‘De functies benutten’
De kamerthermostaat beschikt over drie
bedieningswijzen: automatisch (),
handmatig () of uit (
). Druk op de
-, - of -toets om een bepaalde
bedieningswijze te selecteren. Op het scherm
verschijnt AUTO, MAN of OFF om aan te ge-
ven welke bedieningswijze ingeschakeld is.
• de kamerthermos
-
taat volgt het ingebouwde temperatuur-
programma (standaard of aangepast). Dit
is de beste manier om te zorgen voor een
aangename temperatuur met maximale
energiebesparing.
op het LCD-scherm geeft aan dat
verwarmingsprogramma PROG 1 actief is.
op het LCD-scherm geeft aan dat
verwarmingsprogramma PROG 2 actief is.
Met behulp van de
-toets kunt u naar
wens schakelen tussen deze program-
ma’s.
• de kamerthermostaat
werkt als een eenvoudige thermostaat met
de hele dag dezelfde ingestelde tempera
-
tuur. Deze temperatuur kan tussen 5°C en
35°C aangepast worden met behulp van
de - of -toets. De kamerthermostaat
handhaaft deze temperatuur totdat een
andere bedieningswijze of temperatuur
gekozen wordt.
•
de kamerthermostaat handhaaft een
minimumtemperatuur van 5°C (standaard)
als vorstbeveiliging voor uw huis.
•
In de -, - en
-stand geeft de
kamerthermostaat de huidige kamertempe-
ratuur weer. Druk op de
-toets om de ge-
programmeerde ‘’
(de temperatuur die de kamerthermostaat
tracht te handhaven) te bekijken. Deze
‘gevraagde temperatuur’ wordt knipperend
weergegeven. Na 5 seconden verschijnt
de huidige kamertemperatuur weer.
•
Tijdens normaal gebruik () kan de
geprogrammeerde temperatuur handmatig
aangepast worden met behulp van de
- of -toets of de -toets. De ‘gevraagde
temperatuur’ wordt 5 seconden knippe-
rend weergegeven. In deze 5 seconden
kan de temperatuur gewijzigd worden
met behulp van de - of -toets. NB:
deze gewijzigde temperatuur wordt slechts
gehandhaafd tot het eerstvolgende scha-
kelpunt van het programma.
Tijdens normaal gebruik kunt u de of
-toets gebruiken om alleen de tijd aan te pas-
sen. Druk vervolgens weer op de groene
-toets om de wijzigingen op te slaan.