kunt dit
programma downloaden van de pagina Handleidingen als het nog niet op uw
computer geïnstalleerd is).
! Klik met de rechtermuisknop op de titel, selecteer Doel opslaan als, geef de
locatie op de computer op waar u het bestand wilt opslaan, geef het bestand een
andere naam (maar behoud de extensie .pdf) en klik vervolgens op Opslaan.
OPMERKING: Als er geen titels van handleidingen worden vermeld, zijn er voor uw
computer geen handleidingen beschikbaar.
46 Aan de slag
U opent Norton Internet Security als volgt:
1 Klik op de Windows Start knop op the taakbalk.
2 Klik op Alle programma's.
3 Klik op Norton Internet Security en klik dan nog eens op Norton Internet
Security.
Voor meer informatie over computervirussen typt u virussen in het zoekvak van Help en
ondersteuning.
Firewallsoftware gebruiken
Als u de computer gebruikt voor toegang tot e-mail, een netwerk of het internet, is het mogelijk
dat onbevoegden erin slagen om toegang te krijgen tot informatie over u, de computer en uw
gegevens. Om uw privacy te beschermen, gebruikt u firewallsoftware. Microsoft Windows
Vista bevat firewallsoftware die op de computer is geïnstalleerd. Norton Internet Security, dat
in de fabriek op de computer is geïnstalleerd, bevat ook een firewallprogramma.
Voorzieningen van een firewall zijn logboeken, rapportage en automatische
alarmsignalen waarmee alle inkomende en uitgaande communicatie wordt gecontroleerd.
U opent Norton Internet Security als volgt:
1 Klik op de Windows Start knop op the taakbalk.
2 Klik op Alle programma's.
3 Klik op Norton Internet Security en klik dan nog eens op Norton Internet
Security.
In sommige omstandigheden kan een firewall toegang tot spellen op het internet
blokkeren, interfereren met het delen van bestanden en printers in een netwerk of
geautoriseerde bijlagen bij e-mails blokkeren. Voor een tijdelijke oplossing van het
probleem schakelt u de firewall uit, voert u de taak uit die u wilt uitvoeren en schakelt u de
firewall weer in. Voor een definitieve oplossing van het probleem moet u de firewall
anders configureren.
Essentiële beveiligingsupdates installeren
Het is mogelijk dat aanvullende updates op het besturingssysteem en andere software
beschikbaar is geworden nadat de computer is geleverd. Download alle beschikbare
updates en installeer die op de computer. Als u de laatste updates voor uw computer wilt
ophalen, klikt u op de Windows Start knop op the taakbalk, klikt u op Help en
ondersteuning en klikt u vervolgens op Software, stuurprogramma's en BIOS-
updates.
Regelmatig worden updates op Microsoft Windows Vista en andere Microsoft-
programma's uitgebracht. Als nieuwe updates zijn uitgebracht, kunt u die ophalen van de
website van Microsoft. Daarnaast moet u maandelijks Windows Vista Update uitvoeren
om de nieuwste software van Microsoft te installeren.
VOORZICHTIG: Installeer alle essentiële updates van Microsoft zodra u
daarover een bericht ontvangt, om het risico van gegevensverlies of verlies
door inbreuk op de computer of computervirussen te beperken.
De computer voor de eerste keer inschakelen 47
De computer voor de eerste keer inschakelen
Nadat u de stappen op de installatieposter hebt uitgevoerd, kunt u de computer
inschakelen.
1 Druk op de aan/uit-knop van de monitor.
2 Druk op de aan/uit-knop aan de voorkant van de computer.
3 Schakel, indien van toepassing, de luidsprekers in.
4 Geef instellingen voor uw computer op door de instructies op het scherm te volgen.
Selecteer het land of de regio waar u zich bevindt wanneer u daarom wordt
gevraagd en wacht terwijl de computer voorbereidingen treft. (Wanneer u een andere
taal selecteert, kan het tot 30 minuten duren om die taal in te stellen op de computer.)
5 Configureer Microsoft Windows Vista door de instructies op het scherm te volgen.
6 Volg de instructies op het scherm om de computer te registreren bij HP of Compaq,
meld u aan voor updates en ga online. Als u op dit moment nog geen
internetverbinding wilt instellen, kunt u dat later doen door handmatig Easy Internet
Services te starten. Zie “Verbinding met het internet.”
7 Norton Internet Security wordt automatisch geopend. Volg de instructies op het scherm
om dit hulpmiddel voor de bescherming van de computer en uw privacy te
configureren.
