Beheerderswachtwoord beheren
U kunt dit wachtwoord als volgt instellen, wijzigen of verwijderen:
1. Open Setup Utility door de computer in te schakelen of opnieuw op te starten. Druk op f10
wanneer het bericht 'Press the ESC key for Startup Menu' (Druk op Esc voor het startmenu) in
de linkerbenedenhoek van het scherm verschijnt.
– of –
Open Setup Utility door de computer in te schakelen of opnieuw op te starten. Druk op esc
wanneer het bericht 'Press the ESC key for Startup Menu' (Druk op Esc voor het startmenu) in
de linkerbenedenhoek van het scherm verschijnt. Druk op f10 wanneer het startmenu wordt
weergegeven.
2. Selecteer met de pijltoetsen Security (Beveiliging) > Set Administrator Password
(Beheerderswachtwoord instellen) en druk op enter.
●
Beheerderswachtwoord instellen: typ het wachtwoord in het veld Enter New Password
(Nieuwe wachtwoord invoeren) en in het veld Confirm New Password (Nieuwe
wachtwoord bevestigen). Druk daarna op enter.
●
Beheerderswachtwoord wijzigen: typ het huidige wachtwoord in het veld Enter Current
Password (Huidige wachtwoord invoeren) en typ een nieuw wachtwoord in de velden
Enter New Password (Nieuwe wachtwoord invoeren) en Confirm New Password
(Nieuwe wachtwoord bevestigen). Druk daarna op enter.
●
Beheerderswachtwoord verwijderen: typ het huidige wachtwoord in het veld Enter
Password (Wachtwoord invoeren) en druk vier keer op enter.
3. Als u uw wijzigingen wilt opslaan en Setup Utility wilt afsluiten, gebruikt u de pijltoetsen om Exit
(Afsluiten) > Exit Saving Changes (Afsluiten en wijzigingen opslaan) te selecteren.
De voorkeursinstellingen zijn van kracht zodra de computer opnieuw is opgestart.
Beheerderswachtwoord invoeren
Typ achter de prompt Enter Password (Wachtwoord opgeven) het beheerderswachtwoord en druk
op enter. Na drie mislukte pogingen om het beheerderswachtwoord in te voeren moet u de computer
opnieuw opstarten en het opnieuw proberen.
Opstartwachtwoord
Met een opstartwachtwoord voorkomt u dat de computer kan worden gebruikt door onbevoegden. Als
dit wachtwoord is ingesteld, moet u het wachtwoord opgeven wanneer u de computer inschakelt of
opnieuw opstart of wanneer u de hibernationstand beëindigt. Een opstartwachtwoord wordt niet
weergegeven als het wordt ingesteld, gewijzigd of verwijderd.
Wachtwoorden gebruiken 93