662772
146
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/147
Next page
Network Speed Dome
Gebruikershandleiding
UD.6L0201D1827A01
Gebruikershandleiding voor Network Speed Dome
© Hikvision
1
Gebruikershandleiding
COPYRIGHT © 2015 Hangzhou Hikvision Digital Technology Co., Ltd.
ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN.
Alle gegevens, inclusief, maar niet beperkt tot teksten, afbeeldingen en grafieken, zijn het eigendom
van Hangzhou Hikvision Digital Technology Co., Ltd of haar dochterondernemingen (hierna Hikvision
genoemd). Deze gebruikershandleiding (hierna de Handleiding genoemd) mag op geen enkele wijze
geheel of gedeeltelijk worden gereproduceerd, gewijzigd, vertaald of gedistribueerd zonder
schriftelijke toestemming van Hikvision. Tenzij anderszins aangegeven, verleent Hikvision geen
impliciete of expliciete garanties of verklaringen met betrekking tot de Handleiding.
Over deze Handleiding
Deze handleiding is van toepassing op de volgende typen network speed domes: 5-inch, 6,5-inch,
7-inch IR en 8-inch IR.
Deze handleiding bevat instructies voor het gebruik en beheer van het product. Afbeeldingen,
grafieken en alle andere informatie in dit document zijn alleen bedoeld voor beschrijvings- en
uitlegdoeleinden. De informatie in deze Handleiding kan zonder kennisgeving via firmware-updates of
om andere redenen worden gewijzigd. U vindt de meest recente versie op de
bedrijfswebsite (http://overseas.hikvision.com/en/).
Gebruik deze gebruikershandleiding onder begeleiding van professionals.
Kennisgeving met betrekking tot handelsmerken
en andere handelsmerken en logo's van Hikvision zijn het eigendom van Hikvision in
verschillende rechtsgebieden. Andere handelsmerken en logo's die hieronder worden vermeld, zijn
het eigendom van de respectieve eigenaars.
Wettelijke vrijwaring
VOOR ZOVER WETTELIJK IS TOEGESTAAN DOOR HET TOEPASSELIJK RECHT, WORDT HET BESCHREVEN
PRODUCT, INCLUSIEF HARDWARE, SOFTWARE EN FIRMWARE, GELEVERD IN DE HUIDIGE STAAT ('AS
IS'), INCLUSIEF GEBREKEN EN FOUTEN. HIKVISION VERLEENT GEEN GARANTIES, HETZIJ EXPLICIET,
HETZIJ IMPLICIET, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT VERKOOPBAARHEID, VOLDOENDE KWALITEIT,
GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL EN NIET-INBREUKMAKENDHEID. IN GEEN GEVAL KUNNEN
HIKVISION, HAAR DIRECTEURS, BESTUURSLEDEN, WERKNEMERS OF AGENTEN AANSPRAKELIJK
WORDEN GESTELD DOOR U VOOR BIJZONDERE SCHADE, GEVOLGSCHADE, SCHADE DOOR
ONGEVALLEN OF INDIRECTE SCHADE, WAARONDER SCHADE DOOR VERLIES VAN BEDRIJFSWINST,
BEDRIJFSONDERBREKINGEN EN VERLIES VAN GEGEVENS OF DOCUMENTATIE, DIE HET GEVOLG IS VAN
HET GEBRUIK VAN DIT PRODUCT, ZELFS WANNEER HIKVISION OP DE HOOGTE WAS VAN DE
MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE SCHADE.
WAT BETREFT HET PRODUCT MET INTERNETTOEGANG, GELDT DAT HET PRODUCT GEHEEL OP EIGEN
RISICO WORDT GEBRUIKT. HIKVISION KAN NIET VERANTWOORDELIJK WORDEN GESTELD VOOR
INCORRECTE WERKING, PRIVACYLEKKEN OF ANDERE SCHADE DIE HET GEVOLG IS VAN
CYBERAANVALLEN, HACKERSAANVALLEN, VIRUSCONTROLES OF ANDERE
INTERNETBEVEILIGINGSRISICO'S. HIKVISION ZAL ECHTER TIJDIGE TECHNISCHE ONDERSTEUING BIEDEN
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
2
INDIEN DEZE VEREIST IS.
DE SURVEILLANCEWETGEVING VERSCHILT PER RECHTSGEBIED. CONTROLEER ALLE TOEPASSELIJKE
WETGEVING IN UW RECHTSGEBIED VOORDAT U DIT PRODUCT GEBRUIKT OM ERVOOR TE ZORGEN
DAT UW GEBRUIK CONFORM HET TOEPASSELIJK RECHT IS. HIKVISION KAN NIET VERANTWOORDELIJK
WORDEN GESTELD WANNEER HET PRODUCT VOOR ONRECHTMATIGE DOELEINDEN WORDT
GEBRUIKT.
IN HET GEVAL VAN CONFLICTEN TUSSEN DEZE HANDLEIDING EN HET TOEPASSELIJK RECHT, HEEFT HET
TOEPASSELIJK RECHT VOORRANG.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
3
Regelgevingsinformatie
FCC-informatie
FCC-naleving: Deze apparatuur is getest en voldoet aan de grenswaarden voor een digitaal apparaat,
conform deel 15 van de FCC-regelgeving. Deze grenswaarden zijn ontworpen om redelijke
bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie wanneer de apparatuur in een commerciële
omgeving wordt gebruikt. Deze apparatuur genereert en gebruikt radiofrequentie-energie, en kan
deze uitstralen. Als de apparatuur niet wordt geïnstalleerd en gebruikt in overeenstemming met de
instructiehandleiding, kan de apparatuur schadelijke interferentie veroorzaken aan
radiocommunicatie. Het gebruik van deze apparatuur in een woonwijk kan schadelijke interferentie
veroorzaken. In dat geval moet de gebruiker de interferentie op eigen kosten verhelpen.
FCC-voorschriften
Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-regelgeving. Het gebruik is onderworpen aan de
volgende twee voorschriften:
1. Dit apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken.
2. Dit apparaat moet ontvangen interferentie accepteren, inclusief interferentie die kan leiden tot
ongewenste werking.
EU-conformiteitsverklaring
Dit product en (indien van toepassing) de meegeleverde accessoires zijn gemarkeerd
met CE. Dit houdt in dat ze voldoen aan de toepasselijke algemene Europese
standaarden onder EMC-richtlijn 2004/108/EC en RoHS-richtlijn 2011/65/EC.
2012/19/EU (WEEE-richtlijn): Producten met dit symbool mogen in de Europese Unie
niet worden weggegooid als ongesorteerd restafval. Retourneer de batterij aan uw
leverancier of een van de speciale inzamelingspunten voor deskundige recycling.
Raadpleeg de volgende site voor meer informatie: www.recyclethis.info.
2006/66/EC (batterijrichtlijn): Dit product bevat een batterij die in de Europese Unie
niet mag worden weggegooid als ongesorteerd restafval. Raadpleeg de
productdocumentatie voor informatie over deze specifieke batterij. De batterij is
gemarkeerd met het volgende symbool. Het symbool kan afkortingen bevatten
waarmee cadmium (Cd), lood (Pb) en kwik (Hg) worden aangeduid. Retourneer de batterij aan uw
leverancier of een van de speciale inzamelingspunten voor deskundige recycling. U vindt meer
informatie op www.recyclethis.info.
Naleving van Industry Canada ICES-003
Dit apparaat voldoet aan de vereisten voor de standaarden van CAN ICES-3 (A)/NMB-3(A).
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
4
Veiligheidsinstructies
Deze instructies zijn bedoeld om ervoor te zorgen dat de gebruiker het product op de juiste wijze kan
gebruiken, en om gevaar en verlies van eigendommen te voorkomen.
De voorzorgsmaatregelen zijn gemarkeerd als Waarschuwing of Let op:
Waarschuwing: Als deze waarschuwingen worden genegeerd, kan dit leiden tot ernstig letsel of
overlijden.
Let op: Als deze meldingen worden genegeerd, kan dit leiden tot letsel of beschadigde apparatuur.
Waarschuwing Volg deze veiligheidsmaatregelen
op om ernstig letsel of overlijden te
voorkomen.
Let op Volg deze voorzorgsmaatregelen
op om mogelijk letsel of
materiaalbeschadiging te
voorkomen.
Waarschuwing:
Gebruik een voedingsadapter die voldoet aan de SELV-standaard (veiligheidsstandaard voor extra
lage spanning). Het energieverbruik mag niet lager zijn dan de vereiste waarde.
Sluit niet meerdere apparaten aan op één voedingsadapter. Overbelasting van de adapter kan
leiden tot oververhitting en brandgevaar.
Wanneer het product op een muur of plafond wordt geplaatst, moet het apparaat stevig worden
vastgezet.
Stel het binnen gebruikte product niet bloot aan regen of vocht om het risico op brand en
elektrische schokken te voorkomen.
De installatie moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerde servicemedewerker en de
installatie moet voldoen aan alle lokale regelgeving.
Installeer apparatuur voor stroomstoringen in het voedingscircuit om problemen bij
stroomonderbrekingen te voorkomen.
Als het product niet naar behoren werkt, neemt u contact op met uw dealer of het
dichtstbijzijnde servicecentrum. Probeer nooit zelf het product uit elkaar te halen. (Wij nemen
geen verantwoordelijkheid voor problemen die zijn veroorzaakt door ongeautoriseerde reparaties
of onderhoudswerkzaamheden.)
Kijk niet rechtstreeks in het laserlicht vanaf een afstand van minder dan 6 meter, aangezien
laserlicht schadelijk kan zijn voor mensen.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
5
Let op:
Zorg dat de voedingsspanning correct is voordat u het product in gebruik neemt.
Laat het product niet vallen en stel het niet bloot aan elektrische schokken. Installeer het product
niet op trillende ondergronden of locaties.
Stel het product niet bloot aan omgevingen met sterke elektromagnetische straling.
Richt de lens niet op een sterke lichtbron, zoals de zon of een gloeilamp. Het sterke licht kan
leiden tot onherstelbare schade aan het product.
De sensor kan worden uitgebrand met een laserstraal. Als er laserapparatuur wordt gebruikt,
moet het oppervlak van de sensor niet worden blootgesteld aan de laserstraal.
Raadpleeg de specificatiehandleiding voor meer informatie over de bedrijfstemperatuur.
Goede ventilatie is vereist om hitte weg te voeren en een correcte werkomgeving te garanderen.
Het product moet tijdens verzending in de originele verpakking worden ingepakt.
Gebruik de meegeleverde handschoen om de productcover te openen. Raak de productcover niet
direct met uw vingers aan, aangezien de zuurgraad van het zweet op uw vingers de
oppervlaktecoating van de productcover kan aantasten.
Gebruik een zachte en droge doek om het binnen- en buitenoppervlak van de productcover
schoon te maken. Gebruik geen basische schoonmaakmiddelen.
Onjuist gebruik en onjuiste vervanging van de batterij kunnen leiden tot explosiegevaar. Gebruik
het door de fabrikant aanbevolen batterijtype.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
6
Inhoudsopgave
1.1 SYSTEEMVEREISTEN ....................................................................................................................... 8
1.2 FUNCTIES .................................................................................................................................... 8
2.1 DE NETWORK SPEED DOME INSTELLEN VIA EEN LAN .......................................................................... 12
2.1.1 Kabelverbinding via een LAN ............................................................................................. 12
2.1.2 De speed dome activeren................................................................................................... 13
2.2 DE NETWORK SPEED DOME INSTELLEN VIA EEN WAN ......................................................................... 19
2.2.1 Aansluiten met statisch IP-adres ........................................................................................ 19
2.2.2 Verbinding maken met een dynamisch IP-adres ................................................................ 20
3.1 TOEGANG VIA WEBBROWSERS ....................................................................................................... 23
3.2 TOEGANG VIA CLIENTSOFTWARE ..................................................................................................... 25
4.1 INSCHAKELACTIE ......................................................................................................................... 27
4.2 LIVEWEERGAVEPAGINA ................................................................................................................. 27
4.3 LIVEWEERGAVE STARTEN............................................................................................................... 28
4.4 BEELDEN HANDMATIG OPNEMEN EN VASTLEGGEN ............................................................................. 31
4.5 PTZ-BEDIENING .......................................................................................................................... 31
4.5.1 PTZ-bedieningspaneel ........................................................................................................ 31
4.5.2 Een preset instellen/aanroepen ......................................................................................... 32
4.5.3 Een patrouille instellen/aanroepen .................................................................................... 34
4.5.4 Een patroon instellen/aanroepen ...................................................................................... 36
4.6 LIVEWEERGAVEPARAMETERS CONFIGUREREN .................................................................................... 38
5.1 BEGINPOSITIE CONFIGUREREN ....................................................................................................... 39
5.2 BASIS-PTZ-PARAMETERS CONFIGUREREN ......................................................................................... 40
5.3 PTZ-LIMIETSTOPS CONFIGUREREN .................................................................................................. 41
5.4 GEPLANDE TAKEN CONFIGUREREN .................................................................................................. 43
5.5 PARKEERACTIES CONFIGUREREN ..................................................................................................... 45
5.6 PRIVACYMASKER CONFIGUREREN.................................................................................................... 45
5.7 SLIMME TRACKING CONFIGUREREN ................................................................................................. 47
5.8 PTZ-BEDIENINGSPRIORITEIT CONFIGUREREN ..................................................................................... 48
5.9 PTZ-CONFIGURATIES WISSEN ......................................................................................................... 48
6.1 LOKALE PARAMETERS CONFIGUREREN .............................................................................................. 50
6.2 TIJDINSTELLINGEN CONFIGUREREN.................................................................................................. 51
6.3 NETWERKINSTELLINGEN CONFIGUREREN .......................................................................................... 54
6.3.1 TCP/IP-instellingen configureren ........................................................................................ 54
6.3.2 Poortinstellingen configureren .......................................................................................... 56
6.3.3 PPPoE-instellingen configureren ........................................................................................ 56
6.3.4 DDNS-instellingen configureren ......................................................................................... 57
6.3.5 SNMP-instellingen configureren ........................................................................................ 60
6.3.6 802.1X-instellingen configureren ....................................................................................... 61
6.3.7 QoS-instellingen configureren............................................................................................ 62
6.3.8 FTP-instellingen configureren ............................................................................................ 63
6.3.9 UPnP™-instellingen configureren....................................................................................... 65
6.3.10 NAT-instellingen (Network Address Translation) configureren ...................................... 66
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
7
6.3.11 E-mailinstellingen configureren ..................................................................................... 66
6.3.12 HTTPS-instellingen configureren .................................................................................... 68
6.4 VIDEO- EN AUDIO-INSTELLINGEN CONFIGUREREN............................................................................... 71
6.4.1 Video-instellingen configureren ......................................................................................... 71
6.4.2 Audio-instellingen configureren ......................................................................................... 72
6.4.3 ROI-instellingen configureren ............................................................................................ 73
6.5 BEELDINSTELLINGEN CONFIGUREREN ............................................................................................... 75
6.5.1 Scherminstellingen configureren ....................................................................................... 75
6.5.2 OSD-instellingen configureren ........................................................................................... 82
6.5.3 Tekstoverlayinstellingen configureren ............................................................................... 84
6.6 ALARMEN CONFIGUREREN EN BEHEREN ........................................................................................... 85
6.6.1 Bewegingsdetectie configureren ....................................................................................... 85
6.6.2 Alarm voor videosignaalverlies configureren .................................................................... 90
6.6.3 Alarm voor videomanipulatie configureren ....................................................................... 91
6.6.4 Externe alarminputs configureren ..................................................................................... 92
6.6.5 Alarmoutput configureren ................................................................................................. 93
6.6.6 Uitzonderingen verwerken ................................................................................................ 94
6.6.7 Audio-uitzonderingen detecteren ...................................................................................... 95
6.6.8 Dubbele VCA configureren ................................................................................................. 96
6.6.9 Indringerdetectie configureren .......................................................................................... 96
6.6.10 Detectie van lijnoverschrijding configureren ................................................................. 98
6.6.11 Gezichtsdetectie configureren ..................................................................................... 100
6.6.12 Detectie van betreden van gebied ............................................................................... 101
6.6.13 Detectie van verlaten van gebied ................................................................................ 102
7.1 NAS-INSTELLINGEN CONFIGUREREN ............................................................................................. 104
7.2 OPSLAG INITIALISEREN EN CONFIGUREREN ..................................................................................... 105
7.3 OPNAMESCHEMA CONFIGUREREN ................................................................................................ 106
7.4 INSTELLINGEN VOOR SNAPSHOTS CONFIGUREREN ............................................................................ 110
10.1 GEBRUIKERSACCOUNTS BEHEREN ................................................................................................. 119
10.2 VERIFICATIE CONFIGUREREN ........................................................................................................ 121
10.3 ANONIEM BEZOEK CONFIGUREREN ............................................................................................... 121
10.4 IP-ADRESFILTER CONFIGUREREN ................................................................................................... 122
10.5 INSTELLINGEN VOOR DE BEVEILIGINGSSERVICE CONFIGUREREN ........................................................... 123
10.6 APPARAATINFORMATIE WEERGEVEN .............................................................................................. 123
10.7 ONDERHOUD ........................................................................................................................... 124
10.7.1 De speed dome opnieuw starten ................................................................................. 124
10.7.2 Standaardinstellingen herstellen ................................................................................. 124
10.7.3 Configuratiebestand importeren/exporteren .............................................................. 124
10.7.4 Het systeem upgraden ................................................................................................. 125
10.8 RS-485 CONFIGUREREN ............................................................................................................. 126
10.9 AANVULLENDE VERLICHTING CONFIGUREREN .................................................................................. 126
10.10 VERBINDING OP AFSTAND CONFIGUREREN .................................................................................. 127
APPENDIX 1 - INLEIDING TOT SADP-SOFTWARE ........................................................................................... 128
APPENDIX 2 POORTTOEWIJZING ............................................................................................................... 131
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
8
APPENDIX 3 BESCHERMING TEGEN STATISCHE ELEKTRICITEIT, BLIKSEMONTLADING EN STROOMPIEKEN..................... 133
APPENDIX 4 BESCHERMING TEGEN WATER .................................................................................................. 137
APPENDIX 5 KOEPELONDERHOUD ............................................................................................................. 138
APPENDIX 6 RS-485-BUS AANSLUITEN ...................................................................................................... 139
APPENDIX 7 DRAADTYPE EN TRANSMISSIEAFSTAND VOOR 24 V AC ................................................................. 142
APPENDIX 8 DRAADTYPE EN TRANSMISSIEAFSTAND VOOR 12 V DC ................................................................. 143
APPENDIX 9 TABEL MET DRAADDIKTESTANDAARDEN ..................................................................................... 144
APPENDIX 10 ALARM IN/OUT AANSLUITEN ................................................................................................. 145
Overzicht
1.1 Systeemvereisten
De systeemvereisten voor webbrowsertoegang zijn als volgt:
Besturingssysteem: Microsoft Windows XP SP1 en hoger/Windows Vista/Windows
7/Windows Server 2003/Windows Server 2008 (32-bits versie)
CPU: Intel Pentium IV 3,0 GHz-processor of hoger
RAM: 1 GB of meer
Scherm: Resolutie van 1024×768 of hoger
Webbrowser: Internet Explorer 8.0 en hoger, Apple Safari 5.02 en hoger, Mozilla
Firefox 5 en hoger, en Google Chrome 18 en hoger.
1.2 Functies
De werking van de functies verschilt, afhankelijk van het speed dome-model.
Limietstops
De dome kan zo worden geprogrammeerd dat deze zich binnen de limietstops
beweegt (links/rechts, omhoog/omlaag).
Scanmodi
De dome biedt ondersteuning voor 5 scanmodi: automatisch scannen, gekanteld
scannen, frames scannen, willekeurig scannen en panoramisch scannen.
Stilzetten voor presetovergangen
Met deze functie wordt het beeld op de monitor stilgezet wanneer de dome naar
een preset wordt verplaatst. Dit zorgt voor soepele overgangen tussen presetscènes.
Verder wordt gegarandeerd dat het gemaskeerde gebied niet wordt weergegeven
wanneer de dome naar een preset wordt verplaatst.
Presets
Een preset is een vooraf gedefinieerde beeldpositie. Wanneer de preset wordt
aangeroepen, wordt de dome automatisch naar de gedefinieerde positie verplaatst.
Presets kunnen worden toegevoegd, gewijzigd, verwijderd en aangeroepen.
Labelweergave
Op de monitor kan een on-screen label worden weergegeven met de presettitel, de
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
9
azimut/hoogte, het zoomniveau, de tijd en de dome-naam. De weergave van de tijd
en speed dome-naam kan worden geprogrammeerd.
Automatisch draaien
Wanneer een object zich direct onder de speed dome verplaatst in de handmatige
trackingmodus, kan het beeld automatisch 180 graden worden gekanteld in
horizontale richting om de continuïteit van de tracking te behouden. De functie kan
ook worden gerealiseerd met automatische beeldspiegeling, afhankelijk van het
cameramodel.
Privacymasker
Met deze functie kunt u bepaalde gebieden van een scène blokkeren of maskeren om
persoonlijke privacy tijdens opnamen en liveweergave te garanderen. Een
gemaskeerd gebied wordt verplaatst in de pan- en kantelfuncties, en de grootte van
het gebied wordt automatisch aangepast wanneer de lens zoomt tussen het tele- en
breedbeeldbereik.
3D-positiebepaling
Gebruik in de clientsoftware de linkermuisknop om op de gewenste positie te klikken
in het videobeeld en een rechthoekig gebied te selecteren door naar rechtsonder te
slepen. De geselecteerde positie wordt nu gecentreerd op het dome-systeem en u
kunt inzoomen binnen het rechthoekige gebied. Gebruik de linkermuisknop om een
rechthoekig gebied te selecteren door naar linksboven te slepen om te centreren op
deze positie en te kunnen uitzoomen op het rechthoekige gebied.
Proportioneel pannen en kantelen
Met proportioneel pannen en kantelen wordt de pan- en kantelsnelheid automatisch
verhoogd of verlaagd op basis van de zoomfactor. Bij tele-instellingen zijn de pan- en
kantelsnelheid lager dan bij breedbeeldinstellingen. Hiermee wordt voorkomen dat
het liveweergavebeeld zich bij een grote zoomfactor te snel verplaatst.
Autofocus
Met autofocus kan de camera automatisch worden scherpgesteld om de
videobeelden scherp te houden.
Automatisch schakelen tussen dag- en nachtmodus
Overdag levert de speed dome kleurenbeelden. Wanneer het 's avonds donker
wordt, schakelt de speed dome naar de nachtmodus en worden zwart-witbeelden
van hoge kwaliteit geleverd.
Lange sluitertijd
In de modus met een lange sluitertijd wordt de sluitertijd automatisch verlengd bij
weinig licht om de videobeelden scherp te houden door de belichtingstijd te
verlengen. De functie kan in- en uitgeschakeld worden.
Tegenlichtcompensatie (BLC, backlight compensation)
Als u scherpstelt op een object met veel tegenlicht, wordt het object te donker om
het goed te kunnen zien. Met de BLC-functie kan het tegenlicht voor het object
worden gecompenseerd om het duidelijker te maken. Dit zorgt er echter wel voor dat
de achtergrond met sterke belichting overbelicht wordt.
Wide Dynamic Range (WDR)
Met de WDR-functie (wide dynamic range) levert de camera scherpe beelden, zelfs
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
10
bij veel tegenlicht. Als het weergaveveld zowel zeer heldere als zeer donkere
gebieden bevat, wordt met de WDR-functie de helderheid van het hele beeld
gebalanceerd. Dit levert heldere, gedetailleerde beelden op.