De computer uitschakelen
Wanneer u Microsoft Windows Vista gebruikt, wordt aangeraden om de computer niet af
te sluiten, behalve wanneer u om veiligheidsredenen de stroom moet uitschakelen,
bijvoorbeeld om reparaties uit te voeren, om nieuwe hardware of kaarten in het
computerchassis te installeren of om een batterij te vervangen.
In plaats van de computer af te sluiten, kunt u deze vergrendelen of in de slaapstand of
hibernation-stand (indien beschikbaar) zetten. U kunt de timers voor het energiebeheer instellen
om de computer automatisch in de slaapstand of de hibernation-stand te laten zetten.
De slaapstand en hibernation-stand zijn energiestanden. In de slaapstand wordt uw werk
opgeslagen in het geheugen zodat u het snel kunt hervatten, wordt uw werk opgeslagen
op de harde schijf en wordt dan een stand met verminderd energieverbruik ingeschakeld.
Zolang de computer in de slaapstand staat, blijft het aan/uit-lampje branden en kan de
computer snel uit die stand worden gehaald, zodat u uw werk kunt hervatten. In de
hibernation-stand wordt de inhoud van het systeemgeheugen opgeslagen in een tijdelijk
bestand op de harde schijf en wordt vervolgens de hardware uitgeschakeld.
Op sommige computers is nog een stand voor verminderd energieverbruik,
afwezigheidsstand genaamd, beschikbaar. In de afwezigheidsstand worden het
beeldscherm en het geluid uitgeschakeld, maar blijft de computer verder operationeel. In de
afwezigheidsstand kan de computer bepaalde taken uitvoeren, zoals het opnemen van een
tv-programma of het streamen van video- en muziekbestanden naar een locatie op afstand.
OPMERKING: Als u de configuratieprocedure onderbreekt en u klaar bent om die
alsnog te voltooien, dubbelklikt u op het pictogram Easy Setup op het bureaublad om de
wizard voor de eerste keer starten uit te voeren.
62 Aan de slag
Knoppen voor het bedienen of afspelen van media
Pictogram Label Omschrijving
Uitwerpen 1
en
Uitwerpen 2
Hiermee opent of sluit u de lade van het bovenste en
onderste optische station.
Rec Hiermee start u de opname op een geselecteerd medium.
Stoppen Hiermee stopt u media.
Afspelen/
Pauze
Hiermee speelt u media af of onderbreekt u het afspelen.
Vorige Hiermee spoelt u media terug.
Volgende Hiermee spoelt u vooruit door media.
of
of
–+
Volume Met de volumeknop regelt u het volume van de
luidsprekers. Draai de knop naar rechts om het volume te
verhogen en naar links om het volume te verlagen.
OPMERKING: U kunt de volumeknop blijven draaien,
zelfs nadat het maximale geluidsniveau is bereikt.
Met de knoppen Volume omhoog en Volume omlaag regelt
u het luidsprekervolume. Druk op de knop Volume omhoog
om het volume te verhogen en op de knop Volume omlaag
om het volume te verlagen.
of
Dempen Hiermee schakelt u de luidsprekers in en uit.
Het toetsenbord gebruiken 63
De knoppen op het toetsenbord aanpassen
U kunt de functie van speciale knoppen op het toetsenbord aanpassen (alleen op
bepaalde modellen), zodat er andere programma's of bestanden of uw favoriete websites
mee worden geopend.
1 Klik op de Windows Start knop op the taakbalk.
2 Klik op Configuratiescherm.
3 Klik op Hardware en geluid, indien aanwezig.
4 Klik op Toetsenbord.
5 Klik op de tab Knoppen en dubbelklik op de knop die u wilt aanpassen.
6 Om de knop te configureren, klikt u op de pijl naar beneden rechts naast de lijst
en kiest u de knopfunctie, zoals Complexe externe pagina met label of
Eenvoudig lokaal bestand met label.
7 Voer een weergavelabel en de adresgegevens in. Voor een webpagina, voert u
een URL in.
8 Klik op OK.
9 Klik op Toepassen op het tabblad Knoppen.
10 Herhaal de stappen 5 t/m 9 voor elke knop die u anders wilt configureren.
11 Klik op OK om te stoppen.
Sneltoetsen
Sneltoetsen zijn combinaties van toetsen die u tegelijk indrukt om specifieke acties uit te
voeren. Zo kunt u op het bureaublad van Windows Vista op de toets Alt (Alternate), de
toets Ctrl (Control) en de toets S (de letter s) drukken om ondersteuningsinformatie voor de
computer weer te geven (inclusief modelnummer, serienummer en service-ID). Deze
toetsencombinatie wordt weergegeven als Alt+Ctrl+S. In Windows Vista drukt u op Ctrl+C
om een gemarkeerd of geselecteerd item te kopiëren, op Ctrl+V om een gekopieerd item
te plakken en op Ctrl+Z om de laatste actie ongedaan te maken. Deze sneltoetsen voeren
acties uit die u ook via de menu's kunt uitvoeren, maar ze besparen u tijd en muisklikken.
