REOVREVgnillatsjibnegrozrooV
Uit stalling nemen
Als de motor heeft gedraaid, laat dan eerst minstens 15 minuten afkoelen
voordat u de motor op het transportvoertuig zet. Een hete motor en
uitlaatsysteem kunnen brandwonden veroorzaken en materialen doen
ontbranden.
Als u uw motor stalt met benzine in de brandstoftank en de carburateur,
moet het risico op ontbranding van benzinedamp zoveel mogelijk worden
tegengegaan. Kies een goed geventileerde stallingruimte, op ruime
afstand van apparatuur met open vuur zoals een fornuis, een
waterverwarmer of een kledingdroger. Vermijd ook een plek met een
elektromotor die vonken produceert of waar elektrisch gereedschap wordt
posnakedmo,treovrevezedureennawlaatnozirohrotomedduoH.tkiurbeg
lekkage van brandstof te verkleinen.
Als de cilinder ter voorbereiding op stalling werd geolied, zal de motor kort
roken bij de eerste start. Dat is normaal.
Als u de brandstof heeft afgetapt ter voorbereiding op stalling, vul de tank
dan weer met nieuwe benzine. Als u een benzinevat gebruikt om bij te
tanken, zorg dan dat deze altijd alleen nieuwe benzine bevat. Na verloop
van tijd oxydeert benzine en verslechtert de kwaliteit, waardoor starten
wordt bemoeilijkt.
Controleer uw motor zoals beschreven in de paragraaf
GEBRUIKSCONTROLES VOORAF
in deze handleiding (zie pagina ).
Dek de motor af nadat de motor en het uitlaatsysteem zijn afgekoeld, om
stof buiten te houden. Een warme motor en uitlaatsysteem kan sommige
materialen doen ontbranden of smelten. Gebruik geen plastic folie om af te
dekken tegen stof.
Onder zo’n niet-doorlatende afdekking blijft vocht rondom de motor achter
en verloopt roestvorming en corrosie sneller.
Zet de motor om te stallen horizontaal neer. Door te kantelen kan er
brandstof- of olielekkage ontstaan.
Kies ook geen stallingruimte die erg vochtig is, want vocht bevordert roest
en corrosie.
34
−
Brandstoftank en carburateur aftappen
Motorolie
UW MOTOR STALLEN
Voorbereiding op stalling
Brandstof
Reinigen
HANDIGE TIPS & SUGGESTIES
AFTAPPLUGCARBURATEUR
HANDGREEP STARTKOORD
Benzine is zeer ontvlambaar en explosief en u kunt
brandwonden of ernstig letsel oplopen terwijl u met benzine
bezig bent.
Zet de motor af en houd warmtebronnen, vonken en open
vuur uit de buurt.
Werk met benzine alleen in de buitenlucht.
Veeg gemorste benzine direct weg.
Tap de brandstoftank af in een geschikte opvangbak voor benzine.
Gebruik hiervoor bij voorkeur een in de handel verkrijgbare handpomp
voor benzine. Gebruik geen elektrische pomp.
Draai de aftapschroef van de carburateur los en tap de carburateur af in
een geschikte opvangbak. Draai na het aftappen de aftapschroef in de
carburateur weer stevig vast.
Smeer corrosiegevoelige onderdelen licht in met olie. Dek de motor af
om stof buiten te houden.
Ververs de motorolie (zie pagina ).
Verwijder de bougie (zie pagina ).
Giet een theelepel (5 10 cm
) schone motorolie in de cilinder.
Trek een paar keer aan het startkoord om de olie in de cilinder te
verdelen.
Breng de bougie weer aan.
Trek het startkoord langzaam uit totdat u weerstand voelt. Hiermee sluit
u de kleppen en beschermt u deze tegen stof en corrosie.
Correct stallen is van groot belang om uw motor in storingsvrije conditie te
houden en er goed te laten uitzien. Met de volgende stappen voorkomt u
dat roest en corrosie de werking en de aanblik van uw motor verslechteren
en zal de motor de volgende keer weer gemakkelijk starten.
Afhankelijk van de regio waar u de apparatuur gebruikt, kan de
samenstelling van de brandstof snel verslechteren en oxideren.
Verslechtering en oxidatie van de brandstof kunnen al binnen 30 dagen
optreden en kunnen schade veroorzaken aan de carburateur en/of het
brandstofsysteem. Raadpleeg uw onderhoudsdealer voor aanbevelingen
voor opslag.
Benzine zal tijdens stalling oxyderen en gaat dan kwalitatief achteruit. Met
slechte benzine zal de motor moeilijk starten en blijft er een harsaanslag
achter die het brandstofsysteem kan verstoppen. Als de kwaliteit van de
benzine in uw motor tijdens stalling achteruitgaat, is mogelijk extra
onderhoud nodig aan de carburateur of andere onderdelen van het
brandstofsysteem of moeten deze worden vervangen.
Als de motor heeft gedraaid, laat dan minstens een half uur afkoelen
voordat u gaat reinigen. Reinig de motor aan de buitenzijde, werk
beschadigde lak bij en smeer andere gedeelten die kunnen roesten licht in
met olie.
Door te reinigen met water uit een tuinslang of met een hogedrukreiniger,
kan er water in het luchtfilter of in de uitlaatdemperopening dringen. Water
in het luchtfilter wordt opgezogen door het luchtfilterelement en water dat
zo het luchtfilter of de uitlaatdemper passeert kan in de cilinder
terechtkomen en schade veroorzaken.
Schade aan het brandstofsysteen om problemen met de prestatie van de
motor die voortvloeien uit het niet-naleven van de opslagvoorbereiding
vallen niet onder de garantie.
De tijdsduur dat benzine in uw brandstoftank en carbrator kan gelaten
worden, zonder functionele problemen te veroorzaken, hangt van
verschillende factoren af zoals: benzinemenging, opslagtemperatuur, en of
de tank gedeeltelijk of volledig gevuld is. De lucht in een gedeeltelijke
gevulde brandstoftank bevordert brandstofverval. Warme
opslagtemperaturen versnellen het brandstofverval. Brandstofverval kan
binnen de 30 dagen voorkomen vanaf het houden van brandstof in de
brandstoftank, of zelf minder als de brandstof niet vers was wanneer u de
brandstoftank vulde.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
1.
2.
7.
36
37
2col_GC135_160_297x210_ORIZ_27lug09:297x210 (303x216) 25/09/09 13:04 Pagina 38