14
NEDERLANDS
BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Lees voor ingebruikname van de warmtebron eerst
alle instructies door. Bewaar deze instructies ter
referentie.
1. Gebruik de warmtebron op een voor kinderen
ontoegankelijke plaats.
2. Gebruik de warmtebron niet buiten.
3. Plaats de warmtebron op een effen, stevig
oppervlak. Zorg ervoor dat de warmtebron
stevig staat, zodat het apparaat niet kan
omvallen of ergens af kan vallen. Gebruik de
warmtebron alleen rechtop staand en alleen
met gemonteerde standvoetjes.
4. Bij wandmontage monteert u de warmtebron
uitsluitend op hittebestendige oppervlakken,
nooit op houten oppervlakken, kunststofopper-
vlakken of andere brandbare oppervlakken. De
standvoetjes mogen bij wandmontage niet
worden gemonteerd. Houd rekening met de
veiligheidsafstanden zoals weergegeven in
afb. 7.
5. Rol de voedingskabel volledig af. Wanneer de
kabel niet wordt uitgerold, kan dit tot overver-
hitting en mogelijk tot brandgevaar leiden.
6. Gebruik geen verlengsnoer, geen tijdschakel-
klok of een traploze snelheidsregelaar. Bij
gebruik van deze apparatuur ontstaat risico op
oververhitting, brandgevaar of een elektrische
schok.
7. Sluit de warmtebron alleen aan op een
eenfasige wisselstroomvoeding met de
netspanning zoals aangegeven op het
typeplaatje.
8. Koppel het apparaat steeds los van het lichtnet
als het niet wordt gebruikt, wordt verplaatst,
aangeraakt of gereinigd en laat de warmtebron
afkoelen.Trek niet aan de kabel als u het
apparaat loskoppelt van het lichtnet.
9. Gebruik de warmtebron niet in de buurt van
licht ontvlambare gassen of stoffen, zoals
oplosmiddelen, lak, plak etc.
10. Plaats de warmtebron niet direct onder een
stopcontact.
11. Gebruik de warmtebron niet in voertuigen (bijv.
bouwwagen, lift, caravan, personenauto,
cabine) en gelijksoortige, afgesloten ruimten.
12. Let op: De warmtebron wordt tijdens het
gebruik heet. Houd brandbare materialen
zoals kussens, beddengoed, meubels, papier,
gordijnen, kleding minimaal 90 cm uit de buurt
van de warmtebron.
13. Houd de warmtebron schoon. Zorg ervoor dat
het rooster aan de voorkant open is, voordat
de warmtebron in gebruik wordt genomen.
Zorg ervoor dat er geen voorwerpen in de
warmtebron komen. Dek de warmtebron niet
af (aangegeven door het symbool
op de warmtebron). Dit kan tot oververhitting,
brand en elektrische schok leiden.
14. Dompel de warmtebron niet onder in water of
andere vloeistoffen en giet geen water of
andere vloeistoffen over of in het apparaat.
15. Reinig de warmtebron regelmatig. Zie hiervoor
de reinigingsinstructies.
16. Als de voedingskabel van de warmtebron
beschadigd is, moet deze door een door de
fabrikant goedgekeurd servicebedrijf worden
gerepareerd, omdat hiervoor speciaal
gereedschap nodig is.
17. Gebruik de warmtebron niet als deze
beschadigd is, uiterlijke beschadigingen
vertoont of niet goed functioneert. Trek de
stekker uit het stopcontact.
MONTAGE
• Dit stralingspaneel kan worden gebruikt staande
op de grond of direct bevestigd aan een muur.
• Voor gebruik op de vloer bevestigt u de voeten
aan de onderzijde van het apparaat door elke
voet in het hiervoor bestemde gat te plaatsen
(zie figuur 1).
• Druk elke voet stevig aan totdat u een duidelijke
“klik” hoort.
• Voor uw veiligheid bevestigt u de voet onderaan
het apparaat met de bijgeleverde schroeven (zie
figuur 1A).
• Voor ophangen aan een muur (zie figuur 7) dient
u de bevestigingsklemmen aan de muur te
schroeven met de bijgeleverde schroeven. Plaats
de heater niet in de onmiddellijke nabijheid van
een bad, douche of zwembad.
• Bevestig de afstandsclips aan de achterzijde van
het stralingspaneel om de minimaal vereiste
afstand tot de muur in acht te nemen. Plaats de
heater aan de bevestigingsklemmen door de
hiervoor bestemde gaten aan de achterzijde van
de heater (zie figuur 2).