OPMERKING: Klik op de knop Standaardinstellingen op de tab Knoppen om
alle knoppen terug te zetten op de fabrieksinstellingen.
64 Aan de slag
De muis gebruiken 65
De muis gebruiken
De computer wordt geleverd met een muis waarmee u de muiswijzer over het bureaublad
van Windows Vista verplaatst. De muis werkt met een rollend balletje of een optisch
signaal (licht en sensor) om beweging te detecteren en de cursor over het scherm te
verplaatsen. Gebruik de muis op een vlakke ondergrond.
Een draadloze muis (alleen op bepaalde modellen) is een optische muis die een
ontvanger/zender gebruikt, in plaats van een kabel om met uw computer te
communiceren. Een lampje op de ontvanger geeft ontvangstactiviteit aan.
OPMERKING: Een optische muis kan niet worden gebruikt op een glazen,
doorschijnende of reflecterende ondergrond.
OPMERKING: Als de draadloze muis gedurende 20 minuten niet wordt gebruikt,
schakelt deze over naar een slaap- of stand-bystand. Klik op een muisknop om de muis te
activeren. (U kunt de draadloze muis niet activeren door deze te bewegen.)
66 Aan de slag
De muisknoppen gebruiken
De muis heeft twee of drie knoppen:
! Klik met de linkermuisknop (A) om de cursor te plaatsen of
om een item te kiezen.
! Klik met de rechtermuisknop (C) om een menu met
opdrachten af te beelden voor het item waarop u hebt
geklikt.
! Op bepaalde modellen kunt u de wielknop (B) in het
midden gebruiken om te bladeren of voor de functie
Pannen.
De volgende termen worden gebruikt in verband met de muis:
! Klikken wil zeggen de linkermuisknop één keer indrukken
en weer loslaten.
! Dubbelklikken wil zeggen twee keer snel na elkaar klikken met de linkermuisknop.
! Klikken met de rechtermuisknop wil zeggen de rechtermuisknop één keer indrukken en
weer loslaten.
Om een item te selecteren, klikt u op het item.
Om naast of onder elkaar staande items in een lijst of groep te selecteren, klikt u op het
eerste item in de lijst, drukt u op de toets Shift en houdt u deze ingedrukt terwijl u op het
laatste item klikt.
Om niet direct naast of onder elkaar staande items te selecteren, klikt u op het eerste item,
drukt u op de toets Ctrl en houdt u deze ingedrukt terwijl u op extra items klikt.
U kunt de functie van de linker- en rechtermuisknop omwisselen voor linkshandig gebruik.
Zie “Functies van de muisknoppen omwisselen.”
Schuiven
Wanneer u met de linkermuisknop hebt geklikt om de cursor in een document te plaatsen,
kunt u de wielknop als volgt gebruiken:
! Om naar het begin van een document te schuiven, draait u de wielknop naar boven
(van u af).
! Om naar het einde van een document te schuiven, draait u de wielknop naar
beneden (naar u toe).
OPMERKING: Uw muis ziet er mogelijk anders uit dan het
hier afgebeelde model.
De muis gebruiken 67
Automatisch schuiven
1 Plaats de cursor ergens in een document en druk vervolgens eenmaal op de
wielknop. Er verschijnt een pictogram voor automatisch schuiven.
2 Beweeg de muis in de richting waarin u wilt schuiven. Hoe verder u de muis
van het beginpunt verwijdert, hoe sneller het document wordt verschoven.
3 Om het automatisch schuiven te stoppen, drukt u nogmaals op de wielknop.
Functie Pannen
1 Plaats de cursor ergens in een document en druk vervolgens op de wielknop en houd
deze ingedrukt.
2 Beweeg de muis langzaam in de richting waarin u wilt pannen. Hoe verder u de muis
van het beginpunt verwijdert, hoe sneller het document wordt verschoven.
