HET BEDIENEN VAN UW THERMOSTAAT
PROGRAMMEREN 14
HET TIJDELIJKE WIJZIGEN
VAN DE TEMPERATUUR-
INSTELLING
Het tijdelijk verhogen of verlagen
van de temperatuurinstelling gedu-
rende de heersende periode.
De tijdelijke temperatuurverhoging
of -verlaging opheffen.
HET BLIJVEND
WIJZIGEN VAN HET
PROGRAMMA
Temperatuurinstelling en aanvangs-
tijd van een periode wijzigen zonder
het gehele programma opnieuw in te
moeten voeren.
Druk één van de twee toetsen in en
houd deze ingedrukt totdat de
gewenste temperatuurinstelling is
bereikt. Het uitleesvenster zal knip-
perend TIJDELIJK weergeven.
Deze wijziging wordt automatisch
opgeheven als wordt overgescha-
keld naar de eerstvolgende
programmaperiode.
Druk de toets START PROGRAM-
MA in. Hierdoor zijn alle tijdelijke
instellingen opgeheven. De thermo-
staat keert terug naar het normale
programma.
Druk één van de vier toetsen in,
van de periode waarvan u de
instellingen wilt veranderen.
Druk de toets DAG in en houd deze
ingedrukt totdat de gewenste dag of
weekdagenblok wordt weergegeven
op het uitleesvenster.
Druk één van de TIJD-toetsen of
één van de TEMPERATUUR-toet-
sen in en houd deze ingedrukt
totdat de gewenste instelling wordt
weergegeven.
Druk de toets START PROGRAM-
MA in, om het nieuw ingevoerde
programma en de bijbehorende
uitiezing te activeren.