NEDERLANDS
Nadien moet op de PRG-toets worden gedrukt om
terug te keren naar de normale modus (menu 0).
5.3.2 Beveiligingen SE 1 en SE 2 (menu 4) (zie afbeelding 9)
Indien de aandrijving met beveiligingen is uitgerust, dan
worden in dit menu de overeenkomstige parameters
ingesteld zodat de besturing de accessoires opvraagt
of bijkomend nog voor het begin van de beweging test
of de beveiligingen bedrijfsklaar zijn.
SE 1 = beveiliging 1
SE 2 = beveiliging 2
Klemmen 72 18 73 18
Scherm Opvraging Test Opvraging Test
SE 1 SE 1 SE 2 SE 2
0* neen neen neen neen
1 ja neen neen neen
2 ja ja neen neen
3 neen neen ja neen
4 ja neen ja neen
5 ja ja ja neen
6 neen neen ja ja
7 ja neen ja ja
8 jajajaja
Nadien moet op de PRG-toets worden gedrukt om
terug te keren naar de normale modus (menu 0).
5.3.3 Relaisfunctie instellen (menu 5) (zie afbeelding 10)
In menu 5 kan een waarschuwingslampje worden geac-
tiveerd dat op het relais moet worden aangesloten.
Scherm Functie
0* Relais uit
1 2 sec. aankondigingstijd voor en tijdens
elke hekbeweging: knipperen
2 2 sec. aankondigingstijd voor en tijdens
elke hekbeweging: continu branden
3 Relais schakelt zoals in menu 2 ingesteld
4 5 sec. aankondigingstijd voor en tijdens
elke hekbeweging: knipperen
5 5 sec. aankondigingstijd voor en tijdens
elke hekbeweging: continu branden
6 Het relais blijft geschakeld zolang de
aandrijving draait
Nadien moet op de PRG-toets worden gedrukt om
terug te keren naar de normale modus (menu 0).
5.3.4 Krachtbegrenzing – menu 6 (éénvleugelig) en 6A/6b
(tweevleugelig) voor de rijrichting "dicht", menu 8
(éénvleugelig) en menu 8A/8b (tweevleugelig) voor
de rijrichting "open" (zie afbeelding 11 en afbeelding 13)
De besturing bepaalt bij de leerbewegingen en tijdens
de eerste reguliere bewegingen zelfstandig de geschikte
drempelwaarden voor de krachtcontrole. Deze instellingen
zorgen normaal gezien voor een goed compromis tussen
bedrijfszekerheid en ongevalbeveiliging. De automatisch
vooraf geselecteerde waarden moeten eventueel worden
verhoogd indien het hek ongewild terugkeert. Eerst moe-
ten echter altijd de krachten met een dynamometer wor-
den gecontroleerd vooraleer het volgende hogere niveau
wordt ingesteld.
Scherm kracht
0* zeer klein
1
2
7 zeer groot
Tip
Voor een maximale veiligheid moet de waarde
zo laag mogelijk worden ingesteld.
Nadien moet op de PRG-toets worden gedrukt om
terug te keren naar de normale modus (menu 0).
5.3.5 Gedrag vóór de eindstand (kruipsnelheid / eind
standtolerantiebereik) – menu 7 (éénvleugelig) en
7A/7b (tweevleugelig) voor de rijrichting "dicht",
menu 9 (éénvleugelig) en menu 9A/9b (tweevleugelig)
voor de rijrichting "open"
(zie afbeelding 12 en afbeelding 14)
In deze menu's kunt u het remgedrag (de duur van de
kruipbeweging) voor de eindstand beïnvloeden.
Scherm kruipbeweging
0 zeer kort
1
2
3*
7 zeer lang
Nadien moet op de PRG-toets worden gedrukt om
terug te keren naar de normale modus (menu 0).
5.3.6 Beveiliging aan rijrichting toewijzen (menu 10)
(zie afbeelding 15)
Wanneer de aandrijving met een of meerdere beveiligingen
(SE) is uitgerust, dan moet in dat geval de richting waarin
de beveiliging(en) moet(en) werken, worden ingesteld.
Tip
Wanneer slechts één van de twee beveiligingen in menu 4
is geactiveerd, dan wordt de andere genegeerd.
Scherm SE1 in richting SE2 in richting
0 DICHT DICHT
1* DICHT OPEN
2 OPEN DICHT
3 OPEN OPEN
4 DICHT/OPEN DICHT
5 DICHT/OPEN OPEN
6 DICHT DICHT/OPEN
7 OPEN DICHT/OPEN
8 DICHT/OPEN DICHT/OPEN
Nadien moet op de PRG-toets worden gedrukt om
terug te keren naar de normale modus (menu 0).
88
11.2004 TR10A008-A RE