Beveiligingsvoorzieningen van Computer Setup
gebruiken
Systeemapparaten beveiligen
U kunt systeemapparaten in- of uitschakelen vanuit de volgende menu’s in Computer Setup:
● Boot Options (Opstartopties)
●
Device Configurations (Apparaatconfiguraties)
●
Built-In Device Options (Opties voor geïntegreerde apparaten)
●
Port Options (Poortopties)
U kunt als volgt systeemapparaten uit- en weer inschakelen in Computer Setup:
1. Schakel de computer in of start deze opnieuw op en druk op esc wanneer de melding ‘Press the
ESC key for Startup Menu’ (Druk op esc om het opstartmenu te openen) onder in het scherm
wordt weergegeven.
2. Druk op f10 om BIOS Setup te openen.
3. Selecteer met de cursorbesturing of met de pijltoetsen System Configuration
(Systeemconfiguratie) > Boot Options (Opstartopties) of System Configuration
(Systeemconfiguratie) > Device Configurations (Apparaatconfiguraties) of System
Configuration (Systeemconfiguratie) > Built-In Device Options (Opties voor geïntegreerde
apparaten) of System Configuration (Systeemconfiguratie) > Port Options (Poortopties).
4. Druk op enter.
5. Om een optie uit te schakelen, klikt u met een aanwijsapparaat op het selectievakje naast de
optie.
– of –
Selecteer de optie met de pijltoetsen en druk op enter.
6. Om een optie opnieuw in te schakelen, klikt u met een aanwijsapparaat op het aankruisvakje
naast de optie.
– of –
Selecteer de optie met de pijltoetsen en druk op enter.
7. Om uw wijzigingen op te slaan en Computer Setup af te sluiten, klikt u op het pictogram Save
(Opslaan) in de linkerbenedenhoek van het scherm en volgt u de instructies op het scherm.
– of –
Selecteer met de pijltoetsen File (Bestand) > Save Changes and Exit (Wijzigingen opslaan
en afsluiten) en druk op enter.
De wijzigingen worden geactiveerd wanneer de computer opnieuw wordt gestart.
Beveiligingsvoorzieningen van Computer Setup gebruiken 127