De werking van deze functie verschilt, afhankelijk van het speed dome-model.
Witbalans (WB)
Met de witbalansfunctie kunnen onrealistische kleurvervormingen worden
verwijderd. Witbalans is de witweergavefunctie van de camera. Hiermee wordt de
kleurtemperatuur automatisch aangepast op basis van de omgeving.
Patrouille
Een patrouille is een opgeslagen serie vooraf gedefinieerde presetfuncties. De
scansnelheid tussen twee presets en de duur van het stilstaan voor de preset kunnen
worden geprogrammeerd.
Patroon
Een patroon is een opgeslagen serie pan-, kantel-, zoom- en presetfuncties.
Standaard wordt de status van de focus en iris automatisch aangepast terwijl het
patroon wordt opgeslagen.
Geheugenfunctie bij uitschakelen
De dome biedt ondersteuning voor een geheugenfunctie bij het uitschakelen, waarbij
de hervattingstijd vooraf wordt gedefinieerd. Hiermee kan de vorige positie van de
dome worden hervat nadat de voeding weer is hersteld.
Tijdtaak
Een tijdtaak is een vooraf geconfigureerde actie die automatisch kan worden
uitgevoerd op een specifieke datum en tijd. De volgende programmeerbare acties
zijn beschikbaar: automatisch scannen, willekeurig scannen, patrouille 1-8, patroon
1-4, preset 1-8, frames scannen, panoramisch scannen, gekanteld scannen, dag,
nacht, opnieuw starten, PT aanpassen, aux-output, enzovoort.
Parkeeractie
Met deze functie kan de dome een vooraf gedefinieerde actie automatisch starten na
een periode van inactiviteit.
Gebruikersbeheer
Als u als beheerder bent aangemeld bij de dome, kunt u verschillende
toestemmingniveaus toekennen aan gebruikers. Dezelfde network speed dome kan
via het netwerk gelijktijdig worden benaderd en beheerd door verschillende
gebruikers.
3D digitale ruisonderdrukking
In vergelijking met algemene 2D digitale ruisonderdrukking, waarbij ruis in één frame
wordt verwerkt, worden met 3D digitale ruisonderdrukking beelden met ruis tussen
twee frames verwerkt. De ruis wordt sterk verminderd en de videobeelden zijn
hierdoor helderder.
Dubbele VCA
Combinatie van gedetecteerde VCA-informatie in de videostream. Dit kan worden
gebruikt voor de analyse op tweede niveau op het back-endapparaat.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
11
Gebruikershandleiding voor Network Speed Dome
© Hikvision
12
Chapter 2 Netwerkverbinding
U bevestigt dat het gebruik van het product met internettoegang kan leiden tot
netwerkbeveiligingsrisico's. Zorg voor een goede beveiliging om
netwerkaanvallen en informatielekken te voorkomen. Als het product niet naar
behoren werkt, neemt u contact op met uw dealer of het dichtstbijzijnde
servicecentrum.
U wordt aanbevolen de speed dome regelmatig te laten controleren en
onderhouden om de netwerkbeveiliging van de dome te garanderen. Neem
contact met ons op als dergelijk onderhoud noodzakelijk is.
Voordat u begint:
Als u de network speed dome via een LAN (Local Area Network) wilt instellen,
raadpleegt u Sectie 2.1 De network speed dome instellen via een LAN.
Als u de network speed dome via een WAN (Wide Area Network) wilt instellen,
raadpleegt u Sectie 2.2 De network speed dome instellen via een WAN.
2.1 De network speed dome instellen via een LAN
Doel:
Als u de speed dome wilt weergeven en configureren via een LAN, moet u in
hetzelfde subnet via uw computer verbinding maken met de network speed dome.
Vervolgens moet u de SADP- of clientsoftware installeren om het IP-adres van de
network speed dome te zoeken en te wijzigen.
Raadpleeg Appendix 1 voor een gedetailleerde inleiding voor SADP.
2.1.1 Kabelverbinding via een LAN
In de volgende afbeelding worden de twee methoden weergegeven waarmee een
network speed dome en een computer via een kabel kunnen worden verbonden:
Doel:
Als u de network speed dome wilt testen, kunt u deze rechtstreeks op de
computer aansluiten met een netwerkkabel, zoals weergegeven in Figure 2-1.
Raadpleeg Figure 2-2 om de network speed dome in te stellen via een LAN met
een switch of router.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
13
Figure 2-1 Rechtstreeks verbinding maken
Speed Dome
Network Cable
Switch or Router
PC
Network Cable
Figure 2-2 Verbinding maken via een switch of router
2.1.2 De speed dome activeren
Doel:
Voordat u de speed dome kunt gebruiken, moet u deze activeren.
Activering via een webbrowser, via SADP en via de clientsoftware worden
ondersteund. In de volgende secties worden activering via een webbrowser en SADP
als voorbeeld gebruikt. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de speed dome voor
meer informatie over activering via de clientsoftware.
Activering via een webbrowser
Stappen:
1. Schakel de speed dome in en sluit deze aan op het netwerk.
2. Voer het IP-adres in de adresbalk van de webbrowser in. Klik op Enter om de
activeringsinterface te openen.
Het standaard-IP-adres van de speed dome is 192.168.1.64.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
14
Figure 2-3 Activeringsinterface (web)
3. Maak een wachtwoord en voer dit in het wachtwoordveld in.
STERK WACHTWOORD AANBEVOLEN Om de beveiliging van het
product te verbeteren, wordt het aanbevolen een sterk wachtwoord te
kiezen dat minimaal 8 tekens bevat, inclusief hoofdletters, kleine letters,
cijfers en speciale tekens. Daarnaast raden we aan om het wachtwoord
regelmatig te wijzigen, vooral voor streng beveiligde systemen. U kunt
uw product beter beveiligen door het wachtwoord maandelijks of zelfs
wekelijks te wijzigen.
4. Bevestig het wachtwoord.
5. Klik op OK om de speed dome te activeren en de liveweergave-interface te
openen.
Activering via SADP-software
SADP-software wordt gebruikt voor de detectie van online apparaten, het activeren
van apparaten en het opnieuw instellen van wachtwoorden.
Haal de SADP-software op van de meegeleverde schijf of de officiële website, en
installeer de software door de prompts op te volgen. Volg de stappen op om de
speed dome te activeren.
Stappen:
1. Voer de SADP-software uit om online apparaten te zoeken.
2. Controleer de apparaatstatus in de apparaatlijst en selecteer een inactief
apparaat.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
15
Figure 2-4 SADP-interface
3. Maak een wachtwoord, voer dit in het wachtwoordveld in en bevestig het.
STERK WACHTWOORD AANBEVOLEN Om de beveiliging van het
product te verbeteren, wordt het aanbevolen een sterk wachtwoord te
kiezen dat minimaal 8 tekens bevat, inclusief hoofdletters, kleine letters,
cijfers en speciale tekens. Daarnaast raden we aan om het wachtwoord
regelmatig te wijzigen, vooral voor streng beveiligde systemen. U kunt
uw product beter beveiligen door het wachtwoord maandelijks of zelfs
wekelijks te wijzigen.
4. Klik op OK om het wachtwoord op te slaan.
In het pop-upvenster kunt u controleren of de activering is voltooid. Als de
activering is mislukt, controleert u of het wachtwoord aan de eisen voldoet en
probeert u het opnieuw.
5. Wijzig het IP-adres van het apparaat naar hetzelfde subnet als dat van uw
computer door het IP-adres handmatig te wijzigen of door het selectievakje
DHCP inschakelen in te schakelen.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
16
Figure 2-5 Het IP-adres wijzigen
6. Voer het wachtwoord in en klik op de knop Opslaan om de IP-adreswijziging
door te voeren.
Activering via clientsoftware
De clientsoftware is een veelzijdige toepassing voor videobeheer voor meerdere
typen apparaten.
Haal de clientsoftware op van de meegeleverde schijf of de officiële website, en
installeer de software door de prompts op te volgen. Volg de stappen op om de
camera te activeren.
Stappen:
1. Open de clientsoftware. Het bedieningspaneel wordt weergegeven, zoals
weergegeven in de onderstaande afbeelding.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
17
Figure 2-6 Bedieningspaneel
2. Klik op het pictogram Apparaatbeheer om de interface voor apparaatbeheer te
openen, zoals weergegeven in de onderstaande afbeelding.
Figure 2-7 Interface voor apparaatbeheer
3. Controleer de apparaatstatus in de apparaatlijst en selecteer een inactief
apparaat.
4. Klik op de knop Activeren om de activeringsinterface te openen.
5. Maak een wachtwoord, voer dit in het wachtwoordveld in en bevestig het.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
18
6. STERK WACHTWOORD AANBEVOLEN Om de beveiliging van het
product te verbeteren, wordt het aanbevolen een sterk wachtwoord te
kiezen dat minimaal 8 tekens bevat, inclusief hoofdletters, kleine letters,
cijfers en speciale tekens. Daarnaast raden we aan om het wachtwoord
regelmatig te wijzigen, vooral voor streng beveiligde systemen. U kunt
uw product beter beveiligen door het wachtwoord maandelijks of zelfs
wekelijks te wijzigen.
Figure 2-8 Activeringsinterface
7. Klik op de knop OK om de activering te starten.
8. Klik op de knop Netinfo wijzigen om de interface voor het wijzigen van
netwerkparameters te openen, zoals weergegeven in de onderstaande
afbeelding.
Figure 2-9 Netwerkparameters wijzigen
9. Wijzig het IP-adres van het apparaat naar hetzelfde subnet als dat van uw
computer door het IP-adres handmatig te wijzigen of door het selectievakje
DHCP inschakelen in te schakelen.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
19
10. Voer het wachtwoord in om de IP-adreswijziging door te voeren.
2.2 De network speed dome instellen via een WAN
Doel:
In deze sectie wordt uitgelegd hoe u de network speed dome kunt aansluiten op een
WAN met een statisch of dynamisch IP-adres.
2.2.1 Aansluiten met statisch IP-adres
Voordat u begint:
Pas een statisch IP-adres van een ISP (Internet Service Provider) toe. Met het
statische IP-adres kunt u via een router verbinding maken met de network speed
dome, of u kunt de dome rechtstreeks met het WAN verbinden.
De network speed dome via een router aansluiten
Stappen:
1. Verbind de network speed dome met de router.
2. Wijs een LAN-IP-adres, subnetmasker en gateway toe. Raadpleeg Sectie 2.1.2
voor gedetailleerde informatie over IP-adresconfiguratie voor de speed dome.
3. Sla het statische IP-adres op in de router.
4. Stel poorttoewijzing in, bijvoorbeeld voor de poorten 80, 8000 en 554. De
stappen voor poorttoewijzing verschillen, afhankelijk van het type router. Neem
contact op met de routerfabrikant voor ondersteuning bij de poorttoewijzing.
Raadpleeg Appendix 2 voor gedetailleerde informatie over
poorttoewijzing.
5. Bezoek de network speed dome via internet met een webbrowser of de
clientsoftware.
Speed Dome
Network
Cable
Router with Static IP
PC
Network
Cable
Network
Cable
Internet
Figure 2-10 Via de router toegang krijgen tot de speed dome met een statisch
IP-adres
Rechtstreeks verbinding maken met de network speed dome met een statisch
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
20
IP-adres
U kunt het statische IP-adres ook opslaan in de speed dome en zonder router
rechtstreeks verbinding maken met internet. Raadpleeg Sectie 2.1.2 voor
gedetailleerde informatie over IP-adresconfiguratie voor de speed dome.
Speed Dome
PC
Network
Cable
Network
Cable
Internet
Figure 2-11 Rechtstreeks toegang krijgen tot de speed dome met een statisch
IP-adres
2.2.2 Verbinding maken met een dynamisch IP-adres
Voordat u begint:
Pas een dynamisch IP-adres van een ISP toe. Met het dynamische IP-adres kunt u de
network speed dome verbinden met een modem of router.
De network speed dome via een router aansluiten
Stappen:
1. Verbind de network speed dome met de router.
2. Wijs in de speed dome een LAN-IP-adres, subnetmasker en gateway toe.
Raadpleeg Sectie 2.1.2 voor gedetailleerde LAN-configuratie.
3. Stel in de router de gebruikersnaam en het wachtwoord voor PPPoE in en
bevestig het wachtwoord.
We raden aan een sterk wachtwoord te gebruiken voor alle functies en
netwerkapparaten om uw privacy te garanderen en uw systeem beter te
beschermen tegen beveiligingsrisico's. Om de beveiliging van het product te
verbeteren, moet het gekozen wachtwoord minimaal 8 tekens bevatten,
inclusief hoofdletters, kleine letters, cijfers en speciale tekens.
De juiste configuratie van alle wachtwoorden en andere
beveiligingsinstellingen is de verantwoordelijkheid van de installateur en/of
eindgebruiker.
4. Stel poorttoewijzing in, bijvoorbeeld voor de poorten 80, 8000 en 554. De
stappen voor poorttoewijzing verschillen, afhankelijk van het type router. Neem
contact op met de routerfabrikant voor ondersteuning bij de poorttoewijzing.
Raadpleeg Appendix 2 voor gedetailleerde informatie over
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
21
poorttoewijzing.
5. Pas een domeinnaam van een domeinnaamprovider toe.
6. Configureer de DDNS-instellingen in de instellingeninterface van de router.
7. Bezoek de speed dome via de toegepaste domeinnaam.
De network speed dome via een modem aansluiten
Doel:
Deze speed dome biedt ondersteuning voor de PPPoE-functie voor automatisch
inbellen. De speed dome krijgt een openbaar IP-adres via de ADSL-inbelfunctie nadat
de speed dome is verbonden met een modem. U moet de PPPoE-parameters van de
network speed dome configureren. Raadpleeg Sectie 6.3.3 PPPoE-instellingen
configureren voor gedetailleerde configuratie.
Figure 2-12 Toegang krijgen tot de speed dome met een dynamisch IP-adres
Het verkregen IP-adres wordt dynamisch toegewezen via PPPoE, dus het IP-adres
wordt altijd gewijzigd wanneer de speed dome opnieuw wordt gestart. Als u dit
nadeel van een dynamisch IP-adres wilt verhelpen, moet u een domeinnaam
ophalen bij een DDNS-provider (zoals DynDns.com). Volg de onderstaande
stappen voor omzetting van normale domeinnamen en privédomeinnamen op
om het probleem te verhelpen.
Omzetting van normale domeinnamen
Figure 2-13 Omzetting van normale domeinnamen
Stappen:
1. Pas een domeinnaam van een domeinnaamprovider toe.
2. Configureer de DDNS-instellingen in de interface voor DDNS-instellingen van de
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
22
speed dome. Raadpleeg Sectie 6.3.4 DDNS-instellingen configureren voor
gedetailleerde configuratie.
3. Bezoek de speed dome via de toegepaste domeinnaam.
Omzetting van privédomeinnamen
Figure 2-14 Omzetting van privédomeinnamen
Stappen:
1. Installeer de IPServer-software en voer deze uit op een computer met een
statisch IP-adres.
2. Bezoek de network speed dome via het LAN met een webbrowser of de
clientsoftware.
3. Schakel DDNS in en selecteer IPServer als het protocoltype. Raadpleeg Sectie
6.3.4 DDNS-instellingen configureren voor gedetailleerde configuratie.
Gebruikershandleiding voor Network Speed Dome
© Hikvision
23
Chapter 3 Toegang tot de network
speed dome
3.1 Toegang via webbrowsers
Stappen:
1. Open dewebbrowser.
2. In het adresveld geeft u het IP-adres van de network speed dome op,
bijvoorbeeld 192.168.1.64. Druk daarna op de Enter-toets om naar de
aanmeldingsinterface te gaan.
3. Activeer de speed dome als u deze voor het eerst gebruikt. Raadpleeg sectie
2.1.2 De speed dome activeren.
4. Selecteer rechts boven aan de aanmeldingsinterface Nederlands als
interfacetaal.
5. Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in en klik op
.
De admin-gebruiker moet de apparaataccounts en toestemmingen voor
gebruikers/operators naar behoren configureren. Verwijder niet-noodzakelijke
accounts en toestemmingen voor gebruikers/operators.
Het IP-adres van het apparaat wordt 60 seconden vergrendeld als de beheerder 7
keer een onjuist wachtwoord heeft ingevoerd (5 pogingen voor gasten/operators).
Figure 3-1 Aanmeldingsinterface
6. Installeer de invoegtoepassing voordat u de livevideo bekijkt en de speed dome
bedient. Volg de installatiemeldingen op om de invoegtoepassing te installeren.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
24
Figure 3-2 Invoegtoepassing downloaden en installeren
Figure 3-3 Invoegtoepassing installeren (1)
Figure 3-4 Invoegtoepassing installeren (2)
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
25
Figure 3-5 Invoegtoepassing installeren (3)
U moet de webbrowser mogelijk sluiten om de invoegtoepassing te installeren.
Open de webbrowser opnieuw en meld u opnieuw aan nadat u de
invoegtoepassing hebt geïnstalleerd.
3.2 Toegang via clientsoftware
De product-cd bevat de clientsoftware. Met de clientsoftware kunt u de livevideo
bekijken en de speed dome beheren.
Volg de installatiemeldingen op om de clientsoftware en WinPcap te installeren. De
configuratie-interface en de liveweergave-interface van de clientsoftware worden
zoals hieronder weergegeven.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
26
Figure 3-6 iVMS-4200-bedieningspaneel
Figure 3-7 Liveweergave-interface van iVMS-4200
Als u VMS-software van derden gebruikt, neemt u contact op met de technische
ondersteuning van onze vestiging voor de camerafirmware.
Voor gedetailleerde informatie over de clientsoftware van ons bedrijf raadpleegt
u de gebruikershandleiding van de software. Deze handleiding is voornamelijk
een inleiding tot het verkrijgen van toegang tot de network speed dome via een
webbrowser.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
27
Chapter 4 Liveweergave
In dit hoofdstuk en de daarop volgende hoofdstukken wordt de bediening van de
speed dome via een webbrowser als voorbeeld gebruikt.
4.1 Inschakelactie
Na het inschakelen voert de speed dome zelftestacties uit. Eerst worden lensacties
getest, en vervolgens pan- en kantelbewegingen. Na de zelftestacties bij het
opstarten wordt de informatie in Figure 4-1 gedurende 40 seconden op het scherm
weergegeven.
De systeeminformatie die op het scherm wordt weergegeven, bevat het
dome-model, het adres, het protocol, de versie en andere informatie.
COMMUNICATIE verwijst naar de baudrate, pariteit, gegevensbits en stopbits van de
dome. Met '2400, N, 8, 1' wordt bijvoorbeeld aangegeven dat de dome is
geconfigureerd met een baudrate van 2400, geen pariteit, 8 gegevensbits en 1
stopbit.
Model XX-XXXXXX-X
Address 0
Communication 0000,0,0,0
Software Version Vx.x.x
Camera Version Vx.xx
Language English
Figure 4-1 Informatie bij opstarten
4.2 Liveweergavepagina
Doel:
Op de livevideopagina kunt u livevideo bekijken, afbeeldingen vastleggen, de PTZ
bedienen, presets instellen/aanroepen en videoparameters configureren.
Meld u aan bij de network speed dome om de liveweergavepagina te openen. U kunt
ook op op de menubalk van de hoofdpagina klikken om de
liveweergavepagina te openen.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
28
Beschrijvingen voor de liveweergavepagina:
Menu Bar
Live View
Parameters
Live View Window
Toolbar
Show or hide PTZ
control panel
PTZ Control
Preset/Patrol/Pattern
Figure 4-2 Liveweergavepagina
Menubalk:
Klik op de verschillende tabbladen om de pagina's Liveweergave, Afspelen, Logboek
en Configuratie te openen.
Liveweergavevenster:
Livevideo weergeven.
Werkbalk:
Acties voor de liveweergavepagina, zoals liveweergave, vastleggen, opnemen, audio
aan/uit, audio in twee richtingen, enzovoort.
PTZ-bediening:
Acties voor pannen, kantelen, scherpstellen en zoomen voor de speed dome. Beheer
van de verlichting, wisser, focus met één aanraking en lensinitialisatie.
Preset/patrouille/patroon:
Presets/patrouilles/patronen voor de speed dome instellen en aanroepen.
Liveweergaveparameters:
De beeldgrootte en het streamtype voor de livevideo configureren.
4.3 Liveweergave starten
Klik in het liveweergavevenster zoals weergegeven in Figure 4-3 op op de
werkbalk om de liveweergave van de speed dome te starten.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
29
Figure 4-3 Liveweergave starten
Table 4-1 Beschrijvingen voor de werkbalk
Pictogram
Beschrijving
Pictogram
Beschrijving
/
Liveweergave
starten/stoppen
Handmatig afbeeldingen
vastleggen
/
Handmatige opname
uit/aan
/
Dempen/audio aan en
volume aanpassen
/
Audio in twee richtingen
uit/aan/
/
Scherpstelling voor regio
inschakelen/uitschakelen
/
Belichting voor regio
inschakelen/uitschakelen
3D-positiebepaling
Handmatige tracking
Niet alle speed dome-modellen bieden ondersteuning voor de bovenstaande
functies. Gebruik de browserinterface van het daadwerkelijke product ter
referentie.
Voordat u audio in twee richtingen of opnemen met audiofuncties inschakelt, moet u het
streamtype instellen op Video & Audio. Raadpleeg hiervoor Sectie 6.4.1
Video-instellingen configureren.
Volledig scherm-modus:
Dubbelklik op de livevideo om de huidige liveweergave te schakelen naar volledig
scherm of om terug te keren naar de normale modus vanuit de modus Volledig
scherm.
Scherpstelling voor regio:
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
30
Stappen:
1. Klik op op de werkbalk om de bedieningsmodus voor scherpstelling voor
een bepaald gebied te openen.
2. Klik en sleep met de muis om een rechthoek op het beeld te tekenen en het
gewenste scherpstelgebied te selecteren.
3. Klik op om de bedieningsmodus voor scherpstelling voor een bepaald
gebied af te sluiten.
Belichting voor regio:
Stappen:
1. Klik op op de werkbalk om de bedieningsmodus voor belichting voor een
bepaald gebied te openen.
2. Klik en sleep met de muis om een rechthoek op het beeld te tekenen en het
gewenste belichtingsgebied te selecteren.
3. Klik op om de bedieningsmodus voor belichting voor een bepaald gebied af
te sluiten.
3D-positiebepaling:
Stappen:
1. Klik op op de werkbalk van de liveweergave-interface.
2. De 3D-positiebepalingsfunctie bedienen:
Klik met de linkermuisknop op een positie in de livevideo. De bijbehorende
positie wordt gecentreerd in de livevideo.
Houd de linkermuisknop ingedrukt en sleep de muis naar rechtsonder in de
livevideo. De bijbehorende positie wordt gecentreerd in de livevideo, en er
wordt hierop ingezoomd.
Houd de linkermuisknop ingedrukt en sleep de muis naar linksboven in de
livevideo. De bijbehorende positie wordt gecentreerd in de livevideo, en er
wordt hierop uitgezoomd.
Handmatige tracking:
Voordat u begint:
Open de interface voor instellingen voor slimme tracking en schakel eerst slimme
tracking in.
Configuratie > Gevorderde configuratie > PTZ > Slimme tracking
Stappen:
1. Klik op op de werkbalk van de liveweergave-interface.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
31
2. Klik op een bewegend object in de livevideo.
De tracking van het object met de speed dome begint automatisch.
Raadpleeg de volgende secties voor meer informatie:
Opname op afstand configureren in Sectie 7.3 Opnameschema configureren.
