107
Minimumafdrukmarges
Omdat de printer niets kan afdrukken buiten een bepaald gebied van de
pagina, moet de inhoud van uw document zich binnen het afdrukgebied
bevinden. Als u een niet-standaard paginaformaat gebruikt en in het venster
Pagina-instelling de optie
Wijzig speciale papierformaten
kiest, moet u de
juiste papierlengte en -breedte opgeven. Volg de onderstaande instructies
om de afdrukmarges in te stellen:
1. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2. Klik op
Archief
>
Pagina-instelling
,
en selecteer vervolgens
Wijzig speciale
papierformaten
in het veld Paginaformaat.
3. Stel de lengte en breedte juist in.
De papierbreedte moet zich tussen 77 en 215 mm bevinden en de
papierlengte tussen 127 en 356 mm.
4. Klik op
Voltooid
.
5. Klik op
OK
om de nieuwe instellingen op te slaan.
Stel voor de onderstaande papiersoorten de marges als volgt in:
A4-papier
Linker- en rechtermarges: 3,4 mm
Bovenmarge: 1,8 mm
Ondermarge: 11,7 mm
Letter-, Legal- en Executive-papier
Linker- en rechtermarges: 6,4 mm
Bovenmarge: 1,8 mm
Ondermarge: 11,7 mm
A5, B5 en zelfgedefinieerd papier
Linker- en rechtermarges: 3,2 mm
Bovenmarge: 1,8 mm
Ondermarge: 11,7 mm
Kaarten (76 x 127 mm, 102 x 152 mm, 127 x 203 mm en A6)
Linker- en rechtermarges: 3,2 mm
Bovenmarge: 1,8 mm
Ondermarge: 11,7 mm