HET PROGRAMMEREN IN WEEKBLOKKEN
PROGRAMMEREN 4
A: Het invoeren van een tijd-
programma met bijbehorende
temperaturen in drie blokken
per week.
Opmerking
Het invoeren van de periode
OPSTAAN is noodzakelijk.
Het invoeren van de perioden
VERTREKKEN, THUISKOMEN en
SLAPEN kan desgewenst achter-
wege blijven.
Als het uitleesvenster de instelling
knipperend weergeeft terwijl u één
van de twee toetsen TEMPERA-
TUUR WARMER of KOUDER inge-
drukt houdt, dan heeft u de grens-
waarde van de instelling bereikt.
Deze grenswaarden zijn:
minimum 7 °C en maximum 31 °C.
Het invoeren van het tijdstip VER-
TREKKEN en bijbehorende tempe-
ratuur (indien gewenst).
OPGELET:
U kunt het programma voor
VERTREKKEN, THUISKOMEN
en/of SLAPEN opheffen door de
gewenste PERIODE-toets in te
drukken en deze enkele seconden
ingedrukt te houden totdat de aan-
vangstijd en temperatuur van het
afleesvenster verdwijnen.
Druk de toets in. Het uitleesvenster
geeft nu OPSTAAN en het door de
fabriek ingevoerde tijdstip en de bij-
behorende temperatuur weer.
Indien het uitleesvenster ZA (zater-
dag) of ZO (zondag) weergeeft,
druk dan de toets in en houd
deze ingedrukt totdat het blok
MA DI WO DO VR (werkdagen)
wordt weergegeven.
Druk één van de twee toetsen in tot-
dat het uitleesvenster de gewenste
aanvangstijd weergeeft.
Druk één van deze twee toetsen in
en houd deze ingedrukt totdat het
uitleesvenster de gewenste tempe-
ratuur weergeeft.
Druk de toets in en houd deze
ingedrukt totdat het uitleesvenster
VERTREKKEN weergeeft, maar
geen tijd of temperatuur.
Druk één van de twee toetsen in en
houd deze ingedrukt totdat het uit-
leesvenster de gewenste aanvangs-
tijd van de periode VERTREKKEN
weergeeft.
Druk één van de twee toetsen in en
houd deze ingedrukt totdat het uit-
leesvenster de gewenste tempera-
tuur weergeeft.