De beeldkwaliteit van de livevideo instellen in Sectie 6.1 Lokale parameters
configureren en Sectie 6.4.1 Video-instellingen configureren.
De OSD-tekst voor livevideo instellen in Sectie 6.5.2 OSD-instellingen
configureren.
4.4 Beelden handmatig opnemen en vastleggen
Klik in de liveweergave-interface op op de werkbalk om live afbeeldingen vast te
leggen. De vastgelegde afbeeldingen worden standaard als JPEG-bestand opgeslagen
op de computer.
Klik op om livevideo op te nemen.
De lokale paden voor het opslaan van de vastgelegde afbeeldingen en clips kunnen
worden ingesteld in de interface Configuratie > Lokale configuratie. De beeldindeling
kan in dezelfde interface worden bewerkt.
Als u automatische opname op afstand wilt configureren, raadpleegt u Sectie 7.3
Opnameschema configureren.
4.5 PTZ-bediening
Doel:
In de liveweergave-interface kunt u de PTZ-bedieningsknoppen gebruiken om de
pan-, kantel- en zoomfuncties te bedienen.
4.5.1 PTZ-bedieningspaneel
Klik op de liveweergavepagina op om het PTZ-bedieningspaneel weer te geven
of klik op om het te verbergen.
Klik op de richtingsknoppen om de pan- en kantelbewegingen te bedienen.
Klik op de knoppen voor zoom/iris/focus om de lens te bedienen.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
32
Figure 4-4 PTZ-bedieningspaneel
Table 4-2 Beschrijvingen voor PTZ-bedieningspaneel
Knop
Beschrijving
In- en uitzoomen
Veraf/dichtbij scherpstellen
Iris +/-
Snelheid van pan- en kantelbewegingen
aanpassen
4.5.2 Een preset instellen/aanroepen
Doel:
Een preset is een vooraf gedefinieerde beeldpositie. Voor vooraf gedefinieerde
presets kunt u op de aanroepknop klikken om de gewenste beeldpositie snel weer te
geven.
Een preset instellen:
Stappen:
1. Selecteer in het PTZ-bedieningspaneel een vooraf ingesteld nummer in de lijst
met presets.
Figure 4-5 Een preset instellen
2. Gebruik de PTZ-bedieningsknoppen om de lens naar de gewenste positie te
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
33
verplaatsen.
De speed dome naar links of rechts pannen.
De speed dome omhoog of omlaag kantelen.
In- of uitzoomen.
De lens opnieuw scherpstellen.
3. Klik op om het instellen van de huidige preset te voltooien.
4. Klik op om de preset te verwijderen.
U kunt maximaal 300 presets configureren.
Een preset aanroepen:
Selecteer in het PTZ-bedieningspaneel een vooraf gedefinieerde preset in de lijst en
klik op om de preset aan te roepen.
Figure 4-6 Een preset aanroepen
Raadpleeg de volgende stappen om naar de gewenste preset te navigeren en presets
zo eenvoudig te kunnen selecteren.
Stappen:
1. Selecteer een preset in de lijst.
2. Klik op het gewenste presetnummer op het toetsenbord.
De volgende presets zijn vooraf gedefinieerd met speciale opdrachten. U kunt
ze alleen aanroepen, niet configureren. Preset 99 is bijvoorbeeld Automatisch
scannen starten. Als u preset 99 aanroept, wordt de functie voor automatisch
scannen van de speed dome gestart.
Table 4-3 Speciale presets
Speciale
preset
Functie
Speciale
preset
Functie
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
34
33
Automatisch draaien
93
Handmatig limietstops
instellen
34
Terug naar initiële positie
94
Op afstand opnieuw
starten
35
Patrouille 1 aanroepen
95
OSD-menu aanroepen
36
Patrouille 2 aanroepen
96
Een scan stoppen
37
Patrouille 3 aanroepen
97
Willekeurige scan starten
38
Patrouille 4 aanroepen
98
Framescan starten
39
IR-afbreekfilter aan
99
Automatisch scannen
starten
40
IR-afbreekfilter uit
100
Kantelscan starten
41
Patroon 1 aanroepen
101
Panoramascan starten
42
Patroon 2 aanroepen
102
Patrouille 5 aanroepen
43
Patroon 3 aanroepen
103
Patrouille 6 aanroepen
44
Patroon 4 aanroepen
104
Patrouille 7 aanroepen
45
Automatisch een patrouille
maken
105
Patrouille 8 aanroepen
92
Beginnen met het instellen
van limietstops
Figure 4-7 Speciale preset
U moet mogelijk het OSD-menu (On Screen Display) gebruiken wanneer u de
speed dome op afstand bedient. Als u het OSD-menu wilt weergeven op het
liveweergavescherm, kunt u presetnummer 95 aanroepen.
4.5.3 Een patrouille instellen/aanroepen
Doel:
Een patrouille is een opgeslagen serie presetfuncties. Deze kan worden
geconfigureerd en aangeroepen in de interface voor patrouille-instellingen. U kunt
maximaal 8 patrouilles aanpassen. Een patrouille kan worden geconfigureerd met 32
presets.
Voordat u begint:
Controleer of de presets die u wilt toevoegen aan een patrouille, zijn gedefinieerd.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
35
Een patrouille instellen:
Stappen:
1. Klik in het PTZ-bedieningspaneel op om de interface voor
patrouille-instellingen te openen.
2. Selecteer een patrouillenummer in .
3. Klik op om de interface voor het toevoegen van presets te openen, zoals
weergegeven in Figure 4-8.
Figure 4-8 Presets toevoegen
4. Configureer het presetnummer, de patrouilletijd en de patrouillesnelheid.
Naam
Beschrijving
Patrouilletijd
Dit is hoe lang er bij één patrouillepunt wordt stilgestaan.
Na de patrouilletijd schakelt de speed dome naar een
ander patrouillepunt.
Patrouillesnelheid
Dit is de snelheid waarmee er tussen presets wordt
geschakeld.
5. Klik op om een preset in de patrouille op te slaan.
6. Herhaal stap 3 tot en met 5 om meer presets toe te voegen.
7. Klik op om alle patrouille-instellingen op te slaan.
Een patrouille aanroepen:
Selecteer in het PTZ-bedieningspaneel een vooraf gedefinieerde patrouille in
en klik op om de patrouille aan te roepen, zoals weergegeven in
Figure 4-9..
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
36
Figure 4-9 Een patrouille aanroepen
Knoppen in de patrouille-interface:
Knoppen
Beschrijving
Een patrouille opslaan
Een patrouille aanroepen
Een patrouille stoppen
De toevoeginterface voor presets openen
Een preset wijzigen
Een preset verwijderen
Alle presets in de geselecteerde patrouille
verwijderen
4.5.4 Een patroon instellen/aanroepen
Doel:
Een patroon is een opgeslagen serie pan-, kantel-, zoom- en presetfuncties. Het kan
worden aangeroepen in de interface voor patrooninstellingen. U kunt maximaal 4
patronen aanpassen.
Een patroon instellen:
Stappen:
1. Klik in het PTZ-bedieningspaneel op om de interface voor
patrooninstellingen te openen.
2. Selecteer een patroonnummer in de lijst, zoals wordt weergegeven in Figure
4-10.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
37
Figure 4-10 Interface voor patrooninstellingen
3. Klik op om opname van de pan-, kantel- en zoomacties in te schakelen.
4. Gebruik de PTZ-bedieningsknoppen om de lens naar de gewenste positie te
verplaatsen nadat Resterend programmageheugen voor patroon (%) op het
scherm wordt weergegeven.
De speed dome naar links of rechts pannen.
De speed dome omhoog of omlaag kantelen.
In- of uitzoomen.
De lens opnieuw scherpstellen.
5. Klik op om alle patrooninstellingen op te slaan.
Knoppen in de patrooninterface:
Knoppen
Beschrijving
De opname van een patroon
starten.
De opname van een patroon
stoppen.
Het huidige patroon aanroepen.
Het huidige patroon stoppen.
Het huidige patroon verwijderen.
Deze 4 patronen kunnen afzonderlijk worden bediend en hebben geen
prioriteitsniveau.
Wanneer u een patroon configureert en aanroept, is proportioneel pannen
mogelijk, zijn limietstops en automatisch draaien niet mogelijk, en wordt gebruik
van de 3D-positiebepalingsfunctie niet ondersteund.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
38
4.6 Liveweergaveparameters configureren
Hoofdstream/substream:
U kunt , of selecteren als streamtype voor de
liveweergave. De hoofdstream heeft een relatief hoge resolutie en vereist veel
bandbreedte. De substream heeft een lage resolutie en vereist minder bandbreedte.
De resolutie van de derde stream ligt tussen die van de hoofdstream en substream in.
De standaardinstelling voor het streamtype is .
Raadpleeg Sectie 6.4.1 Video-instellingen configureren voor meer
gedetailleerde parameterinstellingen voor de hoofdstream en substream.
Beeldgrootte:
U kunt de liveweergave opschalen en neerschalen door op , , en te
klikken. De instelling voor de beeldgrootte kan 4:3, 16:9, origineel of automatisch
zijn.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
39
Chapter 5 PTZ-configuratie
5.1 Beginpositie configureren
Doel:
De beginpositie is de bron (het beginpunt) voor PTZ-coördinaten. Dit kan de
beginpositie zijn die in de fabriek wordt ingesteld. U kunt de beginpositie ook
aanpassen aan uw eigen wensen.
Een beginpositie aanpassen:
Stappen:
1. Open de interface voor configuratie van de beginpositie:
Configuratie > Gevorderde configuratie > PTZ > Beginpositie
Figure 5-1 PTZ-configuratie
2. Klik op de PTZ-bedieningsknoppen om een positie te kiezen als initiële positie
van de dome. U kunt ook een gedefinieerde preset aanroepen en deze instellen
als de initiële positie van de dome.
3. Klik op Instellen om de positie op te slaan.
Een initiële positie aanroepen/verwijderen:
Klik op om de beginpositie aan te roepen. Klik op om de
beginpositie te verwijderen en de beginpositie te herstellen die in de fabriek is
ingesteld.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
40
5.2 Basis-PTZ-parameters configureren
Doel:
U kunt de basis-PTZ-parameters configureren, waaronder proportioneel pannen, het
stilzetten voor presetovergangen, de presetsnelheid, enzovoort.
1. De interface voor configuratie van basis-PTZ-parameters openen:
Configuratie > Gevorderde configuratie > PTZ > Basis
Figure 5-2 Configuratie-interface voor basis-PTZ-parameters
2. Configureer de volgende instellingen:
Basisparameters: Proportioneel pannen en het stilzetten voor presetovergangen
in-/uitschakelen, de presetsnelheid instellen, de snelheid voor
toetsenbordbesturing en de snelheid van automatisch scannen.
Proportioneel pannen: Als u deze functie inschakelt, wordt de pan- en
kantelsnelheid gewijzigd op basis van de zoomfactor. Bij een grote zoomfactor
wordt de pan- en kantelsnelheid verlaagd om het liveweergavebeeld niet te
snel te laten bewegen.
Stilzetten voor presetovergangen: Met deze functie kan de liveweergave
direct worden geschakeld van de ene scène die met een preset is gedefinieerd
naar een andere, zonder het gebied tussen de twee scènes weer te geven.
Hiermee wordt de efficiëntie van de surveillance vergroot. Verder wordt het
bandbreedtegebruik in digitale netwerksystemen beperkt.
De functie voor het stilzetten voor presetovergangen werkt niet wanneer
u een patroon aanroept.
Presetsnelheid: U kunt de snelheid van een gedefinieerde preset instellen op
een waarde van 1 tot en met 8.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
41
Snelheid toetsenbordbediening: De snelheid voor PTZ-bediening met een
toetsenbord definiëren als Laag, Normaal of Hoog.
Snelheid voor automatisch scannen: De dome biedt ondersteuning voor 5
scanmodi: automatisch scannen, gekanteld scannen, frames scannen,
willekeurig scannen en panoramisch scannen. De scansnelheid kan worden
ingesteld op niveau 1 tot en met 40.
Zoomsnelheid: De zoomsnelheid kan worden ingesteld op niveau 1 tot en met
3.
Snelheid handmatige bediening: De snelheid voor handmatige bediening kan
worden ingesteld op Compatibel, Voetganger, Voertuig zonder motor,
Motorvoertuig of Automatisch aangepast.
Compatibel: De bedieningssnelheid is gelijk aan de snelheid voor
toetsenbordbediening.
Voetganger: Kies Voetganger als u monitoring van voetgangers uitvoert.
Voertuig zonder motor: Kies Voertuig zonder motor als u monitoring van
voertuigen zonder motor uitvoert.
Motorvoertuig: Kies Motorvoertuig als u monitoring van motorvoertuigen
uitvoert.
Automatisch aangepast: U wordt aanbevolen de optie Automatisch
aangepast in te stellen als de toepassingsscène voor de speed dome
gecompliceerd is.
PTZ OSD: Instellen hoe lang de PTZ-status op het scherm wordt weergegeven.
Zoomstatus: Instellen hoe lang de zoomstatus op het scherm wordt
weergegeven: 2 seconden, 5 seconden, 10 seconden, Altijd afsluiten of Altijd
openen.
PT-status: Instellen hoe lang de azimut/hoogte op het scherm wordt
weergegeven tijdens pannen en kantelen: 2 seconden, 5 seconden, 10
seconden, Altijd afsluiten of Altijd openen.
Presetstatus: Instellen hoe lang de presetnaam op het scherm wordt
weergegeven wanneer de preset wordt aangeroepen: 2 seconden, 5
seconden, 10 seconden, Altijd afsluiten of Altijd openen.
Geheugenfunctie bij uitschakelen: De dome kan worden hervat vanuit de vorige
PTZ-status of -acties nadat deze opnieuw is gestart na een stroomonderbreking. U
kunt het tijdpunt instellen van waaraf de PTZ-status wordt hervat voor de dome.
U kunt de dome laten hervatten met de status van 30 seconden, 60 seconden,
300 seconden of 600 seconden vóór de stroomonderbreking.
3. Klik op om de instellingen op te slaan.
5.3 PTZ-limietstops configureren
Doel:
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
42
De dome kan zo worden geprogrammeerd dat deze zich binnen de configureerbare
PTZ-limieten beweegt (links/rechts, omhoog/omlaag).
Stappen:
1. Open de interface voor configuratie van de limiet:
Configuratie > Gevorderde configuratie > PTZ > Limiet
Figure 5-3 De PTZ-limiet configureren
2. Schakel het selectievakje Zet limiet aan in en kies handmatige stops of scanstops
voor het limiettype.
Handmatige stops:
Wanneer handmatige limietstops zijn ingesteld, kunt u het
PTZ-bedieningspaneel alleen handmatig bedienen binnen het beperkte
surveillancegebied.
Scanstops:
Wanneer scanlimietstops zijn ingesteld, worden de functies voor willekeurig
scannen, frames scannen, automatisch scannen, gekanteld scannen en
panoramisch scannen alleen uitgevoerd binnen het beperkte
surveillancegebied.
Handmatige stops van het limiettype hebben voorrang op scanstops.
Wanneer u de twee limiettypen tegelijk gebruikt, worden handmatige stops gebruikt,
en niet scanstops.
3. Klik op de PTZ-bedieningsknoppen om de limietstops voor
links/rechts/omhoog/omlaag te bepalen. U kunt ook de gedefinieerde presets
aanroepen en deze instellen als limieten voor de dome.
4. Klik op Instellen om de limieten op te slaan of klik op Wissen om de limieten te
wissen.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
43
5.4 Geplande taken configureren
Doel:
U kunt de network dome zo configureren dat een bepaalde actie automatisch wordt
uitgevoerd in een door de gebruiker gedefinieerd tijdsperiode.
Stappen:
1. Open de interface voor instellingen voor geplande taken:
Configuratie > Gevorderde configuratie > PTZ > Geplande taken
Figure 5-4 Geplande taken configureren
2. Schakel het selectievakje Geplande taken inschakelen in.
3. Stel de parkeertijd in. U kunt de parkeertijd (een inactieve periode) voordat de
dome de geplande taken start, instellen.
4. Stel het schema en de taakdetails in.
Stappen:
(1) Klik op om het taakschema te bewerken.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
44
Figure 5-5 Het schema en taaktype bewerken
(2) Kies de dag waarop u het taakschema wilt instellen.
(3) Klik op Hele dag om het schema in te stellen voor de hele dag of klik op
Aanpassen en voer de begintijd en eindtijd voor elke taak in. Druk op Enter
op het toetsenbord om de tijd in te voeren.
(4) Kies het taaktype in de vervolgkeuzelijst. U kunt kiezen uit scanfuncties,
presets, patronen, enzovoort.
Figure 5-6 Taaktypen
(5) Nadat u de geplande taak hebt ingesteld, kunt u de taak kopiëren naar
andere dagen (optioneel).
(6) Klik op om de instellingen op te slaan.
Er mag geen overlap bestaan tussen de tijden van de verschillende taken.
Er kunnen maximaal 10 taken worden geconfigureerd voor de verschillende
dagen.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
45
5. Klik op om de instellingen op te slaan.
5.5 Parkeeracties configureren
Doel:
Met deze functie kan de dome een vooraf gedefinieerde parkeeractie (scanfunctie,
preset, patroon) automatisch starten na een periode van inactiviteit (parkeertijd).
De functie voor geplande taken heeft voorrang op die voor parkeeracties. Wanneer
deze functies op dezelfde tijd zijn ingesteld, wordt alleen de functie voor geplande taken
geactiveerd.
Stappen:
1. Open de interface voor instellingen voor parkeeracties:
Configuratie > Gevorderde configuratie > PTZ > Parkeeractie
Figure 5-7 De parkeeractie instellen
2. Schakel het selectievakje Parkeeractie aanzetten in.
3. Stel de parkeertijd in als de inactieve tijd van de dome voordat de parkeeracties
worden gestart.
4. Kies het actietype in de vervolgkeuzelijst.
Figure 5-8 Actietypen
5. Klik op om de instellingen op te slaan.
5.6 Privacymasker configureren
Doel:
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
46
Met het privacymasker kunt u bepaalde gebieden van de livevideo verbergen om te
voorkomen dat bepaalde gedeelten van het surveillancegebied kunnen worden
bekeken en opgenomen in de liveweergave.
Stappen:
1. Open de interface voor privacymaskerinstellingen:
Configuratie > Gevorderde configuratie > PTZ > Privacy Mask
Figure 5-9 Het privacymasker tekenen
2. Klik op de PTZ-bedieningsknoppen om het gebied te zoeken waarvoor u een
privacymasker wilt instellen.
3. Klik op ; klik en sleep met de muis in het livevideovenster om het
gebied te tekenen.
Versleep de hoeken van het rode rechthoekige gebied om een polygonaal
masker te tekenen.
4. Klik op om het tekenen te voltooien of klik op om alle
ingestelde gebieden te wissen zonder deze op te slaan.
5. Klik op om het privacymasker op te slaan. Het privacymasker wordt nu
weergegeven in het gebied met de privacymaskerlijst. Stel de waarde voor
Actieve zoomverhouding naar wens in om het privacymasker alleen weer te
geven wanneer de zoomverhouding groter is dan de vooraf gedefinieerde
waarde.
Figure 5-10 Privacymaskerlijst
6. U kunt ook de kleur van de maskers definiëren.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
47
Figure 5-11 Maskerkleur definiëren
7. Selecteer een masker en klik op om het uit de lijst te verwijderen.
8. Schakel het selectievakje Zet Privacy Mask aan in om deze functie in te
schakelen.
U kunt maximaal 24 gebieden op hetzelfde beeld tekenen.
5.7 Slimme tracking configureren
Doel:
Nadat u deze functie hebt geconfigureerd, kunt u bewegende objecten automatisch
volgen met de speed dome.
Stappen:
1. Open de interface voor instellingen voor slimme tracking:
Configuratie > Gevorderde configuratie > PTZ > Slimme tracking
Figure 5-12 Slimme tracking configureren
2. Schakel het selectievakje in om de functie voor slimme
tracking in te schakelen.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
48
3. Klik op de PTZ-knoppen om een object te selecteren.
4. Klik op om de huidige zoomverhouding voor tracking te
gebruiken.
5. Stel de trackingduur in. Als de tijd is verstreken, stopt de speed dome met de
tracking. U kunt een duurwaarde van 0-300 seconden invoeren.
Als u de duur op 0 instelt, betekent dit dat er geen trackingduur voor de speed
dome is.
Niet alle speed dome-modellen bieden ondersteuning voor deze functie. Gebruik
de browserinterface van het daadwerkelijke product ter referentie.
5.8 PTZ-bedieningsprioriteit configureren
Stappen:
1. Open de configuratie-interface:
Configuratie > Gevorderde configuratie > PTZ > Prioriteit voor PTZ
De speed dome kan worden bediend via het netwerk en met RS-485-signalen.
U kunt de bedieningsprioriteit voor de twee signalen instellen.
Bediening door operators heeft voorrang op bediening door gebruikers. Als
een operator de speed dome bedient, kunnen gebruikers geen controle
krijgen. Als de operator klaar is, kan de gebruiker de speed dome na de
vertragingstijd weer bedienen. De vertragingstijd kan worden ingesteld in de
interface voor PTZ-prioriteit, zoals hieronder weergegeven.
Figure 5-13 PTZ-prioriteit
2. Klik op om de instellingen te activeren.
5.9 PTZ-configuraties wissen
Doel:
U kunt in deze interface PTZ-configuraties wissen, inclusief alle presets, patrouilles,
patronen, privacymaskers, PTZ-limieten, geplande taken en parkeeracties.
Stappen:
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
49
1. Open de interface voor het wissen van configuraties:
Configuratie > Gevorderde configuratie > PTZ > Wis de configuratie
2. Schakel het selectievakje in voor de items die u wilt wissen.
3. Klik op om de instellingen te wissen.
Gebruikershandleiding voor Network Speed Dome
© Hikvision
50
Chapter 6 Speed dome-configuratie
6.1 Lokale parameters configureren
De lokale configuratie heeft betrekking op de parameters van de liveweergave en
andere bewerkingen die u kunt uitvoeren met de webbrowser.
Stappen:
1. Open de interface voor lokale configuratie:
Configuratie > Lokale configuratie
Figure 6-1 Interface voor lokale configuratie
2. Configureer de volgende instellingen:
Liveweergave-instellingen: Het protocoltype, het streamtype, de beeldgrootte en
de liveweergaveprestaties instellen.
Protocoltype: U kunt TCP, UDP, MULTICAST en HTTP selecteren.
TCP: Volledige levering van streaminggegevens en betere videokwaliteit. Dit is
wel van invloed op de real-time transmissie.
UDP: Real-time audio- en videostreams.
HTTP: Dezelfde kwaliteit als TCP, zonder dat specifieke poorten hoeven te
worden ingesteld voor streaming in bepaalde netwerkomgevingen.
MULTICAST: Het wordt aanbevolen het type in te stellen op
wanneer u de multicast-functie gebruikt. Raadpleeg Sectie 6.3.1
TCP/IP-instellingen configureren voor meer informatie over multicast.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
51
Liveweergaveprestaties: De liveweergaveprestaties instellen op Kortste
vertraging of Automatisch.
Regels: Hier kunt u regels voor dynamische analyse van gebeurtenissen in- en
uitschakelen.
Beeldformat: De vastgelegde afbeeldingen kunnen in verschillende indelingen
worden opgeslagen. U kunt kiezen uit de indelingen JPEG en BMP.
Instellingen gegevensbestand: De opslaglocatie instellen voor de
videobestanden.
