Zo wijzigt u het standaardtype afdrukmateriaal
1. Druk op M
ENU
.
2. Gebruik de knop < of > om Systeeminstellingen te selecteren en druk vervolgens op
E
NTER
.
3. Gebruik de knop < of > om Papierinstellingen te selecteren en druk vervolgens op E
NTER
.
4. Gebruik de knop < of > om Stand. papiersoort te selecteren en druk vervolgens op E
NTER
.
5. Gebruik de knop < of > om het gewenste papierformaat te selecteren.
6. Druk op E
NTER
om uw selectie op te slaan.
De standaardconfiguratie voor de papierinvoerladen wijzigen
De standaardladeconfiguraties (formaat en soort) zijn ingesteld op Willekeurig, wat
betekent dat alle soorten en formaten ondersteund afdrukmateriaal kunnen worden
afgedrukt vanaf die lade. Configureer de laden aan de hand van de volgende instructies
alleen als u regelmatig afdrukken maakt voor specifieke formaten en soorten afdrukmateriaal.
Het standaardpapierformaat wijzigen
1. Druk op M
ENU
.
2. Gebruik de knop < of > om Systeeminstellingen te selecteren en druk vervolgens op
E
NTER
.
3. Gebruik de knop < of > om Papierinstellingen te selecteren en druk vervolgens op E
NTER
.
4. Gebruik de knop < of > om Lade 1 (of optionele lade 2) te selecteren en druk vervolgens
op E
NTER
.
5. Gebruik de knop < of > om Papierformaat te selecteren en druk vervolgens op E
NTER
.
6. Gebruik de knop < of > om het gewenste papierformaat te selecteren.
7. Druk op E
NTER
om uw selectie op te slaan.
De standaardpapiersoort wijzigen
1. Druk op M
ENU
.
2. Gebruik de knop < of > om Systeeminstellingen te selecteren en druk vervolgens op
E
NTER
.
3. Gebruik de knop < of > om Papierinstellingen te selecteren en druk vervolgens op E
NTER
.
4. Gebruik de knop < of > om Lade 1 (of optionele lade 2) te selecteren en druk vervolgens
op E
NTER
.
5. Gebruik de knop < of > om Papiersoort te selecteren en druk vervolgens op E
NTER
.
6. Gebruik de knop < of > om de gewenste papiersoort te selecteren.
7. Druk op E
NTER
om uw selectie op te slaan.
34 Hoofdstuk 4 Het apparaat gebruiken NLWW