NL 51ONDERHOUD
A = 47,5 - 49,5 mm
B = 45 - 47 mm
opgemeten aan de binnenkant van de sluitringen. Na het
bijstellen, dient de moer (1) weer vastgedraaid te wor-
den.
Om overbelasting van de rem-
groep te voorkomen dient u bij het bijstellen niet onder
deze waardes te gaan.
Als de rem na het bijstellen niet
goed werkt dient er onmiddelijk contact opgeno-
men te worden met uw leverancier. PROBEER NIET
ZELF ANDERE HANDELINGEN UIT TE VOEREN
DAN DIE HIERBOVEN BESCHREVEN STAAN.
6.3.5 A
FSTELLEN VAN DE SPANNING VAN DE DRIJFSNAAR
Als de machine niet voldoende rijkracht vertoont dient de spanning van de spanningsveer
afgesteld te worden zodat de beste werkconditie herkregen wordt.
De toegang tot het afstellen is mogelijk door het deurtje op de gleuf onder de stoel te ver-
wijderen.
Draai de blokkeermoeren (2) los en draai de schroef (1) los of vast voor zover dit nodig is,
totdat een veerlengte "A" van de veer (3) verkregen is van:
A = 129 - 131 mm
A = 109 - 111 mm
opgemeten aan de buitenkant van de schroefwindingen.
Na het afstellen dienen de moeren (2) weer vastgedraaid
te worden.
Let goed op bij het gebruik van de
machine na het vervangen van de drijfsnaar. Het koppelen kan in het begin wat bruusk
gaan totdat de drijfsnaar ingereden is.
OPMERKING
HF2•••HTEHF2•••HME
➤
HF2•••SBE
➤
̆
!
LET OP!
BELANGRIJK
HF2•••HTEHF2•••HME
➤
HF2•••SBE
➤