5-2 NLWW
Controleer de inktpatronen.
Controleer of de zwarte inktpatroon en kleureninktpatroon goed zijn geplaatst en of
de toegangsklep gesloten is (zie “De inktpatronen vervangen” voor meer informatie).
Het inktpatroonlampje knippert als de inktpatronen niet goed zijn geplaatst.
Zie “De printerlampjes knipperen” en “Probleem met de inktpatronen” voor meer
informatie.
Probeer een testpagina af te drukken
Zet de printer uit en vervolgens weer aan. Druk op de knop Doorgaan en laat de knop
los als het lampje van de knop Doorgaan begint te knipperen. Als de testpagina wordt
afgedrukt, wordt het probleem niet veroorzaakt door de printer.
Probeer vanuit een ander softwareprogramma af te drukken.
Probeer vanuit andere softwareprogramma’s af te drukken om te zien of het probleem
dan ook optreedt.
Probeer een testpagina af te drukken.
Druk een Windows-testpagina af: Klik op Start, ga naar Instellingen en klik vervolgens
op Printers (Windows NT 4.0, 98, Me en 2000) of Printers en faxen (Windows XP). Klik
met de rechtermuisknop op het printerpictogram en selecteer Eigenschappen. Selecteer
het tabblad Algemeen en klik vervolgens op Testpagina afdrukken.
Wanneer de testpagina wordt afgedrukt en de printer goed werkte met het
softwareprogramma dat u gebruikt, probeer dan een ander bestand af te drukken
met de software. Wanneer dit bestand wordt afgedrukt, is het bestand dat u hiervoor
probeerde af te drukken mogelijk beschadigd. Probeer een eventuele reservekopie van
het betreffende bestand af te drukken. Wanneer u het probleem niet met bovenstaande
oplossingen hebt kunnen verhelpen dan wordt het probleem waarschijnlijk veroorzaakt
doordat het softwareprogramma niet in staat is om de printerinstellingen goed te
interpreteren. Raadpleeg het leesmij-bestand op de Starter-CD voor informatie over
bekende softwareconflicten. U kunt ook de handleiding van uw softwareprogramma
raadplegen of contact opnemen met de softwarefabrikant voor nadere hulp bij dit
probleem.
Wanneer de testpagina niet wordt afgedrukt, controleer dan of u de juiste poort (USB,
LPTx) heeft geselecteerd en of de printer rechtstreeks op uw computer is aangesloten.
Als uw printer is aangesloten op een schakeldoos controleer dan of u de juiste schakel
heeft geselecteerd. Tijdens het afdrukken van de testpagina moet het Aan/Uit-lampje
knipperen. Wanneer het Aan/Uit-lampje niet knippert, druk dan een diagnostiekpagina af.
Zie “Een diagnostiekpagina afdrukken” voor aanwijzingen.
Controleer de instellingen van het netwerk
Controleer of uw printer correct is geïnstalleerd in de netwerkomgeving. Zie “De printer in
een netwerk gebruiken” en de documentatie die u van uw netwerkleverancier hebt
gekregen. Zie ook “Problemen met afdrukken in een netwerk” voor extra informatie
over het oplossen van problemen.
Controleer de USB-poort.
Koppel de printer los van de USB-poort en wacht een paar seconden. Sluit de printer
dan opnieuw aan. Als dit niet helpt, probeer de printer dan op een andere USB-poort
aan te sluiten.
Controleer de toestand van de kabel.
Controleer of de printerkabel niet is beschadigd of gerafeld. Als dit wel het geval is,
moet u contact opnemen met de kabelfabrikant voor een nieuwe kabel.
Verwijder de printersoftware en voer het installatieprogramma (setup.exe) uit. Vergeet niet
om tijdens de installatie, wanneer dit wordt gevraagd, de printer aan te zetten en
uitsluitend de kabel aan te sluiten die u heeft geselecteerd.