Grootte gegevensbestand: De ingepakte grootte van handmatig opgenomen
en gedownloade videobestanden instellen. De grootte kan worden ingesteld
op 256 MB, 512 MB en 1 GB.
Opnamebestanden opslaan in: De opslaglocatie instellen voor de handmatig
opgenomen videobestanden.
Downloads opslaan in: De opslaglocatie instellen voor de videobestanden die
zijn gedownload in de -interface.
Foto- en clipinstellingen: De opslaglocaties instellen voor vastgelegde
afbeeldingen en videoclips.
Sla snapshots in live view op: De opslaglocatie instellen voor afbeeldingen
die handmatig zijn vastgelegd in de -interface.
Sla snapshots tijdens afspelen op: De opslaglocatie instellen voor
afbeeldingen die zijn vastgelegd in de -interface.
Sla clips op: De opslaglocatie instellen voor de videobestanden waarvan een
clip is gemaakt in de -interface.
Klik op om de map te wijzigen waarin videobestanden, clips en
afbeeldingen worden opgeslagen.
3. Klik op om de instellingen op te slaan.
6.2 Tijdinstellingen configureren
Doel:
Volg de instructies in deze sectie op om de tijd te configureren die in de video kan
worden weergegeven. In de tijdinstellingen kunt u functies voor de tijdzone,
tijdsynchronisatie en zomertijd configureren. De functie voor tijdsynchronisatie biedt
de keuze uit een automatische mode op basis van de NTP-server (Network Time
Protocol) en een handmatige modus.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
52
De interface voor tijdinstellingen openen:
Configuratie > Basisconfiguratie > Systeem > Tijdinstellingen
Of Configuratie >Gevorderde configuratie > Systeem > Tijdinstellingen
Figure 6-2 Tijdinstellingen
Tijdsynchronisatie via de NTP-server configureren
Stappen:
(1) Selecteer het keuzerondje om de NTP-functie in te schakelen.
(2) Configureer de volgende instellingen:
Serveradres: Het IP-adres van de NTP-server.
NTP-poort: De poort van de NTP-server.
Interval: Het tijdsinterval tussen twee synchronisatieacties van de NTP-server.
Dit kan worden ingesteld op een waarde van 1-10080 minuten.
Figure 6-3 Tijdsynchronisatie via NTP-server
(3) Klik op de knop om te controleren of de configuratie is geslaagd.
Als de speed dome is verbonden met een openbaar netwerk, moet u een
NTP-server met een functie voor tijdsynchronisatie gebruiken, zoals de
server van het National Time Center (IP-adres: 210.72.145.44). Als de speed
dome is ingesteld in een aangepast netwerk, kan NTP-software worden
gebruikt om verbinding te maken met een NTP-server voor
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
53
tijdsynchronisatie.
Tijdsynchronisatie handmatig configureren
Stappen:
(1) Selecteer het keuzerondje Handmatige tijdsynchronisatie.
(2) Klik op om de systeemtijd in te stellen vanuit de pop-upkalender.
(3) Klik op om de instellingen op te slaan.
U kunt ook het selectievakje Synchroniseer met computertijd inschakelen om de tijd
van de speed dome te synchroniseren met de tijd van uw computer.
Figure 6-4 Handmatige tijdsynchronisatie
De tijdzone selecteren
Doel:
Wanneer de speed dome naar een andere tijdzone wordt verplaatst, kunt u de
functie Tijdzone gebruiken om de tijd aan te passen. De tijd wordt aangepast op
basis van de originele tijd en het tijdverschil tussen de twee tijdzones.
Selecteer vanuit het vervolgkeuzemenu Tijdzone de tijdzone waarin de speed
dome zich bevindt, zoals weergegeven in Figure 6-5.
Figure 6-5 Tijdzone-instellingen
Zomertijd configureren
Doel:
Als in uw land de klok gedurende een bepaalde tijdsperiode van het jaar vooruit
wordt gezet, kunt u deze functie inschakelen. De tijd wordt automatisch
aangepast wanneer de zomertijd begint.
Stappen:
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
54
(1) Open de DST-interface via Configuratie > Gevorderde configuratie >
Systeem > DST
(2) Schakel in om de zomertijdfunctie in te schakelen.
(3) Stel de datum voor de zomertijdperiode in.
(4) Klik op om de instellingen op te slaan.
Figure 6-6 Zomertijdinstellingen
6.3 Netwerkinstellingen configureren
6.3.1 TCP/IP-instellingen configureren
Doel:
De TCP/IP-instellingen moeten correct worden geconfigureerd voordat u de speed
dome via het netwerk kunt bedienen. IPv4 en IPv6 worden allebei ondersteund.
Stappen:
1. Open de interface voor TCP/IP-instellingen:
Configuratie > Basisconfiguratie > Netwerk > TCP/IP
Of Configuratie > Gevorderde configuratie > Netwerk > TCP/IP
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
55
Figure 6-7 TCP/IP-instellingen
2. Configureer de NIC-instellingen, waaronder het IPv4(IPv6)-adres, het
IPv4(IPv6)-subnetmasker en de IPv4(IPv6)-standaardgateway.
3. Klik op om de bovenstaande instellingen op te slaan.
Als de DHCP-server beschikbaar is, kunt u inschakelen om automatisch
een IP-adres en andere netwerkinstellingen te verkrijgen vanaf deze server.
Als het IP-adres handmatig wordt ingesteld, klikt u op om te
controleren of het IP-adres al wordt gebruikt. Zo voorkomt u IP-adresconflicten.
Het bereik voor geldige MTU-waarden (Maximum Transmission Unit) is
500-9676. De standaardwaarde is 1500.
Met multicast wordt een stream verzonden naar het multicast-groepsadres.
Meerdere clients kunnen de stream tegelijk aanroepen door een kopie van het
multicast-groepsadres aan te vragen.
Voordat u deze functie gebruikt, moet u de multicast-functie van uw router
inschakelen en de gateway van de network speed dome configureren.
Als de DNS-serverinstellingen vereist zijn voor bepaalde toepassingen
(bijvoorbeeld het verzenden van e-mail), moet u de voorkeurs-DNS-server en
alternatieve DNS-server correct configureren.
Schakel het selectievakje Multicast Discovery inschakelen in om ervoor te
zorgen dat de speed dome kan worden gedetecteerd met clientsoftware binnen
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
56
het LAN.
Figure 6-8 DNS-serverinstellingen
De router moet ondersteuning bieden voor de functie voor routemededeling als u
Routemededeling selecteert als IPv6-modus.
6.3.2 Poortinstellingen configureren
Doel:
Als u een router gebruikt en toegang wilt krijgen tot de speed dome via een WAN
(Wide Area Network), moet u de 3 poorten voor de speed dome doorsturen.
Stappen:
1. Open de interface voor poortinstellingen:
Configuratie > Basisconfiguratie > Netwerk > Poort
Of Configuratie > Gevorderde configuratie > Netwerk > Poort
Figure 6-9 Poortinstellingen
2. Stel de HTTP-poort, RTSP-poort, HTTPS-poort en serverpoort van de speed dome
in.
HTTP-poort: Het standaardpoortnummer is 80.
RTSP-poort: Het standaardpoortnummer is 554.
HTTPS-poort: Het standaardpoortnummer is 443.
Serverpoort: Het standaardpoortnummer is 8000.
3. Klik op om de instellingen op te slaan.
6.3.3 PPPoE-instellingen configureren
Doel:
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
57
Als u geen router maar alleen een modem gebruikt, kunt u de PPPoE-functie
(Point-to-Point Protocol over Ethernet) gebruiken.
Stappen:
1. Open de interface voor PPPoE-instellingen:
Configuratie > Gevorderde configuratie > Netwerk > PPPoE
Figure 6-10 PPPoE-instellingen
2. Schakel het selectievakje PPPoE inschakelen in om deze functie in te schakelen.
3. Voer de gebruikersnaam, het wachtwoord en de wachtwoordbevestiging voor
PPPoE-toegang in.
De gebruikersnaam en het wachtwoord moeten door uw ISP worden
toegewezen.
We raden aan een sterk wachtwoord te gebruiken voor alle functies en
netwerkapparaten om uw privacy te garanderen en uw systeem beter te
beschermen tegen beveiligingsrisico's. Om de beveiliging van het product te
verbeteren, moet het gekozen wachtwoord minimaal 8 tekens bevatten,
inclusief hoofdletters, kleine letters, cijfers en speciale tekens.
De juiste configuratie van alle wachtwoorden en andere
beveiligingsinstellingen is de verantwoordelijkheid van de installateur en/of
eindgebruiker.
4. Klik op om op te slaan en de interface te verlaten.
6.3.4 DDNS-instellingen configureren
Doel:
Als uw speed dome is ingesteld om PPPoE als standaardnetwerkverbinding te
gebruiken, kunt u DDNS (Dynamic DNS) gebruiken voor netwerktoegang.
Voordat u begint:
Registratie bij de DDNS-server is vereist voordat u de DDNS-instellingen van de speed
dome kunt configureren.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
58
We raden aan een sterk wachtwoord te gebruiken voor alle functies en
netwerkapparaten om uw privacy te garanderen en uw systeem beter te
beschermen tegen beveiligingsrisico's. Om de beveiliging van het product te
verbeteren, moet het gekozen wachtwoord minimaal 8 tekens bevatten,
inclusief hoofdletters, kleine letters, cijfers en speciale tekens.
De juiste configuratie van alle wachtwoorden en andere
beveiligingsinstellingen is de verantwoordelijkheid van de installateur en/of
eindgebruiker.
Stappen:
1. Open de interface voor DDNS-instellingen:
Configuratie > Gevorderde configuratie > Netwerk > DDNS
Figure 6-11 DDNS-instellingen
2. Schakel het selectievakje DDNS inschakelen in om deze functie in te schakelen.
3. Selecteer DDNS-type. U kunt kiezen uit vier DDNS-typen: IPServer, HiDDNS, NO-IP
en DynDNS.
DynDNS:
Stappen:
(1) Voer het serveradres van DynDNS in (bijvoorbeeld members.dyndns.org).
(2) Voer in het tekstveld Domein de domeinnaam in die u hebt verkregen op de
DynDNS-website.
(3) Voer de poort van de DynDNS-server in.
(4) Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in die u hebt geregistreerd op
de DynDNS-website.
(5) Klik op om de instellingen op te slaan.
Figure 6-12 DynDNS-instellingen
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
59
IPServer:
Stappen:
(1) Voer het serveradres voor IPServer in.
(2) Klik op om de instellingen op te slaan.
Voor het serveradres moet het statische IP-adres worden ingevuld van de computer
waarop de IPServer-software wordt uitgevoerd. Voor IPServer moet u een statisch
IP-adres, subnetmasker, gateway en voorkeurs-DNS van de ISP invoeren.
Figure 6-13 IPServer-instellingen
HiDDNS:
Stappen:
(1) Voer het serveradres www.hik-online.com in.
(2) Voer de domeinnaam van de camera in. Het domein is hetzelfde als de
apparaatalias in de HiDDNS-server.
(3) Klik op om de instellingen op te slaan.
Figure 6-14 HiDDNS-instellingen
NO-IP:
Stappen:
(1) Voer het serveradres in voor NO-IP.
(2) Voer in het tekstveld Domein de domeinnaam in die u hebt verkregen op de
NO-IP-website.
(3) Voer de poort van de NO-IP-server in.
(4) Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in die u hebt geregistreerd op
de NO-IP-website.
(5) Klik op om de instellingen op te slaan.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
60
6.3.5 SNMP-instellingen configureren
Doel:
U kunt SNMP gebruiken om de speed dome-status en aan parameters gerelateerde
informatie op te halen.
Voordat u begint:
Voordat u SNMP instelt, moet u de SNMP-software gebruiken en instellen om de
speed dome-informatie te ontvangen via de SNMP-poort. Door het trap-adres in te
stellen, kunnen vanuit de speed dome alarmgebeurtenissen en
uitzonderingsberichten naar het surveillancecentrum worden verzonden.
De SNMP-versie die u selecteert, moet overeenkomen met de versie van de
SNMP-software.
Stappen:
1. Open de interface voor SNMP-instellingen:
Configuratie > Gevorderde configuratie > Netwerk > SNMP
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
61
Figure 6-15 SNMP-instellingen
2. Schakel het toepasselijke selectievakje voor de versie in (Zet SNMP v1 aan, Zet SNMP v2c aan,
Zet SNMP v3 aan) om de functie in te schakelen.
3. Configureer de SNMP-instellingen.
De configuratie van de SNMP-software moet overeenkomen met de
instellingen die u hier configureert.
4. Klik op om op te slaan en het instellen te voltooien.
6.3.6 802.1X-instellingen configureren
Doel:
De speed dome biedt ondersteuning voor de IEEE 802.1X-standaard.
IEEE 802.1X is een op poorten gebaseerde netwerktoegangscontrole. Hiermee wordt
het beveiligingsniveau van het LAN verbeterd. Als apparaten verbinding maken met
dit netwerk via de IEEE 802.1X-standaard, is verificatie vereist. Als de verificatie
mislukt, kan het apparaat geen verbinding maken met het netwerk.
Een beveiligd LAN met de 802.1X-standaard wordt als volgt weergegeven:
Speed Dome
PC
Network Switch
Internet
PC
RADIUS Server
Authenticator
Authentication
Server
Figure 6-16 Beveiligd LAN
Voordat u de netwerkcamera aansluit op het beveiligde LAN, moet u een
digitaal certificaat van een certificaatautoriteit toepassen.
De netwerkcamera vraagt toegang tot het beveiligde LAN via de
authenticator (een switch).
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
62
De switch stuurt de identiteit en het wachtwoord door naar de
verificatieserver (RADIUS-server).
De switch stuurt het certificaat van de verificatieserver door naar de
netwerkcamera.
Nadat alle informatie is gevalideerd, verleent de switch de netwerkcamera
toegang tot het beveiligde netwerk.
We raden aan een sterk wachtwoord te gebruiken voor alle functies en
netwerkapparaten om uw privacy te garanderen en uw systeem beter te
beschermen tegen beveiligingsrisico's. Om de beveiliging van het product te
verbeteren, moet het gekozen wachtwoord minimaal 8 tekens bevatten,
inclusief hoofdletters, kleine letters, cijfers en speciale tekens.
De juiste configuratie van alle wachtwoorden en andere
beveiligingsinstellingen is de verantwoordelijkheid van de installateur en/of
eindgebruiker.
Stappen:
1. Sluit de netwerkcamera rechtstreeks op de pc aan met een netwerkkabel.
2. Open de interface voor 802.1X-instellingen:
Configuratie > Gevorderde configuratie > Netwerk > 802.1X
Figure 6-17 802.1X-instellingen
3. Schakel het selectievakje Zet IEEE 802.1X aan in om deze functie in te schakelen.
4. Configureer de 802.1X-instellingen, waaronder de gebruikersnaam en het
wachtwoord.
De EAP-MD5-versie moet hetzelfde zijn als die van de router of switch.
5. Klik op om het instellen te voltooien.
De camera wordt opnieuw gestart als u de instellingen opslaat.
6. Na de configuratie sluit u de camera aan op het beveiligde netwerk.
6.3.7 QoS-instellingen configureren
Doel:
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
63
QoS (Quality of Service) kan netwerkvertragingen en -overbelasting voorkomen door
de prioriteit van verzonden gegevens te configureren.
Stappen:
1. Open de interface voor QoS-instellingen:
Configuratie > Gevorderde configuratie > Netwerk > QoS
Figure 6-18 QoS-instellingen
2. Configureer de QoS-instellingen, waaronder het DSCP voor video/audio, het
DSCP voor gebeurtenissen/alarmen en het DSCP voor beheer.
Het bereik voor geldige DSCP-waarden gaat van 0 tot 63. Hoe hoger de
DSCP-waarde, hoe hoger de prioriteit.
3. Klik op om de instellingen op te slaan.
Zorg ervoor dat u de QoS-functie van het netwerkapparaat (zoals een router)
inschakelt.
Het apparaat moet opnieuw worden gestart om de instellingen door te voeren.
6.3.8 FTP-instellingen configureren
Doel:
U kunt een FTP-server instellen en de volgende parameters configureren voor het
uploaden van vastgelegde afbeeldingen.
Stappen:
1. Open de interface voor FTP-instellingen:
Configuratie > Gevorderde configuratie > Netwerk >FTP
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
64
Figure 6-19 FTP-instellingen
2. Configureer de FTP-instellingen, inclusief serveradres, poort, gebruikersnaam,
wachtwoord, map en uploadtype.
We raden aan een sterk wachtwoord te gebruiken voor alle functies en
netwerkapparaten om uw privacy te garanderen en uw systeem beter te
beschermen tegen beveiligingsrisico's. Om de beveiliging van het product te
verbeteren, moet het gekozen wachtwoord minimaal 8 tekens bevatten,
inclusief hoofdletters, kleine letters, cijfers en speciale tekens.
De juiste configuratie van alle wachtwoorden en andere
beveiligingsinstellingen is de verantwoordelijkheid van de installateur en/of
eindgebruiker.
Het serveradres biedt ondersteuning voor zowel domeinnaam- als
IP-adresindelingen.
De map voor het opslaan van bestanden op de FTP-server instellen:
In het veld Directorystructuur kunt u de hoofdmap, bovenliggende map en
onderliggende map selecteren.
Hoofdmap: De bestanden worden opgeslagen in de hoofdmap van de
FTP-server.
Bovenliggende map: De bestanden worden opgeslagen in een map op de
FTP-server. De naam van de map kan worden gedefinieerd zoals wordt
weergegeven in Figure 6-20.
Figure 6-20 Bovenliggende map
Onderliggende map: Dit is een submap die kan worden gemaakt in de
bovenliggende map. De bestanden worden opgeslagen in een submap op
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
65
de FTP-server. De naam van de map kan worden gedefinieerd zoals wordt
weergegeven in Figure 6-21.
Figure 6-21 Onderliggende map
Upload type: Hiermee kunt u het uploaden van de vastgelegde afbeeldingen
op de FTP-server inschakelen.
3. Klik op om de instellingen op te slaan.
Als u de vastgelegde afbeeldingen wilt uploaden naar een FTP-server, moet u ook de
functie voor continusnapshots of door gebeurtenissen getriggerde snapshots
inschakelen in de interface Snapshot. Raadpleeg Sectie 7.4 Instellingen voor
snapshots configureren voor gedetailleerde informatie.
6.3.9 UPnP™-instellingen configureren
Doel:
UPnP™ (Universal Plug and Play) is een netwerkarchitectuur die zorgt voor
onderlinge compatibiliteit van netwerkapparatuur, software en andere
hardwareapparaten. Het UPnP-protocol maakt het mogelijk apparaten naadloos aan
te sluiten en de implementatie van netwerken in thuis- en bedrijfsomgevingen te
vereenvoudigen.
Wanneer de functie is ingeschakeld, hoeft u de poorttoewijzing voor de verschillende
poorten niet te configureren en wordt de camera via de router met het WAN (Wide
Area Network) verbonden.
Stappen:
1. Open de interface voor UPnP™-instellingen:
Configuratie > Gevorderde configuratie > Netwerk >UPnP™
2. Schakel het selectievakje in om de UPNP™-functie in te schakelen.
U kunt de bijnaam van de speed dome bewerken. Deze naam kan worden
gedetecteerd op gekoppelde apparaten, zoals een router.
Figure 6-22 UPnP-instellingen configureren
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
66
6.3.10 NAT-instellingen (Network Address Translation) configureren
Stappen:
1. Stel de modus voor poorttoewijzing in:
Poorttoewijzing met standaardpoortnummers:
Kies
Poorttoewijzing met aangepaste poortnummers:
Kies
U kunt de waarde van het poortnummer zelf aanpassen.
Figure 6-23 Het poortnummer configureren
2. Klik op om de instellingen op te slaan.
6.3.11 E-mailinstellingen configureren
Doel:
Het systeem kan zo worden geconfigureerd dat er een e-mailmelding wordt
verzonden naar alle toegewezen ontvangers wanneer een alarmgebeurtenis wordt
gedetecteerd, zoals gedetecteerde beweging, videosignaalverlies, manipulatie,
enzovoort.
Voordat u begint:
Configureer de DNS-serverinstellingen in Basisconfiguratie > Netwerk > TCP/IP of
Gevorderde configuratie > Netwerk > TCP/IP voordat u de e-mailfunctie gaat
gebruiken.
Stappen:
1. Open de interface voor e-mailinstellingen:
Configuratie > Gevorderde configuratie > Netwerk > E-mail
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
67
Figure 6-24 E-mailinstellingen
2. Configureer de volgende instellingen:
Afzender: De naam van de afzender van de e-mail.
Adres afzender: Het e-mailadres van de afzender.
SMTP-server: Het IP-adres of de hostnaam van de SMTP-server (bijvoorbeeld
smtp.263xmail.com).
SMTP-poort: De SMTP-poort. De standaard-TCP/IP-poort voor SMTP is 25.
SSL inschakelen: Schakel het selectievakje in om SSL in te schakelen, indien dit
vereist is voor de SMTP-server.
Bijgevoegd beeld: Schakel het selectievakje in voor Toegevoegd beeld als u
e-mails wilt verzenden met een bijgevoegde alarmafbeelding.
Interval: Het interval heeft betrekking op de tijd tussen twee acties waarbij
bijgevoegde afbeeldingen worden verzonden.
Verificatie (optioneel): Als verificatie vereist is voor uw e-mailserver, schakelt u
dit selectievakje in om verificatie te gebruiken bij aanmelding bij de server. Voer
de gebruikersnaam en het wachtwoord in.
We raden aan een sterk wachtwoord te gebruiken voor alle functies en
netwerkapparaten om uw privacy te garanderen en uw systeem beter te
beschermen tegen beveiligingsrisico's. Om de beveiliging van het product te
verbeteren, moet het gekozen wachtwoord minimaal 8 tekens bevatten,
inclusief hoofdletters, kleine letters, cijfers en speciale tekens.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
68
De juiste configuratie van alle wachtwoorden en andere
beveiligingsinstellingen is de verantwoordelijkheid van de installateur en/of
eindgebruiker.
Ontvanger: Selecteer de ontvanger waarheen de e-mail wordt verzonden. U kunt
maximaal 2 ontvangers configureren.
Ontvanger: De naam van de gebruiker die een melding moet ontvangen.
Adres ontvanger: Het e-mailadres van de gebruiker die een melding moet
ontvangen.
Klik op om te controleren of de instellingen geldig zijn nadat u de
parameters hebt geconfigureerd.
3. Klik op om de instellingen op te slaan.
6.3.12 HTTPS-instellingen configureren
Doel:
HTTPS wordt gebruikt voor verificatie van websites en gerelateerde webservers
waarmee wordt gecommuniceerd. Dit zorgt voor bescherming tegen
man-in-the-middle-aanvallen. Voer de volgende stappen uit om het
HTTPS-poortnummer in te stellen.
Voorbeeld:
Als u het poortnummer instelt op 443 en het IP-adres 192.168.1.64 is, kunt u toegang
krijgen tot het apparaat door https://192.168.1.64:443 in te voeren in een
webbrowser.
Stappen:
1. Open de interface voor HTTPS-instellingen:
Configuratie > Gevorderde configuratie > Netwerk > HTTPS
2. Maak het zelfondertekende certificaat of geautoriseerde certificaat.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
69
Figure 6-25 HTTPS-instellingen
OPTIE 1: Maak het zelfondertekende certificaat
1) Klik op de knop Maken om het volgende dialoogvenster te openen.
Figure 6-26 Het zelfondertekende certificaat maken
2) Voer het land, de hostnaam, het IP-adres, de geldigheid en andere
informatie in.
