Test Faxinstallatie
U kunt uw faxinstallatie testen om de status van de printer te controleren en om na te gaan of de
instellingen juist zijn om te kunnen faxen. Voer deze test uit nadat u de printer hebt ingesteld voor
faxen. De test controleert het volgende:
●
Test de faxhardware
●
Controleert of het juiste type telefoonsnoer is aangesloten op de printer
●
Controleert of het telefoonsnoer op de juiste poort is aangesloten
●
Controleert de aanwezigheid van een kiestoon
●
Controleert op de aanwezigheid van een actieve telefoonlijn
●
Controleert de status van de telefoonlijnverbinding
De printer drukt een rapport af met de testresultaten. Als de test is mislukt, bekijkt u het rapport voor
informatie over het oplossen van het probleem en voert u de test opnieuw uit.
De faxinstellingen testen via het bedieningspaneel van de printer
1. Stel de printer in op faxen volgens uw specifieke installatie-instructies voor thuis of op kantoor.
2. Zorg ervoor dat de inktcartridges zijn geïnstalleerd en dat volledige vellen papier in de
invoerlade zijn geplaatst voor u met de test begint.
3. Druk op het bedieningspaneel van de printer op Installatie.
4. Raak Faxinstellingen aan.
5. Raak Extra aan en vervolgens Faxtest uitvoeren.
De printer geeft de status van de test weer op het scherm en drukt een rapport af.
6. Bekijk het rapport.
●
Controleer of de faxinstellingen in het rapport juist zijn als er nog steeds sprake is van
problemen met faxen, terwijl de test is geslaagd. Een lege of onjuiste faxinstelling kan
faxproblemen veroorzaken.
●
Als de test is mislukt, kunt u in het rapport informatie vinden over het oplossen van de
aangetroffen problemen.
178 Bijlage B Bijkomende faxinstallatie NLWW