3 Laat de wielknop los om de functie Pannen te stoppen.
Functies van de muisknoppen omwisselen
U kunt als volgt de functie van de linker- en rechtermuisknop omwisselen voor linkshandig
gebruik:
1 Klik op de Windows Start knop op the taakbalk.
2 Klik op Configuratiescherm.
3 Klik op Hardware en geluid, indien aanwezig.
4 Klik op Muis.
5 Klik op de tab Knoppen en schakel het selectievakje Primaire en secundaire
knop omwisselen in.
6 Klik op Toepassen (met de nieuwe primaire knop) en op OK.
OPMERKING: In sommige programma's kunt u de functie Automatisch schuiven niet
gebruiken.
OPMERKING: De functie Pannen kan alleen worden gebruikt als de horizontale
schuifbalk in een venster actief is. In sommige programma's kunt u de functie Pannen niet
gebruiken.
68 Aan de slag
De snelheid van de muiswijzer wijzigen
U kunt als volgt de snelheid van de cursor op het scherm ten opzichte van de beweging
van de muis aanpassen:
1 Klik op de Windows Start knop op the taakbalk.
2 Klik op Configuratiescherm.
3 Klik op Hardware en geluid, indien aanwezig.
4 Klik op Muis.
5 Klik op de tab Opties voor de aanwijzer.
6 Gebruik in het vak Beweging de schuifregelaar om de snelheid van de aanwijzer aan
te passen.
7 Klik op Toepassen en vervolgens op OK.
De afstandsbediening voor Windows Media Center gebruiken 69
De afstandsbediening voor Windows
Media Center gebruiken
(Alleen op bepaalde modellen)
De afstandsbediening is ontworpen om te werken met
Windows Media Center. U kunt de afstandsbediening
gebruiken met Windows Media Center om cd's en dvd's te
spelen, foto's te bekijken en veel meer.
Deze afstandsbediening helpt u door de vensters van
Windows Media Center te navigeren op uw computer, net
zoals de afstandsbediening van een tv u helpt om door de
opties voor kabel-tv te navigeren of het afspelen van een film
met een videorecorder of dvd-speler te regelen.
Met de afstandsbediening kunt u het
volgende doen:
! Navigeren door de vensters van Windows Media
Center en in die vensters opties selecteren.
! Instellingen voor het beeld opgeven.
! De computer in de slaapstand zetten en eruit halen.
! De computer afsluiten en opnieuw opstarten.
! Afmelden bij Windows Media Center of overschakelen
naar een andere gebruiker.
! Menu's van teletekst openen terwijl u naar een tv-
programma kijkt.
OPMERKING: De afstandsbediening wordt alleen bij
bepaalde modellen geleverd. De functies en de indeling
kunnen variëren.
70 Aan de slag
Het volgende is niet mogelijk met de afstandsbediening:
! Navigeren op het bureaublad van Windows of andere computerprogramma's dan
Windows Media Center besturen.
! Gebruiken als de afstandsbediening voor een videorecorder, dvd-speler of stereo-
installatie.
! Een tv die is aangesloten op uw computer in- of uitschakelen (alleen op bepaalde
modellen).
! Schakel de computer in.
138 Aan de slag
Muziekbestanden in Muziek kopiëren naar een cd
U kopieert als volgt muziekbestanden naar cd:
1 Druk op de knop Start voor Windows Media Center op de afstandsbediening of
klik met de muis op de Windows Start knop op the taakbalk en klik vervolgens op
Windows Media Center.
2 Selecteer Taken en klik op cd/dvd branden.
3 Er verschijnt een bericht waarin u wordt gevraagd om een medium te plaatsen. Plaats
een lege cd-r-schijf.
4 Selecteer een schijfindeling: Audio-cd of Gegevens-cd en selecteer dan
Volgende.
5 Gebruik de pijlknoppen op de afstandsbediening of de pijltoetsen op het toetsenbord
om het tekstvak Naamloos te selecteren.
6 Gebruik de toetsen op het alfanumerieke toetsenblok van de afstandsbediening of het
toetsenbord om een naam voor uw cd in te voeren en klik dan op Volgende.
7 Hiermee gaat u naar het venster Muziek kiezen.
8 Selecteer de muziekbestanden die u wilt opnemen. Er verschijnt een vinkje naast een
nummer als het geselecteerd is. Gebruik de knop Vorige op de afstandsbediening of
de toets Backspace op het toetsenbord of klik op Andere toevoegen in Lijst
controleren en bewerken om meer nummers te selecteren via andere menu's. U
kunt in dit venster ook de naam van de cd wijzigen door op Naam wijzigen te
klikken en alle selecties opheffen door op Alles wissen te klikken.
148


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for HP Pavilion 6210 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of HP Pavilion 6210 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 10,93 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info