3) Klik op OK om de instellingen op te slaan.
OPTIE 2: Maak het geautoriseerde certificaat
1) Klik op de knop Maken om het certificaatverzoek te maken. Vul de vereiste
informatie in.
2) Download het certificaatverzoek en stuur het naar de vertrouwde
certificaatautoriteit om het te laten ondertekenen.
3) Nadat het het geldige ondertekende certificaat hebt ontvangen, importeert
u het certificaat naar het apparaat.
3. De certificaatinformatie is beschikbaar nadat u het certificaat hebt gemaakt en
geïnstalleerd.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
70
Figure 6-27 Eigenschappen van geïnstalleerd certificaat
U kunt het HTTPS-poortnummer naar wens configureren. Raadpleeg Sectie 6.3.2
Poortinstellingen configureren voor meer informatie.
4. Schakel het selectievakje HTTPS inschakelen in en klik op de knop Opslaan.
Gebruikershandleiding voor Network Speed Dome
© Hikvision
71
6.4 Video- en audio-instellingen configureren
6.4.1 Video-instellingen configureren
Stappen:
1. Open de interface voor video-instellingen:
Configuratie > Basisconfiguratie > Video/Audio > Video
Of Configuratie > Gevorderde configuratie > Video/Audio > Video
Figure 6-28 Video-instellingen configureren
2. Selecteer het streamtype van de speed dome. U kunt kiezen uit hoofdstream
(standaard) of substream.
De hoofdstream wordt meestal gebruikt voor opnamen en liveweergave en biedt
een goede bandbreedte. De substream kan worden gebruikt voor liveweergave
wanneer de bandbreedte beperkt is. Raadpleeg Sectie 6.1 Lokale parameters
configureren voor informatie over het schakelen tussen de hoofdstream en
substream voor liveweergave.
3. U kunt de volgende parameters voor de geselecteerde hoofdstream of substream
aanpassen:
Videotype:
Selecteer het streamtype voor de videostream of samengestelde stream met
video en audio. Het audiosignaal wordt alleen opgenomen wanneer het
videotype is ingesteld op Video & Audio.
Resolutie:
Selecteer de resolutie van de video-output.
Bitratetype:
Selecteer het bitratetype: constant of variabel.
Videokwaliteit:
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
72
Wanneer het bitratetype is ingesteld op Variabel, kunt u 6 niveaus selecteren voor
de videokwaliteit.
Beeldsnelheid:
De framerate is de frequentie waarmee de videostream wordt bijgewerkt, en
wordt gemeten in frames per seconde (fps). Een hogere framerate biedt
voordelen bij veel bewegingen in de videostream omdat de beeldkwaliteit van
hoog niveau blijft.
Maximale bitrate:
Stel de maximale bitrate in op 32-16.384 Kbps. Een hogere waarde levert hogere
videokwaliteit op maar vereist meer bandbreedte.
Video-opname:
De standaard voor videocodering kan worden ingesteld op H.264 of MJPEG.
Profiel:
U kunt het profielniveau instellen op Hoog profiel, Hoofdprofiel of Basisprofiel.
I Frame-interval:
Stel het i-frame-interval in op een waarde van 1-400.
SVC:
SVC is een videocoderingstechnologie. Als er voldoende netwerkbandbreedte
beschikbaar is, worden met deze functie frames uit de oorspronkelijke video
gehaald en naar een videorecorder met ondersteuning voor de SVC-functie
verzonden.
Verzachten:
Versleep om de waarde voor videoverzachting naar wens in te stellen.
4. Klik op om de instellingen op te slaan.
6.4.2 Audio-instellingen configureren
Stappen:
1. Open de interface voor audio-instellingen:
Configuratie > Basisconfiguratie > Video/Audio > Audio
Of Configuratie > Gevorderde configuratie > Video/Audio > Audio
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
73
Figure 6-29 Audio-instellingen
2. Configureer de volgende instellingen.
Audiocodering: U kunt G.722.1, G.711ulaw, G.711alaw, MP2L2, PCM en G.726
selecteren.
Bitrate audiostream: Wanneer de audiocodering is ingesteld op MP2L2, kunt u
de bitrate van de audiostream configureren in de vervolgkeuzelijst. Hoe hoger de
waarde, hoe beter de audiokwaliteit.
Samplingsnelheid: Wanneer de audiocodering is ingesteld op MP2L2 of PCM,
kunt u de samplingsnelheid configureren in de vervolgkeuzelijst. Hoe hoger de
waarde, hoe beter de audiokwaliteit.
Audio-uitgang: Wanneer een intercom is aangesloten op de speed dome, moet u
deze optie instellen op LineIn. Wanneer een microfoon is aangesloten op de
speed dome, moet u deze optie instellen op MicIn.
Inputvolume: Verschuif de balk om het volume te verhogen en verlagen. U kunt
een waarde van 0-100 invoeren.
Omgevingsruisfilter: Wanneer de gemonitorde omgeving luidruchtig is, kunt u
deze functie inschakelen om een deel van het geluid weg te filteren.
3. Klik op om de instellingen op te slaan.
6.4.3 ROI-instellingen configureren
Voordat u begint:
ROI-codering (Region Of Interest) wordt gebruikt om de kwaliteit van vooraf
opgegeven beelden te verbeteren.
Open de interface voor ROI-instellingen:
Configuratie > Gevorderde configuratie > Video/Audio > ROI
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
74
Figure 6-30 Region of Interest (ROI)
Streamtype:
U kunt de ROI-functie instellen voor de hoofdstream en substream. Selecteer een
streamtype en configureer de ROI-instellingen.
Vaste regio: Vaste-regiocodering houdt in dat ROI-codering wordt gebruikt voor
handmatig geconfigureerde gebieden. U kunt het niveau voor verbetering van de
beeldkwaliteit kiezen voor ROI-codering, en u kunt het ROI-gebied een naam
geven.
Stappen:
1. Selecteer een regionummer.
2. Schakel het selectievakje Inschakelen voor Vaste regio in.
3. Selecteer de regio in de vervolgkeuzelijst voor ROI-instellingen. U kunt vier
vaste regio's selecteren.
4. Klik op de knop en klik en sleep de muis om de ROI te tekenen in
de livevideo.
5. Stel het ROI-niveau in op een waarde van 1 tot 6. Hoe hoger de waarde, hoe
beter de beeldkwaliteit van het rode kader.
6. Voer een regionaam in en klik op Opslaan om de instellingen op te slaan.
Beweging tracken: Op het apparaat kunnen automatisch gebieden met beweging
worden herkend. Stel het niveau voor verbetering van de beeldkwaliteit voor
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
75
ROI-codering in.
Stappen:
1. Schakel de selectievakjes van de gewenste functies, waaronder doeltracking en
gezichten volgen.
Doeltracking: Wanneer een slimme gebeurtenis wordt gedetecteerd, zoals
overschrijding van een lijn, wordt het object dat de vooraf gedefinieerde
regel heeft getriggerd, automatisch gevolgd. De beeldkwaliteit van het
trackingdoel wordt verbeterd.
Gezicht volgen: Wanneer gezichtsdetectie wordt getriggerd, wordt de
beeldkwaliteit van het gezicht verbeterd.
Als u de functie voor doeltracking wilt inschakelen, moet u de functie voor
slimme tracking inschakelen. Raadpleeg hiervoor Sectie 5.7 Slimme
tracking configureren.
Als u de functie voor gezichten volgen wilt inschakelen, moet de functie voor
gezichtsdetectie worden ondersteund en moet deze zijn ingeschakeld.
2. Stel het respectievelijke ROI-niveau in. Hoe hoger de waarde, hoe beter de
beeldkwaliteit van het rode kader.
3. Klik op Opslaan om de instellingen op te slaan.
6.5 Beeldinstellingen configureren
6.5.1 Scherminstellingen configureren
Doel:
U kunt de beeldkwaliteit voor de speed dome instellen, inclusief helderheid,
contrast, verzadiging, scherpte, enzovoort.
De parameters in de interface Scherminstellingen verschillen, afhankelijk van het
speed dome-model.
Dubbelklik op de liveweergave om de modus met volledig scherm te openen.
Dubbelklik opnieuw om deze modus te verlaten.
Stappen:
1. Open de interface voor scherminstellingen:
Configuratie > Basisconfiguratie > Beeld > Scherminstellingen
Of Configuratie > Gevorderde configuratie > Beeld > Scherminstellingen
2. U kunt het koppelingsscenario in de vervolgkeuzelijst selecteren. U hebt de keuze
uit verschillende vooraf gedefinieerde beeldparameters.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
76
3. Stel de beeldparameters voor de speed dome in.
Figure 6-31 Scherminstellingen
Beeldaanpassing
Helderheid
Met deze functie kunt u de helderheid van de beelden aanpassen. U kunt een
waarde van 0-100 invoeren.
Contrast
Met deze functie wordt het kleur- en lichtverschil tussen verschillende delen van een
beeld verbeterd. U kunt een waarde van 0-100 invoeren.
Verzadiging
Met deze functie kunt u de kleurverzadiging van de beelden aanpassen. U kunt een
waarde van 0-100 invoeren.
Scherpte
Met de scherptefunctie worden de details van beelden verbeterd door de randen in
de beelden te verscherpen. U kunt een waarde van 0-100 invoeren.
De werking van deze functie verschilt, afhankelijk van het speed dome-model.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
77
Belichtingsinstellingen
Belichtingsmodus
De belichtingsmodus kan worden ingesteld op Automatisch, Irisprioriteit,
Sluiterprioriteit en Handmatig.
Automatisch:
De waarden voor iris, sluitertijd en gain worden automatisch aangepast op basis
van de helderheid van de omgeving.
Irisprioriteit:
De iriswaarde moet handmatig worden aangepast. De waarden voor sluitertijd
en gain worden automatisch aangepast op basis van de helderheid van de
omgeving.
Figure 6-32 Handmatige iris
Sluiterprioriteit:
De sluitertijdwaarde moet handmatig worden aangepast. De waarden voor iris
en gain worden automatisch aangepast op basis van de helderheid van de
omgeving.
Figure 6-33 Handmatige sluitertijd
Gain-prioriteit:
De gain-waarde moet handmatig worden aangepast. De waarden voor sluitertijd
en iris worden automatisch aangepast op basis van de helderheid van de
omgeving.
Figure 6-34 Handmatige gain
Handmatig:
In de handmatige modus kunt u de waarden voor Gain, Sluiter en Iris zelf
aanpassen.
De werking van deze functie verschilt, afhankelijk van het speed
dome-model.
Versterkingsbegrenzing
Met deze functie kunt u de gain van de beelden aanpassen. U kunt een waarde van
0-100 invoeren.
Lange sluitertijd
Deze functie kan worden gebruikt om onderbelichting te voorkomen. De sluitertijd
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
78
wordt verlengd om volledige belichting te verzorgen. De waarde voor sluitertijd kan
worden ingesteld op Lange sluitertijd*2, *4, *6, *12, *16, *24 en *32.
Figure 6-35 Lange sluitertijd
Focusinstellingen
Focusmodus
De scherpstelmodus kan worden ingesteld op Automatisch, Handmatig en
Semi-automatisch.
Automatisch:
De speed dome wordt altijd automatisch scherpgesteld op basis van de objecten
in de scène.
Semi-automatisch:
De speed dome wordt eenmalig automatisch scherpgesteld na een pan-, kantel-
of zoombewerking.
Handmatig:
In de handmatige modus moet u op het bedieningspaneel gebruiken
om handmatig scherp te stellen.
Min. focusafstand
Deze functie wordt gebruikt om de minimale scherpstelafstand te beperken.
De werking van de functie voor minimale scherpstelafstand verschilt, afhankelijk
van het speed dome-model.
Dag/Nacht-schakeling
Deze aan het IR-licht gerelateerd functie, die hieronder nader wordt uitgelegd,
wordt alleen ondersteund voor IR speed domes.
Dag/Nacht-schakeling
De modus voor Dag/Nacht-schakeling kan worden ingesteld op Automatisch,
Dag en Nacht.
Automatisch:
In de modus Automatisch wordt er automatisch geschakeld tussen de dag- en
nachtmodus op basis van de lichtomstandigheden voor de omgeving. De
schakelgevoeligheid kan worden ingesteld op Laag, Normaal en Hoog.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
79
Figure 6-36 Gevoeligheid voor automatische modus
Dag:
In de dagmodus kunnen kleurenbeelden worden weergegeven op de speed
dome. Deze modus wordt gebruikt voor normale lichtomstandigheden.
Nacht:
In de nachtmodus worden zwart-witbeelden gebruikt. In de nachtmodus kan
de gevoeligheid worden verhoogd voor omstandigheden met weinig licht.
Schema
In de schemamodus kunt u het tijdschema voor de dagmodus instellen, zoals
weergegeven in Figure 6-37. Voor de resterende tijd in het schema wordt de
nachtmodus gebruikt.
De werking van deze functie verschilt, afhankelijk van het speed
dome-model.
Figure 6-37 Dag- en nachtschema
Overbelichting vermijden
Als het IR-licht aan staat en het midden van het beeld overbelicht is, kunt u deze
functie inschakelen.
IR-verlichtingsmodus
De IR-verlichtingsmodus kan worden ingesteld op Automatisch en Handmatig.
Automatisch: De helderheid van het infraroodlicht wordt automatisch
aangepast. U kunt voor de IR-lichtgevoeligheid een waarde van 0-100
invoeren. De triggermodus kan worden ingesteld op Camera en
Fotogevoelig.
Handmatig: u moet de helderheidswaarde voor het infraroodlicht
handmatig aanpassen. De waarde voor Helderheidslimiet heeft een bereik
van 0-100.
IR-gerelateerde functies worden alleen ondersteund voor IR speed domes.
Voor gedetailleerde configuratie van de parameters voor het IR-licht kunt u het
OSD-menu openen door de speciale preset 95 aan te roepen.
Als de IR-verlichtingsmodus is ingesteld op Automatisch, wordt er automatisch
geschakeld tussen dag- en nachtmodus op basis van de IR-verlichtingsmodus. U
kunt de dag- en nachtmodus niet handmatig instellen.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
80
Als de IR-verlichtingsmodus is ingesteld op Handmatig en de helderheidslimiet 0
is, kunt u de dag- en nachtmodus handmatig instellen.
Als de IR-verlichtingsmodus is ingesteld op Handmatig en de helderheidslimiet
niet 0 is, wordt de nachtmodus ingesteld als standaardmodus. U kunt de dag- en
nachtmodus niet handmatig instellen.
Tegenlichtinstellingen
BLC
Bij veel tegenlicht wordt het onderwerp vóór het tegenlicht donker of als een
silhouet weergegeven. Door de BLC-functie (back light compensation) in te schakelen
kunt u de belichting van het onderwerp corrigeren. De omgeving met tegenlicht
wordt echter vaag of wit weergegeven.
WDR (Wide Dynamic Range)
Met de WDR-functie (wide dynamic range) levert de camera scherpe beelden, zelfs
bij veel tegenlicht. Als het weergaveveld zowel zeer heldere als zeer donkere
gebieden bevat, wordt met de WDR-functie de helderheid van het hele beeld
gebalanceerd. Dit levert heldere, gedetailleerde beelden op.
Schakel de WDR-functie in of uit, zoals weergegeven in Figure 6-38. De waarde voor
het WDR-niveau heeft een bereik van 0-100.
Figure 6-38 WDR
De werking van deze functie verschilt, afhankelijk van het speed dome-model.
HLC
Met de HLC-functie (High Light Compensation) worden sterke lichtbronnen in het
camerabeeld worden herkend en onderdrukt om schitteringen in het beeld te
voorkomen. Zo krijgt u details te zien die normaal gesproken verborgen zouden
blijven.
Witbalans
U kunt de witbalansmodus instellen op Automatisch, Handmatige witbalans,
Buiten, Binnen, TL-lamp, Natriumlicht en Autom. traceren.
Automatisch:
In de modus Automatisch blijft de kleurbalans voor de camera automatisch
behouden op basis van de huidige kleurtemperatuur.
Handmatige witbalans:
In de modus Handmatige witbalans kunt u de kleurtemperatuur handmatig
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
81
aanpassen aan uw eigen wensen, zoals weergegeven in Figure 6-39.
Figure 6-39 Handmatige witbalans
Buiten:
Selecteer deze modus wanneer de speed dome buiten is geïnstalleerd.
Binnen:
Selecteer deze modus wanneer de speed dome binnen is geïnstalleerd.
TL-lamp:
Selecteer deze modus wanneer er zich tl-licht in de buurt van de speed dome
bevindt.
Natriumlamp:
Selecteer deze modus wanneer er zich natriumlicht in de buurt van de speed dome
bevindt.
Autom. traceren:
In de modus Autom. traceren wordt de witbalans voortdurend in real-time
aangepast op basis van de kleurtemperatuur van de scèneverlichting.
De werking van deze functie verschilt, afhankelijk van het speed dome-model.
Beeldverbetering
Digitale ruisonderdrukking
Met de functie voor digitale ruisonderdrukking wordt de ruis in het videosignaal
verwerkt.
Stel de functie Digitale ruisonderdrukking in op Aan en pas het DNR-niveau aan,
zoals weergegeven in Figure 6-40. U kunt een niveau van 0-100 invoeren.
Figure 6-40 Digitale ruisonderdrukking
De werking van deze functie verschilt, afhankelijk van het speed dome-model.
Ontwasemmodus
Als het beeld wazig is, kunt u deze functie inschakelen voor een helderder beeld.
EIS
In bepaalde monitoringsituaties kan het livebeeld schokken en donker zijn als de
camera licht trilt. Gebruik de EIS-functie (electronic image stabilization) om dit
probleem te verhelpen en voor een stabiel en helder beeld te zorgen.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
82
De werking van deze functie verschilt, afhankelijk van het speed dome-model.
Videoaanpassing
Spiegel
Als u de functie Spiegel inschakelt, wordt het beeld gespiegeld. Dit geeft hetzelfde effect
als uzelf zien in een spiegel. De spiegelrichting kan worden ingesteld op Gesloten,
Links/Rechts, Hoog/Laag of Centrum.
De werking van deze functie verschilt, afhankelijk van het speed dome-model.
Videostandaard
Stel de videostandaard in op 50 Hz (PAL) of 60 Hz (NTSC), afhankelijk van het
videosysteem dat in uw land wordt gebruikt.
De werking van deze functie verschilt, afhankelijk van het speed dome-model.
Vastlegmodus:
Stel de vastlegmodus in op Gesloten, 1280x720 met 25 fps of 1280x960 met 25 fps.
Overig
Lens initialiseren
Wanneer u het selectievakje Lens initialiseren inschakelt, worden de bewegingen
voor initialisatie beheerd met de lens.
Zoomlimiet
U kunt een waarde voor de zoomlimiet instellen om de maximale zoomfactor te
beperken. De waarde kan worden ingesteld op 20, 40, 80, 160 en 320.
De werking van deze functie verschilt, afhankelijk van het speed dome-model.
Lokale output
U kunt video-output via de CVBS-interface naar wens in- of uitschakelen.
6.5.2 OSD-instellingen configureren
Doel:
De speed dome biedt ondersteuning voor weergave van de volgende informatie op
het scherm:
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
83
Uitzoomen: Hiermee wordt de zoomfactor bepaald.
Richting: Hier worden de pan- en kantelrichting weergegeven in de indeling PXXX
TXXX. De XXX-waarde achter 'P' geeft het aantal graden voor de panrichting weer, de
XXX-waarde achter 'T' geeft het aantal graden voor de kantelpositie weer.
Tijd: Ondersteuning voor tijdweergave.
Presettitel: Bepaalt welke preset wordt aangeroepen.
Cameranaam: Hiermee wordt de naam van de speed dome bepaald.
U kunt de tijd op het scherm laten weergeven.
Stappen:
1. Open de interface voor OSD-instellingen:
Configuratie > Gevorderde configuratie > Beeld > OSD-instellingen
Figure 6-41 OSD-instellingen
2. Schakel het toepasselijke selectievakje in om de speed dome-naam, de datum of
de week te laten weergeven.
3. Bewerk de speed dome-naam in het tekstveld Cameranaam.
4. Selecteer opties in de vervolgkeuzelijst om de tijdnotatie, datumnotatie en
weergavemodus in te stellen.
5. U kunt met de muis het tekstkader in het liveweergavevenster
aanklikken en verslepen om de OSD-positie te wijzigen.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
84
Figure 6-42 OSD-locatie aanpassen
6. U kunt ook de tekenkleur aanpassen. Selecteer Aanpassen in de vervolgkeuzelijst
en selecteer de gewenste tekenkleur.
7. Klik op om de bovenstaande instellingen te activeren.
6.5.3 Tekstoverlayinstellingen configureren
Doel:
U kunt de tekstoverlay aanpassen.
Stappen:
1. Open de interface voor tekstoverlayinstellingen:
Configuratie > Gevorderde configuratie > Beeld > Tekstoverlap
2. Schakel het selectievakje vóór het tekstvak in om het OSD in te schakelen.
3. Voer de tekens in het tekstvak in.
4. Gebruik de muis om het rode tekstkader in het liveweergavevenster aan
te klikken en te verslepen om de tekstoverlaypositie te wijzigen.
5. Klik op .
U kunt maximaal 8 tekstoverlays configureren.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
85
Figure 6-43 Tekstoverlayinstellingen
6.6 Alarmen configureren en beheren
Doel:
In deze sectie wordt uitgelegd hoe u de network speed dome kunt configureren om
te reageren op alarmgebeurtenissen, waaronder gedetecteerde beweging, externe
alarminput, videosignaalverlies, manipulatie en uitzonderingen. Deze gebeurtenissen
kunnen de alarmacties triggeren, zoals Surveillancecentrum informeren, E-mail
verzenden, Alarmoutput triggeren, enzovoort.
Wanneer een extern alarm wordt getriggerd, verzendt de network speed dome
bijvoorbeeld een melding naar een e-mailadres.
6.6.1 Bewegingsdetectie configureren
Doel:
Bewegingsdetectie is een functie waarmee alarmacties en video-opnameacties
kunnen worden getriggerd wanneer er beweging plaatsvindt in de surveillancescène.
Stappen:
1. Open de interface voor bewegingsdetectie-instellingen:
Configuratie > Gevorderde configuratie > Gebeurtenissen > Bewegingsdetectie
2. Schakel het selectievakje bij Zet bewegingsdetectie aan in als deze functie wilt
inschakelen.
Schakel het selectievakje Dynamische bewegingsanalyse aanzetten in als u de
gedetecteerde objecten in de liveweergave wilt markeren met rechthoeken.
3. Selecteer de configuratiemodus (Normaal of Expert) en stel de toepasselijke
parameters voor bewegingsdetectie in.
Normaal
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
86
Figure 6-44 Instellingen voor bewegingsdetectie - Normaal
Stappen:
(1) . Klik en sleep met de muis in het livevideobeeld om een gebied
voor bewegingsdetectie te tekenen.
(2) Klik op om het tekenen te voltooien.
U kunt maximaal 8 gebieden voor bewegingsdetectie voor hetzelfde beeld
tekenen.
Klik op om alle gebieden te wissen.
(3) Verplaats de schuifregelaar om de
gevoeligheid van de detectie in te stellen.
Expert
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
87
Figure 6-45 Instellingen voor bewegingsdetectie - Expert
Stappen:
(1) Stel de modus voor Dag/Nacht-schakeling in. U kunt kiezen uit Gesloten,
Auto-omschakelen en Gepland omschakelen. Als de modus voor
Dag/Nacht-schakeling is ingeschakeld, kunt u de detectieregels voor de dag-
en nachtmodus afzonderlijk configureren.
