49
Verschijnselen die gemakkelijk aangezien worden als defecten (vervolg)
Verschijnselen
Gevallen waarbij er geen machinedefect is opgetreden
Referentie
pagina's
Er wordt
geen geluid
geproduceerd.
De bedrading is niet correct aangesloten.
Sluit de audiokabels op de juiste manier aan.
12, 13
De geluidsweergave is tijdelijk uitgeschakeld (MUTE).
Schakel de geluidsweergave weer in met de MUTE of
VOLUME-knop op de afstandsbediening.
18
Het volume staat heel erg laag.
Zet het volume op een hoger niveau via het menu of met de
afstandsbediening.
18
De AUDIO instelling is niet correct.
Stel het onderdeel AUDIO in het INSTELLEN menu correct in.
34
Foto’s worden
niet getoond.
Het lens-afdekkapje is bevestigd.
Haal het lenskapje eraf.
17
De signaal-kabels zijn niet op de juist manier aangesloten.
Sluit de signaal-kabels op de juiste manier aan.
12, 13
De helderheid staat op een heel laag niveau.
Zet HELDER op een hoger niveau met de menu-functie of
de afstandsbediening.
25
De computer kan de projector niet als plug-and-play
monitor vinden.
Controleer of de computer een plug-and-play monitor kan
vinden met een andere plug-and-play monitor.
11
De
videoweergave
wordt stilgezet.
De FOTO functie is ingeschakeld.
Druk op de FREEZE-knop toets om de normale weergave
te herstellen.
22
De kleuren
vervagen
geleidelijk.
De kleur-instellingen zijn niet correct.
Voer beeldaanpassingen uit door de instellingen van
KLEURTEMP, KLEUR, TINT en/of KLROMVANG te
veranderen, met de menu-functies.
25, 28,
32
KLROMVANG instelling is niet beschikbaar
Verander de KLROMVANG instelling naar AUTO, RGB,
SMPTE240, REC709 of REC601.
32
Storingen verhelpen