14
NEDERLANDS
CONSTRUCTIE
1
Beveiligde verwarmingsstaaf
2 Display schakeltrap
3 Schakelaar met trekkoord
4 Stroomkabel met stekker
5 Controle-eenheid
6 Afdekking controle-eenheid
EERSTE INGEBRUIKNAME
1.
Lees voor ingebruikname van de warmtestraler
eerst alle instructies door.
2. Pak de warmtestraler en de stroomkabel uit,
verwijder al het verpakkingsmateriaal volgens
de milieubepalingen.
WANDMONTAGE
1.
Schakel via de zekeringenkast de stroom in
de ruimte uit waar u de warmtestraler wilt
monteren.
2. Schroef de kruiskopschroef boven in de
afdekking (6) los en verwijder de afdekking (6)
van de controle-eenheid (5) (afb. 4).Verwijder
vervolgens de schijf met de schakeltrappen
van de schakeleenheid.
3. De warmtestraler kan met de controle-eenheid
(5) aan de rechter kant of naar wens met de
controle-eenheid (5) aan de linker kant aan de
muur worden gemonteerd (afb. 5). Afhankelijk
van de kant waar de controle-eenheid moet
zitten, boort u drie gaten met een diameter van
5 mm in de muur. Houdt u hierbij aan de
afstanden zoals weergegeven in afb. 6 of
gebruik de controle-eenheid (5) of de
meegeleverde sjabloon om de positie van de
gaten met een stift op de muur te markeren
(afb. 7).
4. Plaats de drie meegeleverde pluggen in de
drie boorgaten. Houd de controle-eenheid (5)
aan de boorgaten en geleid de stroomkabel
zijdelings door de halfronde opening van de
controle-eenheid, zodat de kabel naar
beneden hangt.
5. Bevestig de warmtestraler met de drie
meegeleverde schroeven horizontaal aan de
muur (afb. 8). Gebruik hiervoor een
schroevendraaier of een accuboor met een
lengte van minimaal 9 cm. Zorg ervoor dat
tijdens de montage geen kabels losraken of
beschadigd worden.
6. Zorg ervoor dat het trekkoord door de geleiding
rechts respectievelijk links (afhankelijk van of
de controle-eenheid rechts of links wordt
gemonteerd) naast de schakeleenheid en door
de gleuf onder de geleiding door de behuizing
van de controle-eenheid naar buiten wordt
geleid (afb. 9).
7. Plaats de schijf met de schakeltrappen weer
terug op de schakeleenheid (afb. 10) en plaats
de afdekking (6) weer op de controle-eenheid
(5). Schroef de afdekking vast met behulp van
de kruiskopschroef. Controleer of de
warmtestraler veilig aan de muur is bevestigd
en niet omlaag kan vallen.
GEBRUIKSINSTRUCTIES
1.
Zorg ervoor dat de schakelaar (3) in positie 0
(UIT) staat. Steek de stekker in het
stopcontact. Raak de stroomkabel niet met
natte handen aan.
2. Zorg ervoor dat de warmtestraler niet is
afgedekt en dat er geen voorwerpen in de
straler zitten.
3. Zwenk de warmtestraler in de gewenste hoek
(afb. 11). Zorg ervoor dat de warmtestraler
uitgeschakeld is en gedurende minimaal 15 is
afgekoeld, voordat u het apparaat aanraakt en
zwenkt.
4. Stel de warmtestraler met het trekkoord in op
positie I (AAN). Het verwarmingsniveau I wordt
in de display weergegeven.
5. Wanneer u de warmtestraler niet meer
gebruikt, stelt u de warmtestraler via het
trekkoord in op positie 0 (UIT) en trekt u de
stekker uit het stopcontact.
REINIGING EN OPSLAG
Reiniging
1.
Wij raden u aan om de warmtestraler minimaal
één keer per maand te reinigen.
2. Stel de warmtestraler in op positie 0 (UIT), trek
de stekker uit het stopcontact en laat de
warmtestraler minimaal 15 minuten afkoelen.
3. Reinig de buitenkant van de warmtestraler
alleen met een zacht, droog doek. Gebruik
geen water of andere schoonmaakmiddelen.