Gesloten: Schakelen tussen dag- en nachtmodus uitschakelen.
Auto-omschakelen: Automatisch schakelen tussen dag- en nachtmodus op
basis van de lichtsterkte.
Gepland omschakelen: Om 6.00 uur schakelen naar de dagmodus en om
18.00 uur schakelen naar de nachtmodus.
(2) Selecteer het gebiednummer dat u wilt configureren in de vervolgkeuzelijst.
(3) Stel de gevoeligheidswaarde en vulling door het object van het gebied in.
Gevoeligheid: Hoe hoger deze waarde is, hoe sneller het alarm wordt
getriggerd.
Proportie van object op gebied: Wanneer de grootteproportie van het
bewegende object de vooraf gedefinieerde waarde overschrijdt, wordt het
alarm getriggerd. Hoe lager deze waarde is, hoe sneller het alarm wordt
getriggerd.
4. Stel het activeringsschema voor bewegingsdetectie in.
(1) Klik op in Figure 6-46.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
88
Figure 6-46 Activeringsschema
(2) Kies de dag waarop u het activeringsschema wilt instellen, zoals wordt
weergegeven in Figure 6-47.
Figure 6-47 Schema voor activeringstijd
(3) Klik op om de tijdsperiode voor het activeringsschema in te stellen.
(4) (Optioneel) Nadat u het activeringsschema hebt ingesteld, kunt u op
klikken om het schema kopiëren naar andere dagen.
(5) Klik op om de instellingen op te slaan.
Er mag geen overlap bestaan tussen de tijden van de verschillende
perioden. Er kunnen maximaal 8 perioden worden geconfigureerd voor de
verschillende dagen.
5. Stel de alarmacties voor bewegingsdetectie in.
U kunt de koppelingsmethode opgeven die wordt gebruikt wanneer
gebeurtenissen optreden. In de inhoud hieronder wordt uitgelegd hoe u de
verschillende koppelingsmethoden kunt configureren.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
89
Figure 6-48 Koppelingsmethode
Schakel een selectievakje in om een koppelingsmethode te selecteren. U
kunt de volgende methoden selecteren: het surveillancecentrum
informeren, een e-mail verzenden, uploaden naar FTP, kanaal triggeren en
alarmoutput triggeren.
Waarschuw surveillancecentrum
Een uitzondering of alarmsignaal naar externe beheersoftware verzenden
wanneer een gebeurtenis optreedt.
Verzend e-mail
Een e-mail met alarminformatie naar een of meer gebruikers verzenden
wanneer een gebeurtenis optreedt.
Als u de e-mail wilt verzenden wanneer een gebeurtenis optreedt, raadpleegt u
Sectie 6.3.11 E-mailinstellingen configureren om de e-mailparameters in te
stellen.
Upload naar FTP
Het beeld vastleggen wanneer een alarm wordt getriggerd en de afbeelding
uploaden naar een FTP-server.
U hebt een FTP-server nodig en moet eerst de FTP-parameters instellen.
Raadpleeg Sectie 6.3.8 FTP-instellingen configureren als u de
FTP-parameters wilt instellen.
Triggerkanaal
Een video opnemen wanneer een gebeurtenis optreedt.
U moet het opnameschema instellen om deze functie te kunnen
gebruiken. Raadpleeg Sectie 7.3 Opnameschema configureren voor het
instellen van het opnameschema.
Trigger alarm
Een of meer externe alarmoutputs triggeren wanneer een gebeurtenis
optreedt.
Als u een alarmoutput wilt triggeren wanneer een gebeurtenis optreedt,
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
90
raadpleegt u Sectie 6.6.5 Alarmoutput configureren om de
alarmoutputparameters in te stellen.
6.6.2 Alarm voor videosignaalverlies configureren
Stappen:
1. Open de interface voor instellingen voor videosignaalverlies:
Configuratie > Gevorderde configuratie > Gebeurtenissen > Videoverlies
Figure 6-49 Videosignaalverlies
2. Schakel het selectievakje Zet videoverliesdetectie aan in om deze functie in te
schakelen.
3. Klik op om het activeringsschema voor detectie van
videosignaalverlies te bewerken. De configuratie van het activeringsschema
verloopt hetzelfde als het instellen van het activeringsschema voor
bewegingsdetectie. Raadpleeg stap 2 in Sectie 6.6.1 Bewegingsdetectie
configureren.
4. Schakel het selectievakje in om de koppelingsmethode te selecteren, zoals het
alarm voor videosignaalverlies, het informeren van het surveillancecentrum, het
verzenden van e-mail en het triggeren van alarmoutput. Raadpleeg stap 3 in
Sectie 6.6.1 Bewegingsdetectie configureren.
5. Klik op om de instellingen op te slaan.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
91
6.6.3 Alarm voor videomanipulatie configureren
Doel:
U kunt de speed dome zo configureren dat alarmacties worden getriggerd wanneer
de lens wordt bedekt.
Stappen:
1. Open de interface voor instellingen voor videomanipulatie:
Configuratie > Gevorderde configuratie > Gebeurtenissen > Tamper-proof
Figure 6-50 Manipulatiealarm
2. Schakel het selectievakje Zet Tamper-proof aan in om de detectie van
videomanipulatie in te schakelen.
3. Stel het gebied voor detectie van videomanipulatie in. Raadpleeg stap 1 in Sectie
6.6.1 Bewegingsdetectie configureren.
4. Klik op om het activeringsschema voor videomanipulatie te
bewerken. De configuratie van het activeringsschema verloopt hetzelfde als het
instellen van het activeringsschema voor bewegingsdetectie. Raadpleeg stap 2 in
Sectie 6.6.1 Bewegingsdetectie configureren.
5. Schakel het selectievakje in om de koppelingsmethode voor videomanipulatie te
selecteren. U kunt de volgende methoden selecteren: het surveillancecentrum
informeren, een kanaal triggeren, een e-mail verzenden en alarmoutput
triggeren. Raadpleeg stap 3 in Sectie 6.6.1 Bewegingsdetectie configureren.
6. Klik op om de instellingen op te slaan.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
92
6.6.4 Externe alarminputs configureren
Stappen:
1. Open de interface voor alarminputinstellingen:
Configuratie > Gevorderde configuratie > Gebeurtenissen > Alarmingang
2. Kies het alarminputnummer en het alarmtype. Het alarmtype kan NO (normaal
open) of NC (normaal gesloten) zijn.
3. Bewerk de naam in om een
naam in te stellen voor de alarminput (optioneel).
Figure 6-51 Alarminputinstellingen
4. Klik op om het activeringsschema voor de alarminput in te stellen.
Raadpleeg stap 2 in Sectie 6.6.1 Bewegingsdetectie configureren.
5. Schakel het selectievakje in om de koppelingsmethode voor de alarminput te
selecteren. Raadpleeg stap 3 in Sectie 6.6.1 Bewegingsdetectie configureren.
6. U kunt ook kiezen voor PTZ-koppeling voor de alarminput. Schakel het
toepasselijke selectievakje in en selecteer het nummer om het aanroepen van
presets, patrouilles of patronen in te schakelen.
7. U kunt uw instellingen kopiëren naar andere alarminputs.
8. Klik op om de instellingen op te slaan.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
93
Figure 6-52 Koppelingsmethode
6.6.5 Alarmoutput configureren
Stappen:
1. Open de interface voor alarmoutputinstellingen:
Configuratie > Gevorderde configuratie > Gebeurtenissen > Alarmoutput
2. Selecteer één alarmoutputkanaal in de vervolgkeuzelijst Alarmuitgang.
3. Stel een naam in voor de alarmoutput in
(optioneel).
4. De vertragingstijd kan worden ingesteld op 5 seconden, 10 seconden, 30
seconden, 1 minuut, 2 minuten, 5 minuten, 10 minuten of een handmatige
waarde. De vertragingstijd is de tijdsduur dat de alarmoutput actief blijft nadat
het alarm is opgetreden.
5. Klik op om de interface voor het bewerken van het tijdschema te
openen. De configuratie van het tijdschema verloopt hetzelfde als het instellen
van het activeringsschema voor bewegingsdetectie. Raadpleeg stap 2 in Sectie
6.6.1 Bewegingsdetectie configureren.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
94
Figure 6-53 Alarmoutputinstellingen
6. U kunt de instellingen kopiëren naar andere alarmoutputs.
7. Klik op om de instellingen op te slaan.
6.6.6 Uitzonderingen verwerken
De volgende typen uitzonderingen kunnen optreden: HDD vol, HDD-fout,
netwerkverbinding verbroken, IP-adresconflict en ongeldige aanmelding bij de speed
domes.
Stappen:
1. Open de interface voor uitzonderingsinstellingen:
Configuratie > Gevorderde configuratie > Gebeurtenissen > Uitzondering
2. Schakel het selectievakje in om de acties in te stellen die worden ondernomen
voor het uitzonderingsalarm. Raadpleeg stap 3 in Sectie 6.6.1
Bewegingsdetectie configureren.
Figure 6-54 Uitzonderingsinstellingen
3. Klik op om de instellingen op te slaan.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
95
6.6.7 Audio-uitzonderingen detecteren
Doel:
Als u deze functie inschakelt en er een audio-uitzondering optreedt, worden
alarmreacties getriggerd.
Stappen:
1. Open de interface voor audio-uitzonderingen:
Configuratie > Gevorderde configuratie > Smart Gebeurtenis >
Audio-uitzondering detecteren
Figure 6-55 Detectie van audio-uitzonderingen
2. Schakel het selectievakje Uitzondering bij audio-input in om de detectie van
audio-inputuitzonderingen in te schakelen.
3. Schakel het selectievakje Detectie van sterke toename van geluidsintensiteit in
om detectie van sterke toename in geluidsniveau in te schakelen.
Gevoeligheid: Bereik [1-100]. Hoe lager de waarde is, hoe groter de toename
moet zijn om de detectie te triggeren.
Drempel geluidsintensiteit: Bereik [1-100]. Hiermee wordt omgevingsgeluid
gefilterd. Hoe meer omgevingsgeluid er is, hoe hoger u de waarde moet
instellen. U kunt de waarde aanpassen aan de werkelijke situatie.
4. Schakel het selectievakje Detectie van sterke afname van geluidsintensiteit in
om detectie van sterke afname in geluidsniveau in te schakelen.
Gevoeligheid: Bereik [1-100]. Hoe lager de waarde is, hoe groter de toename
moet zijn om de detectie te triggeren.
5. Klik op om het activeringsschema te bewerken. De configuratie van
het activeringsschema verloopt hetzelfde als het instellen van het
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
96
activeringsschema voor bewegingsdetectie. Raadpleeg stap 2 in Sectie 6.6.1
Bewegingsdetectie configureren.
6. Schakel het selectievakje in om de koppelingsmethode voor
audio-uitzonderingen te selecteren. U kunt de volgende methoden selecteren:
het surveillancecentrum informeren, een e-mail verzenden, alarmoutput
triggeren, enzovoort. Raadpleeg stap 3 in Sectie 6.6.1 Bewegingsdetectie
configureren.
7. Klik op om de instellingen op te slaan.
6.6.8 Dubbele VCA configureren
Doel:
Schakel de VCA-functie in om informatie over de objecten (zoals personen,
voertuigen, enzovoort) in de videostream te markeren. U kunt regels instellen op het
aangesloten back-endapparaat om gebeurtenissen te detecteren, zoals
lijnoverschrijding, indringing, enzovoort.
Stappen:
1. Open de interface voor configuratie van dubbele VCA.
Configuratie > Gevorderde configuratie > Video/Audio > Informatie weergeven
In stream.
2. Schakel het selectievakje Dubbele VGA inschakelen in.
3. Klik op om de instellingen op te slaan.
6.6.9 Indringerdetectie configureren
Met indringerdetectie kun u een gebied binnen de surveillancescène markeren.
Zodra een object het gebied betreedt, wordt de ingestelde alarmreactie getriggerd.
Stappen:
1. Open de interface voor indringerdetectie:
Configuratie > Gevorderde configuratie > Gebeurtenissen > Indringerdetectie
2. Schakel het selectievakje Indringerdetectie inschakelen in.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
97
Figure 6-56 Gebied voor indringing configureren
3. De getriggerde gebeurtenis en aan de parkeeractie gerelateerde PTZ-beweging
worden 180 seconden vergrendeld nadat u de interface voor indringerdetectie
hebt geopend. U kunt optioneel op de knop klikken om de beweging
handmatig te activeren, of de beweging vergrendelen door op de knop te klikken
wanneer deze verandert in .
4. Teken het gebied.
(1) Selecteer het regionummer in de vervolgkeuzelijst.
(2) Klik op om een rechthoek op het beeld te teken en zo een
beschermd gebied in te stellen.
(3) Klik op het beeld om een hoek van de rechthoek op te geven en klik op de
rechtermuisknop nadat de vier hoeken zijn geconfigureerd.
Er worden maximaal vier gebieden ondersteund.
Klik op om de getekende gebieden te wissen.
5. Configureer de parameters afzonderlijk voor elk beschermd gebied.
Drempel: Bereik [0-10 seconden]. De drempelwaarde voor de tijd dat een
object in het gebied blijft. Als u de waarde instelt op 0, wordt het alarm
getriggerd direct nadat het object het gebied heeft betreden.
Gevoeligheid: Bereik [1-100]. De gevoeligheidswaarde definieert de grootte
van objecten waardoor het alarm wordt getriggerd. Als de gevoeligheid op
een hoge waarde is ingesteld, kan het alarm worden getriggerd door uiterst
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
98
kleine objecten.
Doel detecteren: U kunt in de vervolgkeuzelijst personen, voertuigen of
allebei (personen en voertuigen) selecteren als detectiedoel. Als u de optie
Persoon selecteert, worden alleen personen geïdentificeerd als
detectieobjecten. Bij de optie Voertuig worden alleen voertuigen
gedetecteerd.
6. Klik op om het activeringsschema voor indringerdetectie te bewerken.
De configuratie van het activeringsschema verloopt hetzelfde als het instellen van
het activeringsschema voor bewegingsdetectie. Raadpleeg stap 2 in Sectie 6.6.1
Bewegingsdetectie configureren.
7. Schakel het selectievakje in om de koppelingsmethode te selecteren, zoals het
informeren van het surveillancecentrum, het verzenden van e-mail, het triggeren
van een kanaal en het triggeren van alarmoutput. Raadpleeg stap 3 in Sectie
6.6.1 Bewegingsdetectie configureren.
8. Klik op om de instellingen op te slaan.
6.6.10 Detectie van lijnoverschrijding configureren
Detectie voor virtuele vlakken kan worden toegepast voor indringerdetectie. Zodra
indringing van het virtuele vlak wordt gedetecteerd op basis van de geconfigureerde
richting, wordt een ingestelde alarmactie getriggerd.
Stappen:
1. Open de interface voor detectie van lijnoverschrijding:
Configuratie > Gevorderde configuratie > Gebeurtenissen > Virtueel vlak
oversteken
2. Schakel het selectievakje Virtueel vlak oversteken in.
3. Selecteer de te configureren lijn in de vervolgkeuzelijst.
4. De getriggerde gebeurtenis en aan de parkeeractie gerelateerde PTZ-beweging
worden 180 seconden vergrendeld nadat u de interface voor
lijnoverschrijdingsdetectie hebt geopend. U kunt optioneel op de knop
klikken om de beweging handmatig te activeren, of de beweging vergrendelen
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
99
door op de knop te klikken wanneer deze verandert in .
Figure 6-57 De lijn configureren
5. Teken het gebied.
(1) Klik op om een lijn op het beeld te tekenen.
(2) Klik op de lijn om naar de bewerkingsmodus te schakelen.
Klik en versleep de uiteinden om de lengte en hoek van de lijn aan te passen.
Klik en versleep de lijn om de locatie ervan aan te passen.
Er worden maximaal vier lijnen ondersteund.
6. Configureer de parameters afzonderlijk voor elk beschermd gebied.
Richting: Selecteer de richting in de vervolgkeuzelijst. U kunt kiezen uit A<->B,
A->B en B->A.
Gevoeligheid: Bereik [1-100]. De gevoeligheidswaarde definieert de grootte
van objecten waardoor het alarm wordt getriggerd. Als de gevoeligheid op
een hoge waarde is ingesteld, kan het alarm worden getriggerd door uiterst
kleine objecten.
Doel detecteren: U kunt in de vervolgkeuzelijst personen, voertuigen of
allebei (personen en voertuigen) selecteren als detectiedoel. Als u de optie
Persoon selecteert, worden alleen personen geïdentificeerd als
detectieobjecten. Bij de optie Voertuig worden alleen voertuigen
gedetecteerd.
7. Klik op om het activeringsschema voor lijnoverschrijdingsdetectie te
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
100
bewerken. De configuratie van het activeringsschema verloopt hetzelfde als het
instellen van het activeringsschema voor bewegingsdetectie. Raadpleeg stap 2 in
Sectie 6.6.1 Bewegingsdetectie configureren.
8. Schakel het selectievakje in om de koppelingsmethode te selecteren, zoals het
informeren van het surveillancecentrum, het verzenden van e-mail, uploaden naar
FTP, het triggeren van een kanaal en het triggeren van alarmoutput. Raadpleeg
stap 3 in Sectie 6.6.1 Bewegingsdetectie configureren.
9. Klik op om de instellingen op te slaan.
6.6.11 Gezichtsdetectie configureren
Doel:
Als gezichtsdetectie is ingeschakeld en er zich een gezicht in het surveillancegebied
bevindt, wordt het gezicht gedetecteerd en kunnen verschillende acties worden
getriggerd na de detectie.
Stappen:
1. Schakel het selectievakje Gezichtsdetectie inschakelen in.
2. (Optioneel) Schakel het selectievakje Dynamische analyse voor gezichtsdetectie
inschakelen in als u de gedetecteerde gezichten in de liveweergave wilt markeren
met rechthoeken.
Figure 6-58 Gezichtsdetectie configureren
3. Configureer de gevoeligheid voor gezichtsdetectie.
Gevoeligheid: Bereik [1-5]. De gevoeligheidswaarde definieert de grootte van
objecten waardoor het alarm wordt getriggerd. Als de gevoeligheid op een hoge
waarde is ingesteld, kan het alarm worden getriggerd door uiterst kleine objecten.
4. Klik op om het activeringsschema voor gezichtsdetectie te bewerken.
De configuratie van het activeringsschema verloopt hetzelfde als het instellen van
het activeringsschema voor bewegingsdetectie. Raadpleeg stap 2 in Sectie 6.6.1
Bewegingsdetectie configureren.
5. Schakel het selectievakje in om de koppelingsmethode voor gezichtsdetectie te
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
101
selecteren. U kunt de volgende methoden selecteren: het surveillancecentrum
informeren, een e-mail verzenden, uploaden naar FTP, kanaal triggeren, slimme
tracking en alarmoutput triggeren. Raadpleeg stap 3 in Sectie 6.6.1
Bewegingsdetectie configureren.
6. Klik op om de instellingen op te slaan.
6.6.12 Detectie van betreden van gebied
Doel:
Met de functie voor detectie van het betreden van gebieden worden personen,
voertuigen of andere objecten gedetecteerd die virtuele gebieden binnengaan en
hier blijven. Er kunnen verschillende acties worden ondernomen wanneer een alarm
wordt getriggerd.
Stappen:
1. Open de interface voor instellingen voor detectie van het betreden van
gebieden:
Configuratie > Gevorderde configuratie > Smart Gebeurtenis > Detectie van
betreden van gebied
2. Schakel het selectievakje Detectie van betreden van gebied inschakelen in om
de functie in te schakelen.
Figure 6-59 Detectie van betreden van gebied configureren
3. Selecteer de regio in de vervolgkeuzelijst voor detectie-instellingen.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
102
4. Klik op de knop om het tekenen van het gebied te starten.
5. Klik op de livevideo om de vier zijden van het detectiegebied op te geven. Klik op
de rechtermuisknop om het tekenen te voltooien.
Herhaal deze stap om andere gebieden te configureren. U kunt maximaal 4
gebieden instellen. Klik op de knop om alle vooraf gedefinieerde
gebieden te wissen.
6. Stel het detectiedoel in voor detectie van het betreden van gebieden. U kunt in
de vervolgkeuzelijst personen, voertuigen of allebei (personen en voertuigen)
selecteren als detectiedoel. Als u de optie Persoon selecteert, worden alleen
personen geïdentificeerd als detectieobjecten. Bij de optie Voertuig worden
alleen voertuigen gedetecteerd.
7. Klik op de knop om het activeringsschema in te stellen. Raadpleeg
stap 2 in Sectie 6.6.1 Bewegingsdetectie configureren.
8. Selecteer de koppelingsmethoden voor detectie van het betreden van gebieden,
zoals het informeren van het surveillancecentrum, het verzenden van e-mail, het
uploaden naar FTP, het triggeren van een kanaal, het triggeren van alarmoutput
en slimme tracking. Raadpleeg stap 3 in Sectie 6.6.1 Bewegingsdetectie
configureren.
9. Klik op de knop om de instellingen op te slaan.
6.6.13 Detectie van verlaten van gebied
Doel:
Met de functie voor detectie van het verlaten van gebieden worden personen,
voertuigen of andere objecten gedetecteerd die vooraf gedefinieerde virtuele
gebieden verlaten. Er kunnen verschillende acties worden ondernomen wanneer een
alarm wordt getriggerd.
Stappen:
1. Open de interface voor instellingen voor detectie van het verlaten van gebieden:
Configuratie > Gevorderde configuratie > Smart Gebeurtenis > Detectie van
verlaten van gebied
2. Schakel het selectievakje Detectie van verlaten van gebied inschakelen in om de
functie in te schakelen.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
103
Figure 6-60 Detectie van verlaten van gebied configureren
3. Selecteer de regio in de vervolgkeuzelijst voor detectie-instellingen.
4. Klik op de knop om het tekenen van het gebied te starten.
5. Klik op de livevideo om de vier zijden van het detectiegebied op te geven. Klik op
de rechtermuisknop om het tekenen te voltooien.
Herhaal deze stap om andere gebieden te configureren. U kunt maximaal 4
gebieden instellen. Klik op de knop om alle vooraf gedefinieerde
gebieden te wissen.
6. Stel het detectiedoel in voor detectie van het betreden van gebieden. U kunt in
de vervolgkeuzelijst personen, voertuigen of allebei (personen en voertuigen)
selecteren als detectiedoel. Als u de optie Persoon selecteert, worden alleen
personen geïdentificeerd als detectieobjecten. Bij de optie Voertuig worden
alleen voertuigen gedetecteerd.
7. Klik op de knop om het activeringsschema in te stellen. Raadpleeg
stap 2 in Sectie 6.6.1 Bewegingsdetectie configureren.
8. Selecteer de koppelingsmethoden voor detectie van het verlaten van gebieden,
zoals het informeren van het surveillancecentrum, het verzenden van e-mail, het
uploaden naar FTP, het triggeren van een kanaal, het triggeren van alarmoutput
en slimme tracking. Raadpleeg stap 3 in Sectie 6.6.1 Bewegingsdetectie
configureren.
9. Klik op de knop om de instellingen op te slaan.
Chapter 7 Opname-instellingen
Voordat u begint:
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
104
Als u de opname-instellingen wilt configureren, moet u ervoor zorgen dat er een
netwerkopslagapparaat is aangesloten op het netwerk, of dat er een opslagkaart in
de toepasselijke kaartsleuf is geplaatst. Raadpleeg de installatiehandleiding voor de
locatie van de sleuf voor opslagkaarten.
7.1 NAS-instellingen configureren
Voordat u begint:
De netwerkschijf moet beschikbaar zijn in het netwerk en deze moet correct zijn
geconfigureerd voor opslag van opgenomen bestanden, logboekbestanden,
enzovoort.
Stappen:
1. Open de interface voor NAS-instellingen (Network-Attached Storage):
Configuratie > Gevorderde configuratie > Opslag > NAS
2. Selecteer het NAS-type: NFS of SMB/CIFS. Als u SMB/CIFS selecteert, moet u de
gebruikersnaam en het wachtwoord invoeren.
We raden aan een sterk wachtwoord te gebruiken voor alle functies en
netwerkapparaten om uw privacy te garanderen en uw systeem beter te
beschermen tegen beveiligingsrisico's. Om de beveiliging van het product te
verbeteren, moet het gekozen wachtwoord minimaal 8 tekens bevatten,
inclusief hoofdletters, kleine letters, cijfers en speciale tekens.
De juiste configuratie van alle wachtwoorden en andere
beveiligingsinstellingen is de verantwoordelijkheid van de installateur en/of
eindgebruiker.
Figure 7-1 NAS-type selecteren
3. Voer het IP-adres van de netwerkschijf in. De standaardopmaak van het
bestandspad voor NFS-opslag is /dvr/test, zoals weergegeven in Figure 7-2. De
standaardopmaak van het bestandspad voor SMB/CIFS-opslag is /test.
Figure 7-2 Netwerkschijf toevoegen
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
105
4. Klik op om de netwerkschijf toe te voegen.
U kunt maximaal 8 NAS-schijf verbinden met de speed dome.
7.2 Opslag initialiseren en configureren
Stappen:
1. Initialiseer de lokale schijf of toegevoegde netwerkschijf.
(1) Open de interface voor HDD-instellingen (Gevorderde configuratie > Opslag
> Opslagbeheer). Hier kunt u de capaciteit, de vrije ruimte, de status, het
type en de eigenschappen van de schijf bekijken.
(2) Als de status van de schijf Niet geïnitialiseerd is, zoals weergegeven in Figure
7-3, schakelt u het toepasselijke selectievakje in om de schijf te selecteren en
klikt u op om de initialisatie van de schijf te starten.
Figure 7-3 Schijf initialiseren
Figure 7-4 Initialiseren
Wanneer de initialisatie is voltooid, wordt de status van de schijf ingesteld op
Normaal, zoals weergegeven in Figure 7-5.
Figure 7-5 Schijfstatus weergeven
2. Configureer de quota voor het opslaan van video's en afbeeldingen.
Voer het percentage voor afbeeldingen en opnamen in het tekstveld in. Het
totale percentage moet 100% zijn.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
106
Figure 7-6 Quota instellen
7.3 Opnameschema configureren
Voordat u begint:
Zorg ervoor dat er een lokale opslagkaart in de speed dome is geplaatst of dat de
netwerkopslag aan de speed dome is toegevoegd.
Doel:
Er bestaan twee opnamemethoden voor de speed domes: handmatige en geplande
opnamen. Voor handmatige opnamen raadpleegt u Sectie 4.4 Beelden handmatig
opnemen en vastleggen. Volg de instructies in deze sectie op om geplande opname
te configureren. De opnamebestanden van geplande opnamen worden standaard
opgeslagen op de SD-kaart (indien ondersteund) of op de netwerkschijf.
Stappen:
1. Open de interface voor het opnameschema:
Configuratie > Gevorderde configuratie > Opslag > Opnameschema
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
107
Figure 7-7 Interface voor opnameschema
2. Schakel het selectievakje Zet opnameschema aan in om deze geplande opnamen
in te schakelen.
3. Stel de opnameparameters voor de speed dome in.
Figure 7-8 Opnameparameters
Pre-record: De tijd vóór de geplande tijd of gebeurtenis die u wilt opnemen.
Als opname om 10:00 wordt getriggerd door een alarm en de tijd voor
Vooropname is ingesteld op 5 seconden, begint de opname op de speed
dome bijvoorbeeld om 9:59:55.
De tijd voor Pre-record kan worden geconfigureerd met de volgende
instellingen: geen vooropname, 5 s, 10 s, 15 s, 20 s, 25 s, 30 s of onbeperkt.
De tijd voor Pre-record wordt gewijzigd op basis van de videobitrate.
Post-record: De tijd na de geplande tijd of gebeurtenis die u wilt opnemen.
Als opname voor een alarm wordt beëindigd om 11:00 en de tijd voor
Post-record is ingesteld op 5 seconden, wordt de opname op de speed dome
voortgezet tot 11:00:05.
De tijd voor Post-record kan worden geconfigureerd met de volgende
instellingen: 5 s, 10 s, 30 s, 1 min, 2 min, 5 min of 10 min.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
108
De parameters voor Pre-record en Post-record verschillen, afhankelijk van
het speed dome-model.
Overschrijf: Als u deze functie inschakelt en de HDD vol raakt, worden de
oudste opnamebestanden automatisch overschreven door nieuwe
opnamebestanden.
Streamopname: U kunt het streamtype voor opnamen instellen. U kunt
kiezen uit Hoofdstream en Substream. Als u de substream selecteert, kunt u
langer opnemen met dezelfde opslagcapaciteit.
4. Klik op om het opnameschema te bewerken.
Figure 7-9 Opnameschema
5. Kies de dag waarvoor het opnameschema moet worden ingesteld.
(1) Opname gedurende de hele dag of segmentopname instellen:
Als u opname gedurende de hele dag wilt configureren, schakelt u het
selectievakje Hele dag in.
Als u wilt opnemen in verschillende tijdsegmenten, schakelt u het
selectievakje Aanpassen in. Stel de begintijd en eindtijd in.
Er mag geen overlap bestaan tussen de tijden van de verschillende
segmenten. Er kunnen maximaal 8 segmenten worden geconfigureerd
voor de verschillende dagen.
(2) Selecteer een opnametype. Het opnametype kan worden ingesteld op
Normaal, Bewegingsdetectie, Alarm, Beweging | Alarm, Beweging & Alarm,
Gezichtsdetectie, Indringerdetectie, Virtueel vlak oversteken,
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
109
Audio-uitzondering detecteren en Alle gebeurtenissen.
Normaal
Als u Normaal selecteert, wordt de video automatisch opgenomen op basis
van de tijden van het schema.
Opname getriggerd door bewegingsdetectie
Als u Bewegingsdetectie selecteert, wordt er video opgenomen wanneer er
beweging wordt gedetecteerd.
Naast de configuratie van het opnameschema moet u het gebied voor
bewegingsdetectie instellen en het selectievakje Triggerkanaal inschakelen
voor de optie Koppelingsmethode in de interface voor
bewegingsdetectie-instellingen. Raadpleeg stap 1 in Sectie 6.6.1
Bewegingsdetectie configureren voor gedetailleerde informatie.
Opname getriggerd door alarm
Als u Alarm selecteert, wordt er video opgenomen wanneer het alarm
wordt getriggerd via de externe alarminputkanalen.
Naast de configuratie van het opnameschema moet u het alarmtype
instellen en het selectievakje Triggerkanaal inschakelen voor de optie
Koppelingsmethode in de interface voor alarminputinstellingen. Raadpleeg
Sectie 6.6.4 Externe alarminputs configureren voor gedetailleerde
informatie.
Opname getriggerd door beweging en alarm
Als u Beweging & Alarm selecteert, wordt er video opgenomen wanneer er
tegelijkertijd beweging wordt gedetecteerd en een alarm wordt getriggerd.
Naast de configuratie van het opnameschema moet u de instellingen in de
interfaces voor bewegingsdetectie en alarminputinstellingen configureren.
Raadpleeg Sectie 6.6.1 en Sectie 6.6.4 voor gedetailleerde informatie.
Opname getriggerd door beweging of alarm
Als u Beweging | Alarm selecteert, wordt er video opgenomen wanneer het
externe alarm wordt getriggerd of er beweging wordt gedetecteerd.
Naast de configuratie van het opnameschema moet u de instellingen in de
interfaces voor bewegingsdetectie en alarminputinstellingen configureren.
Raadpleeg Sectie 6.6.1 en Sectie 6.6.4 voor gedetailleerde informatie.
Opname getriggerd door detectie van audio-uitzonderingen
Als u Audio-uitzondering detecteren selecteert, wordt er video opgenomen
wanneer audio-uitzonderingen worden gedetecteerd.
Naast de configuratie van het opnameschema moet u de instellingen in de
interface Audio-uitzondering detecteren configureren. Raadpleeg Sectie
6.6.7 voor gedetailleerde informatie.
Opname getriggerd door andere slimme gebeurtenissen
De volgende slimme gebeurtenissen zijn beschikbaar:
lijnoverschrijdingsdetectie, indringerdetectie, detectie van het betreden van
gebieden en detectie van het verlaten van gebieden. Als u een van deze
slimme gebeurtenissen inschakelt, wordt er video opgenomen wanneer de
geselecteerde slimme gebeurtenis wordt getriggerd. Naast de configuratie
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
110
van het opnameschema moet u de instellingen in de instellingeninterface
voor de gewenste gebeurtenis configureren.
Opname getriggerd door alle gebeurtenissen
Als u Alle gebeurtenissen selecteert, wordt er video opgenomen wanneer
een van de gebeurtenissen wordt gedetecteerd.
(3) Schakel het selectievakje in en klik op om de
instellingen van deze dag te kopiëren naar de hele week. U kunt ook
selectievakjes vóór datums inschakelen en op klikken.
(4) Klik op om de instellingen op te slaan en de interface
Opnameschema bewerken te verlaten.
6. Klik op om de instellingen op te slaan.
7.4 Instellingen voor snapshots configureren
Doel:
U kunt geplande snapshots en door gebeurtenissen getriggerde snapshots
configureren. U kunt de vastgelegde afbeeldingen uploaden naar een FTP-server.
Basisinstellingen
Stappen:
1. Open de interface voor instellingen voor snapshots:
Configuratie > Gevorderde configuratie > Opslag > Snapshot
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
111
Figure 7-10 Instellingen voor snapshots
2. Schakel het selectievakje Zet timing-snapshot aan in om continusnapshots
in te schakelen en configureer het schema voor getimede snapshots. Schakel
het selectievakje Zet trigger gebeurtenis-snapshot aan in om door
gebeurtenissen getriggerde snapshots in te schakelen.
3. Selecteer de kwaliteit van de snapshot.
4. Stel het tijdsinterval tussen twee snapshots in.
5. Klik op om de instellingen op te slaan.
Uploaden naar FTP
Controleer of de FTP-server online is.
Volg de onderstaande configuratie-instructies op om de snapshots te uploaden naar
een FTP-server.
Continusnapshots uploaden naar FTP
Stappen:
1) Schakel het selectievakje Zet timing-snapshot aan in.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
112
2) Configureer de FTP-instellingen en schakel het selectievakje
in de interface voor FTP-instellingen in. Raadpleeg Sectie 6.3.8 FTP-instellingen
configureren voor meer informatie over de configuratie van FTP-parameters.
Door gebeurtenissen getriggerde snapshots uploaden naar FTP
Stappen:
1) Schakel het selectievakje Zet trigger gebeurtenis-snapshot aan in.
2) Configureer de FTP-instellingen en schakel het selectievakje
in de interface voor FTP-instellingen in. Raadpleeg Sectie 6.3.8 FTP-instellingen
configureren voor meer informatie over de configuratie van FTP-parameters.
3) Schakel het selectievakje in de instellingen voor
bewegingsdetectie of alarminputs in. Raadpleeg stap 3 in Sectie 6.6.1
Bewegingsdetectie configureren.
Gebruikershandleiding voor Network Speed Dome
© Hikvision
113
Chapter 8 Afspelen
Doel:
In deze sectie wordt uitgelegd hoe u op afstand opgenomen videobestanden kunt
weergeven die zijn opgeslagen op netwerkschijven.
Taak 1: De videobestanden afspelen
Stappen:
1. Klik op op de menubalk om de afspeelinterface te openen.
Figure 8-1 Afspeelinterface
2. Selecteer de datum en klik op .
Figure 8-2 Video's zoeken
3. Klik op om de videobestanden af te spelen die voor deze datum zijn
gevonden.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
114
De werkbalk onder aan de afspeelinterface kan worden gebruikt om het
afspeelproces te beheren.
Figure 8-3 Afspeelwerkbalk
Table 8-1 Beschrijvingen van de knoppen
Knop
Bediening
Knop
Bediening
/
Afspelen/onderbreken
Stoppen
Vertragen
Versnellen
Frame voor frame
afspelen
/
Audio aan en
volume
aanpassen/dempen
Beeld vastleggen
/
Het maken van
videoclipbestanden
starten/stoppen
Videobestanden
downloaden
Vastgelegde
afbeeldingen
downloaden
Afspeelstatus
weergeven
U kunt in de interface Lokale configuratie lokale bestandspaden kiezen voor
gedownloade videobestanden en afbeeldingen die u wilt afspelen. Raadpleeg
Sectie 6.1 Lokale parameters configureren voor meer informatie.
Versleep de voortgangsbalk met de muis om een specifiek afspeelpunt te selecteren.
U kunt ook de tijd invoeren en op klikken om het afspeelpunt te selecteren
in het veld Stel afspeeltijd in. U kunt ook op klikken om in of uit te zoomen op
de voortgangsbalk.
Figure 8-4 Afspeeltijd instellen
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
115
Figure 8-5 Voortgangsbalk
Met de verschillende kleuren van de video in de voortgangsbalk worden de
verschillende videotypen aangeduid, zoals weergegeven in Figure 8-6.
Figure 8-6 Videotype
Taak 2: De videobestanden downloaden
Stappen:
1. Klik op in de afspeelinterface. Het pop-upmenu wordt weergegeven in
Figure 8-7.
2. Stel de begintijd en eindtijd in. Klik op Zoeken. De resulterende videobestanden
worden aan de linkerkant weergegeven.
Figure 8-7 Downloadinterface voor video's
3. Schakel het selectievakjeór de videobestanden in voor de bestanden die u wilt
downloaden.
4. Klik op om de videobestanden te downloaden.
In de voortgangsratio wordt de downloadratio van het videobestand
weergegeven.
Klik op om het downloaden te stoppen.
Met het totale aantal wordt het aantal videobestanden aangegeven.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
116
Taak 3: De vastgelegde afbeeldingen downloaden
Stappen:
1. Klik op in de afspeelinterface. Het pop-upmenu wordt weergegeven in
Figure 8-8.
2. Stel het koppelingstype voor het vastleggen van afbeeldingen in, zoals tijd,
alarm, beweging, enzovoort.
3. Stel de begintijd en eindtijd in. Klik op Zoeken. De resulterende
afbeeldingsbestanden worden aan de linkerkant weergegeven.
4. Schakel het selectievakje vóór de bestanden in voor de bestanden die u wilt
downloaden.
5. Klik op om de bestanden te downloaden.
Figure 8-8 Downloadinterface voor afbeeldingen
Gebruikershandleiding voor Network Speed Dome
© Hikvision
117
Chapter 9 Zoeken in logboeken
Doel:
De werking, alarmen, uitzonderingen en informatie voor de speed dome kunnen
worden opgeslagen in logboekbestanden. U kunt de logboekbestanden naar wens
exporteren.
Voordat u begint:
Configureer de netwerkopslag voor de speed dome of plaats een SD-kaart in de
speed dome.
Stappen:
1. Klik op op de menubalk om de interface voor zoekopdrachten
voor logboeken te openen.
Figure 9-1 Interface voor zoeken in logboeken
2. Stel de zoekvoorwaarden voor logboeken in om de zoekopdracht op te geven,
inclusief het hoofdtype, subtype, de begintijd en eindtijd, zoals weergegeven in
Figure 9-2.
3. Klik op om het zoeken naar logboekbestanden te starten. De
overeenkomende logboekbestanden worden weergegeven in de
Logboek-interface.
Figure 9-2 Zoeken in logboeken
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
118
4. Als u de logboekbestanden wilt exporteren, klikt u op om de
logboekbestanden op uw computer op te slaan.
Gebruikershandleiding voor Network Speed Dome
© Hikvision
119
Chapter 10 Overig
10.1 Gebruikersaccounts beheren
Open de interface voor gebruikersbeheer:
Configuratie > Basisconfiguratie > Beveiliging > Gebruiker
Of Configuratie > Gevorderde configuratie > Beveiliging > Gebruiker
De admin-gebruiker is gemachtigd om andere accounts te maken, bewerken of
verwijderen. Er kunnen maximaal 32 gebruikersaccounts worden gemaakt.
Figure 10-1 Gebruikersinformatie
Een gebruiker toevoegen
Stappen:
1. Klik op om een gebruiker toe te voegen.
2. Voer de nieuwe gebruikersnaam in, selecteer het niveau en voer het
wachtwoord in.
We raden aan een sterk wachtwoord te gebruiken voor alle functies en
netwerkapparaten om uw privacy te garanderen en uw systeem beter te
beschermen tegen beveiligingsrisico's. Om de beveiliging van het product te
verbeteren, moet het gekozen wachtwoord minimaal 8 tekens bevatten,
inclusief hoofdletters, kleine letters, cijfers en speciale tekens.
De juiste configuratie van alle wachtwoorden en andere
beveiligingsinstellingen is de verantwoordelijkheid van de installateur en/of
eindgebruiker.
Met het niveau worden de toestemmingen aangegeven die u aan de
gebruiker verleent. U kunt de gebruiker definiëren als Operator of Gebruiker.
3. In de velden Basistoegang en Cameraconfiguratie kunt u toestemmingen in- en
uitschakelen voor de nieuwe gebruiker.
4. Klik op om het toevoegen van de gebruiker te voltooien.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
120
Figure 10-2 Een gebruiker toevoegen
Een gebruiker wijzigen
Stappen:
1. Klik om een gebruiker in de lijst te selecteren en klik op .
2. Wijzig de gebruikersnaam, het niveau of het wachtwoord.
3. In de velden Basistoegang en Cameraconfiguratie kunt u toestemmingen in- en
uitschakelen.
4. Klik op om het wijzigen van de gebruiker te voltooien.
Figure 10-3 Een gebruiker wijzigen
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
121
Een gebruiker verwijderen
Stappen:
1. Klik op de naam van de gebruiker die u wilt verwijderen en klik op .
2. Klik op in het weergegeven bevestigingsvenster om de gebruiker te
verwijderen.
10.2 Verificatie configureren
Doel:
U kunt de streamgegevens van de liveweergave specifiek beveiligen.
Stappen:
1. Open de interface voor verificatie:
Configuratie > Gevorderde configuratie > Beveiliging > Verificatie
2. Stel de verificatiemodus in op RTSP-verificatie.
RTSP-authenticiteit: Selecteer de verificatiemodus Basis of Uitschakelen in de
vervolgkeuzelijst om RTSP-verificatie in of uit te schakelen.
3. Klik op om de instellingen op te slaan.
10.3 Anoniem bezoek configureren
Als u deze functie inschakelt, worden bezoeken toegestaan van gebruikers zonder
gebruikersnaam of wachtwoord voor het apparaat.
Alleen de liveweergave is beschikbaar voor anonieme gebruikers.
Stappen:
1. Open de interface voor anoniem bezoek:
Configuratie > Gevorderde configuratie > Beveiliging > Anoniem bezoek
Figure 10-4 Anoniem bezoek
2. Selecteer voor de toestemming Anoniem bezoek de optie Inschakelen of
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
122
Uitschakelen in de vervolgkeuzelijst om anoniem bezoek in of uit te schakelen.
3. Klik op Opslaan om de instellingen op te slaan.
Er wordt een selectievakje Anoniem weergegeven als u zich de volgende keer
aanmeldt.
Figure 10-5 Aanmeldingsinterface met selectievakje Anoniem
4. Schakel het selectievakje Anoniem in en klik op Aanmelden.
Door anonieme toegang tot de liveweergavefunctie te verlenen, stelt u anderen in
staat om toegang te krijgen tot uw speed dome en livebeelden te bekijken zonder dat
er aanmeldingsgegevens worden ingevuld. Het is daarom bij het toestaan van de
functie voor anonieme liveweergave, van kritiek belang dat het weergaveveld van de
camera geen impact heeft op de privacy van personen doordat er afbeeldingen
worden vastgelegd zonder autorisatie daartoe.
Omdat videosurveillance van nature inbreuk maakt op de privacy, is de surveillance
niet geschikt voor gebieden waar mensen een hoge mate van privacy verwachten te
hebben.
10.4 IP-adresfilter configureren
Als u deze functie inschakelt, kunt u aanmelding via bepaalde IP-adressen wel of niet
toestaan.
Filtertype
Beschrijving
Verboden
De IP-adressen die zijn toegevoegd in de
interface IP-adresfilter, geen toestemming
geven voor aanmelding.
Toegestaan
Alleen de IP-adressen die zijn toegevoegd in de
interface IP-adresfilter, toestemming geven
voor aanmelding.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
123
Figure 10-6 IP-adresfilter
10.5 Instellingen voor de beveiligingsservice
configureren
Stappen:
1. Open de interface Beveiligingsservice:
Configuratie > Gevorderde configuratie > Beveiliging > Beveiligingsservice
2. Schakel het selectievakje in om de SSH-functie in te schakelen.
SSH inschakelen: Als u de SSH-functie (Secure Shell) inschakelt, worden de
gegevens versleuteld en gecomprimeerd om de verzendtijd te beperken.
10.6 Apparaatinformatie weergeven
Open de interface voor apparaatinformatie:
Configuratie > Basisconfiguratie > Systeem > Apparaatinformatie
Of Configuratie > Gevorderde configuratie > Systeem > Apparaatinformatie
In de interface Apparaatinformatie kunt u de apparaatnaam bewerken.
De volgende overige informatie wordt weergegeven: model, apparaatnummer,
serienummer, firmwareversie, coderingsversie, aantal kanalen, aantal HDD's, aantal
alarminputs en aantal alarmoutputs. De informatie in dit menu kan niet worden
gewijzigd. Dit zijn referentiegegevens voor onderhoud of toekomstige wijzigingen.
Figure 10-7 Apparaatinformatie
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
124
10.7 Onderhoud
10.7.1 De speed dome opnieuw starten
Stappen:
1. Open de interface voor onderhoud:
Configuratie > Basisconfiguratie > Systeem > Onderhoud
Of Configuratie > Gevorderde configuratie > Systeem > Onderhoud
2. Klik op om de network speed dome op afstand opnieuw te starten.
10.7.2 Standaardinstellingen herstellen
Stappen:
1. Open de interface voor onderhoud:
Configuratie > Basisconfiguratie > Systeem > Onderhoud
Of Configuratie > Gevorderde configuratie > Systeem > Onderhoud
2. Klik op of om de standaardinstellingen te herstellen.
Door op de knop te klikken, worden alle parameters teruggezet op
de standaardinstellingen, inclusief het IP-adres en de gebruikersinformatie.
Wees voorzichtig met het gebruik van deze knop.
Figure 10-8 Standaardinstellingen herstellen
10.7.3 Configuratiebestand importeren/exporteren
Stappen:
1. Open de interface voor onderhoud:
Configuratie > Basisconfiguratie > Systeem > Onderhoud
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
125
Of Configuratie > Gevorderde configuratie > Systeem > Onderhoud
2. Klik op om het lokale configuratiebestand te selecteren. Klik op
om het importeren van het configuratiebestand te starten.
U moet de speed dome opnieuw starten nadat u het configuratiebestand
hebt geïmporteerd.
3. Klik op en stel de opslaglocatie voor het configuratiebestand in de
lokale opslag in.
Figure 10-9 Configuratiebestand importeren/exporteren
10.7.4 Het systeem upgraden
Stappen:
1. Open de interface voor onderhoud:
Configuratie > Basisconfiguratie > Systeem > Onderhoud
Of Configuratie > Gevorderde configuratie > Systeem > Onderhoud
2. Selecteer het firmwarebestand of de firmwaremap.
Firmware: als u Firmware selecteert, moet u het firmwarebestand op de
computer zoeken om een upgrade voor het apparaat uit te voeren.
Firmwaremap: Kies de map waarin het firmwarebestand zich bevindt. Het
firmwarebestand wordt dan automatisch gevonden op het apparaat.
3. Klik op om het lokale upgradebestand te selecteren. Klik op
om de upgrade op afstand te starten.
Het upgradeproces duurt 1 tot 10 minuten. Verwijder de voeding van de
speed dome niet tijdens het upgradeproces. De speed dome wordt
automatisch opnieuw gestart na de upgrade.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
126
Figure 10-10 Upgrade op afstand
10.8 RS-485 configureren
Doel:
De seriële RS-485-poort wordt gebruikt om de PTZ van de camera te bedienen. De
configuratie van de PTZ-parameters moet worden uitgevoerd voordat u de
PTZ-eenheid gaat bedienen.
Stappen:
1. Open de interface voor RS-485-poortinstellingen:
Configuratie> Gevorderde configuratie > Systeem > RS-485
Figure 10-11 RS-485-instellingen
2. Stel de RS-485-parameters in en klik op om de instellingen op te
slaan.
De parameters voor baudrate, PTZ-protocol en PTZ-adres voor de speed dome
moeten exact overeenkomen met die van het bedieningsapparaat.
10.9 Aanvullende verlichting configureren
Stappen:
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
127
1. Open de interface voor configuratie van de verbinding op afstand:
Configuratie > Gevorderde configuratie > Systeem > Service
2. Schakel het selectievakje om de functie voor aanvullende verlichting in te
schakelen. De verlichting wordt automatisch ingeschakeld wanneer er
onvoldoende licht is voor videomonitoring.
3. Klik op de knop om de instellingen te activeren.
10.10 Verbinding op afstand configureren
Stappen:
1. Open de interface voor configuratie van de verbinding op afstand:
Configuratie > Gevorderde configuratie > Systeem > Service
2. Voer een waarde in het tekstveld in om de bovengrens voor het aantal
verbindingen op afstand in te stellen. Als u het aantal verbindingen op afstand
bijvoorbeeld instelt op 10, kan de 11e verbinding op afstand niet tot stand
worden gebracht.
Figure 10-12 Verbindingsinstellingen voor liveweergave
3. Klik op de knop om de instellingen te activeren.
Gebruikershandleiding voor Network Speed Dome
© Hikvision
128
Appendix
Appendix 1 - Inleiding tot SADP-software
Beschrijving van SADP
SADP (Search Active Devices Protocol) is een gebruiksvriendelijk zoekprogramma
voor online apparaten waarvoor geen installatie vereist is. Met dit programma
worden actieve online apparaten binnen uw subnet gezocht, en wordt informatie
weergegeven over deze apparaten. U kunt ook de basisnetwerkinformatie wijzigen
voor de apparaten waarop deze software wordt gebruikt.
Actieve online apparaten zoeken
Automatisch online apparaten zoeken
Nadat u de SADP-software hebt gestart, wordt er elke 15 seconden
automatisch gezocht naar online apparaten in het subnet waarin uw
computer zich bevindt. Het totale aantal gevonden apparaten en informatie
over deze apparaten worden weergegeven in de interface voor online
apparaten. Er wordt apparaatinformatie weergegeven, zoals het
apparaattype, IP-adres en poortnummer.
Afbeelding A.1.1 Online apparaten zoeken
Apparaten kunnen 15 seconden nadat ze online zijn gegaan, worden
gevonden en weergegeven. De apparaten worden 45 seconden nadat ze offline
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
129
zijn gegaan, uit de lijst verwijderd.
Handmatig online apparaten zoeken
U kunt ook op klikken om de lijst met online apparaten handmatig
te vernieuwen. De nieuwe gevonden apparaten worden aan de lijst
toegevoegd.
Klik op of voor de verschillende kolomkoppen om de informatie te
ordenen. Klik op om de apparaattabel uit te breiden en het venster met
netwerkparameters aan de rechterzijde te verbergen. Klik op om het venster met
netwerkparameters opnieuw weer te geven.
Netwerkparameters wijzigen
Stappen:
1. Selecteer in de apparaatlijst het apparaat dat u wilt wijzigen. De
netwerkparameters van het apparaat worden weergegeven in het venster
Netwerkparameters wijzigen aan de rechterzijde.
2. Bewerk de netwerkparameters die kunnen worden gewijzigd, zoals het IP-adres
en poortnummer.
3. Geef in het wachtwoordveld het wachtwoord op van het admin-account van het
apparaat en klik daarna op om de wijzigingen op te slaan.
We raden aan een sterk wachtwoord te gebruiken voor alle functies en
netwerkapparaten om uw privacy te garanderen en uw systeem beter te
beschermen tegen beveiligingsrisico's. Om de beveiliging van het product te
verbeteren, moet het gekozen wachtwoord minimaal 8 tekens bevatten,
inclusief hoofdletters, kleine letters, cijfers en speciale tekens.
De juiste configuratie van alle wachtwoorden en andere
beveiligingsinstellingen is de verantwoordelijkheid van de installateur en/of
eindgebruiker.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
130
Afbeelding A.1.2 Netwerkparameters wijzigen
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
131
Appendix 2 Poorttoewijzing
De volgende instellingen zijn van toepassing voor een TP-LINK-router (TL-R410). De instellingen
verschillen, afhankelijk van het routermodel.
Stappen:
1. Selecteer het verbindingstype WAN, zoals hieronder weergegeven:
Afbeelding A.2.1 Selecteer het verbindingstype WAN
2. Stel de LAN-parameters van de router in zoals in de onderstaande afbeelding wordt
weergegeven, inclusief instellingen voor het IP-adres en subnetmasker.
Afbeelding A.2.2 Stel de LAN-parameters in
3. Stel de poorttoewijzing in voor de virtuele servers voor forwarding (doorsturen) U moet de
volgende poorten doorsturen voor een speed dome: 80, 8000, 8200-8210 en 554.
U kunt de poortwaarden 80, 8000 en 554 in de speed dome wijzigen via een webbrowser of de
clientsoftware.
In de speed dome worden de poortwaarden 8200-8210 voor de poortwaarde 8000 gewijzigd door een
constante waarde van 200 toe te voegen. Als de poortwaarde 8000 wordt ingesteld op 8005, worden de
poortwaarden 8200-8210 bijvoorbeeld gewijzigd in 8205-8215.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
132
Voorbeeld:
Wanneer de speed domes met dezelfde router zijn verbonden, kunt u de poortwaarden van de ene speed
dome doorsturen als 80, 8000, 8200-8210 en 554 met het IP-adres 192.168.1.23, en de poortwaarden van
de andere speed dome als 81, 8001, 8201-8211 en 555 met IP-adres 192.168.1.24. Raadpleeg de
onderstaande stappen:
Stappen:
1. Zoals hierboven wordt uitgelegd, stuurt u de poortwaarden 80, 8000, 8200-8210 en 554 door
voor de network speed dome met IP-adres 192.168.1.23.
2. Stuur de poortwaarden 81, 8001, 8201-8211 en 555 door voor de network speed dome met
IP-adres 192.168.1.24.
3. Schakel alle protocollen of de TCP-protocollen in.
4. Schakel het selectievakje Inschakelen in en klik op .
Afbeelding A.2.3 Poorttoewijzing
De poort van de network speed dome mag geen conflicten met andere poorten opleveren.
Als de routerpoort voor een webbeheerpoort 80 is, U moet u de speed dome-poort
wijzigen als deze dezelfde waarde heeft als de beheerpoort.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
133
Appendix 3 Bescherming tegen statische elektriciteit,
bliksemontlading en stroompieken
Dit product heeft TVS-beveiligingstechnologie ter voorkoming van schade door een pulssignaal van
minder dan 3000V, zoals bliksemontladingen, stroompieken, enzovoort. Als dat op grond van de
daadwerkelijke omstandigheden buiten nodig is, moeten beschermingsmaatregelen worden
genomen, naast het waarborgen van de elektrische veiligheid.
De afstand tussen de signaalverbindingbedrading en hoogspanningsapparatuur of een
hoogspanningskabel moet minstens 50 m zijn.
Buitenbekabeling moet indien enigszins mogelijk onder boeiborden worden gelegd.
In het open veld moet bekabeling ondergronds in afgedichte stalen leidingen worden begraven
en moeten die stalen pijpleidingen op één punt worden geaard. Bovengrondse bekabeling is
verboden.
In omgevingen met veel bliksemontladingen of hoge inductiespanningen (bijvoorbeeld bij een
trafo-onderstation) moeten beveiligingsapparatuur en bliksemgeleiders voor hoge vermogens
worden toegevoegd.
Het ontwerp van de bliksembeveiliging en aarding van de apparaten en kabels buiten moet in
overweging worden genomen, samen met de vereisten voor bliksembeveiliging van gebouwen.
Deze moet ook voldoen aan de van toepassing zijnde nationale en industriële voorschriften.
Het systeem moet equipotentiaal worden geaard. De aardvoorzieningen moeten elektrische
beveiliging en beveiliging tegen storing hebben. Bovendien mag er geen sluiting of open
verbinding met de nulgeleider van een sterk net zijn. Bij een afzonderlijk geaard systeem mag de
weerstand niet meer dan 4 Ω zijn. De doorsnede van de aardkabel moet minimaal 25 mm2 zijn.
Raadpleeg de installatiehandleiding van de speed dome voor aardingsinstructies.
Lightening Rod
45°
The speed dome must be
installed in the 45° protection
area of the lightening rod.
The impedance of the grounding
wire can be no more than 4Ω.
Steel Protection Tube
Video Arrester
Communication
Arrester
Power Arrester
Afbeelding A.3.1 Beveiliging tegen bliksemontlading en stroompieken
Aarding voor installatie op mast/muur van cement:
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
134
Wanneer de speed dome wordt geïnstalleerd in een omgeving die relatief is geïsoleerd van de
aarde, zoals een mast of muur van cement, hoeft alleen het controlecentrum voldoende lokaal te
worden geaard. Raadpleeg de volgende afbeelding.
PowerPower
Power supply board
Power supply board
Video cable
Control line
Cement pole/wall
Display
Operating center
Keyboard
DVR
UPS
GND
GND
GND
GND
1.5m underground
Afbeelding A.3.2 Aarding bij installatie op mast/muur van cement
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
135
Omdat de signaalverzending van de fiber optical speed dome en network speed dome is
geïsoleerd van het controlecentrum, moeten deze apparaten lokaal worden geaard om de
domes tegen schade te beschermen.
Als de dome wordt geïnstalleerd in een omgeving met veel bliksemontladingen, moet deze
lokaal worden geaard om blikseminslagen en vergelijkbare energiepieken af te voeren en de
dome tegen schade te beschermen. Raadpleeg de volgende afbeelding.
Power
Power
Power supply board Power supply board
Video cable
Control line
Cement pole/wall
Display
Operating Center
Keyboard
DVR
UPS
GND
GND
GND
GND
1.5m underground
1.5m
underground
Afbeelding A.3.3 Aarding voor bescherming tegen blikseminslagen bij installatie op mast/muur van
cement
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
136
Aarding voor installatie op metalen mast:
Wanneer de speed dome wordt geïnstalleerd in een omgeving die goed geleidt naar de aarde, zoals
een metalen mast, kan de aarding van de dome tot stand worden gebracht door de metalen mast
correct te aarden. Ook het controlecentrum moet lokaal worden geaard. Raadpleeg de volgende
afbeelding.
Power
Power
Power supply board
Power supply board
Video cable
Control line
Metal pole/surface
Display
Operating Center
Keyboard
DVR
UPS
GND
GND
GND
GND
1.5m underground
1.5m
underground
Afbeelding A.3.4 Aarding bij installatie op metalen mast
Opmerking: Als glasvezel, bliksembeveiliging of andere apparaten worden toegepast tijdens de
verzending van de speed dome, moeten deze apparaten en videokabelleidingen correct worden
geaard.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
137
Appendix 4 Bescherming tegen water
De lange muursteun wordt aanbevolen voor buitentoepassingen van de speed dome.
Gebruik de korte muursteun of ophangsteun niet voor buitentoepassingen, aangezien deze niet
waterbestendig zijn.
Het wordt aanbevolen om de steun met intern bedrade interface te gebruiken om voldoende
bescherming tegen water te bieden.
Als u een steun met externe bedrading gebruikt, moet u de adapter tegen water beschermen
tussen de steun en de dome.
Gebruik speed domes voor binnentoepassingen niet buiten.
L-vormige maststeun
Zorg dat de L-vormige maststeun een omhoog lopend ontwerp heeft, zoals weergegeven in de
volgende afbeelding. Door de hellingshoek stroomt water van de mast niet in de speed dome.
θ
Afbeelding A.4.1 Aangepaste steun
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
138
Appendix 5 Koepelonderhoud
De koepel is gemaakt van transparant plastic. Stof, vetten, vingerafdrukken, enzovoort kunnen
leiden tot krassen of beeldvervaging. Reinig de koepel volgens de onderstaande methode.
Stof verwijderen
Gebruik een vetvrije zachte borstel of stofblazer om het stof te verwijderen.
Vetten verwijderen
Stappen:
1. Veeg waterdruppels of vetten weg met een zachte doek en maak de koepel droog.
2. Gebruik een vetvrije katoenen doek om de koepel schoon te wrijven met alcohol of een
reinigingsmiddel.
3. Vervang de doek waarmee u de koepel schoon wrijft door andere doeken tot de koepel geheel
schoon is.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
139
Appendix 6 RS-485-bus aansluiten
Algemene eigenschappen van RS-485-bus
Volgens de industriebusstandaard is de RS-485 een half-duplex communicatiebus met een
impedantie van 120 Ω en een belasting van maximaal 32 payloads (inclusief controller en bestuurd
apparaat).
Transmissieafstand voor RS-485-bus
De volgende tabel geeft de maximale transmissieafstand, afhankelijk van de baudrate, bij gebruik
van 0,56 mm (24AWG) twisted-pair bedrading:
Maximale afstand voor
RS-485-transmissie
Baudrate
Max. afstand
2400 bps
1800 meter
4800 bps
1200 meter
9600 bps
800 meter
De transmissieafstand wordt kleiner bij het toepassen van dunnere kabel of bij het werken in de
directe omgeving van sterke elektromagnetische velden. De transmissieafstand neemt toe als er
minder apparatuur op de bus wordt aangesloten.
Verbindingsmethoden
De RS-485-standaard vereist doorgelust aansluiten van apparatuur, met aan beide uiteinden van
de keten een afsluitweerstand van 120 Ω (zie afbeelding 1). Afbeelding 2 toont de simpele
aansluitmethode, maar daarbij mag de afstand 'D' niet te lang zijn.
1#
2#
3#
32#
120Ω
120Ω
Afbeelding A.6.1 RS-485-verbinding 1
Controller
A+
B-
1#
2# 31#
A+ B-
D
Afbeelding A.6.2 RS-485-verbinding 2
Problemen bij praktijktoepassing
Normaliter zetten gebruikers een sternetwerk op. In dat geval moeten de afsluitweerstanden
worden aangesloten bij de twee verst verwijderde apparaten (in afbeelding A-9 zijn dat 1# en 15#),
maar deze aansluitmethode voldoet niet aan de eisen in de RS-485-industriestandaard. Daarom
treden er problemen op als signaalreflecties en minder onderdrukking van stoorsignalen bij
apparatuur op grotere afstand. De dome is dan niet meer te bedienen of gaat zelfstandig handelen.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
140
1#
6#
15#
32#
Controller
Afbeelding A.6.3 Sternetwerk
In deze gevallen kunt u het beste een RS-485-distributeur toevoegen. Dit product kan een
stervormig communicatienetwerk effectief aanpassen zodat het voldoet aan de eisen in de
RS-485-industriestandaard. Dat voorkomt de genoemde problemen en verbetert de
betrouwbaarheid van de communicatie. Raadpleeg de volgende afbeelding.
A+
B-
RS485 Distributor
120Ω
1#
2#
16#
120Ω
120Ω
Afbeelding A.6.4 RS-485-distributeur
Probleemoplossing voor RS-485-communicatie
Probleem
Mogelijke redenen
Oplossing voor probleem
De zelftestactie
wordt
uitgevoerd op
de speed dome,
maar bediening
op afstand is
niet mogelijk.
1. Het adres en de baudrate van
de speed dome komen niet
overeen met die van het
afstandbedieningsapparaat.
1. Pas het adres en de baudrate
van het
afstandbedieningsapparaat zodat
deze overeenkomen met die van
de speed dome.
2. De draad RS-485+ is
aangesloten op de interface
RS-485- en de draad RS-485- is
aangesloten op de interface
RS-485+.
2. Sluit de draad RS-485+ aan op
de interface RS-485+ en sluit de
draad RS-485- aan op de interface
RS-485-.
3. De RS-485-draad is niet
aangesloten.
3. Sluit de RS-485 stevig aan.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
141
Probleem
Mogelijke redenen
Oplossing voor probleem
4. De RS-485-draad is gebroken.
4. Vervang de RS-485-draad.
De speed
dome-bediening
werkt, maar
verloopt niet
soepel.
1. De bedrading is niet stevig
aangesloten.
1. Sluit de RS-485 stevig aan.
2. De RS-485+- of RS-485--draad is
gebroken.
2. Vervang de RS-485-draad.
3. De speed dome bevindt zich te
ver van het
afstandbedieningsapparaat.
3. Voeg een afsluitweerstand toe.
4. Er zijn te veel speed domes
aangesloten.
4. Voeg een RS-485-distributeur
toe.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
142
Appendix 7 Draadtype en transmissieafstand voor 24 V AC
De volgende tabel geeft per draaddikte de aanbevolen maximale transmissieafstand voor een
spanningsverlies van minder dan 10% bij 24 V AC. Voor apparatuur met wisselspanningsvoeding
(AC) mag het spanningsverlies maximaal 10% zijn. Bij een apparaat met een nominaal vermogen van
80 VA op ongeveer 10 meter afstand van de transformator moet de draaddikte minimaal 0,8000
mm zijn.
0,8000
1,000
1,250
2,000
10
283 (86)
451 (137)
716 (218)
1811 (551)
20
141 (42)
225 (68)
358 (109)
905 (275)
30
94 (28)
150 (45)
238 (72)
603 (183)
40
70 (21)
112 (34)
179 (54)
452 (137)
50
56 (17)
90 (27)
143 (43)
362 (110)
60
47 (14)
75 (22)
119 (36)
301 (91)
70
40 (12)
64 (19)
102 (31)
258 (78)
80
35 (10)
56 (17)
89 (27)
226 (68)
90
31 (9)
50 (15)
79 (24)
201 (61)
100
28 (8)
45 (13)
71 (21)
181 (55)
110
25 (7)
41 (12)
65 (19)
164 (49)
120
23 (7)
37 (11)
59 (17)
150 (45)
130
21 (6)
34 (10)
55 (16)
139 (42)
140
20 (6)
32 (9)
51 (15)
129 (39)
150
18 (5)
30 (9)
47 (14)
120 (36)
160
17 (5)
28 (8)
44 (13)
113 (34)
170
16 (4)
26 (7)
42 (12)
106 (32)
180
15 (4)
25 (7)
39 (11)
100 (30)
190
14 (4)
23 (7)
37 (11)
95 (28)
200
14 (4)
22 (6)
35 (10)
90 (27)
Draaddikte
(mm)
Afstand
(feet)
Vermogen
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
143
Appendix 8 Draadtype en transmissieafstand voor 12 V DC
De volgende tabel geeft per draaddikte de aanbevolen maximale transmissieafstand voor een
spanningsverlies van minder dan 15% bij 12 V DC. Voor apparatuur met gelijkspanningsvoeding (DC)
mag het spanningsverlies maximaal 15% zijn.
0,800 (20)
1,000 (18)
1,250 (16)
2,000 (12)
10
97 (28)
153 (44)
234 (67)
617 (176)
20
49 (14)
77 (22)
117 (33)
308 (88)
24
41 (12)
64 (18)
98 (28)
257 (73)
30
32 (9)
51 (15)
78 (22)
206 (59)
40
24 (7)
38 (11)
59 (17)
154 (44)
48
20 (6)
32 (9)
49 (14)
128 (37)
50
19 (6)
31 (9)
47 (13)
123 (35)
60
16 (5)
26 (7)
39 (11)
103 (29)
70
14 (4)
22 (6)
33 (10)
88 (25)
80
12 (3)
19 (5)
29 (8)
77 (22)
90
10,8 (3,1)
17 (5)
26 (7)
69 (20)
100
9,7 (2,8)
15 (4)
23 (7)
62 (18)
110
8,9 (2,5)
14 (4)
21 (6)
56 (16)
120
8,1 (2,3)
13 (4)
20 (6)
51 (15)
130
7,5 (2,1)
11,8 (3,4)
18 (5)
47 (14)
140
7 (2)
11 (3,1)
17 (5)
44 (13)
150
6,5 (1,9)
10,2 (2,9)
16 (4)
41 (12)
160
6,1 (1,7)
9,6 (2,7)
15 (4)
39 (11)
170
5,7 (1,6)
9 (2,6)
14 (4)
36 (10)
180
5,4 (1,5)
8,5 (2,4)
13 (4)
34 (10)
Afstand
(feet)
Draaddikte
(mm)
Vermo
gen
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
144
Appendix 9 Tabel met draaddiktestandaarden
Bare Wire
Gauge (mm)
American
Wire Gauge
AWG
British Wire
Gauge SWG
Doorsnede van
onbeklede
draad (mm
2
)
0,750
21
0,4417
0,800
20
21
0,5027
0,900
19
20
0,6362
1,000
18
19
0,7854
1,250
16
18
1,2266
1,500
15
17
1,7663
2,000
12
14
3,1420
2,500
4,9080
3,000
7,0683
Gebruikershandleiding voor Network Speed Dome
© Hikvision
145
Appendix 10 Alarm in/out aansluiten
Deze sectie is alleen bedoeld voor speed domes met alarm in-/out-functies.
De speed dome kan worden verbonden met alarminputs (0-5 V DC) en alarmoutputs.
Raadpleeg de volgende diagrammen voor alarmoutputs:
JQC-
3FG
Relay
30VDC
GND OUT
L N
220V AC
Relay Output
Dome
(10 A 250VAC)
Diagram (left)
Diagram(right)
1A
OUT(n)
OUT(n)
+
-
DC
DC Load
Relay Output
Dome
OUT(n)
OUT(n)
Afbeelding A.9.1 Alarm out-aansluiting
De alarmschakeling heeft een relaisuitgang (potentiaalvrij) en de externe
voedingsbron is nodig bij aansluiting van een alarmgever.
De gelijkspanningsvoeding (DC) in het linkerschema moet een ingangsspanning
van 30 V DC en 1A hebben.
Bij wisselspanningsvoeding (AC) moet een extern relais (rechterschema) worden
gebruikt, om schade aan de speed dome en een elektrische schok te voorkomen.
0503001050326
Gebruikershandleiding voor VCA network speed dome
© Hikvision
146
146


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Hikvision Network Speed Dome V5.3.0 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Hikvision Network Speed Dome V5.3.0 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 4,84 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info